ÜNT" Lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Lid van den Gemeenteraad van 's-Gravenhage. OM ZIJN PERSOON. GEEN SCHULD. De BESTUREN van de Anti-Revolutionnaire- en van de Christelijk-Historische Kiesvereenigingen in het district Zierikzee noodigen de kiezers dringend uit, om op Vrijdag 11 Juni a.s.hunne stemmen uit te brengen op den Heer H. CH. VEGTEL, Wij bevelen U dezen candidaat met volle vrijmoedigheid aan. Allereerst om zijn beginselen. Doch niet alleen daarom. Zijn verkiezing zal er toe kunnen bijdragen, dat bet Kabinet-Heemskerk aanblijft. En dat is gewenscht. Ook niet alleen om zijn erkende bekwaamheden. Maar ook om zijn persoon. Ofschoon wij gewoon zijn den persoon van den candidaat er buiten te laten, zien wij ons genoodzaakt, om op dit laatste nadruk te gaan leggen. Onze tegenstanders dwingen ons daartoe. Wij meenden, dat men wel begrijpen zou, dat onze mannen niet lichtvaardig een persoon de eer zou waardig keuren, ons district in de Staten-Generaal te vertegenwoordigen. Wij geloofden, dat het met algemeene stemmen candidaat stellen van den Heer VEGTEL reeds voldoende zou geweest zyn, om elk kwaad gerucht, omtrent den persoon van onzen candidaat, den kop in te knijpen. Wij hebben ons vergist. In een gedeelte van ons district ontziet men zich niet onzen candidaat de kroon der eer van het hoofd te nemen, en het is daarom, dat we ons verplicht achten bekend te maken, dat onmiddellijk door ons een nauwkeurig onderzoek is ingesteld naar de waarde dier geruchten, die als zooveel beschuldigingen tegen onzen candidaat worden uitgespeeld. De resultaten van dit onderzoek (zie verklarings hieronder) hebben ons versterkt in de overtuiging, dat de Heer VEGTEL, ook om zijn karaktereigenschappen een zetel in de Tweede Kamer ten volle waardig is. Overtuigend is ons toch gebleken, dat de Heer VEGTEL niet alleen geen schuld had aan de ongunstige wending van de zaken eener Bank te 's-Gravenhage, van welke hij 2e Directeur was, maar tevens, dat de crediteuren tot hun volle 100 pCt. kwamen, en daarenboven, dat de Heer VEGTEL, uit eigen middelenop de ruimste wijze de aandeelhouders heeft schadeloosgesteld, die door zijn toedoen aandeelen hadden genomen. GEEN BLAAM, MAAR LOF is bovendien het deel van onzen candidaat in de Verzekeringspers, in zake zijn krachtige houding tegenover de Utrechtsche Levensverzekerings- Maatschappijwelke houding oorzaak was, dat de hoofd-vertegenwoordiging dezer Maatschappij aan zijn kantoor ontnomen werd. In het Mei-nummer van het verzekeringsblad De Mentordeelt de redacteur, de Heer D. Beerends, geen geestverwant van onzen candidaat, den uitslag mede van een onderzoek door hem naar deze zaak, zoowel bij de Directie dezer Maatschappij, als bij den Heer VEGTEL ingesteld. Blijkt uit dit artikel reeds, dat ook hier de politiek in het Spel is, uit het slot daarvan ziet men tevens, welke geëerde positie onze candidaat in de assurantie wereld inneemt. De Heer Beerends schrijft toch: „Ziehier een uwer voormannen, een werkkracht als weinigentwaalf jaar in dienst van een en dezelfde „Maatschappijdie door hem icerd groot gemaakt. Deze man met een schitterenden staat van dienst, een hij uitstek uitnemend acquisiteur, ook „huiten zijn bedrijf geëerd, als lid van den Gemeenteraad van s-Gravenhage en lid der Provinciale Staten van Z.-H., het vertrouwen genietende „van zijn geestverwantendie hem dit jaar in vier districten een Kamercandidatuur aanbodenom o. i. gezochte redenen uit zijn betrekking „gezet en van zijne portefeuille beroofd „uit de antwoorden van den Heer VEGTEL spreekt een overtuigingwelke vertrouwen inboezemt, omdat hij niets wil terughouden. Ook zyn krachtig verzet tegen het wederrechtelijk toeëigenen van zyn provisie, de koopprys van zijn voor de productie aangewende arbeidskracht dwingt „eerbied af. Zijn protest is mannenwerk! Het teekent den man uit één stuk. Zooals hij ons zijn antwoord schrijft, zoo spreekt hij, en zoo hij „spreektzoo handelt hij eveneens! Alleen slaafsche zielen zullen zijn rechtmatig protest overmoedig vinden Vordert het voorbedachtelijk en geniepig ontslag, geven van den Heer V. een krachtig protest van het beleedigd rechtsgevoel, vooral „het gevoel der billijkheid eisclit bevrediging, door zich ernstig te kanten tegen een Directie, die niet schroomt een verworven bezit, contractueel „vastgelegd op unfaire wijze te ontnemen". We meenen hiermede te kunnen volstaan. Slechts doen wij hieronder nog volgen een en ander, waaronder brieven van den Secretaris der Centrale A.-R. Kiesvereeniging te Brielle en van den Secretaris der Plaatselijke Kiesvereeniging te Gouda. Beide Kiesvereenigingen stelden den Heer VEGTEL candidaat. Sterke dan de lezing van dat alles onze kiezers in het voornemen, om den Heer H. CH. VEGTEL bij de stembus op 11 dezer de zege te bereiden terwille van onze beginselen in het belang van land en volk en als waardig protest tegen de persoon lijke wijzewaarop onze alleszins voortreffelijke candidaat bestreden wordt. Namens de Besturen voornoemd Tot staving van ons beweren geven we onderstaande verklaringen: Afschrift. WelEd. HeerI Arnhem, 5 Juni 1909. Den Heer H. Ch. VEOTEL, Den Haag. In zake Uw geschil met de Directie der Utrechtsche Levensverzekerings-Maatschappij bevestigen wij schriftelijk, dat de inzage der tusschen U en genoemde Directie gevoerde correspondentie, ons in geen enkel opzicht aanleiding heeft gegeven Uw nauwkeurigheid en betrouwbaarheid In twijfel te trekken; Integendeel ontvingen wij den indruk, dat tengevolge van een misverstand tusschen U en de Directie der .Utrechtsche" een persoonlijk geschil is ontstaan, waardoor eene scheiding noodzakelijk werd. Wij voegen aan het bovenstaande nog toe, dat naar onze meening het feit, dat wij U tot de finantiëel verantwoordelijke betrekking van Directeur van ons Bijkantoor hebben benoemdhet beste bewijs voor ons vertrouwen In Uw persoon oplevert. Meent U evenwel, dat bovenstaande verklaring onze over tuiging nog duidelijker uitdrukt, dan hebben wij er geen bezwaar tegen, dat U belangstellenden gelegenheid geeft van den inhoud van dit schrijven kennis te nemen. Met de meeste hoogachting, Levensverzekerings-Maatschapplj „Arnhem" (was gel.) Th. L1EFRINCK. Afschrift. Zuidland 3 April 1909. Den Edelgestr. Heer H. Ch. VEOTEL, 's-Oravenhage. Hooggcadite Heer! Ik bevestig hiermede officieel dat U in de gisteren gehouden Algemeene Vergadering van de Centrale A.-R. Kiesvereeniging in ons district Brielle met acclamatie candidaat zljt geworden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Deze candidaatstelling heeft voor U te meer waarde, omdat daaraan is voorafgegaan een uitge breid onderzoek naar de redenen van Uw geschii met de Utrechtsche Levensverzekerings-Maatschapplj ingesteld door twee leden van ons Moderamendie daarvoor zelfs een bezoek hebben gebracht aan de Directie van de Maatschappij in Utrecht en die van hun onderzoek een uitgebreid rapport hebben uitge bracht. dat in alle opzlditen gunstig voor U is. Er is door ons overwogen om nog In een motie het volste vertrouwen in U uit te spieken maar vonden dit overbodig, omdat uw candidaatstelling bij acclamatie, nè den brief van het ontslag bij de U. L.-M. reeds het sterkste blijk van dat volle vertrouwen is. Met hoogachting, Namens het Moderamen, De Anti-Rev. Kiesvereeniging, D. MULDER,'Voorzitter. N. J. BASTMEIJER, Secretaris. A. TIMMERMAN, Penningmeester. Afschrift. De Chr.-Hist. Kiesvereeniging, J. J. MATTHIJSSE, Voorzitter. W. VOGELAAR, Secretaris. J. SMITS, Penningmeester. Gouda Maart 1909. De ondergeteekende P. J, KOLIJN, Voorzitter van „Patrimonium" (Afd. Gouda), Secretaris van de A.-R. Kiesvereeniging en sedert 8 jaar agent van de Utrechtsche Levensverzekerings-Maatschappij (Maliehuis) te Gouda, verklaart: dat hij, kennis genomen hebbende van het geschil tusschen de Directie dezer Maatschappij en haren Hoofdvertegenwoordiger, den Heer H. Ch. VEGTEL, zich met het oog op een mogelijke candidaat stelling van dezen Heer VEGTEL om inlichtingen gewend heeft tot den President-Commissaris der Maat schappij; dat deze Heer, zijnde de Heer C. C. D. d'Aumale Baron Van Hardenbroek, Burgemeester van Driebergen en lid der Staten van Utrecht, hem schriftelijk heeft medegedeeld, dat dit geschil z. i. geen aanleiding kon zijn om den Heer VEGTEL niet als candidaat voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal te steunen, aan deze mededeeling toevoegendeIndien hij candidaat gesteld wordt dan krijgt U beslist een zeer actief en bekwaam man voor Uw district en wanneer i k te Gouda woonde dan zoude i k niet achter blijven om Uw candidaat te steunen. Gouda, Maart 1909. (was get.) P. J. K O L IJ N. Ten slotte nog dit uittreksel, dat betrekking heeft op de liquidatie der Zuid-Hollandsche Bank: Gerechtvaardigd. In de Liberale Nieuwe Groninger Courant van 8 December 1906 leest men: En nu moet Ik ten slolte om der wille van den goeden naam van een politiek tegenstander onder verbetering van hetgeen ik, verkeerd Ingelicht, een vorige maal schreef, Iets naders mededeelen over de liquidatie van de Zuid-Hollandsche Bank en haar fusie met de Nationale Men kreeg (in de laatste Algemeene Vergadering) de verzekering en ook den indruk van haar juistheiddat de lichtvaardigheid in het verleenen van crediet steeds door den Directeur VEGTEL was bestreden Voorts is duidelijk aan het licht gekomen, dat de Directeur Jhr. Bicker het niet zoo nauw nam, en soms gesteund door Commissarissen tegen des heeren VEGTEL's meer solide actie was ingegaan. De Heer VEGTEL heeft zich met recht over de onjuiste mededeeling der zaak in enkele bladen beklaagd; ik ben mij bewust, dat ook mijn relaas een verkeerden indruk kan hebben gegeven. Vandaar dat ik mij verplicht reken, zonder eenigen aandrang, van wien ook, ridderlijk het voorafgaande als recti ficatie en voor zooveel noodlg, ais ridderlik excuus, onder de oogen mijner lezers te brengen. (get.) S. DE HOOG, Secretaris. Uit'bovenstaande blijkt, dat de Christ, partijen in dhr. VEGTEL een in alle opzicht betrouwbaar candidaat hebben, die ze met alle vrijmoedigheid aan de kiezers durven aanbevelen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1909 | | pagina 7