Zaterdag 5 Juni 1909. lal ons te wachten staal! Eerste Blad. (525 i e r i It z e e s c h. e Courant). IJk en Herijk. Mr. R. J. H. PATIJN. NIEUWSTIJDINGEN. Uit Stad en Provincie. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit blad, dat lederen DINSDAQ, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland t 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10 per jaar bij vooruitbetaling. 65ste JAARGANG. No. 8779. Uitgever-Hoofdredacteur a A. FRANKEL. Redacteur: J. WAALE. ADVERTENTIE N. Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2 ure. Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure. Dit nummer bestaat uit twee bladen. (levonden op den openbaren weg: Een zilveren armband. nikkelen armband. zakmesje. bril. Inlichtingen te bekomen aan het Bureau van Politie te Zierikzee, van des morgens 10 tot 12 en des namiddags van 2 tot 4 en 8 tot 9 uur. De Commissaris van Politie, R. P. BRONS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee; Gezien de desbetreffende circulaires van Gedeputeerde Staten dezer provincie; Vestigen er de aandacht van belanghebbenden op, dat het goedkeuringsmerk (tot I September 1909 de letter <i), n& 1 September niet meer geldig is, en dat, mitsdien vóór dat tijdstip de maten en gewichten, welke nog niet van het nieuwe goedkeuringsmerk zijn voorzien, ten herijk moeten worden aangeboden, waartoe aan het ijkkantoor te Middelburg in de maand Augustus gelegenheid bestaat op alle kantoor- dagen, eiken Donderdag en Vrijdag, van 9 tot 12 en van 1 tot 3 uur. Zierikzee, den 3 Juni 1909. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. C. MOOLENBURGH, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Onveiligheid Vaarwaters. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt de navolgende berichten betreffende Schietoefe ningen ter kennis van Zeevarenden, die daarbij belang kunnen hebben, t. w.: Schietoefeningen van het fort Pampus. Zuiderzee. 3de District. Volgens mededeellng van den Minister van Oorlog zal op 8 Juni a.s. eene schietoefening gehouden worden van het fort Pampus. Er zal gevuurd worden met kanonnen van licht kaliber (6 c.M.), waarbij onveilig wordt gemaakt een sector, begrensd door de ware richtingen N.W. door Noord tot ZOtZ. (191°), tot op 4500 M. van het fort. Op de dagen waarop gevuurd wordt zal van het fort Pampus eene roode vlag waaien, die 3 uur vóór het begin der oefening halfstok en één uur vóór de oefening geheel voorgeheschen wordt. Bovendien zuilen tegelijkertijd en op dezelfde wijze roode vlaggen waaien van de batterijen Diemerdam en Durgerdam, de Westbatterij nabij Muiden en den kerktoren te Mulderberg. Torpedo-oefeningen in het 4de en 5de District. Volgens mededeeling van den Inspecteur van het Loodswezen zullen dezen zomer oefeningen in het leggen van ongeladen electro-schok- torpedo's plaats hebben, en wel: A. van 9 Juni tot en met 30 September in den Nieuwen Rotterdamschen Waterweg beZ. de spitse tonnenlQn, ter hoogte van het fort aan den Hoek van Holland. Ten einde het onveilige terrein geheel voor de scheepvaart af te bakenen zullen roode spitse tonnen op de grens van het vaarwater en groene boeien daar beZ. worden gelegd; b. van 1 Juli tot 4 September in het Haringvliet, ongeveer 400 M. beW. Hellevoetsluis, grooten- deeis bulten het grootscheepsvaarwater. Het onveilige terrein zal door spitse of stompe tonnen worden aangeduid; c. van 26 Juni tot 4 September In het Volkerak (Hellegat), zooveel mogelijk bulten het betonde vaarwater, ter hoogte van het fort „De Ruyter". Het onveilige terrein zal mede door tonnen worden aangeduid. Zierikzee, den 4 Juni 1909. De Burgemeester voornoemd, H. C. MOOLENBURGH. Wij hebben in ons vorig hoofdartikel gezegd, dat wij naar aanleiding van een opmerking van De Zeeuw over de benoe ming van mr. H. C. Moolenburgh tot bur gemeester van Zierikzee zouden terugkomen op een aangelegenheid, die daarmede In nauw verband staat. Wij bedoelden daarmede, dat wij wensch- ten te spreken over een artikel van het orgaan der anti-revolutionnaire partij van deze streek, dat, werd het even waardig en degelijk geredigeerd als het christelljk- historlsch blad te Goes, zeker In weerwil van afwijkend staatkundig beginsel door de tegenstanders zou geacht en gewaardeerd worden, terwijl het nu, om het zacht uit te drukken, door hen liever niet dan wel gelezen wordt. Op het oog hebben wij het artikel der Bruinlsser Courant van 11 April 1908, dat, het opschrift dragend „Onkundig en grof", een ruwen aanval bevatte op een door ons geschreven hoofdartikel, waarin wij de bedenkingendie van anti-revolutionnaire zijde tegen de candidaluur van mr. H. C. Moolenburgh voor het burgemeestersambt waren aangevoerd, op erkend bezadigde wijze weerlegden. Genoemd artikel nu van de Bruinisser Courant bevatte de volgende zinsneden; „Maar tot de Nieuwsbode zeggen we; indien gij op deze wijze tegen ons optreedt, „dan zult gij zelf oorzaak zijn, dat we „stappen doen, die uw pretendent niet ten „goede zullen komen. Terg ons niet met zulke insinuaties, want daarmede bewijst ge den heer M. een slechten dienst. Wij „zijn hier wel in de minderheid, maar „daarom nog niet zonder eenigen invloed. „Al roepen we hier ook fn de woestijn, „daarom kan onze stem elders nog wel „gehoor vinden. Wij zijn betrekkelijk wei nigen, maar we behooren tot zeer velen. „Wij willen niet, dat ieder woord, hetwelk we spreken en door onze courant geluk kig nog kunnen spreken, door u met vuil wordt bezwadderd". Op dat artikel hebben wij destijds zoo wel om zijn beschaafden toon als om zijn dreigenden Inhoud niet geantwoord, en ook nu zullen wij dat niet doen. Wij hebben het aangehaald alleen met de bedoeling in het licht te stellen, wat er gebeuren zal, indien in Nederland, wat de Hemel in het belang van ons Vaderland verhoeden moge, de veldslag bi] de Junl- stembus door de vrijzinnigen mocht ver loren worden. Dan zal het heilloos Kuyperregime terug- keeren, en de aanmatiging van de kleine anti-revolutionnaire pers, die reeds nu alle perken te buiten gaat, zal grenzenloos worden. Welke droeve tijden slaan ons dan te wachten Maar er is hoop, dat door het gansche land de vrijzinnigen dit levendig zullen beseffen, zoodat zij de volgende week als één man hun stemmen zullen uitbrengen op die mannen, die de dragers van de vrijzinnige beginselen zijn. Ook in het kiesdistrict Zierikzee, waar gelukkig thans alle onverschilligheid ge weken is, en voor een opgewekt staatkundig leven heeft plaats gemaakt, bestaat niet de minste twijfel, of de vrijzinnigen zullen allen geestdriftvol hun slem uitbrengen op Mr. Patijn, het zittend Kamerlid, die op zoo waardige en eervolle wijze ons district gedurende vier jaren In 's Lands Vergader zaal heeft vertegenwoordigd, die in zeven districten aangezocht een candidatuur te aanvaarden voor de aanzoeken bedankt heeft, en die gekozen in de eerste plaats zal medewerken tot een rechtvaardige kiesrechtregeling en tot de verzorging van de arme ouden van dagen. En wie niet tot onze partij behoort, maar een eerlijkbekwaam, talentvol volksvertegenwoordiger in de Kamer wenscht, die zich reeds jegens dit district in hooge mate verdienstelijk heeft gemaakt, hij stemme met ons AMERIKA. New-York, 3 Juni. Het departement van oorlog heeft plannen in bewerking voor een geweldige luchtvloot. Aan den Atlantischen kant zullen ter verdediging der kust, veertig balonstations worden aangelegd, op een onderllngen afstand van 250 mijlen. Men hoopt dat het congres na het jongste succes in Duitschland dezen voor stellen goed gezind zal zijn. ITALIË. Rome, 2 Juni. Ter gelegenheid van zijn 74sten verjaardag ontving de paus heden tal van gelukwensch-telegrammen. Hij ver leende audiëntie aan vele Romeinsche families en vreemdelingen en ontving talrijke groepen van kinderen, die dezer dagen hun eerste communie deden. DUITSCHLAMD. Wederom hebben twee jonge menschen Woensdag 1.1. te Berlijn den dood gevonden In een liefdesdrama, waarin zij vrijwillig de rol van slachtoffers hadden gekozen. De 22-jarige llongaarsche student in de chemie, Jonel Dima, en zijn 18-jarlge geliefde, Klara Wolter, die verkoopster was in 'n bazar, pleegden zelfmoord, door zich met cyankali te vergiftigen. Dima had het mooie meisje leeren kennen in het Warenhaus, waar zij In dienst was, en een liefdesbetrekking met haar aangeknoopt. Toen haar moeder hiervan hoorde, waarschuwde zij haar dochter dringend, en dreigde met strenge straf, wanneer ze op den ingeslagen weg zou voortgaan. Het jonge meisje wilde echter haar minnaar niet opgeven. Woensdagavond schijnen beide jonge menschen, toen zij zagen, dat er tegen hun duurzame ver bintenis groote bezwaren zouden bestaan, besloten te hebben, gemeenschappelijk in den dood te gaan. Zij bezochten ver scheidene café's In Charlottenburg en begaven zich toen naar de woning van Jonel Dima. Deze had zich het sterke vergift reeds vroeger aangeschaft, hetgeen hem als student in de chemie niet moeilijk moet zijn gevallen. 's Nachts werd de rampzalige daad vol bracht. NEDERLAND. Amsterdam, 4 Juni. Een ernstige twist heeft de 3e Wittenburgerdwarsstraat alhier In beroering gebracht. Aanleiding was een kleinigheidjetwee buren kregen ruzie over een kinder jurkje, maar 't standje kreeg zulke af metingen, dat 6 politie-agenten noodig waren om de orde te herstellen, echter niet vóór dat er bloed gevallen was. Één der vechtenden sloeg zijn tegenpartij met 'n flesch zóó heftig op het hoofd, dat de man zwaar bloedend ineenzakte. Een geneesheer werd ijlings (e hulp geroepen en deze gelastte onmiddellijke overbrenging naar het gasthuis, hetgeen per rijwielbrancard geschiedde. Scheveningen, 2 Juni. Heden was het hier feest ter eere van de geboorte van Prinses Juliana. Het dorp en de bad plaats was geheel In feestdos. De jonge Scheveningertjes openden het feest met een optocht, waarbij versierde kinder wagentjes, sportwagens, bokkenwagenljes enz.aan den Scheveningschen weg werden de prijzen uitgedeeld. Des middags had de groote optocht plaats, die voorstelde: het visschersleven en wat daarmede in ver band slaat; hetzeeleven, in werk-cosluum en in geolied cosluum; reeders, netten- breisters, wagenmakers, Scheveningsche bruiloftsparen uit vroeger tijd en in ver schillende kleederdrachten, en daarna de praalwagens, voorstellende den intocht van Prins Willem van Oranje, het stamhuis van Oranje, dat van J4assau, Juliana van Stolberg en oudere edellieden; voorts: badwagens, een reddingsboot, enz. Kortom alles wat Scheveningen oplevert, was in den optocht vertegenwoordigd. Een groot aantal muziekcorpsen en duizende menschen vergezelden den optocht. Het weer werkte echter niet mede, want een booze wind loeide door het dorp en nu en dan had men nog regen. Toch heerschte er, ook bij de volksspelen, groote geestdrift, doch hoe mooi de versleringen ook zijn geweest, het mooiste oogenblik van den ganschen dag was voor alle Scheveningers toch, toen H. M. de Koningin om ruim vijf uur in den middag het feestvierende dorp bezocht. Schier allen hadden de hoop reeds opgegeven, want het regende een weinig, maar de Koningin liet zich daardoor niet afschrikken en reed het dorp binnen in een open rijtuig, met vier paarden be spannen en vergezeld van één Harer hofdames. Nauwelijks was Zij de Keizerstraat in gereden, of een donderend gejuich ging op. Haar tocht werd een zegetocht. In de versierde straten stond het Scheveningsche volk ontroerd van blijdschap door het bezoek der geliefde Vorstin en het werd niet moede Haar te bejubelen. Op het Gevers Deynootpleln een grootsche huldi ging van de daar toegestroomde menschen- massa. Muziekkorpsen speelden het „Wil helmus" en meermalen werd een „Leve de Koningin, leve de Prinses", uit volle borst geroepen. Met een vroolijken lach op het gelaat zat de Vorstin In het rijtuig en groette aanhoudend, en ook bij Haar terug keer, langs den Scheveningschen weg, werd Zij door salvo's van gejuich overal begroet. Zoo vormde deze komst van Koningin Wilhelmina het glanspunt van den dag. Zooveel de wind zulks toeliet, was de verlichting schitterend; vooral die van het Kurhaus en van de Pier tot ver in zee, gaven een fantastisch gezicht. In de havens dreven verlichte gondels, terwijl de visch- en haringtonnen tot lichtbogen waren herschapen. Ondanks het ongunstige weêr, Is het feest alzoo vrij goed geslaagd. Zwljndrecht, 2 Juni. Alhier heeft in het gezin van den heer T. van N., terwijl deze met zijn echtgenoote naar de feesten te Slikkerveer was, één hunner kinderen een fleschje met olie (behoorende bij olie en loog) als speelgoed weten te bemach tigen en ten slotte daaruit ook een teug gedronken, met het treurig gevolg dat mond en keel verbrandden. Spoedig ingeroepen en door Dr. Stouten- beek verleende hulp, gevolgd door over brenging naar het ziekenhuis te Dordrecht, heeft gelukkig tot heden het ergste kunnen voorkomen. Rotterdam. De f 100.000 uit de Staats loterij is ditmaal alhier in de Zandstraat neergestreken voor de ééne helft en voor de andere helft In de Bagijnestraat. Voor de tweede helft Is één de gelukkige; de Zandstraters krijgen ieder f 1060 op hun aandeel. Zierikzee, 4 Juni. Woensdagavond trad te Zonnemaire voor een stampvolle zaal in het „Café Van Splunter" de heer Ch. Vegtel, de candidaat der anti-revolutionnaire partij voor het lidmaatschap der Tweede Kamer, als spreker op. Nadat de vergadering door den voor zitter met gebed geopend was, gaf deze het woord aan den heer Vegtel, die ver klaarde, dat hij aan de debaters welke hij bij zijn binnentreden met de woorden „de garde" begroet had zoo ruim mogelijk gelegenheid wilde geven met hem te debatteeren, en dat hij om die reden zijn rede zou bekorten. De Inhoud van de rede was overigens gelijkluidend aan die, welke hij te Oosterland heeft gehouden. Voor het debat gaven zich op de heeren A. Geluk en A Frankel van Zierikzee, de heer Hulsman, hoofd van de openbare school te Brouwershaven, en de heer Boers van Bruinisse. De heer Frankel, na zijn dank te hebben betuigd voor het toegestaan debat, sprak zijn teleurstelling uit over de rede van den heer Vegtel, die daarin hoogst opper vlakkig was geweest, en in stede van het program zijner partij uiteen te zetten en te verdedigen, zich er toe bepaald had, de liberale partij en den heer mr. Patijn af te breken. Van iemand, die de candidaat der anti-revolutionnaire partij voor dit district was, had men toch mogen ver wachten, dat hij aan de kiezers de be ginselen zijner partij ontvouwd had. Een dergelijk optreden was een bewijs van zwakheid. De door den heer Veglel besproken antithese gaf hem aanleiding te verklaren, dat zij een valsche vlag was, die, zooals de heer mr. Patijn zoo juist had uitgedrukt, bij de verkiezing ontplooid werd, maar die, zoodra de stembus gesloten werd, in een mooi foudraai werd opgeborgen, om bij de volgende verkiezing op nieuw dienst te doen. De antithese dat is waar is niet door dr. Kuyper uitgevonden, want zij heeft op godsdienstig gebied altijd bestaan, maar zij is door Kuyper op staat kundig terrein overgebracht. Toen dr. Kuyper aan het bewind was, had hij de gelegen heid haar in toepassing te brengen. En hij deed het niet. Waarom niet? Omdat hij heel goed' wist, dat dan de coalitie uiteen zou spatten. Waarom diende hij geen Zondagswet In? Om de eenvoudige reden, dat er tusschen de calvinisten en de katholieken een breed verschil van opvatting omtrent den Zondag bestaat. De anti-revolutlonnalren willen een Zondag, zooals die in Engeland gevierd wordt, terwijl de katholieken van oordeel zijn, dat de Zondag ook een dag is voor ont spanning van lichaam en geest. Ziehier een voorbeeld, waaruit blijkt, dal er tusschen de bondgenooten niet de door den heer Vegtel zoo hooggeroemde een dracht bestaat, die er slechts is, wanneer de stembus in het zicht komt. Nog een voorbeeld, rakende het gezinshoofden- kiesrecht der anti-revolutionnalren, dat door dr. Fablus, professor aan de vrije universi teit te Amsterdam, „hutspotkiesrecht" ge noemd wordt en hem aanleiding gaf tot de verzuchting „laat ons daarvoor bewaard blijven". Een deel der katholiek) n toch is vóór algemeen kiesrecht. Waar is het, dat bij de linkerzijde niet ten opzichte van alle staatkundige vraagstukken overeenstemming bestaat. Maar wij hebben ook niet een dic tator, dien wij blindelings volgen, zooals gij anti-revolutionnairen, die, wat dr. Kuyper ook verklaart, grifweg aanneemt. Zoo was dr. Kuyper vroeger tegen verplichte ver zekering, en toen waren het natuurlijk de anti-revolutionnairen ook; nu Is hij ervóór, en het spreekt van zeiven, dat de anti- revolutionnairen er thans ook vóór zijn. En waarom is dr. Kuyper nu vóór ver plichte verzekeringen ijvert hij tegen staatspenslonneering voor de arme ouden van dagen. Omdat hij, als de 13 millioen guldendie voor staatspenslonneering noodig zijn, daarvoor gebruikt worden, er dan geen geld uit de schatkist overschiet voor de gelijkmaking van de bizondere school met de openbare school, of juister voor de vernietiging van de openbare school, want dit Is het doel, waarnaar dr. Kuyper streeft, die niet ij der jeugd, maar 5 van haar op de secteschool wenscht. Van de staatspenslonneering gesproken, de heer Vegtel heeft artikel 1 van den Bond voor Staatspenslonneering aangehaald, waarin staat, dat staatspensioen worde toegekend aan alle ouden van dagen. Om af te snijden het misbruik, dat in Australië bij het onderzoek of iemand wel arm was, zoo veelvuldig voorkwam, werd indertijd artikel 1 aldus geformuleerd. Maar de Bond stelt zich tevreden, Indien aan de arme ouden van dagen een staatspensioen werd toegekend. speelt Treub tegen ons uit, maar verzuimt te vermelden, natuurlijk bij vergissing, dat Treub later eenlgszins naar de staatspemionneering gezwaaid is en met het Deensche stelsel lijdelijk genoegen zou nemen. Hij vraagt, of de heer Vegtel een vraag zou willen beantwoorden. De heer Vegtel: Ja wel. Spreker: Tot welke staatkundige partij behoort u? De heer Vegtel: Tot de anti-revolution naire of Christelijk-Historische partij. (Oelach in de zaal). Spreker: Men kan geen twee heeren tegelijk dienen, geen lid zijn van twee partijen. U geeft u in de ééne plaats voor Christelljk-Historisch, en in de andere gemeente voor anti-revolutionnair uit, al naar dat het in uw kraam te pas komt. Dat is niet eerlijk. Ook de welwillendheid, waarmede de heer Vegtel de socialisten bejegent, werd door hem als een slimme verkiezingstruc geschetst. Zelfs heeft de heer Vegtel den heer Wibaut te Brouwershaven voorgesteld om gezamenlijk den heer Patijn te Zierikzee te gaan bestrijden. Maar de heer Wibaut heeft voor de eer hartelijk bedankt. In de eerste rede, die de heer Vegtel in December te Zierikzee heeft gehouden, durfde de heer Vegtel onzen verkiezings strijd in 1905 als een leugencampagne brandmerken. In verband hiermede wordt de aandacht gevestigd op het jongste nummer van de Bruinisser Courant, waarin een gesprek tusschen Toon en Bart voorkomt. In dit gesprek wordt doorloopend de Zierikzeesche Nieuwsbode van lasteren beschuldigd, maar zelfs geen enkel feit tot staving van die beschuldi ging aangevoerd. De voorzitter: Uw lijd Is verstreken. De heer F.: Ik zou nog gaarne ééne zaak willen bespreken. De voorzitter: Ik kan u niet langer aan het woord laten. De heer F.Mijnheer Geluk, zoudt u mij eenige minuten willen afstaan? De heer Geluk Gaarne. De voorzitter: Ik kan u niet langer aan het woord laten, ik ontneem u het woord. De heer F. verlaat schoorvoetend den katheder. Het woord wordt alsnu gegeven aan den heer Huisman van Brouwershaven, die de zaak der staatspenslonneering uitvoerig be handelt. Hij stelt in het licht, dat dr. Kuyper, die gezegd had, dat de arbeiders geen dag en geen nacht konden wachten, niets voor de arbeiders gedaan heeft, toen hij vier jaren aan het bewind was, niettegenstaande hij de Eerste en de Tweede Kamer op zijn hand had. Op het laatst van zijn bewind, twee maanden vóór zijn aftreden, diende hij een ontwerp op de ouderdoms- en invaliditeitsverzekering in, dat hij van

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1909 | | pagina 1