Donderdag 27 Mei 1909.
(Z i e r i Is. z e e s c li e Cour an "t).
H. H. Adverteerders
Reglement van Orde voor den
Gemeenteraad.
NIEUWSTIJDINGEN.
Uit Stad en Provincie.
ZIEIUKZEESCHE fig NIEUWSBODE.
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit blad, dat lederen
DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland f 1,60 per 3 maanden.
Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10
per jaar by vooruitbetaling.
65ste JAARGANG. No. 8776.
Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL.
Redacteur: J. WA ALE.
ADVERTENTIE N.
Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inzending moet geschieden des Maandags-,
Woensdags- en Vrijdags-middags uiteriyk 2 ura.
Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. I. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
Wegens het Pinksterfeest
zal de Nieuwsbode op a.s.
Maandagavond niet worden uitgegeven.
worden beleefd verzocht hunne Adver-
tentiën, bestemd voor het nummer
van Vrijdagavond, zoo vroegtijdig
mogelijk aan ons bureau in te zenden.
Bewerkelijke advertentiën moeten
Donderdag worden ingeleverd.
De Directeur,
A. J. DE LOOZE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Zierikzee maken bekend, dat de Paardenmarkt
in dit jaar zal gehouden worden op Woensdag
den 2en Juni e.k., en dat op dien dag tevens
de gewone marktdag zal worden gehouden, in
plaats van op Donderdag daaraanvolgende.
Zierikzee, den 19 Mei 1909.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. C. MOOLENBURGH, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Zierikzee maken bekend, dat op heden is afge
kondigd het door den Raad dier gemeente, in
zijne vergadering van den 19en April j.l., vast
gestelde Reglement van Orde voor den Gemeente
raad van Zierikzee.
Zierikzee, den 26 Mei 1909.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. C. MOOLENBURGH, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
VREEMD.
In Oosterland poseerde de heer Vegtel
als martelaar, daar hij, gelijk hij zeide,
door de schuld der liberalen, wegens zijn
anti-nvolutionnaire beginselen, niet tot
burgmeester was benoemd, in weerwil
dat lij herhaaldelijk gesolliciteerd had.
Z«u, vragen wij, het passeeren van hem
we' te wijten zijn aan de omstandigheid,
da hij anti-revolutionnair is?
destonden er soms andere beweegredenen
Um van het burgemeestersambt uit te
luiten?
Immers voor een richtige en conscientieuse
bekleeding van de eerste waardigheid in
een gemeente is het niet voldoende, dat
men vlug en gemakkelijk kan praten.
Waarom solliciteerde hij niet onder het
regime van dr. Kuyper naar de vervulling
der waardigheid van burgervader?
Hij weet toch zeker wel, dat onder het
Ministerie van dr. Kuyper het leeuwendeel
der staatsbetrekkingen aan hen ten deel
viel, die tot één der partijen behoorde,
waaruit de coalitie is samengesteld.
Bij dr. Kuyper toch legde het volstrekt
geen gewicht in de schaal, of men voor
de vervulling eener staatsbetrekking al of
niet geschikt en bekwaam was.
De voormalige bewindsman was gewoon
als eenigste voorwaarde, waaraan de
sollicitanten moesten voldoen, te stellen,
dat zij tot de coalitie behoorden.
En juist bij de burgemeestersbenoemingen
bleek vooral zijn voorkeur voor zijn aan
hangers en bondgenooten.
Wel heeft dr. Kuyper in de Kamerzitting
van 10 December 1904 gezegd: .Wil
„iemand een goed burgemeester zijn, dan
„moet hij in geestes-sympathie verkeeren
„met de meerderheid van de ingezetenen,
„waar hij woont".
„In de eerste plaats valt m. I. bij burge
meestersbenoemingen te letten op 6e-
kwaaniheiden ten tweede op de overige
„geschiktheid, waartoe ook behoort de
„overeenstemming in denkbeelden met de
„ioverheersdiende richting onder de ge
meente-ambtenaren".
Qeen liberaal Minister kon In dit op
zicht liberaler spreken dan Minister Kuyper
gedaan heeft.
Maar tusschen het woord en de daad
lag vaak bij den man, die het geloof voor
staatkundige doeleinden misbruikte, een
breede klove.
Zoo werd in de gemeenten Zuidland en
Oudenhoorn iemand, 23 jaar oud, tot
burgemeester benoemd, die anti-revolution
nair, gereformeerd, en vroeger bakkersknecht
was, niettegenstaande alle raadsleden van
Zuidland op één na liberaal, en die van
Oudenhoorn allen liberaal waren.
Zoo werd in de gemeente Smalllnger-
land, waar de gemeenteraad bestond uit
tien liberalen, twee sociaal-demokraten en
drie anti-revolutionnairen, buiten de voor
dracht om, een anti-revolutionnaire burge
meester benoemd.
Zoo werd te 's-Oravenzande een christelijk
historisch man tot burgemeester benoemd,
niettegenstaande de raad, die uit 8 liberalen,
2 christelijk-hlstorischen en 1 anti-revolu
tionnair bestaat, met algemeene stemmen
een verzoek had ingediend, om een
volontair ter secretarie aldaar te benoemen.
Zoo werd in de gemeente Oudshoorn
iemand tot burgemeester benoemd, die
anti-revolutionnair en gereformeerd was,
alhoewel al de leden van den raad liberaal
waren.
Zoo werd te Oud-Karspel, een absoluut
liberale gemeente, een anti-revolutionnaire
burgemeester benoemd.
Zoo werd te Ambt-Almelo, een over
wegend liberale gemeente, een anti-revolu
tionnair tot burgemeester benoemd.
Zoo werd, om een voorbeeld uit onze
omgeving aan te halen, te Dreischor, een
overwegend liberale gemeente, een anti-
revolutionnair tot burgemeester benoemd.
Wij kunnen, wanneer dit soms mocht
gevraagd worden, bovenstaand lijstje nog
met tal van gemeenten aanvullen, die,
alhoewel overwegend liberaal, onder
Kuyper's regime een anti-revolutionnair
tot burgemeester kregen.
Wij gaven dit lijstje om te bewijzen,
dat dr. Kuyper dikwerf geheel anders
handelde dan hij sprak.
De heer Vegtel, die niet van gisteren is,
wist dit.
En wanneer hij dit dan wist, wat weer
hield hem dan, om onder het regime van
dr. Kuyper te beproeven een burgemeesters
plaats te krijgen, die hij onder de stoute
liberaie Ministers niet kon verwerven.
Wij zijn er overtuigd van, dat, indien
hij aan den alvermogenden geloofsbroeder
verhaald had, dat hij een rampzalig slacht
offer was van zijn beginselen, hij dan
ras in volle glorie zou komen op den
eens door hem zoo vurig gewenschten
burgemeesterszetel.
SPANJE.
Bij een stierengevecht in Sevilla heeft
Zondag een ontzettend ongeluk plaats gehad.
De matador Reverte ging, door de uit
latingen van een paar toeschouwers
opgewonden, doldriest op een stier af, en
boorde hem zijn degen in den hals. Het
woedende dier spietste zijn tegenstander
echter op de horens, en wierp hem met
een grooten boog in het zand. Reverte
kreeg een gapende wond in de borst, en
blies even later den laatsten adem uit.
Zijn dood is te tragischer, daar dit 't laatste
stierengevecht was, waarin Reverte wilde
optreden, en wijl zijn mooie, jonge vrouw
getuige was van 't vreeselljk uiteinde van
haar man.
FRANKRIJK.
Te Ludres, in het departement Meurthe
et Moselle, heeft een jongen van dertien
jaar een vriendje van een half jaar jonger,
overhoop geschoten.
De jongens waren neefjes. De vaders,
broers, waren gehuwd met twee zusters.
De moeder van den dertienjarigen knaap
was onlangs overleden. Er was na het
overlijden ruzie ontstaan tusschen de twee
gezinnen over een geldkwestie. De neefjes
vingen wel eens wat op over die ruzie,
en als zij het bij hun spel niet goed met
elkaar vinden konden, wierpen zij elkaar
de verwijten naar 't hoofd, die zij de booze
groote menschen hadden hooren uiten.
Zoo had de jongere tegen den oudere
gezegd: „Je moeder was een dievegge, ze
heeft grootmoeder 70 fr. (genomen". De
dertienjarige, diep gekrenkt door de
beleediging, de nagedachtenis van zijn
moeder aangedaan, is naar huis gegaan,
heeft de revolver van zijn vader gehaald,
waarvan hij de bergplaats wist, een ge
laden revolver, en daarop heeft hij den
moordaanslag gepleegd. Hij lokte zijn
neefje in het bosch en vroeg hem, of hij
wat gras wilde plukken. Terwijl de jonge
zich bukte, schoot de andere hem in den nek.
De moordenaar ging naar het politie
bureau om het gebeurde te vertellen. Het
slachtoffer was, naar het laatste bericht,
nog niet overleden, maar de doctoren
geven niet de minste hoop.
Er worden in Toulon zeer in het
geheim proeven genomen met een granaat,
die een sterk lichtgevend vermogen bezit,
en lichtgranaat wordt genoemd. Deze gra
naat, in hoogterichting afgevuurd, ontploft
en haar scherven vallen over een zeer
groote uitgestrektheid neer; zij verlichten
den horizont en maken het mogelijk, dat
een schip, binnen een straal van 16 tot
18 mijlen, duidelijk kan worden onderschei
den. De schietoefeningen werden uitgevoerd
door de batterij van Cap-Brun, in tegen
woordigheid van generaal De Lamothe,
artillerie-inspecteur.
BELGlC.
Zondagavond reed een rijtuig met twee
dames en een koetsier van Groot Bijgaarden
langs den Brusselschen weg naar Molenbeek.
Nabij het station van Berchem, waar de
weg een scherpe kromming maakt, raakte
het rijtuig, door een sprong van het paard,
op de helling van den weg en kwam in
een diepe gracht terecht.
De dames vielen midden in de gracht
en verdwenen in het tamelijk diepe water.
De koetsier raakte onder het rijtuig, dat
boven op hem was omgekanteld, maar
kon zich loswerken. Pogingen werden
aangewend om de twee andere slacht
offers te redden, doch toen men ze boven
haalde, hadden beide vrouwen reeds den
geest gegeven.
Maandag heeft het in verschillende
deelen van België zwaar geonweerd. Te
Namen werd een 15-jarige smidsjongen
door den bliksem gedood. Te Baesrode
trof de bliksem een meisje op den weg
en rukte haar gedeeltelijk de kleederen
van het lijf, doch zonder haar te ver
wonden. Te Moerzeke Castel zijn 3 boer
derijen en te Eygen in de Kempen 4 huizen
door den bliksem getroffen en afgebrand.
NEDERLAND.
Maastricht, 24 Mei. Een leeuwentemmer
onder het mes te krijgen, dat overkomt
een barbier niet dagelijks. Doch een
leeuwentemmer van zijn al te weelderlgen
baardtooi te ontlasten in een leeuwenkooi,
dat komt zeer sporadisch voor; daartoe
behoort primo een groote dosis koel
bloedigheid van de zijde des coiffeurs.
Een dergelijk geval heeft zich Zaterdag
avond voorgedaan. De coiffeursbediende
Chr. B., werkzaam bij den heer Niël, in
de Spilstraat, had met een leeuwentemmer,
die met zijn menagerie op de kermis
stond, de weddenschap aangegaan, dat hij
Zaterdag dezen zou scheren in de leeuwen-
kooi. Geen zweem van angst was bij den
coiffeur te bemerkenvolgens al de regelen
der kunst schoor B. den temmer tweemaal
bloed vloeide er niet, nóch van het gelaat
des temmers, nóch van de zijde des
barbiers, wiens hachje geen enkel oogen-
bllk door het drietal leeuwen in gevaar
werd gebracht. B. won glansrijk de
weddenschap; onder fanfaregeschetter ver
liet hij triomfeerend de leeuwenkooi.
Amsterdam, 25 Mei. De politie heeft
geen termen gevonden, om den handels
reiziger H. ter H., die zich Zaterdagavond
ten huize van den heer B. Sanders Ezn.
In de Jan Luijkenstraat zoo verdacht gedroeg,
in arrest te houden.
Gebleken is n.l., dat hier niet aan eenige
misdadige bedoeling gedacht moet worden.
Blijkbaar heeft men alleen met een soort
van malle grap te doen. Voor een gerech
telijke vervolging bestaat dan ook niet de
minste reden.
's-Oravenhage, 24 Mei. Zondagmorgen
is de vorstelijke familie voor het eerst na
de blijde gebeurtenis naar de kerk geweest.
Verschillende kerkgebouwen waren, mede
omdat het publiek wel verwachtte dat de
Koningin zou komen maar niet wist in
welke kerk, stampvol.
H. M. de Koningin, vergezeld van Prins
Hendrik en de Koningin-Moeder, woonde
de godsdienstoefening bij in de Regentesse-
kerk onder gehoor van ds. A. J. A. Vermeer,
die natuurlijk niet naliet te danken voor
den zegen, die land en volk was te beurt
gevallen en voor het gelukkige herstel der
koningin. De dienst duurde korter dan
gewoonlijk.
Toen H. M. de Koningin even over 11
uur opstond om het gebouw te verlaten,
hief één der kerkgangers Psalm 134 vers
3 aan en weldra vielen allen in, H. M.
de bekende zegenbede: „Dat 's Heeren
zegen op U daal" toezingend. Staande
hoorde de Koningin het aan.
Bulten werd zij door een groote menigte
menschen toegejuicht.
Ter bijwoning van den plechtigen
doop van Prinses Juliana worden in de
residentie de volgende buitenlandsche
vorstelijke personen, tevens verwanten der
Koninklijke familie, verwacht:
de groothertogin-weduwe Marie van
Mecklenburg-Schwerin, moeder van den
Prins; de vorstln-weduwe van Wied, ge
boren prinses Marie der Nederlanden;
prinses Tekla van Schwarzburg; hertog
Johan Albrecht van Mecklenburg; hertog
Adolf van Mecklenburg; de prinsen prinses
van Erbach en als vertegenwoordiger van
de groothertogin-weduwe van Baden, prins
Max van Baden, haar neef.
Alle deze vorsten en vorstinnen zullen
tegen 3 Juni hier aankomen en vermoedelijk
den 7en weer uit Den Haag naar hunne
woonplaatsen terugkeeren.
Alleen hertog Johan van Mecklenburg,
regent van Brunswijk, komt reeds den 29
Mei hier ter stede, ter bijwoning van het
congres van het Internationale Koloniale
Instituut, dat onder voorzitterschap van
Z. K. H. Prins Hendrik alhier gehouden
wordt en in welks doel en werkzaamheden
de regent groot belang stelt.
De Hertog komt met een gevolg, bestaande
uit den grootmeester en hofmaarschalk
Von Rantzau; den intendant en president
van het Kabinet Schmid en zijn adjudant
kapitein baron Bernewitz.
Een gedeelte van de vorstelijke familie
leden logeert ten koninklijke paleize; de
overigen ten paleize van H. M. de Koningin-
Moeder.
Rotterdam, 25 Mei. Hedenmorgen ging
een familie uit de Coolschestraat 34 uit,
twee kinderen van 1) jaar alleen latend.
Één van deze twee, H. S. genaamd en
thuisbehoorende in de Rubensstraat, was
daar In het gezin opgenomen. De kleintjes
waren aan 't spelen gegaan en toen de
familie terugkwam vond zij H. S. dood.
Men kan zich de ontsteltenis van de
familie voorstellen.
In de nabijheid van het kind lag een
touwtje, zoodat men vermoedt, dat het
kind geworgd is.
Zondagvoormiddag kwart vóór twaalf
liep de 71-jarige Magdalena Booden
over de Kruiskade, toen een automobiel,
gemerkt H 226, aankwam, bestuurd door
M. Duijvis, wonende Middellandstraat. Of
de vrouw het signaal niet hoorde, of dat
de bestuurder niet voldoende heeft uitge
keken, waar de Westerkerk aan de Kruiskade
en de Gereformeerde kerk In de Amman-
straat uitgingen, is niet uitgemaakt, doch
de vrouw werd aangereden en tegen de
straat gesmakt.
De bestuurder van de automobiel trachtte
zich uit de voeten te maken, maar op het
aanhoudend geroep stopte hij en de politie
maakte proces-verbaal op.
Met de vrouw hadden enkele burgers
zich bemoeid. Zij bleek een vrij ernstige
hoofdwond te hebben bekomen en was
reeds bewusteloos. Naar het Ziekenhuis
aan den Coolsingel gebracht, overleed ze
daar twee uur later.
Tijdens afwezigheid van de moeder
had gisteren namiddag de bijna 5-jarlge
Wilhelmus C. C. Bernard, wonende Slacht
huiskade 15, een doosje lucifers weten te
bemachtigen en spelende hiermede waren
zijn kleertjes in brand geraakt. Schreeuwend
van pijn en angst was hij de trap afge-
sneld en had de voordeur opengetrokken,
waar hij door de buren werd opgemerkt,
die in allerijl de brandende kleederen van
zijn lijf rukten, hem in een deken wikkelden
en met den meesten spoed naar het
Ziekenhuis brachten, waar zijn toestand
levensgevaarlijk werd geacht.
Tilburg, 24 Mei. Terwijl de heer
B. v. E., drogist alhier, bezig was eenige
chemische stoffen te bereiden, had eene
ernstige ontploffing plaats. De heer Van E.
werd zoodanig aan zijne handen en
gezicht verwond, dat hij geheel onherken
baar was. Hij werd per brancard naar het
gasthuis vervoerd.
Rosendaal, 24 Mei. Verleden jaar, in
de maand Augustus, werden In een hötel
alhier, ten nadeele van een reiziger, 6
gouden en zilveren horloges ontvreemd.
Een nauwkeurig onderzoek door de politie
naar den dader ingesteld, leidde tot niets.
Men verdacht wel een dienstbode van
dezen diefstal, doch bewijzen kon men
haar niets.
Sedert eenigen tijd was de verdachte,
zekere K., te Breda in dienst. De maré-
chaussée van hier verzocht de Bredasche
politie nogmaals, die dienstbode een ver
hoor te doen ondergaan en een nader
onderzoek in te stellen.
Het resultaat daarvan Is geweest, dat
één der gestolen horloges in het bezit der
dienstbode werd gevonden. De andere vijf
beweerde ze te hebben verbrand.
Zierikzee, 26 Mei. De candidaat der
anti-revolutionnaire party, de heer Vegtel,
reist de streek af, teneinde o. a. door het
bezoeken van burgemeesters en predikanten,
en door het houden van een staatkundige
rede, waarin geducht op de liberale partij,
inzonderheid op de Liberale Unie, ge
smaald, en zijn eigen fractie natuurlijk
verheerlijkt wordt, te trachten de kiezers
voor zijn candidatuur te winnen. Zoo was
hij Maandagavond te Oosterland, waarheen
wij ons met eenige vrijzinnigen van hier
begeven hadden. Zijn hoogst oppervlakkige
rede, waarvan de anti-these den grondtoon
vormde, bevatte de gewone beschuldi
gingen, die men in De Standaard, en In
navolging van dit anti-revolutionnair
hoofdorgaan, in de kleine anti-revolution
naire pers tot vervelens toe kan lezen.
Rad in zijn spreken is hij zwak in het
debat. Hetgeen hem te moeilijk valt te
beantwoorden, weet hij handig te ontloopen.
Met een aardigheidje maakt hij zich
dikwerf af van hetgeen tegen hem wordt
aangevoerd. De beruchte leugenplaat, die
aan den vooravond der verkiezingen ln
1905 door de anti-revolutionnaire party
alhier verspreid werd, verdedigde hij tegen
beter weten in. Zijn Christelijk geweten
kwam tegen dat verfoeiiyk bedrog niet In
opstand, evenmin als het afkeurde het
schandelijk bacchanaal, dat volgens het
Christelijk Oeheelonthoudersblad bij het
feest van het veertigjarig bestaan der
Vrije Universiteit te Amsterdam door de
mannen der anti-these het vorig jaar was
aangericht. Wie na deze inlichtingen met
den heer Vegtel nog in debat wil gaan,
wete van te voren, dat hy met een tegen
stander te doen heeft, die zich niet houdt
aan de regelen van een eeriyken tweekamp.
Op de Internationale Tentoonstelling
van honden, op 22 en 23 dezer te Amsterdam
gehouden, behaalde mr. A. J. F. Fokker
alhier met zes dashonden elf eerste, tweede
en speciale pryzen.
Overigens was er uit Zeeland maar één
andere hond ingezonden.
Bij kon. besl. zyn benoemd: in het
bestuur van het waterschap „de Dykring
Flakkee" tot dykgraaf K. P. Roodzant, te
Dirksland, en tot dijkraad J. Mijs Dz., te
Den Bommel, A. A. Mijs, te Sommelsdljk,
C. van de Velde, te Mellssant, en A. Mijs
Gz., te Ooltgensplaat.
De rijksopzichter M. G. Riemens Jr.
van Colijnsplaat, die onlangs benoemd
werd tot tijdelijk waterbouwkundig ambte
naar te Burgh (Schouwen), Is thans als
zoodanig benoemd te Goedereede.
Tot opziener bij de rijks-electrlciteits-
werken van het kanaal Gent—Terneuzen
te Terneuzen, is benoemd F. T. de Glopper,
met eervol ontslag als machinlst-electrlclen
by de rijks-electrische inrichting te IJmuiden.
Op verzoek is eervol ontslag verleend
aan L. Oeelhoedt, als voorzitter van de
plaatseiyke commissie voor de Ongevallen
verzekering te Terneuzen, en is benoemd
als zoodanig J. Dregmans, met eervol
ontslag als plaatsvervangend voorzitter.