Donderdag 6 Mei 1909. Eenheid van actie. (25 ierils-zeesctie C o u r a n t). Jacht- en Vischacten. NIEUWSTIJDINQEN. Uit Stad en Provincie. ZIËMKZËESËHE NIEUWSBODE. ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit blad, dat lederen DINSDAO, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland I 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10 per jaar bij vooruitbetaling. 65ste JAARGANG. No. 8767. Uitgever-Hoofdredaoteur s A. FRANKEL. Redacteurs J. WAALE. ADVERTENTIE N. Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Oroote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2 ure. Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure. Gevonden op den openbaren weg: Een eau-de-cologne-flacon met gouden stop (defect). Twee ceinturen. Een snoer roode koralen met gouden slot. Inlichtingen te bekomen aan het Bureau van Politie te Zierikzee, van des morgens 10 tot 12 en des namiddags van 2 tot 4 en 8 tot 9 uur. De Commissaris van Politie, R. P. BRONS. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van belanghebbenden, dat zQ, die voor het seizoen van 1909—1910 eene jacht- of visch- acte verlangen, zich daartoe ter Gemeente- Secretarie behooren aan te melden, en dat zij, die ter zake van onvermogen eene kostelooze vergunning om te visschen wenschen te bekomen, aldaar zullen moeten overleggen de bewijzen van toestemming, door de eigenaars van de Visch- waters af te geven. Hij noodigt de belanghebbenden uit de aanvragen van vischacten en van kostelooze vergunningen vóór 1 Juni, en die van jachtacten vóór 1 Juli a.s. in te dienen, onder opmerking, dat de inzending, op straffe van het uitblijven eener beschikking, door zijne tusschenkomst behoort te geschieden. Zierikzee, den 3 Mei 1909. De Burgemeester voornoemd, H. C. MOOLENBURGH. i. Het zal thans wel aan ieder duidelijk geworden zijn, dat de drie vrijzinnige groepen zich bij de verkiezingen wederom tusschen twee vuren geplaatst zien, de nog goed aaneengesloten coalitie rechts, en de sociaal-democraten links. Sommigen mogen eenige maanden geleden de illusie gekoesterd hebben, dat de latente spanning tusschen Christelijk-Historischen en Kuy- perianen tot een breuk zou'hebben geleld, in welk geval zich een conservatieve tusschenpartlj zou hebben kunnen vormen, wier optreden bij de stembus allengs zuiverder partijverhoudingen zou hebben ingeleid, men moet wel geheel van onze politiek vervreemd zijn om alsnog aan de mogelijkheid van iets dergelijks te ge- looven. Trouwens toen bij de bekende Memorie van Antwoord de tegenwoordige Regeering haar gematigd en verzoenend standpunt had prijs gegeven, dr. Kuyper in zijn Ommensche briefje den zegekreet had doen hooren, hem door het herstel van zijn politiek overwicht aan de rechter zijde ontlokt, en mr. De Sarvornin Lohman de overwinning op zichzelven had behaald om, ter voorkoming van een uiteenspatting der coalitie, persoonlijk dr. Kuyper's candidatuur te gaan verdedigen, toen dus in het najaar stond het reeds vast, dat de politieke partijen zich in Juni 1909 willens of onwillens zouden hebben op te stellen als in 1905, en dat de antithese, nauwelijks iets minder agressief door rechts gesteld, de scheidingslijn zou vormen. Veel verschil tusschen den toestand toen en nu is er niet. Wel is waar treedt het element, dat in 1905 aan den strijd een zoo hartstochtelijk karakter gaf, het persoonlijk régime van dr. Kuyper, minder op den voorgrond: doch diens rol is nog allerminst afgespeeld, en wie de keuze der coalitle-candldaten in de verschillende districten nagaat, komt spoedig tot de overtuiging, dat, zoo er rechts winst mocht zijn, deze geheel of nagenoeg geheel ten goede zou komen juist aan de anti- revolutionnaire partij, zoodat een rechtsche overwinning vermeerdering van dr. Kuypers invloed bij de coalitie, wellicht diens wederoptreding aan het hoofd van het Kabinet zou tengevolge hebben. De Deputaten-rede geeft aan die vrees nieuw voedsel. Om die reden zal de strijd, over 's Ministers Heemskerks hoofd heen, als in 1905 gaan tegen het Kuyperianlsme. De sociaal-democraten zijn een element van tweedracht in eigen boezem rijker geworden, dat evenwel geen invloed heeft op hun verhouding tot de andere staat kundige partijen. Of zij, gelijk vier jaren geleden, bij de herstemmingen zullen medewerken om een rechtsche meerderheid te keeren, moet worden afgewacht. Hun politieke motieven zijn voor buitenstaanders niet altijd goed te doorgronden. Zoo is nooit duidelijk geworden, welk belang zij er in zagen, den heeren Heemskerk en Talma de hand te reiken om aan het Ministerie De Meester den coup de jarnac toe te dienen, waaronder dit is bezweken. Dit is intusschen hun en niet onze zaak. In de laatste jaren heeft de Vrtj-Ltberale partij haar organisatie ter hand genomen, terwijl de tegenspoed met de Ongevallen wet ondervonden, en het verminderd ver trouwen in het Duitsche verzekeringsstelsel koren geweest is op haar molen. Deze fractie is door een en ander sterker komen te staan in den lande. Haar beteekenis ligt echter meer in het gehalte dan in het aantal harer aanhangers; zij kan er zich op beroemen, dat zij een onevenredig groot deel van het intellect der natie onder haar gelederen telt, maar speciaal in de arbeidersklasse heeft zij tot dusver nooit veel aanhang kunnen vinden. Van een zelfstandigen opmarsch der Vrij- Liberalen langs de geheele lijn zal dan ook wel geen sprake zijn. Zelfs houden zij enkele posten bezet, die door rechts ernstig worden bedreigd; de drang naar zelfbehoud zal hen in de ure des gevaars wel steun aan hun linkervleugel doen zoeken. Dat zij en de Vrijzinnig-Democraten in eenige districten elkander voorshands over en weer bestoken, doet hiertoe niets af. In 1905 was dit eveneens het geval, en toch is men op het kritieke oogenblik, terecht, zonder een moment van aarzeling samengegaan. In de verhouding tusschen Unie-Liberalen en Vrijzinnig-Democraten is formeel ver andering gekomen. Terwijl men toen op vast accoord en met een gemeenschappelijk program samen optrok, gaat nu ieder der beide fractiën haar eigen weg. Practisch echter blijven deze beide partijen elkanders bondgenooten, gelijk duidelijk blijkt in de districten, nu door een Unie-Liberaal of een Vrijzinnig-Democraatvertegenwoordigd; de aftredende vindt onmiddellijk den steun der andere partij. Dit spreekt trouwens van zelf. De feitelijke entente van Unie en Bond berust meer dan de coalitie der rechterzijde op eenheid van beginsel en evenzeer als die coalitie op de eischen, die de practische politiek stelt en zoolang wij geen evenredige vertegen woordiging hebben zal blijven stellen. De groepeering der verschillende politieke partijen is dus vrijwel dezelfde als in 1905. Juist daarom is het echter niet zonder bedenking, dat tusschen de Unie- Liberalen en een deel der Vrijzinnig- Democraten een verschilpunt is gerezen, dat, schoon het niet hun samengaan in het algemeen in gevaar brengt, toch aan de eenheid van actie afbreuk moet doen; de quaestie n.l. van het ouderdoms pensioen. ik wil echter trachten uiteen te zetten, dat de afstand tusschen beider standpunt niet zoo heel groot, en voor overbrugging vatbaar is. Tevens vind ik dan gelegenheid, mijn persoonlijke meening omtrent het vraagstuk in het kort aan te geven. Waar onder de leuze „Staats- pensionneering" velen samengaan, wier wenschen ver uiteenloopen, stel ik er In mijn hoedanigheid van candidaat voor de Tweede Kamer prijs op, dat men zou weten, wat men in dit opzicht aan mij heeft. Den Haag, 26 April 1909. Mr. R. J. H. PATIJN. Wordt vervolgd). Met toestemming van den schrijver uit Het Vaderland overgenomen. CHINA. Peking, 1 Mei. Het stoffeiyk overschot van Keizer Kwangsoe is met de gebrui kelijke plechtigheid bijgezet in de westelijke graven, op 80 mijlen afstands van de stad. De stoet, die 2 mijl lang was, had 2h uur noodig om buiten de verboden stad te komen. Het vertrek van den stoet werd bijgewoond door het diplomatenkorps en de leden van de verschillende missies, door buitenlandsche regeeringen gezonden. ZUID-AFRIKA. Kaapstad, 3 Mei. De synode der Hollandsche kerk, in de Oranjekolonie te Bloemfontein vergaderd, heeft zich vóór het plan eener vereenlglng van al de Hollandsche kerken in Zuid-Afrika ver klaard. AMERIKA. Te New-York hadden eenige Italianen geweigerd aan den eisch van de moorde naarsbende der Zwarte Hand tot betaling van een bedrag van 1000 dollars te voldoen. Het huis, dat de lieden bewoonden en in het geheel 20 Itallaansche huisgezinnen waren gehuisvest, werd nu in brand ge stoken, en acht personen, w.o. vtjf kinderen, kwamen in de vlammen om. Het marinedepartement der Vereen. Staten wil alle zestien linieschepen, die de reis om de wereld hebben meegemaakt, laten ombouwen. Gomez, de president van Venezuela, is op reis door het land. Hij is te La Victoria en elders met groote geestdrift ontvangen en bevindt zich thans te Maracay. De leiders van de Castro-partij hebben den nieuwen president trouw ge zworen en de rust in het land schijnt verzekerd te zijn. Ook de zaken beginnen te herleven. De wervelstorm, die de middenstaten van Noord-Amerika heeft geteisterd, heeft volgens een raming van de New-Yorksche Standaard, 500 menschenlevens geëlscht. Gedurende 24 uren woedde de tornado van Vicksburgh Dulutts in Minnesota, over Tennessee, Mississippi en Kentucky, Ohio en Illinois. Het meest had Louisville in den staat Kentucky te lijden, 24 boerenwoningen werden in de buurt van die stad letterlijk van den aardbodem weggevaagd, terwijl er 50 personen gedood en gewond werden. Een springvloed op het Michigan-meer heeft groote schade in Chicago aangericht. In de zuidelijke voorstad werd de gevangenis omvergeworpen, maar de gevangenen waren zóó ontzet, dat zij er zelfs niet aan dachten te vluchten. TURKIJE. De Turksche pers blijft beweren, dat de voormalige sultan in Salonika voor een krijgsraad zou moeten terechtstaan wegens begane en voorgenomen misdaden. Er is geen twijfel aan, dat de intocht der troe pen uit Salonika de stad heeft gered van een slachting, die was beraamd door de omgeving van den sultan, wellicht ook door hemzelf. Het sein zou gegeven worden door het werpen van bommen en daarna zou door de Koerden een algemeene slach ting en plundering begonnen worden. Het is in ieder geval zeker, dat een aantal bommen bij Koerden gevonden is. Schefket Pascha, de aanvoerder der troepen van Salonika, kreeg er Vrijdag kennis van, dat de moordpartijen den volgenden dag zouden beginnen. Hij besloot toen niet langer te dralen en onverwijld Constantinopel binnen te trekken. Daar de afgezette sultan weinig uit zijn paleis heeft kunnen meenemen, heeft men hem 1000 pond voorschot gegeven om in zijn eerste behoeften te voorzien. Men denkt er stellig over zijn vermogen, dat hij de natie toch ontfutseld heeft, ver beurd te verklaren ten behoeve der schatkist. Één der bladen vertelt, dat Abdoel Hamid, niet anders denkende of hij zou gedood worden, één zijner geliefde vrouwen, een mooie Circassische, had laten zweren nimmer meer te zullen trouwen. Daarmee niet voldaan, schoot hij haar ten slotte uit jaloezie dood. De Daily Telegraph vertelt, dat het aantal dooden in het district Adana op 25.000 wordt geschat. De Duitsche Kabelgesellschaft verneemt, dat de bewe ging in Adana alleen tegen de Armeniërs gericht was en dat, als er Grieken of Europeanen gedood zijn, dit slechts in de opwinding gebeurd kan wezen. Het bloedbad op 25 April ontstond, door dat de Armeniërs hun wijk in staat van verdediging stelden. Toen men eischte dat zij zich zouden overgeven, antwoordden de Armeniërs met geweerschoten. Daarop staken de Turken de Armenische wijk in brand en begonnen het bloedbad. De Armeniër Johral verklaarde, onder instemming van enkele Jong-Turken, dat de troebelen door de autoriteiten en door den moordenaar Abdoel Hamid waren aan gestookt. Constantinopel, 2 Mei. De krijgsraad heeft 3 officieren en 7 reserve-officieren ter dood veroordeeld wegens medeplich tigheid aan de gebeurtenissen van 13 April. Onder de moordenaars van den minister van justitie is de commandant van de Taschklsla-kazerne. De sultan reed vandaag in een gewoon rijtuig, vergezeld slechts door een ordon- nance, naar de ziekenhuizen om een be zoek te brengen aan de gewonde soldaten van het leger van Salonika. BULGARIJE. Sofia, 2 Mei. Gisterenavond bood het diplomatieke korps, in tegenwoordigheid van den minister van buitenlandsche zaken, den koning zijn gelukwenschen aan, naar aanleiding van de erkenning van Bulgarije's onafhankelijkheid. De deken van de gezan ten der vreemde mogendheden richtte zich tot den koning met een toespraak, waarin hij zeide: „De vertegenwoordigers der vreemde mogendheden haasten zich u hun eerbie dige gelukwenschen aan te bieden ter ge legenheid van de gelukkige gebeurtenis, die met zoo hoogelijk verdiend succes het streven van Bulgarije bekroont. Het is met een gevoel van levendige blijdschap, dat wij het besluit hebben begroet van het werk eener natie, waarvan wij sedert lang met beslist sympathieke belangstelling de voorwaartsschrijdende evolutie volgen, een evolutie, waaraan Uwe Majesteit zich met zooveel geluk wijdt". Koning Ferdinand antwoordde hierop „Ik gevoel mij zeer getroffen door de beminnelijke gelukwenschen, welke gij daar vertolkt hebt. Gij hebt sedert lang de po gingen van mijn land gevolgd, pogingen, waaraan ik heb medegewerkt, om haar een gerechte en vreedzame richting te geven en om haar den weg der beschaving en van den vooruitgang te doen volgen, ik kan dus niet twijfelen aan de sympathie, waarmede gij thans de bekroning dier po gingen begroet". Na deze redevoeringen had een gala diner plaats. De Turksche zaakgelastigde was niet tegenwoordig bij het aanbieden der geluk wenschen en het gala-diner van gisteren, onder voorwendsel, dat hij ongesteld was. Men schrijft deze houding toe aan het feit, dat tengevolge van het nog niet ratificeeren van het entente-protocol de formeele erken ning van Bulgarije's onafhankelpheid door Turkije nog niet heeft plaats gehad. ZWITSERLAND. Naar men bericht, zijn te Genève drie Engelschen gevat onder verdenking van den onlangs vermelden grooten juweelen diefstal, waarvan een Duitsche Prinses op den spoorweg tusschen San Remo en Lugano het slachtoffer was. Een deel der vermiste kostbaarheden moet in hun bezit gevonden zijn, maar van de belangrijke stukken, die mede werden gestolen, was geen spoor te vinden. Volgens den berichtgever van De Eclair zou de bestolene niemand anders zijn dan Prinses v. Biilow, de vrouw van den Duitschen Rijkskanselier. Maar de Petit Parisien verzekert, op gezag van het hoofd der politie te Lugano, dat het Prinses Javmakovska, een Poolsche, is. FRANKRIJK. Een dame van de aristocratie in Frankrijk, de markiezin De Vasselot, Is Zaterdag in de gevangenis gegaan, omdat zij meegedaan had aan één der lawaaierige betoogingen van de royalistische kwajongens. Ze kreeg vijf dagen hechtenis. Rijk en modieus gekleed, vervoegde zij zich Zaterdag aan de poort der gevangenis. Een groot aantal ridderlijke royalistische jongelieden had daar post gevat, om de „martelares" een betooging te brengen: zij wierpen bloemen op het troittoir waar ze langs ging en een ietwat onderdrukt gejuich steeg op, toen zij de poort binnen ging. De markiezin glimlachte, wuifde den jongelui dank toe met de witbehandschoende hand en ver dween achter de „poort der zuchten". NEDERLAND. Arnhem, 4 Mei. Zaterdagnacht om 2 uur trof een agent van politie op het Velperplein alhier een 12-jarig meisje aan, dat niet anders dan een hemdje aan had. Op haar bloote voetjes stond zij verschrikt en bibberend van kou den agent aan te staren. Sprakeloos gingen beiden naar het politle-bureau en daar vertelde het kind, dat dronken mannen in de woning harer ouders waren en zij voor hen was gevlucht. Nadat zij wat bijgekomen was, ging de agent met haar naar haar woning, doch hij vond de bewoners in diepe rust. Het bleek toen, dat het meisje haar verhaal gedroomd had en het huls had verlaten. Zaterdagavond had zij met haar moeder inkoopen in de stad gedaan en op haar weg eenige beschonken personen gezien. Dat de ouders verbaasd opkeken, laat zich denken. Amsterdam, 3 Mei. Zaterdagavond had in de Groote Kerk der Waalsche Gemeente alhier, na afloop van de godsdienstoefening, een treffend sterfgeval plaats. De 70-jarige organist, de heer J. C. Braspenning, werd, terwijl hij zijn muziek boek wegborg, door een hartverlamming getroffen en overleed onmiddellijk. Reeds langen tijd was de heer Braspenning aan een hartkwaal lijdende en Zaterdagavond gevoelde hij zich zóó onwel, dat hij zich door een anderen organist, den heer Doort- mont, liet vergezellen om hem zoo noodig te vervangen. De overledene was reeds 47 jaren organist bij de Waalsche Kerk en zou dit jaar zijn 50-jarige werkzaamheid op het bankiers kantoor der firma Hope éi Co. hebben herdacht. 's-Gravenhage, 3 Mei. Wijl in sommige dagbladartikelen ten onrechte aan Prinses Juliana de titel van Prinses van Oranje wordt gegeven, wordt vanwege het Hof verzocht te melden dat die titel, krachtens de Grondwet, alleen kan gevoerd worden door de gemalin van den Prins van Oranje. H. M. de Koningin-Moeder overnacht sedert de geboorte van Prinses Juliana niet meer ten Paleize in het Noordeinde, maar vertoeft er, behoudens kleine tusschen- poozen in den namiddag, van 's morgens 9 tot 's avonds halfelf. H. M. brengt den dag grootendeels door in de kraamkamer, hiermede tevens vol doening gevende aan één der dierbaarste wenschen van Haar Dochter. Koningin Emma gevoelt zich overgelukkig in het bezit van een kleinkind. Reeds van den aanvang af is de Koningin voornemens geweest Haar kind zelf te voeden. Aan dit voornemen kan Zij uitstekend voldoen en ook In dat op- zlch laat de toestand van Moeder en Kind niets te wenschen over. Behalve Prinses Juliana zijn te 's-Gra venhage j.l. Vrijdag geboren 10 jongens en 8 meisjes. Eén dier meisjes heeft al de voornamen van de Prinses gekregen en twee harer hebben als slotvoornaamJuliana. Naar wij vernemen zal het Hof, wanneer de omstandigheden gunstig blijven, ver moedelijk reeds in het begin van Juni van Den Haag naar Het Loo vertrekken. Naar wij vernemen, is de gemeente 's-Gravenhage door den Staat bij deur- waardersexploit gesommeerd niet over te gaan tot het leggen van een dam over den Hofvijver, omdat het Rijk zich ais eigenaar van het water beschouwt. Ouddorp (Flakkee), 3 Mei. Zondagavond 11.15 werd alhier brand ontdekt in de wo ning met annex landbouwschuur, gelegen aan het Doomweegje, bewoond door en toebehoorende aan Jb. Meijer, alhier. Reeds had het vuur de woning aangetast en nog schenen de bewoners, die zich reeds ter ruste begeven hadden, onbewust te zijn van hun noodlottlgen toestand. Een familielid, dat den brand het eerst ontdekte, wist zich met geweld toegang te verschaffen en de bewoners te wekken, die, bestaande uit man, vrouw en 3 kin deren, zich tenauwernood van den vuurdood redden konden. De geheele levende have, met uitzonde ring van een varken en eenige kippen, werd een prooi der vlammen. De brandbluschmiddelen, hoewel spoedig ter plaatse, behoefden geen hulp te verlee- nen, aangezien het perceel in een oogwenk In asch was gelegd. Oorzaak onbekend. Assurantie dekt gedeeltelijk de schade. Zierikzee, 5 Mei. Eerstdaags zal een lijst aan de ingezetenen worden gepresen teerd, waarin door den Voorzitter van het Nederlandsch Roode Kruis, Prins Hendrik der Nederlanden, stoffelijke steun voor genoemde instelling gevraagd wordt. De werkzaamheden dezer vereeniging toch zijn aanzienlijk uitgebreid. Diende zij aanvan kelijk en uitsluitend om hulp te verleenen aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog, haar werkkring Is thans, dank zij de toestemming van Hare Majesteit de Koningin, aanzienlijk uitgebreid. Bij koninklijk besluit werd namelijk bepaald,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1909 | | pagina 1