Dinsdag 9 Maart 1909. Tweede Blad. (25 i e r i It z e e s c h. e Cour an t). NIEUWSTIJDINGEN. Eenige weken aan 't Hof van den Sultan van Turkije. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit blad, dat lederen DINSDAO, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is voor Zierlkzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10 per jaar bij vooruitbetaling. 65ste JAAR6AN6. No. 8743. Uitgever-HoofdredaoteurA. FRANKEL. Redacteur: J. WAALE. ADVERTENTIE N. Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De Inzending moet geschieden des Maandags- Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2 ure. Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure. AMERIKA. Bij een brand in een huurkazerne te New-York, door meer dan honderd per sonen bewoond, zijn tien personen omge komen en een groot aantal andere gewond. De brand verspreidde zich ongelooflijk snel, en hoewel de brandweer heldendaden verrichtte en tal van personen langs ladders door de ramen redde, kon zij niet allen in veiligheid brengen. Mannen, zoowel als vrouwen, bullen zich zelf van schrik en angst, sprongen uit de hoogste verdiepingen naar beneden, in hun val armen en beenen brekende. Ouders, krankzinnig van angst, die hun kinderen wilden redden, maar hun be zinning in die mate verloren hadden, dat zij niet meer wisten wat zij deden, wierpen hun lievelingen de ramen uit, zonder zich eerst te hebben overtuigd, dat er dekens waren gespannen om de kleinen op te vangen. Het ergst van alles is wel dat deze ramp hoogstwaarschijnlijk aan kwaad willigheid is toe te schrijven en wel van de beruchte „zwarte hand". Één der huurders had n.l. onlangs een brief ont vangen, waarin werd gedreigd, dat het huis in brand zou worden gestoken, wanneer niet binnen zoo en zooveel tijd een zekere som gelds naar een bepaalde plaats werd gezonden. De brandstichters hadden hun helsche maatregelen uitstekend genomen. Onder al de trappen van het reusachtige huis, en haar aantal was natuurlijk zeer aan zienlijk, lagen brandbare stoffen opgehoopt, en deze waren nog rijkelijk gedrenkt met olie en benzine. Baltimore, 4 Maart. Duizende personen, gereed om deel te gaan nemen aan de inhuldigingsplechtigheid te Washington, zijn hier opgehouden, tengevolge van het stop zetten van den treindienst, als gevolg van den hevigen sneeuwval. Philadelphia, 4 Maart. Veertig treinen, gevuld met feestgangers uit New-York, Philadelphia en omliggende steden, zijn tusschen deze stad en Washington inge sneeuwd. Alle verbinding met sommige dier treinen is verbroken, daar het onbekend is, waar zij precies zijn. Washington, 4 Maart. Wegens den sneeuwstorm had de inhuldiging van president Taft in den Senaat plaals in stede van op de trappen van het Kapitool. ITALIË. Belluna, 6 Maart. Op 1 Maart is te Pradel een trein, waarin 15 personen zalen, door sneeuwbuien bedolven. De inzittenden zijn omgekomen. ENGELAND. - Lady Palmer, de weduwe van sir Charles James Palmer, die onlangs in Bucks, Engeland, overleed, heeft in haar laatste wilsbeschikking een belooning van 10 pond uitgeloofd aan den arts, die haar na haar sterven een vinger wil afsnijden, om op deze wijze er voor ie kunnen waken, dat zij levend begraven wordt, een ongeluk, waarvoor lady Palmer haar leven lang ontzettende vrees heeft ge koesterd. Te haastig begraven. Te Londen is dezer dagen het jaarlijksch congres geopend van de vereeniging tegen de haastige begrafenissen. Dr. Walter Hadwen heeft verklaard, dat men in den loop van het laatste jaar 151 gevallen heeft geconstateerd van personen, die levend waren begraven en 200 gevallen van andere personen, die nog gered werden op het oogenblik, dat men hen ging kisten. Dr. Jenkins uit Baltimore verhaalde, dat hij eenige dagen vóór zijn vertrek uit New-York had hooren spreken van een tragisch incident: op het oogenblik, dat de doodkist in den lijkoven werd neer gelaten, klonk uit de kist een hartver scheurende kreet; maar het was te laat, de kist was reeds in het vuur neergelaten. De vergadering heeft den wensch uitge sproken, dat geen enkele begrafenis zou geschieden, alvorens duidelijke teekenen van ontbinding van het lijk zich voordeden. Londen, 6 Maart. Terwijl er aan den bouw van het nieuwe dok te Birkenhead gewerkt werd, drong het water binnen den kistdam, waardoor 16 arbeiders ver dronken; 3 werden er gered, waarvan er 2 zwaar gewond waren. DUITSCHLAND. Wees voorzichtig met patronen. Dinsdag wilde een 29-jarige meubelmaker te Berlijn een geweerpatroon, die hij uit z'n dienst had meegenomen, van de kruitlading ont doen; hij ging hier zóó onvoorzichtig mee te werk, dat de patroon met een vreese- lijken slag uiteensprong en de rechterhand van den ongelukkige letterlijk aan flarden reet; de ontploffing had met zooveel geweld plaats, dat de splinters der beenderen den jongen man in oog, hoofd en borst drongen. Men twijfelt aan zijn behoud. Een arbeidersvrouw uit Reims begaf zich Donderdag 1.1., terwfjl haar man aan den arbeid was, naar den bakker, om daar op crediet brood te halen; toen deze weigerde haar zonder betaling brood te leveren, trok de vrouw zich dit zóó sterk aan, 'dat zij haar kinderen van 9, 7 en 4 jaar in bed legde, daarop een kolenhaard aanstak, en met haar kinderen den ver stikkingsdood stierf. Toen haar man thuis kwam, vond hij slechts vier lijken. NEDERLAND. Haarlem, 5 Maart. Eenigen tijd geleden, hadden twee beruchte leden van het in brekersgilde, dat deze stad en de omstreken onveilig maakt, het plan opgevat, om iemand, die uit Haarlem geld moest halen, op een eenzame plaats aan te vallen en te berooven. Zij waren er n.l. achter ge komen, dat de man in kwestie elke week met een aanzienlijk bedrag aan geld naar Aerdenhout moest. Hierop hadden zij hun plan gebouwd. Op een eenzamen weg zouden de ge vaarlijke heerschappen zich verdekt op stellen. Kwam dan de geldophaler voorbij, dan had de één op zich genomen op den man af te springen, en hem peper in de oogen te gooien, terwijl dan z'n kameraad den aangevallene met een breekijzer zou neerslaan. Gelukkiger wfjze is van de slim over legde misdaad niets kunnen komen, doordat beide individuen in de gevangenis werden gezet voor andere misdrijven; één hunner voor geruimen lijd. Inmiddels heeft men echter den geld- looper van zijn taak ontheven, en een andere manier gevonden, om het geld ter bestemder plaatse te brengen. Amsterdam. Op 15 Maarl, des namid dags 12 J uur, zal Z. K. H. de Prins, In tegenwoordigheid van den Minister van Marine en andere autoriteiten, persoonlijk de te-water-lating van het nieuw gebouwde schip „De Zeven Provinciën" bewerk stelligen. Rotterdam, 6 Maarl. Het stoomschip „Rijndam" vertrok hedenvoormiddag van hier naar New-York met 1920 passagiers, waaronder 367 eerste- en tweede klasse. 's-Hertogenbosch, 6 Maart. Te Beek- en-Donk werd de alleenwonende weduwe E. 's morgens dood nabij haar bed ge vonden. Ze is waarschijnlijk, terwijl zij zich kleedde, door een beroerte getroffen. Hoewel de vrouw als doodarm bekend stond, vond men in de armzalige woning, waar wind en weer tot zelfs in haar slaapstee vrijen toegang hadden, onder de kast een vollen pot met rijksdaalders en guldens begraven, tot een gezamenlijke waarde van ruim f 460. Dinteloord, 7 Maart. Onder leiding van den heer L. A. Laven, directeur der Zang vereniging „Oefening kweekt kunst" alhier, is een vioolvereeniging opgericht. Wij wenschen de beoefenaars der instrumentale muziek van harte succes op hun pogen. De begrafenis van Dr. Joh. G. Mezger. Zaterdagmorgen met den trein van 11.20 werd het lijk van dr. J. G. Mezger aan gebracht. De familieleden waren uit Parijs met denzelfden trein gearriveerd. Aan het station waren andere bloedverwanten van den overledene en vrienden tegenwoordig. De kist werd in een lijkwagen gedragen, de stoet geformeerd en onmiddellijk werd gereden naar de begraafplaats te Oost- kapelle. Daar aangekomen bevond zich eene groote schare van belangstellenden, waaronder velen uit Domburg. Opgemerkt werden een kamerheer van de Prinses van Saksen Meiningen, een deputatie van de vereeniging van Domburg's badbelangen, vertegenwoordigers van den gemeenteraad te Oostkapelle en te Domburg, en tal van andere personen, door deze of gene ver eeniging afgevaardigd. De badcommissie te Domburg, die tegen vandaag een ver gadering had uitgeschreven en deze niet meer verdagen kon, was tot haar leed wezen niet aanwezig. Toen de kist in den grafkelder was neergedaald, nam ds. G. A. van der Hooft, Herv. predikant te Domburg, het woord en hield een treffende en indruk wekkende rede. Hij zeide, dat het de wensch van den overledene was geweest om bij het graf geen lofredevoeringen te houden, maar een eenvoudige lijkrede uit te spreken. Als vriend des huizes was hij genoodigd om deze taak te volbrengen. 4flj wees op de vergankelijkheid en nietigheid en kort stondigheid van het leven en vermaande allen om zich in het leven der genade voor te bereiden voor de ure des doods. Wie den Levensvorst Jezus Christus, den Overwinnaar van dood en graf als zijn Verlosser had leeren kennen, had niets te vreezen voor de eeuwigheid. Verder sprak hij Innige woorden van troost en gaf de beproefde en bedroefde familie den raad met al hare droefheid de toevlucht te nemen tot den Man van Smarte, den Christus Consolator. Toen ds. Van der Hooft zijne rede had uitgesproken, die onder diepe stilte was aangehoord, dankte één der zonen namens de familie voor de laatste eer zijn overleden vader aangedaan. Toen verliet de schare den doodenakker met de verzekering, dat een feeder echt genoot, een zorgzaam vader, een trouw vriend, een vermaard man van ons was heengegaan. Op verzoek van den overledene zouden geen bloemen gezonden worden, toch dekten eenige kransen de kist en op het graf waren eenige bloemstukken neergelegd, waaronder één van de directie van het Amstel-hotel te Amsterdam. De familie Mezger ondervindt veel belangstelling, vele vorsten zonden telegrammen van deelneming, ook de Prins der Nederlanden zond mede namens de Koningin een brief van rouw beklag. Tweede Kamerverkiezingen. De Anti-Rev. Kiesvereenigingen te Brui- nisse, Oosterland, Nieuwerkerk, Zierikzee, Noordgouwe, Brouwershaven en Haamstede hebben tot candidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer gesteld den heer H. Ch. Vegtel te 's-Gravenhage. De Chr.-Hist. Kiesvereeniging te Haam stede besloot deze candidatuur te steunen. Faillieten en kiesrecht. Naar wij vernemen, worden op de door den Minister van Justitie in verband met de vaststelling der kiezerslijsten aan de burgemeesters gezonden lijst, waarop de faillieten niet voorkomen, 2200 namen vermeld, tegen 4900 in het vorig jaar, toen de faillieten wel op die lijst voor kwamen. D E K O U D E. Donderdagavond heeft Londen de laagste temperatuur van dezen winter ge had, nl. 15° vorst. Waar de sneeuw nog niet is opgeruimd, wordt veel gedaan aan toboganging en ski-loopen, een Lon- densch straattafreel in Maart dat onthouden mag worden! En terwijl de Londenaars midden in den winter telkens teleurgesteld werden als ze willen schaatsenrijden, is nu het ijs in het Alexandrapark volkomen betrouwbaar. Volgens de Berlijnsche kranten, heeft de sneeuwopruiming in de laatste week aan deze stad een millioen mark gekost. (Overgenomen uit het Nieuwsblad van Friesland). XVIII. Nu iets over den oppasser en verzorger der apen. Dit guitige volkje zat in ijzeren kooien opgesloten en kon grappige kunsten vertoonen. Omdat Ik zoo goed als niels te doen had, kwam ik er dikwijls naar kijken en dit vond de oppasser, die als zoovelen aan 't hof leed aan verveling, wel aardig van mij. Hij zeide zich te ver heugen over mijne belangstelling. Wie ik was en wat ik deed? Nadat ik zijn nieuws gierigheid op dit punt had bevredigd, begon ik op mijne beurt vragen te stellen over zijn afkomst, levensloop en verleden, doch hij wilde niets loslaten. Zoo ben ik enkel van hem te weten gekomen, dat hij een Griek was. Dat hij al tamelijk bejaard was, kon ik hem aanzien. Bizonder vloeiend sprak hij Engelsch. 's Morgens kwam hij vast aan de Meierei, waar de melk uit de stallen werd gebracht, om daar zijn rantsoen te halen. Daarvoor had hij een metalen bus bfl zich, die geheel gevuld werd. De man was niet vroolljk en opgewekt van aard. Hij was wel verheugd als ik kwam, maar sprak zoo min mogelijk. Lachen kon hij niet, al deden de apen het nog zoo bespottelijk, er kwam geen plooitje op zijn gelaat. Zoo'n zwaarhoofd zou men niet gezocht hebben zoo altijd bij en om de apen, d e het leven luchtig opnemen. Voor beelden trekken, zegt men wel, doch het drukke apengedoe schijnt op hem een tegenovergestelde uitwerking Ie hebben gehad. Hij was er stil van geworden. Thans slel ik u voor een Hongaar, Yanosch geheeten, chef van de afdeeling zadels. Hij was een alleraardigst man, die dikwijls bij mij op de kamer is geweest. Hij had 'n grijzen baard en in zijn manieren van doen en praten iets vaderlijks, dat spoedig vertrouwen wekte. Zijn grootste liefhebberij bestond in rooken. Wanneer hij mij bezocht en ik de Narglleh had aangestoken, dan kon hij niet nalaten te vragen; Est it permis? (Is het geoorloofd?) en dan strekte hij meteen de hand al uit naar mijn pijp, waaruit hij vervolgens lustig ging dampen, alsof het zijn eigen was. Had hij vrienden bij zich gehad, dan zouden deze ook onthaald zijn geworden op eenige trekjes, ik had het wel niet begrepen op die familiaire rookerijen, maar 't was eenmaal 's lands gebruik en min mat bylje mei de hounen, dér 't min mei yn 't bosk is". Met den lepel in den brandewijnskop met rozijnen b.v., die hier van mond tot mond ging, was het al niet veel beter gesteld. Men wist toen nog niet van bacteriën, zooals nu, doch was er niet minder gelukkig om. De Hongaar, van wien ik sprak, was getrouwd, at 's middags aan 't hof, doch woonde er buiten, evenals alle gehuwden, want vrouwen werden er niet toegelaten. Wie der ambtenaren of bedienden in 't huwelijk trad, kreeg een woning buiten de muren van 't hof, overeenkomstig zijn stand of positie. Ook ongehuwden konden op verzoek buiten de poort huisvesting vinden en ware ik aan 't hof gebleven, dan zou ik dat verzoek ook hebben gedaan, omdat men buiten vrijer was, vooral wat het thuiskomen bij avond betreft. Nu moest ik vóór den ondergang der zon binnen de poorten zijn, of ik moest vooraf verlof vragen, om later te komen. Evenals de soldaten in de kazerne hier te lande. Yanosch, de Hongaar, was één der gelukkigste mannen, die ik ontmoet heb aan 't hof, altijd opgewekt en welgemoed. Met hem in gesprek, koos hij altijd de lichtzijde. Trés joli, in den zin van „wat mooi of aardig", was zijn geliefkoosd stopwoord. Nu zijn we gekomen tot den „Leib- kutscher", d. i. de lijfkoetsier van den Sultan, een hooge oome met een groot salaris en vele emolumenten, werd mij gezegd. Bij mijne komst aan 't hof had hij uit nieuwsgierigheid naast mij in 't rijtuig plaats genomen, en hoewel we geen woord met elkander hadden kunnen spreken, bleven we sedert dat oogenblik toch goede bekenden. Toen ik later een beetje van de taal had geleerd, werd ik zelfs één zijner amices, zoodat hij mij meermalen verzocht een rijtoertje met hem te maken. De paarden moesten op tijd toch afgereden worden en altijd noodigde hij dan goede vrienden mee, om wat gezelschap te hebben. Wij reden dan door en om de stad in een plat, open wagentje, steeds met twee paarden bespannen. 'I Beviel mij wat goed, en nog meer zou ik het gewaardeerd hebben, als ik de Turksche taal machtig was geweest en onderweg wat meer had kunnen vragen. Die Leibkutscher had een vaste plaats aan 't hof, waar men hem op bepaalde uren van den dag kon vinden, bij goed weer steeds buitenshuis. Het was op één der hoeken van het plein, waar ik dikwijls moest passeeren. Rustig en lustig rookte hij zijn Nargileh. Als hij mij zag, dan was het steeds: Nassylssynys efféndim, Ieje? (Hoe gaat't, heer! goed?) Ewwet efféndim, tsjok ieje. (Ja, heer, zeer goed) was dan mijn wederwoord. Er was nog een koetsier, dien ik kende, Mehmed geheeten. Deze was aangewezen om met vreemde vorsten of hooge be zoekers te rijden, en roemde op de vele medailles of ordes, die hij deswege had ontvangen. Hij droeg ze niet op zijn borst, die trouwens ook veel te klein was, om ze alle te plaatsen, doch bewaarde ze op zijn kamer in passende doosjes. Eens moest ik met eenige Turken mee om de verzameling te bewonderen, en dat deed ik in uitgelaten verbazing, terwijl ik ze één voor één ging tellen op z'n Turksch: bir, iki, iitsch, dört, besch, ally, jedi, ssekis, doker, on, on bir, on iki, enz. Dit hoorende stonden ze verbaasd, zagen elkander aan en riepen: tsiok ieje! (Zeer goed). Ik telde er zestien en zag enkele dier eere-kruisen bekrast. Naar de reden daar van vragend, bleek mij, dat dit gedaan was om te weten, of ze waren van goud of verguld zilver. Dit laatste was het geval, gelijk zich wel haast laat denken. Van het tellen der Turken wil ik nog zeggen, dat de veelvouden van 10, als 20, 30, 40 opvolgend aldus werden genoemd: jlrmi, otus, kirk, eli, altmysdi, jetmysch, ssekssen, dokssan, iüs (100) en bin (1000). Buiten het hof kreeg ik meer kennissen, dan er binnen. Vooral in het laatst, toen ik mij gemakkelijker kon bewegen. Één der laatsten was een jongeling, ook bij den landbouw, 't Was een Duitscher, met wien ik nog in correspondentie sta. Onlangs schreef hij mij, dat al het vee van de hofboerderijen aan runderpest was gestorven en dat ook vele ossen (trek dieren) aan de ziekte waren bezweken, terwijl mede de kudden schapen, buiten de stad veel hadden geleden van een buitengewonen sneeuwval, 't Zag er in één woord treurig uit. De brug over de Gouden Hoorn, die Gatala, het internationale handelsgedeelte, scheidt van Stamboul, het Turksche ge- gedeelte, is pl. m. 20 minuten gaans lang. Er is een verbazend drukke passage over deze brug. Ieder voetganger moei 10 en elk rijtuig 40 para of één piaster tol betalen, d. i. 2,5 ets. en één dubbeltje in onze munt. Zoo wordt er eiken dag minstens f 6000 aan tollen ontvangen. Deze brug is door een Eng. stoomboot stukgevaren, zoodat het publiek gedwongen is zich te laten overzetten met booten en bootjes. Kaiks zijn zeer lange en smalle schuitjes. Enorm hooge prijzen worden bedongen en het publiek dus „afgezet". (Zoo zijn de menschen ginds als er wat te halen valt, dat weet ik uit eigen ervaring). Verder lezen we in zijn brief: „De beruchte rooverhoofdman Arif heefl een groote rooverbende georganiseerd en deze maakt de gansche stad met de aan grenzende dorpen aan den Bosporus onveilig. Van Beschiktasch (één dier dorpen) weet men te zeggen, dat aldaar een tram is overvallen door gewapende roovers, welke de passagiers en den hoofd conducteur hebben geplunderd. Overal in de stad hoort men van moorden, zoodat de bevolking in groote onrust verkeert". Laat mij hier bijvoegen, dat al de roovers, die gevangen zaten, na de revolutie bij 't houden der vreugdefeesten in vrijheid zijn gesteld. Wie wind zaail, zal storm oogsten. Volgens de laatste telegrammen uit Konstantinopel is ook een storm los gebroken over het hoofd der regeering, en begint de troon van den Sultan zelfs te wankelen. Wyckel. S. H. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1909 | | pagina 5