ZIERIKZEESUHE
NIEUWSBODE.
Dinsdag 2 Maart 1909.
Een bi ander over oud-kierdan.
Cour an t).
(Z i e r i Is. z e e s c h. e
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit blad, dat iederen
DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland f 1,60 per 3 maanden.
Voor het buitenland, verzending eens per week, t 10
per jaar bij vooruitbetaling.
65ste JAARGANG. No. 8740.
Uitgever-Hoofdredacteur i A. FRANKEL.
Redacteurs J. WAALE.
ADVERTENTIËN.
Van 1—3 regels 30 cis., meerdere regels 10 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inzending moet geschieden des Maandags-,
Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2 ure.
Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag vun 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Postkantoor te Zierikzee.
Lijst van onbekende brieven enz. over
de tweede helft der maand Februari:
Brieven:
Mej J. Dekker, Amsterdam.
P. den Boer, Rotterdam.
Weinthal, Rotterdam.
E. Schipper, Duffelen (België).
„NOTA. Aan de afzenders wordt aan
bevolen hun naam en adres op de
„stukken te vermelden, opdat deze
„bij onbestelbaarheid aan hen kunnen
„worden teruggegeven".
Van niet geringe beteekenis voor den
handel van Amsterdam werd de vestiging
der Portugeesche Joden, aldus genoemd,
omdat zij uit Portugal herwaarts kwamen.
Het was in het jaar 1429, dat de
Spaansche koning Ferdinand na de ver
overing van Grenada, het laatste bolwerk
der Mooren, het bevel uilvaardigde, dat
de Joden, wanneer zij niet tot den Christe-
lijken godsdienst overgingen, het land
moesten verlaten. Velen, die den bodem,
waarop zij geboren en opgevoed waren,
hadden lief gekregen, gingen voor den
schijn over, en werden Nieuw-Christenen
of Maranen genoemd. Het grootste deel
echter, ten getale van 800.000, week uit,
en vestigde zich in Portugal, Italië, de
Levant dn Barbarije. Maar toen het
Portugeesche Koningshuis, dat hen aan
vankelijk toeliet, door huwelijk in nauwe
familiebetrekking tot het Spaansche kwam,
moesten zij ook Portugal's grondgebied
ontruimen. Eenige aanzienlijke geslachten
van hen, later door meerderen gevolgd,
zetten koers naar Amsterdam, waar zij in
1590, hetzelfde jaar, waarin Prins Maurits
Breda veroverde, aankwamen. In het
geheim hielden zij in hun nieuw verblijf
hun godsdienstoefeningen. Het lekte
echter uit. Op den Grooten Verzoendag
werden zij in hun godsdienstige samenkomst
door den schout en eenige gerechts
dienaren overvallen en gevangen genomen,
maar onder belofte te zullen bidden voor
de overheid en het welzijn der ingezetenen
op vrije voeten gesteld. Hun getal, later
aanzienlijk versterkt door de nederzetting
van de Hoogduitsche Joden, aldus ge
noemd, omdat zij uit Dultschland en Polen
afkomstig waren, nam allengs in den loop
der tijden toe, en heeft thans het cijfer
van 60.000 bereikt.
Het zich vestigen en toelaten der Joden
in Amsterdam stond ons inziens in een
nauw verband met den onafhankelijkheids
oorlog, dien men tegen Spanje voerde,
want eenerzijds hoopten de ballingen piet
het oog op dien oorlog hier een veilig
toevluchtsoord te zullen vinden, anderzijds
was men te Amsterdam uit den aard der
zaak ten opzichte van hen, die uit Spanje
en Portugal verdreven waren, welwillend
gestemd, te meer omdat zij welvarend
waren.
Aan den bloedigen oorlog met Spanje
werd na lange onderhandelingen tijdelijk
een einde gemaakt. Te Antwerpen werd
den 9den April 1609 het Twaalfjarig
Bestand gesloten. Wel had Amsterdam,
hierin door Prins Maurits en de provincie
Zeeland krachtig ondersteund, tegen het
sluiten van een wapenstilstand geijverd,
omdat men eischte, dat Spanje de Neder
landers als een vrij volk zou erkennen,
maar Van Oldenbarneveld wist met be
hulp van het Fransche Hof het sluiten
van het Bestand door te drijven.
Gedurende het Twaalfjarig Bestand
werd de stad voor de vierde maal ver
groot, tengevolge waarvan de fraaie
Heeren-, Keizers- en Prinsengrachten, die
Amsterdam doorsnijden, werden aangelegd.
Ook bouwde men als verzamelplaats voor
de kooplieden een Beurs. Daaraan bestond
een groote behoefte. Bij regen toth
moesten de kooplieden, die met elkander
op straat hunne zaken deden, onder de
luifels der huizen gaan schuilen. Toen
het Twaalfjarig Bestand geëindigd was
trachtten de Spanjaarden bij de heropening
der vijandelijkheden door middel van een
vaartuig met buskruit, dat onder de Beurs
was gelegd, de vergaderde kooplieden in
de lucht te doen springen. Bij overlevering
wordt verhaald, dat die toeleg door.een
weesjongen zou ontdekt zijn. Als belooning
voor die ontdekking werd aan de kinderen
gedurende de eerste week der kermis
toegestaan op de Beurs te gaan trommelen,
wat een oorverdoovend spektakel maakte.
Nog heden ten dage bestaat, alhoewel de
kermis is afgeschaft, dit gebruik. Duizende
kinderen begeven zich op de dagen, waar
op het vroeger kermis was, met hun
trommels naar het Beursgebouw, en
trommelen er op los, dat het een aard
heeft.
Uit Stad en Provincie.
Zierikzee, 1 Maart.
Bij de verwachte blijde gebeurtenis
ten Hove moet, naar wellicht niet iedereen
bekend is, de Minister van Justitie', de
heer mr. A. P. L. Nelissen, tegenwoordig
zijn in het Koninklijk Paleis.
In de kamer, grenzende aan die, waarin
het Prinsje of Prinsesje geboren zal worden,
zal hij moeten vertoeven tot het oogenblik,
waarop hem de nieuwe Oranje-telg, op
zilveren schaal gelegen, zal worden getoond.
Als hoofd van het Departement van
Justitie rust op hem de taak de(n) jong
geborene bij den Burgerlijken Stand aan
te gevenvoor deze ceremonie, die in
haar geheel een achtergrond van eenigszins
justitieelen aard draagt, ontvangt de heer
Nelissen f 2000 als het een Prinses, f 4000
als het een Prins is.
H. M. de Koningin heeft bepaald,
dat in alle vestingen en garnizoensplaatsen,
waar artillerie is gevestigd, alsmede aan
boord van Hr. Ms. schepen en vaartuigen
van oorlog, een eskedtr uitmakende, bij
de geboorte van een Koninklijken Prins
101 kanonschoten en van een Koninklijke
Prinses 51 zullen worden gelost; voorts
zal tevens op dien dag groote parade
worden gehouden.
De heer C. J. Hage, ambtenaar bij
de Staatsspoor te Tilburg, is met 1 Maart
overgeplaatst naar het station Kruiningen—
Yerseke.
Kerkwerve. Op Woensdag 3 Maart a.s.,
's avonds 7 uur, zal in het" lokaal van
L. Klaasse, door den burgemeester dezer
gemeente, den Edelachtbaren heer C. J.
Boogerd, aan werkgevers en werknemers
mededeeling worden gedaan van de ver
plichtingen, voortvloeiende uit het arbeids
contract.
Renesse, 1 Maart. Vervolg van de rede
van ds. L. M. de Boer.
Nu rest ons nog de vraag te beant
woorden, welke plannen zijn er tot nog
toe hier te lande van regeeringswege
gemaakt In het algemeen is men in
regeeringskrlngen overtuigd van de groote
waarheid, dat staatspensioen voor ouden
van dagen moet komen, als zijnde een
billijke eisch van onzen tijd. Sedert het
leven van de beide laatste ministeries zijn
er dan ook ten behoeve daarvan reeds
twee wetsontwerpen bij de 2e Kamer
Ingediend. Men oordeelt daar helaas nog,
dat werkgevers en arbeiders zelf dat moeten
betalen, zooals in Duitschland.
Het voorloopig wetsontwerp door dr.
Kuyper in het laatst van zijn regeering als
minister van binnenlandsche zaken ont
worpen, en ter elfder ure ingediend, kwam
dan ook neer op een gedwongene pensioens
belasting; niet voor het volk in zijn geheel,
maar enkel voor het arbeidende deel des
volks, wat zeer onrechtvaardig is. Boven
dien maakte het met het plakzegel-systeem
een leger van ambtenaren noodig, die het
grootste deel dier zwaar opgebrachte
inkomsten zoude opteren. Alsof het er om
te doen is jonge heertjes aan een baantje
of traktement te helpen, zeker ook met
een behoorlijk pensioen, maar dan ten
koste van de hardwerkende menschen.
Bovendien werden bij dit wetsontwerp de
meeste vrouwen fabrieksvrouwen alleen
uitgezonderd uitgesloten, alsof haar arbeid
geen waarde voor de menschheid had.
Het wetsontwerp Veegens was een
navolging van het in Duitschland reeds
lang veroordeelde stelsel der gedwongen
verzekering met verplichte premiebetaling.
Het past volkomen in het kader van onze
Ongevallen-Verzekering, waarvan verreweg
het grootste deel van de gestorte ver
zekeringssommen door administratiekosten
wordt opgeslokt. Sedert de 5 jaren, dat
die wet in werking is, moet men reeds een
tekort hebben van 4 millioen gulden. Het
wetsontwerp legt met uitzondering van de
rijksbijdrage van 6{ millioen jaarlijks, den
ganschen druk op den arbeid, daar premie
betaling geëischt wordt van werkman en
werkgever, met al den omslag en kosten
daaraan verbonden. Het hoofdbeginsel van
het ontwerp-Veegens is verzekeringsplicht
voor den werkman. Onder werkman ver
staat de wet ieder man of vrouw, die na
het bereiken van den 16-jarlgen leeftijd
tegen loon van niet meer dan f 1000 per
jaar binnen het rijk werkzaam is in dienst
betrekking, waaronder niet begrepen is
militaire dienstbetrekking. De werklieden
worden in 5 loonklassen ingedeeld:
betaalt per week
f 10,40 per jaar;
betaalt per week
I 12,48 per jaar;
betaalt per week
f 16,66 per jaar;
betaalt per week
f 20,80 per jaar;
betaalt per week
f 24,96 per jaar;
le ktasse, loon beneden f 240,
20 ct., dat wordt dus
2e loon beneden t 400,
24 ct., dat wordt dus
3e loon beneden f 600,
32 ct., dat wordt dus
4e loon beneden f 890,
40 ct., dat wordt dus
5e loon beneden f 1000,
48 ct., dat wordt dus
terwijl de uitkeeringen op 65-jarigen leeftijd
geschieden, mits 1248 premieweken, dus
24 jaar lang, betaald heeft. Zij bedragen
dan van f 2 tot f 5 's weeks.
Tot zulk een verzekering zouden dan
de werklieden, of zij kunnen of niet, ge
noodzaakt worden. Reeds op hun 16Je jaar
hebben zij voor zich een verzekering te
sluiten bij de ouderdoms-rentebank een
nieuwe instelling van het wetsontwerp.
En zij hebben de voor hen uit die ver
zekering voortspruitende verplichtingen na
te komen. Deden zij het niet, zij zouden
met den strafrechter in aanraking komen.
Zulk een optreden van den staat ware
onbillijk. Wat recht heeft de staat om bij
uitsluiting üc werklied..n te dwingen tul
besteding van een belangrijk deel hunner
inkomsten op een zekere wijze en tot een
zeker doel? Waarom dan niet het geheele
volk genoodzaakt? De gegoede immers van
heden kan arm zijn op zijn ouden dag.
Tegen het premiestelsel in het ontwerp-
Kuyper en in dat van Veegens heeft
spreker de volgende bezwaren:
I. de werkman zou daardoor nog meer
afhankelijk worden van zijn werkgever;
II. tal van personen zullen hunne
wekelijksche premie niet of althans niet
geregeld kunnen betalen, hetzij wegens te
laag loon, hetzij wegens ziekte, werkeloos
heid of een groot gezin. En zulke werk
lieden zouden da^ in handen van den
strafrechter vallen, en op hun ouden dag
daarvoor gestraft worden met geen of met
een verminderd pensioenontoereikend
om in hun noodzakelijkste behoeften te
voorzien;
lil. velen hebben geheel buiten hun
schuld, b.v. om lichaamsgebreken of lagen
loonstandaard, een te laag loon genoten,
zij krijgen een evenredig lager en dus
onvoldoend pensioen;
IV. een leger van nieuwe ambtenaren
wordt gevormd, wat verbazend veel aan
administratie kost. De Minister heeft het
op 5) ton gouds begroot, maar daar zullen
nog wel eenige tonnen bijkomen;
V. inmenging van allerlei ambtenaren
in particuliere zaken;
VI de ongelukkigen moeten betalen
voor de gelukkigen. Tal van familiën zijn
er, waarvan de leden zelden 50 jaar
worden. Hoevelen sterven niet aan kanker
of tering, eer zij nog de middaghoogte
van hun leven bereikt hebben! Ook
bereiken velen om hun beroep niet den
pensioensleeflljd, zooals arbeiders in
loodwitfabrieken, mijnwerkers enz.
VII. door het premiestelsel zal men er
toe komen, teneinde de concurrentie te
kunnen volhouden, om kinderen beneden
den verzekeringsplichtigen leeftijd van 16
jaar in dienst te nemen.
De Minister eischte reeds premiebetaling
van arbeiders, die nog minder dan f 240
en f 400 verdienen, en dan nog meestal
een gezin te verzorgen hebben, terwijl de
staat de burgerlijke ambtenaren, meest
jonge, ongehuwde mannen, die f 400
tractement hebben, plus een toelage van
f 80, vooralsnog vrij stelt om voor hun
pensioen bij te dragen, omdat dit er niet
af kan. Is dit nu niet meten met twee
maten
Daarom gelijk staatspensioen voor allen
zonder premiebetaling. De premie te vinden
uit de opbrengst van bestaande of nog te
heffen belastingen.
Is staatspensionneering uitvoerbaar?
Te beginnen met oud en arm (later
aan alle Nederlanders), zou de staat aan
mannen zoowel als vrouwen op 65-jarigen
leeftijd een pensioen moeten ullkeeren
van ten minste f 3 weeks, d. i. dus f 156
per jaar. Dit zou den staat komen op
pl. m. 35 millioen gulden. Dit is veel,
maar men bedenke, dat het onderhoud
van behoeftige ouden van dagen nu ook
veel kost. Men berekent die kosten van
gemeentebesturen, diakonie, instellingen
van liefdadigheid en particuliere liefdadig
heid op gemiddeld jaarlijks 20 millioen
gulden. Bij invoering van staatspensioen
zouden die millioenen grootendeels weg
vallen. Hoe nu die 35 millioen te vinden?
I. Door de Instelling van een progressieve
pensioens-belasting naar draagkracht. Wie
veel heeft, betaalt veel, wie weinig, betaalt
weinig, wie niets, betaalt niets.
Volgens matige berekening, bedraagt de
opbrengst van grondbezit (de pachten dus)
en van binnen- en buitenlandsche effecten
en schuldvorderingen in ons land de som
van ruim 500 millioen gulden jaarlijks.
Neem daar eens door een pensioen
belasting 3 pCt. af, en men heeft reeds
15 millioen gulden 'sjaars;
II. door verhooging van de bestaande
successie-belasting.
In 1902 is in ons land vererfd 331
millioen gulden, waarvan 218 millioen in
de rechte nederdalende linie, en 113
millioen in de zijlinies. Stel die som nu
eens jaarlijks op 300 millioen gulden,
waarvan 200 millioen gulden in de rechte,
en 100 millioen in de zijlinies vererven.
Neem nu van de 200 millioen In de
rechte linie 3 pCt. meer dan nu genomen
wordt, en van de 100 millioen in de
zijlinie 9 pCt. meer, en men heeft nog
eens weer 15 millioen gulden jaarlijks,
oman a..<! an millioen. Met de 6', millioen,
die Minister Veegens volgens zijn wets
ontwerp van staatswege wilde beschikbaar
stellen, is men er.
Begint men in het eerst alleen pensioen
uit te keeren aan hen, die het dringend
noodig hebben, dan zou men de geheele
pensioens-belasting kunnen laten wegvallen.
De benoodigde gelden kunnen best
gevonden worden. Ons volk is rijk. Het
verbruikt alleen aan geestrijke dranken
jaarlijks gemiddeld voor een som van 117
millioen gulden. Dronk ons volk minder
dan nu, dan ware de noodige 35 mill. gld.
voor staatspensionneering beschikbaar.
Geld is er genoeg. Het nationaal ver
mogen van Nederland wordt geschat op
pl. m 10 milliard. In 1906 was ons volk
volgens de vermogensbelasting 166 millioen
gulden rijker dan in 1905. Men berekent
de jaarlijksche toename van den volks
rijkdom op ongeveer 190 millioen.
De 36) millioen, verleend aan ouden
van dagen als pensioen, blijven in ons
land, komen vooral de kleine nijverheid
ten goede.
Bedenkt, tienduizenden oude mannen en
vrouwen lijden gebrek en leven van
bedeeling of zijn ten laste gevallen van
hunne kinderen, die zelf vaak moeite
hebben het dagelijksch brood voor hun
gezin te verdienen. Tienduizenden oude
tobbers moeten op zeer hoogen leeftijd
sloven en ploeteren boven hun krachten,
omdat zij te veel eergevoel hebben om te
bedelen of de hulp van een armbestuur
in te roepen. Tienduizende Nederlanders
zien in de laatste periode van hun leven
met angst het oogenblik naderen, waarop
het gereedschap hunne handen zal ontvallen,
en dat ook zij aan de deur der liefdadig
heid moeten aankloppen. Bedenkt, 't zijn
als het ware onze vaders en moeders, het
geslacht, op wier schouders wij staan, en
omtrent wien in de wet der 10 geboden,
een wet van God, geldig voor alle volken
tot het einde der eeuwen, geschreven
staat als 5de gebod„Eert uw vader en
uwe moeder, opdat het u welga, en uw
dagen verlengd worden In het land, dat
de Heer uw God u geeft". Bedenkt, dat
zooveel duizenden in vertwijfeling rond-
loopen, omdat zij zich indertijd voor hun
kinderen hebben opgeofferd.
„De rechtvaardige neemt kennis van de
rechtzaak der armen", zegt de wijze
spreukschrijver. Moge ons Nederlandsche
volk kennis nemen van de rechtzaak der
arme ouden van dagen, die niet meer
werken kunnen".
Met een welsprekende peroratie, waarin
de geachte spreker opwekt tot het steunen
van het doel en streven van den Bond,
werd de schoone, gehaltvolle rede, die
door allen warm werd toegejuicht, besloten.
Dreischor, 1 Maart. Ook In deze ge
meente is beweging in de richting van
den Bond voor Staatspensionneering. In de
Zaterdagavond gehouden vergadering der
arbelders-kiesvereeniging werd namelijk
besloten tot aansluiting bij den Bond. Tot
voorloopig voorzitter werd gekozen de heer
H. v. d. Doe Jz.
Verder werd besloten, eveneens met
algemeene stemmen, zich tot den ge
meenteraad te wenden met het verzoek de
aanstelling te verkrijgen van vaste dragers
bij begrafenissen, die bezoldigd worden
door de gemeente.
Bruinisse. In de Vrijdag gehouden ver
gadering van den gemeenteraad werden
het kohier van den hoofdelijken omslag
en dat der hondenbelasting vastgesteld.
Verder werden enkele mededeelingen ge
daan, en werd besloten tot opname van
f 1000 als tijdelijk kasgeld bij den heer
S. Hage, kassier alhier.
St.-Filipsland, 27 Febr. De heer M. v.
Bendegom ontving van de Brandwaarborg-
Maatschappij „De Nederlanden" een
prachtige schilderij in fraai eikenhouten
lijst (zijnde een reproductie van één onzer
Hollandsche meesters), als blijk van waar
deering voor de wijze, waarop hij de be
langen dier Maatschapoij gedurende een
kwart eeuw als agent heeft behartigd.
Stavenisse. L.l. Vrijdagavond gaf het
fanfare-gezelschap „Eendracht" alhier in
het hötel Van Dalen een zeer goed geslaagd
concert. Onder de directie van den
directeur, den heer J. van Dalsen, en onder
de leiding van den heer N. A. Hottinga
van Zierikzee, blijkt het gezelschap groote
vorderingen op muzikaal gebied te maken.
De verschillende muzieknummers werden,
afgewisseld door een paar komediestukjes
en komische voordrachten, zeer góed af
gespeeld.
Een en ander gaf de in groote getale
opgekomen menigte een aangenamen avond.
De beste wenschen voor het gezelschap
werden de Vereeniging door één der be
zoekers na het sluitnummer toegesproken.
Zaterdagmorgen jongstleden had de
veerschipper C. B. alhier het ongeluk door
over een sinaasappelschilletje te vallen,
een ernstige enkelbreuk op te doen. Per
stoomboot „Telegraaf" is de patient naar
het ziekenhuis te Rotterdam vervoerd.
Middelburg, 27 Febr. Dit jaar zullen
alhier weer de Zondagavond-concerten
door het Middelburgsch Muziekkorps
worden gegeven. Het eerste concert is
bepaald op 13 Juni.
Vlissingen, 1 Maart. Onder vele blijken
van belangstelling herdenkt de heer J. H.
Dommisse, griffier ter gemeente-secretarie,
heden den dag, waarop hij vóór 25 jaar
bij de gemeente-administratie te dezer
stede in dienst trad.
Zoowel van de zijde van het dagelijksch
bestuur als door de ambtenaren ter
gemeente-secretarie werd de heer Dommisse
heden officieel gecomplimenleerd en ont
ving hij tevens stoffelijke blijken van
hoogachting.
De demping der kaden alhier vordert
goed. Reeds is de Bellamykade voor een
groot gedeelte volgespoten, want het
dempen geschiedt door middel van een
zandzuiger, welke het zand door bulzen
In de kade spuit. Men is nu begonnen
met de Kaaskade; als deze vol is volgt
de Pottenkade, welke laatste kade voor
bouwterrein is bestemd en waar o. a. een
nieuw post- en telegraafkantoor zal worden
gebouwd.
Aanbestedingen, Verkoopingen, enz.
Oosterland. Zaterdag j.I. werd door de
landbouwvereeniging „D. E. S." alhier,
aanbesteed de levering van 67000 K.G.
Chili-Salpeter. Minste inschrijver was de
heer A. Snelleman van Dinteloord, voor
f 11,05 per 100 K.G. Hem werd de leve
rantie opgedragen.
Bruinisse. Bij den gehouden verkoop
van den gemeentelijken mesthoop werden
van de 7 perceelen 2 opgehouden; de
overige vijf brachten f 54 op.
Wissenkerke, 26 Febr. Heden werd
ten overstaan van notaris E. C. van Dissel
te Goes, in het Hötel „De Kroon" alhier,
publiek verkocht:
1°. Een hofstede, groot 38 H.A. 39 A.
30 c.A., met bljbehoorende wellanden,
gelegen In den Onrustpolder in de ge
meente Wissenkerke en bewoond door den
heer O. Israël Pz., en