En nu komt uit Kharbin het bericht, dat dit gebouw met alle daarin aanwezige stukken verbrand is. Hier heeft het .toeval" alle bewijzen voor de schuld der betrokken ambtenaren in één moment vernietigd. Of zouden de schuldige knoeiers mis schien hef toeval een handje geholpen hebben ENGELAND. Te Streatham is dezer dagen, tengevolge van een kleine fout, een klucht van ver gissingen afgespeeld, die echter ernstige gevolgen had. Op een bulten daar had een dienstbode bij vergissing haar wekker op drie, in plaats van op zes uur gezet. Zij stond nu om drie uur op en maakte als gewoonlijk een hek open voor den melkboer enz. Oe heer des huizes, wakker geworden, dacht aan inbrekers, opende het raam en blies op een politlefluit. De tuinman en een veldwachter in burger- kleeren kwamen op het alarm aangeloopen. Zij zagen elkaar voor den inbreker aan, en de tuinman ranselde den politie-agent met een zwaren stok, en deze sloeg den tuinman met zijn knods tegen den grond. Inmiddels kwam de zoon des huizes met een bijl aangeloopen, waarmede hij een tweeden veldwachter, die op de twee slachtoffers was toegesneld, een ernstige hoofdwonde toebracht. Middelerwijl waren er nog een aantal andere mannen van de politie toegeschoten en het werd een algemeen gevecht voor men tot een ver klaring kwam. De toestand van den tuinman is bedenkelijk. Van het pensioen voor oude lieden van zeventig jaar, dat in Engeland met 1 Januari is begonnen te werkenzijn, gelijk men kan weten, uitgesloten de armlastigen, d. w. z. zij die van de arm besturen bedeeling genieten of kortelings hebben genoten. Die bedeeling komt niet uit de rijks-, maar uit de gemeentelijke schatkist. Bij minister Asquith kwam nu Dinsdag een afvaardiging van de Arbeiders partij met verzoek ook de bedeelden van het pensioen te laten genieten. De minister antwoordde, dat hij niets liever wil, maar het geld er niet voor is. Het pensioen zal den slaat nu al 7} millioen pd. st. (90 millioen gld.) in het jaar kosten, de administratie niet meegerekend. Komen de armlastigen erbij, dan zou dat drie- of vier millioen pond meer kosfen. Hij zou echter de plaatselijke besturen raadplegen. Als die hun aandeel in de kosten wilden dragen, dan zou de minister zien wat hij kon doen. FRANKRIJK. Rémy Danvers te Carpentras is Woens dagmorgen onthoofd. Onnoodig te zeggen dat de bladen ook thans evenals bij de terechtstelling te Béthune uitvoerige beschrijvingen geven van de plechtigheid. Zij hebben hier nog zooveel te meer aan leiding om hoogdravende beschouwingen te houden, daar den nacht vóór de ont hoofding heel de stad vol was met ge maskerde carnaval-vierders, hetgeen een luguber contrast vormde met wat 's morgens in de schemering* gebeuren ging. De aandrang der menigte om het treurige schouwspel gade te slaan was weder ontzettend. Er waren hooge sommen geboden voor de enkele vensters, die op het plein vóór de gevangenis uitzagen en de menschen verdrongen zich op de daken. Er waren tal van Amerikanen en Engel- schen voor overgekomen. In den loop van den nacht hadden de huzaren de straten naar het plein afgezet. Om vijf uur kwam Deibier mei zijn instrument. Een heele menschenmassa drong achter hem aan door het cordon soldaten, en kon slechts met groote moeite weer worden ver wijderd. De terdoodveroordeelde had heel den nacht rustig geslapen. Zijn bewaarders speelden 's avqnds tot elf uur met hem kaart, om hem wat af Ie leiden; Daarop had hij geslapen tot kwart over zes, toen de officier van justitie hem kwam wekken met het bericht, dat zijn verzoek om gratie afgewezen was. De man was gansche- lijk niet bewogen. Hij ging moedig en schijnbaar onaangedaan den dood tegemoet. Uit de groep menschen om het schavot klonk na het vallen van de bijl: BravoI Bis! Op een dak viel een vrouw in zwijm. BELGIË. Tusschen prinses Louise van België en haar schuldeischers schijnt ten langen leste een overeenkomst te zijn getroffen ten opzichte van den verkoop der juweelen van wijlen koningin Marie Henriëtte. Zij zullen het onderpand blijven der crediteuren tot dat „eenigerlei financieele regeling" de prinses gelegenheid geeft, hen schadeloos te stellen. De commissie in zake den grooten doorsteek voor de haven van Antwerpen heeft de heeren Troost en Von Thierry, leeraar aan de hoogere technische schooi te Berlijn, gehoord. Deze is van meening, dat men met den doorsteek langs de kaai muren voldoende diepte voor de grootste schepen zal verkrijgen. De commissie is tot 8 Februari verdaagd. Brussel, 28 Jan. Op een vergadering van de rechterzijde heeft de minister president medegedeeld, dat hij binnenkort een wetsontwerp denkt in te dienen in zake de bewapening van de forten van Antwerpen, en vooral van de Neder-Schelde. Als een eerste krediet zal weldra aan de Kamer acht of negen millioen francs worden gevraagd. KERKNIEUWS. Noordwelle. Voor een overtalrljk publiek, waaronder ook meerdere dames, trad hier Donderdagavond namens het groepsbestuur van den Protestantenbond op de WelEerw. Heer ds. L. R. Oldeman van Rotterdam. De heer A. Verjaal opende de ver gadering met te meer vreugde, nu zoo- velen waren opgekomen, en gaf het woord aan den spreker. In een boeiende rede pleitte deze begaafde prediker voor het recht en de waarheid van de beginselen der moderne richting. Menige kostelijke opmerking werd gemaakt, tot onze beschaming en tot onze bemoediging. Het was een rijke avond in velerlei opzichten, leerzaam en verheffend. Ds. Oldeman kan er verzekerd van zijn, dat hij een steentje heeft bijgebracht tot den tempel van geest en van waarheid. Poortvliet. Zondag 31 Jan. a.s. hoopt in de Qeref. Kerk alhier voor die gemeente op te treden de heer H. Hiens van Veenendaal. Dinteloord, 27 Jan. Bij de heden ge houden stemming voor twee leden in het kiescollege bij de Ned. Herv. Kerk, zijn benoemd de heeren F. Bom Jz. en L. de Rooij Oz. Ingezonden Mededeelingen. (Onder verantwoordelijkheid van den inzender). Van 1—5 regelsf 1,—elke regel meer f 0,20. Belangrijk nieuws. Foster's Rugpijn Nierenpillen verlichten en heelen in hun grooisch werk de vermoeide nier weefsels, zij lossen het gekristaliseerd urinezuur op en houden het lichaam vrij van niergiften, die ziekten teweegbrengen. Mejuffrouw P. de Bakker, Doelpad te Ouden bosch, schrijft ons: Sedert ruim drie jaren heb ik aan een ellendige nierkwaal geleden, ik had veet stekende pijn, flauwten en benauwdheden. De urine was hoogrood gekleurd en verspreidde een onaangename lucht; mijn maag was van streek en ik had mijn eetlustrverloren, menigmaal kon ik niet het minste in mijn maag verdragen en ik was wanhopig, want wanneer men op een leeftijd komt van zes-en-zestig jaar, dan gaat men niet meer zoo licht over zulk een ongesteldheid heen. Toen ik echter Foster's Rugpijn Nierenpillen begon in te nemen, scheen het wel alsof er een algeheele ommekeer in mij plaats greep. De pijn werd beduidend minder en de maag kon haar gewoon werk weer verrichten, terwijl mijn geheele gestel verkwikt was. ik ben u zeer dankbaar voor zulk een prachtig middel, dat ik met ver trouwen aan allen zal aanbevelen, die lijden zooals ik voorheen. Ik ondergeteekende verklaar dat het boven staande waar is en machtig u het publiek te maken op elke wijze die u goeddunkt. Wenk aan koopers. Foster's Rugpijn Nieren pillen worden niet los verkocht, enkel in doozen, waarop de naam van het geneesmiddel voluit voorkomt. Vraagt uitdrukkelijk Foster's en gij zult de goede hebben. Ze zijn te Zterlkzee verkrijgbaar bij den Heer M. S. Polakgedlpl. Drogisten te Tholen ba den Heer W. Potter, filiaal Apotheek „Cotonoe", Stootstraat. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel a f 1,75 voor één of f 10,— voor 6 doozen. Landbouw en Veeteelt. Oud-Vossemeer. Door den alhier be- staanden „Varkenshond" werd een leden vergadering gehoudenrekening en ver antwoording werd gedaan over 1908. Hierbij bleek, dat werd uitbetaald voor 4 gestorven varkens f 43,40; voor bodeloon en secretaris f 87,90; en dat ontvangen werd f 216,50. Het goed slot, met dat van vorige jaren, beloopt f 401,97s. Elf leden traden toe. Het bestuur, voor zoover de leden aftraden, werd herkozen. Nederiandsch vee naar België. Sinds jaren wordt door de Belgische regeering en door de groote Belgische landbouw- vereenigingen al het mogelijke gedaan om den inlandschen veestapel aldaar te ver beteren en te vergrooten, om langzamer hand het buitenlandsch vee, vooral het Nederiandsch fokvee, te kunnen missen. Tot nog toe zijn echter die pogingen niet met gunstigen uitslag bekroond; in plaats dat de invoer van Nederiandsch vee afneemt is juist in de laatste jaren de invoer van Nederiandsch rundvee in België sterk toegenomen. De meeste Vlaamsche landbouwers ver kondigen het luide„wij kunnen het Nederlandsche vee niet missen". De heer D. Ruljs, consul der Nederlanden te Brussel, schreef reeds in zijn verslag over 1903: „De veeteelt wordt beschouwd haar toppunt te hebben bereikt; hetgeen hierop neerkomt, dat België jaar in jaar uit ongeveer 70,000 stuks slachtvee zal moeten invoeren om in zijn behoeften te kunnen blijven voorzien". En dat de heer Ruljs goed gezien heeft, blijkt uit de cijfers van invoer der laatste jaren, bekend gemaakt door het Belgisch ministerie van financiën. In 1903 bedroeg de invoer 73,244 runderen; in 1904 daalde die door de belemmerende bepalingen van invoer, waardoor de smokkelhandel in vee tot bloei kwam, tot 66,221 stuks, in 1905 tot 55,090; maar in 1906 steeg die weer tot 66,302, in 1907 tot 74,007 en jn het vorige jaar zelfs lot 76,452. Ons land had aan dien invoer het grootste aandeel. In 1903 verzonden wij naar België 58,071 stuks rundvee, in 1904 53,182, in 1905 49,535, in 1906 46,952, in 1907 55,280, en in het vorige jaar 65,659. Onze invoer, die eerst dus eenigszins daalde door de belemmerende bepalingen van invoer, is thans weer aan het stijgen, inzonderheid in het vorige jaar. Er bestaat dus vooreerst weinig gevaar, dat België geen vee meer in ons land zal opkoopen integendeel is het te voorzien, dat, door het sterk toenemen der bevolking in België, onze invoer van slacht- en fokvee eer zal toe- dan afnemen. RECHTSZAKEN. De zaak Stokvis. De Belgische justitie heeft de Antwerpsche kooplieden, die diamant van den ontrouwen Amsterdam- schen commissionair Stokvis hebben ge kocht, aan een streng en herhaald verhoor onderworpen. Het onderzoek had ten doel uit te maken of de bestede prijzen inderdaad zoo bedenkelijk laag zijn dat heling zou kunnen worden ten laste gelegd. De Antwerpsche juweliers hebben echter niet alleen beweerd, dat Stokvis veel meer voor de verkochte diamanten heeft ge maakt, dan hij aan de curatoren in zijn faillissement heeft opgegeven, maar zij zijn er ook In geslaagd hun bewering voor het Antwerpsche parket aannemelijk te maken. Bij dezen stand van zaken kan moeilijk langer worden aangenomen, dat Stokvis dc geheele opbrengst der 5 ton verduisterde diamanten heeft verbruikt om gaten te stoppen, d. w. z. verloren transacties te dekken. Curatoren hellen dan ook over tot de meening dat Stokvis een belangrijke som gelds achterbaks moet hebben ge houden. Hij zelf houdt het tegendeel vol, hand haaft zijn eerste verklaringendat de opbrengsten van de elkaar opvolgende verkoopen gebruikt zijn, om de (door te lage prijzen) steeds grooter wordende gaten te dekken, maar aan deze bewering wordt thans geen geloof meer gehecht. Het onderzoek zal nog geruimen tijd vorderen, voordat In het faillissement- Stokvis de eerste verificatie-vergadering wordt vastgesteld. In verband daarmee zal ook de instructie, inzake de in te stellen strafrechtelijke ver volging, voorloopig niet worden gesloten. De Amsterdamsche rechtbank ver oordeelde den 26-jarigen bakkersknecht H. Siemons, wegens poging tot moord op den kruidenier Kruiger, in de Marnixstraat, tot 8 jaar gevangenisstraf. De veroordeelde heeft hooger beroep aangeteekend. Voor het gerechtshof te 's-Graven- hage werd tegen D. de V., 49 jaar, en C. B.arbeiders te Zlerikzee (de laatste was niet verschenen), door de rechtbank aldaar veroordeeld resp. tot 1 jaar en 1 maand gevangenisstraf, wegens diefstal In vereeniging gedurende den voor de nacht rust bestemden lijd op een besloten erf van konijnen, bevestiging gevorderd. De verdediger mr. J. van Kuyk, advocaat te 's-Gravenhage, verzocht schorsing van het onderzoek om alsnog een getuige te hooren, ter- ontlasting van De V. Z. i. was de diefstal alleen door B. gepleegd, die vroeger bij den bestolene in dienst is geweest en den toestand op diens erf kende. Tegen J. V., 44 jaar, varkenskoopman te Oud-Vossemeer (niet verschenen), A. H., 34 jaar, koopman te Zundert, M. v. V.23 jaar, koopman te Oud-Vossemeer, en W. B.32 jaar, veekooper te Tholen (niet verschenen), door de rechtbank te Zierikzee terzake van wederspannigheid met vereenigde krachten tegen den ge meente-veldwachter van Scherpenisse, B. Jobse, in de herberg van Groenewegen, welke eenig lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad, de beklaagden V. en H. wegens eenvoudige wederspannigheid ver oordeeld ieder tot 1 maand gevangenisstraf, werd na verhoor van den veldwachter en den kastelein bevestiging gevorderd. Adv.-gen. mr. Reitsma sprak daarbij als zijn oordeel uit, dat men bij het bepalen der strafmaat voor dergelijke feiten niet te slap moet wezen. Het is van het hoogste belang, dat waar het openbaar gezag op treedt, dit gezag gehandhaafd worde. En het publiek moet weten, dat een veld wachter, optredend ter handhaving van de openbare orde, een persona sacra is, wiens bevelen opgevolgd moeten worden en dien men van het lijf moet blijven. De verdediger van bekl. v. V., mr. M. Hartog, advocaat te Bergen-op-Zoom, achtte niet bewezen dat deze de open bare orde verstoorde, noch dat de kastelein den veldwachter speciaal heeft verzocht, v. V. uit de herberg te zetten. Derhalve werd vrijspraak gevraagd, althans een lichter straf. PI. hoopte dat het Hof zich niet zou laten leiden door de beschouwingen van den advocaat- generaal, die vermoedelijk handelde in opdracht van de bekende circulaire van den Minister van Justitie. Uitspraak in al deze zaken over 14 dagen. De rechtbank te Rotterdam behandelde Dinsdag de zaak contra den directeur- uitgever van het Rotterdamsch Nieuwsblad, wegens plaatsing van artikelen waardoor thans verwoeste stad Messina, wier ligging en schoon ik heb mogen bewonderen. In mijn dagboek staat aldus te lezen: Dinsdag 1 September op 't voordek van de „Saxen". Om toch vooral het gezicht op den vuurspuwenden berg de Etna niet te missen, dien wij nog bij nacht zouden naderen, wat 't grootsche en treffende van den aanblik niet weinig zou verhoogen, dacht ons, stonden mijne vrienden en ik des morgens om drie uur al op het voorste gedeelte der boot, allen in dekens gehuld, om tegen de koude nachtlucht beschut te zijn. Geen onzer had ooit een vuur spuwenden berg gezien, maar wel had ieder onzer daar veel over gehoord en gelezen. Gisterenavond hadden we daar over druk gesproken met elkaar. (In mijn gezelschap bevonden zich een Duitscher en een Rus. Met ons drieën hadden we de reis aanvaard, met het plan via Messina o. a. Napels en Rome te bezoeken. 'Wij waren samen ook in Smyrna geweest, waar de Rus zich bij den Duitscher en mij had aangesloten. De laatste, dien ik in Konslantinopel had leeren kennen, was tuinier van beroep. Dit tusschen haakjes, bulten het dagboek, tot opheldering). 't Was een prachtvolle nacht met een schitterenden sterrenhemel. Eerst vol ver wachting, dat de berg spoedig in 't zicht zou komen, dommelden wij later half en half in, toen er niets kwam, want rondom ons bleef het lucht, ruimte en water, wat spoedig eentonig werd. Toen er einde lijk een lichtend punt in de verte werd ontdekt door enkele medepassagiers, ston den we op, en nadat we ons met verre kijkers hadden gewapend, werd dat licht ook door ons gezien, doch slechts voor korten tijd. Het was geen licht van de Etna en verdween dra uit het vorschend oog. 't Zal het licht geweest zijn van een voorbijvarend schip. Uren gingen er nu voorbij onder het eentonig ruischen der zee, zonder dat er iets bizonders viel op te merken. Te 6 ure was er nog niets te zien, wat geleek op een vuurspuwenden berg; zelfs geen kust viel er waar te nemen. Maar achter ons kwam de zon op. Als een groote, roode vuurschijf, verhief ze zich langzaam uit het water, en verspreidde een wonder mooien vuurgloed over de golven, 't Was werkelijk schoon, en beloonde, ook al hadden we geen vuurspuwenden berg te zien gekregen, ruimschoots de moeite van vroeg opstaan. Na vijf minuten reeds was de zon geheel boven den waterspiegel gerezenen ze steeg hooger, steeds hooger en werd kleiner en bleeker. Weldra werd zij zóó scherp, dat het pijnlijk was voor de oogen om langer van den prachtvollen aanblik Ie genieten. Maar nog steeds geen Etna. Eindelijk, te omstreeks 7 uur, land in zicht 1 We naderden de Italiaansche kust nu vrij snel; steeds duidelijker kon zij worden waargenomen, 't Zag er woest, bergachtig uit, niet grootsch, wel schoon. Ook waren er plekken grijs zonder weelderigen planten groei, maar toch veel levendiger dan de Grieksche kust, welke we verlaten hadden. Mijn reismakker werd opgewonden, toen hij '1 zoo lang verbelde Italië eindelijk met eigen oogen aanschouwen mocht en hief vol „begeisterung" aan 't reeds zoo vaak van hem gehoorde: „Italia, du Wonnetand, Mein Herz sdilagt dir entgegen, Du Rosengarten, wie verwandl, Scheinst du mir allerwegen". Aan de linkerzijde, uit een wit waas, verheft zich eindelijk in de „dlzige" verte, de lang verbeide Etna. Doch welk een ontgoocheling! In plaats van vuur en rook, zooals de meeste passagiers zich voorgesteld, en elkander geschilderd hadden, zagen wij slechts een zeer grooten kegelvormigen berg, en ontdekten ten slotte met een verre kijker en een goede dosis verbeelding een beetje rook, dat wij eigenlijk ook be slist wilden zien. Bijna alle kijkers op 't schip waren op de Etna gericht, en overal hoorde men uitroepen van teleurstelling, zoo onschuldig en gewoon zag ze er uit. De bel voor 't eten ging. Messina in zicht! Daar zullen we straks aan wal gaan. Woensdagmorgen 2 September. (Capri in zicht; op de „Saxen"). De Etna heeft gisteren ook van nabij niet aan de verwachtingen beantwoord. Geen rook, geen vuur, geen gerommel. Een majestueuze, groote, rustige, kegel vormige berg, doch zich in niets van de andere toppen onderscheidende. De straat van Messina was schoon. Vooral 't eiland Sicilië bood een magni- fieken aanblik met de hooge bergen (hooger dan die op Italië's vasteland), aan den voet waarvan een prachtig groene zoom zich als een groote tuin uitstrekte langs de blauwe golven der Middellandsche Zee. Half in 't groen verscholen, trokken de groote mooie villa's, de zomerverblijven van rijke Italianen, onze aandacht. De trein Syracuse—Messina slingerde zich door dezen schilderachtigen groenen band en scheen met ons verstoppertje te spelen, door telkens weer in tunnels te verdwijnen, om kort daarna met hoog opstijgende witte rookwolken weer te voorschijn te komen. Zoodra de „Saxen" hare ankers in de groote breede haven van Messina had uit geworpen, spoedden wij ons de (nu door de aardbeving geheel verwoeste) stad in, om een bezoek te brengen aan den be roemden Dom, en aan 't Campo Santa (kerkhof), één der schoonste doodenakkers van Italië. (Ook die Dom en dat pracht volle kerkhof met zijn vele monumenten, één van de schoonste van Italië, zijn door de aardbeving tot ruïnes gemaakt). Vluchtig doorliepen wij den grooten Dom, en we hadden gelegenheid 't groote aantal prachtige beelden en schilderijen te bewonderen, alsmede de vele rijke altaren. (Van dat alles is nu niets meer over; de aardbeving heeft alles tot gruis gemaakt). Twee bedel jongetjes waren met ons de kerk ingeloopen en drongen zich thans als gids op door maar aldoor vóór ons uit te trippelen en bij elk beeld of schil derij, 't welk wij nauwkeuriger bezagen, een kleine explicatie te geven. Zij wezen ons met veel ijver op twee groote sarko- phagen, waar volgens hun verhaal twee pausen zouden zijn begraven. Toen we bij 't verlaten van het pracht volle gebouw hun elk een soldi gaven, bedankten ze haastig en liepen op een drafje de straat in, welke wij doorgekomen waren. Wij zetten koers naar 't Campo Santa (het kerkhof). Na een flinken voettocht, dwars door de stad, bereikten wij eindelijk ons doel. De stad zelve, een zeestad, met ruime straten en groote gebouwen, (alles nu lot een puinhoop gemaakt), was wel Interessant, maar vies en vuil. 't Kerkhof daarentegen werd keurig netjes onder houden, en maakte een grootschen indruk, door de vele groote marmeren gedenk- teekenen, bustes, profielen enz., alles ge tuigende van kunstsmaak en rijkdom. De aanleg met lanen en laantjes en slingerpaden langs cypressen, agaves, rodo- déndrons en geraniums (hiervan struiken, heesters, ja zelfs groote boschjes), deed ons denken aan een wandeltuin en weinig herinnerde mij aan de sombere Holland- sche doodenakkers. De ligging was terras vormig. Langzaam klommen wij hooger langs dichte slingerpaadjes. Op het op één na bovenste terras stonden groote gebouwen, waarin zich honderden grafkelders bevon den. De inrichting was mij evenwel niet geheel duidelijk. Nog een terras hooger weer rijke monumenten en gedenksteenen en op den achtergrond een kleine kerk, waar zeker de lijkdiensten werden ge houden. Van af dit laatste terras hadden wij een prachtigonvergetelijk panorama over Messina en de straat van Messina, welke thans aan onze voeten lagen. (En dat alles is nu één woestenij geworden, in twaalf seconden Bij onzen terugtocht trakteerden wij ons zelf op een glaasje echten Sicillaanschen wijn, „vino di Messino", en klonken wij op een gelukkige reis door Italië. De wijn liet zich na den tocht uitstekend smaken, en in opgeruimde stemming, met een flesch „vino di Messino" ad 50 centesimo in den zak, keerden wij naar boord terug. De waard, bij wien wij hadden opge stoken, had het vrij druk met klein- verkoop in fleschjes, en telde onder zijn klanten vele vrouwen, van wie enkelen bij 't verlaten van den winkel reeds een teugje uit 't fleschje namen. Na bij de haven nog eenige ansichten gekocht, geschreven en gepost te hebben, begaven wij ons aan boord, 's Avonds lichtte de „Saxen" de ankers en zette koers naar Napels, 't Was reeds donker, toen wij de Stromboli passeerden. Thans Capri in 't zicht, vlak vóór den boeg; en spoedig zullen wij genieten van het zoo geroemde panorama op Napels, waaraan het gezegde is ontleend: „Zie Napels en sterf dan Wyckel. S. H. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1909 | | pagina 6