En nu komt uit Kharbin het bericht,
dat dit gebouw met alle daarin aanwezige
stukken verbrand is.
Hier heeft het .toeval" alle bewijzen
voor de schuld der betrokken ambtenaren
in één moment vernietigd.
Of zouden de schuldige knoeiers mis
schien hef toeval een handje geholpen
hebben
ENGELAND.
Te Streatham is dezer dagen, tengevolge
van een kleine fout, een klucht van ver
gissingen afgespeeld, die echter ernstige
gevolgen had. Op een bulten daar had
een dienstbode bij vergissing haar wekker
op drie, in plaats van op zes uur gezet.
Zij stond nu om drie uur op en maakte
als gewoonlijk een hek open voor den
melkboer enz. Oe heer des huizes, wakker
geworden, dacht aan inbrekers, opende
het raam en blies op een politlefluit. De
tuinman en een veldwachter in burger-
kleeren kwamen op het alarm aangeloopen.
Zij zagen elkaar voor den inbreker aan,
en de tuinman ranselde den politie-agent
met een zwaren stok, en deze sloeg den
tuinman met zijn knods tegen den grond.
Inmiddels kwam de zoon des huizes met
een bijl aangeloopen, waarmede hij een
tweeden veldwachter, die op de twee
slachtoffers was toegesneld, een ernstige
hoofdwonde toebracht. Middelerwijl waren
er nog een aantal andere mannen van de
politie toegeschoten en het werd een
algemeen gevecht voor men tot een ver
klaring kwam. De toestand van den tuinman
is bedenkelijk.
Van het pensioen voor oude lieden
van zeventig jaar, dat in Engeland met
1 Januari is begonnen te werkenzijn,
gelijk men kan weten, uitgesloten de
armlastigen, d. w. z. zij die van de arm
besturen bedeeling genieten of kortelings
hebben genoten. Die bedeeling komt niet
uit de rijks-, maar uit de gemeentelijke
schatkist. Bij minister Asquith kwam nu
Dinsdag een afvaardiging van de Arbeiders
partij met verzoek ook de bedeelden van
het pensioen te laten genieten. De minister
antwoordde, dat hij niets liever wil, maar
het geld er niet voor is. Het pensioen
zal den slaat nu al 7} millioen pd. st.
(90 millioen gld.) in het jaar kosten, de
administratie niet meegerekend. Komen de
armlastigen erbij, dan zou dat drie- of
vier millioen pond meer kosfen. Hij zou
echter de plaatselijke besturen raadplegen.
Als die hun aandeel in de kosten wilden
dragen, dan zou de minister zien wat hij
kon doen.
FRANKRIJK.
Rémy Danvers te Carpentras is Woens
dagmorgen onthoofd. Onnoodig te zeggen
dat de bladen ook thans evenals bij de
terechtstelling te Béthune uitvoerige
beschrijvingen geven van de plechtigheid.
Zij hebben hier nog zooveel te meer aan
leiding om hoogdravende beschouwingen
te houden, daar den nacht vóór de ont
hoofding heel de stad vol was met ge
maskerde carnaval-vierders, hetgeen een
luguber contrast vormde met wat 's morgens
in de schemering* gebeuren ging.
De aandrang der menigte om het
treurige schouwspel gade te slaan was
weder ontzettend. Er waren hooge sommen
geboden voor de enkele vensters, die op
het plein vóór de gevangenis uitzagen en
de menschen verdrongen zich op de daken.
Er waren tal van Amerikanen en Engel-
schen voor overgekomen. In den loop van
den nacht hadden de huzaren de straten
naar het plein afgezet. Om vijf uur kwam
Deibier mei zijn instrument. Een heele
menschenmassa drong achter hem aan
door het cordon soldaten, en kon slechts
met groote moeite weer worden ver
wijderd.
De terdoodveroordeelde had heel den
nacht rustig geslapen. Zijn bewaarders
speelden 's avqnds tot elf uur met hem
kaart, om hem wat af Ie leiden; Daarop
had hij geslapen tot kwart over zes, toen
de officier van justitie hem kwam wekken
met het bericht, dat zijn verzoek om
gratie afgewezen was. De man was gansche-
lijk niet bewogen. Hij ging moedig en
schijnbaar onaangedaan den dood tegemoet.
Uit de groep menschen om het schavot
klonk na het vallen van de bijl: BravoI
Bis! Op een dak viel een vrouw in zwijm.
BELGIË.
Tusschen prinses Louise van België en
haar schuldeischers schijnt ten langen
leste een overeenkomst te zijn getroffen
ten opzichte van den verkoop der juweelen
van wijlen koningin Marie Henriëtte. Zij
zullen het onderpand blijven der crediteuren
tot dat „eenigerlei financieele regeling" de
prinses gelegenheid geeft, hen schadeloos
te stellen.
De commissie in zake den grooten
doorsteek voor de haven van Antwerpen
heeft de heeren Troost en Von Thierry,
leeraar aan de hoogere technische schooi
te Berlijn, gehoord. Deze is van meening,
dat men met den doorsteek langs de kaai
muren voldoende diepte voor de grootste
schepen zal verkrijgen. De commissie is
tot 8 Februari verdaagd.
Brussel, 28 Jan. Op een vergadering
van de rechterzijde heeft de minister
president medegedeeld, dat hij binnenkort
een wetsontwerp denkt in te dienen in
zake de bewapening van de forten van
Antwerpen, en vooral van de Neder-Schelde.
Als een eerste krediet zal weldra aan de
Kamer acht of negen millioen francs
worden gevraagd.
KERKNIEUWS.
Noordwelle. Voor een overtalrljk publiek,
waaronder ook meerdere dames, trad hier
Donderdagavond namens het groepsbestuur
van den Protestantenbond op de WelEerw.
Heer ds. L. R. Oldeman van Rotterdam.
De heer A. Verjaal opende de ver
gadering met te meer vreugde, nu zoo-
velen waren opgekomen, en gaf het woord
aan den spreker.
In een boeiende rede pleitte deze
begaafde prediker voor het recht en de
waarheid van de beginselen der moderne
richting. Menige kostelijke opmerking
werd gemaakt, tot onze beschaming en
tot onze bemoediging.
Het was een rijke avond in velerlei
opzichten, leerzaam en verheffend.
Ds. Oldeman kan er verzekerd van zijn,
dat hij een steentje heeft bijgebracht tot
den tempel van geest en van waarheid.
Poortvliet. Zondag 31 Jan. a.s. hoopt
in de Qeref. Kerk alhier voor die gemeente
op te treden de heer H. Hiens van
Veenendaal.
Dinteloord, 27 Jan. Bij de heden ge
houden stemming voor twee leden in het
kiescollege bij de Ned. Herv. Kerk, zijn
benoemd de heeren F. Bom Jz. en L. de
Rooij Oz.
Ingezonden Mededeelingen.
(Onder verantwoordelijkheid van den inzender).
Van 1—5 regelsf 1,—elke regel meer f 0,20.
Belangrijk nieuws.
Foster's Rugpijn Nierenpillen verlichten en
heelen in hun grooisch werk de vermoeide nier
weefsels, zij lossen het gekristaliseerd urinezuur
op en houden het lichaam vrij van niergiften, die
ziekten teweegbrengen.
Mejuffrouw P. de Bakker, Doelpad te Ouden
bosch, schrijft ons: Sedert ruim drie jaren heb ik
aan een ellendige nierkwaal geleden, ik had veet
stekende pijn, flauwten en benauwdheden. De
urine was hoogrood gekleurd en verspreidde een
onaangename lucht; mijn maag was van streek
en ik had mijn eetlustrverloren, menigmaal kon
ik niet het minste in mijn maag verdragen en ik
was wanhopig, want wanneer men op een leeftijd
komt van zes-en-zestig jaar, dan gaat men niet
meer zoo licht over zulk een ongesteldheid heen.
Toen ik echter Foster's Rugpijn Nierenpillen
begon in te nemen, scheen het wel alsof er een
algeheele ommekeer in mij plaats greep. De pijn
werd beduidend minder en de maag kon haar
gewoon werk weer verrichten, terwijl mijn geheele
gestel verkwikt was. ik ben u zeer dankbaar
voor zulk een prachtig middel, dat ik met ver
trouwen aan allen zal aanbevelen, die lijden
zooals ik voorheen.
Ik ondergeteekende verklaar dat het boven
staande waar is en machtig u het publiek te
maken op elke wijze die u goeddunkt.
Wenk aan koopers. Foster's Rugpijn Nieren
pillen worden niet los verkocht, enkel in doozen,
waarop de naam van het geneesmiddel voluit
voorkomt. Vraagt uitdrukkelijk Foster's en gij
zult de goede hebben.
Ze zijn te Zterlkzee verkrijgbaar bij den Heer
M. S. Polakgedlpl. Drogisten te Tholen
ba den Heer W. Potter, filiaal Apotheek
„Cotonoe", Stootstraat. Toezending geschiedt
franco na ontvangst van postwissel a f 1,75 voor
één of f 10,— voor 6 doozen.
Landbouw en Veeteelt.
Oud-Vossemeer. Door den alhier be-
staanden „Varkenshond" werd een leden
vergadering gehoudenrekening en ver
antwoording werd gedaan over 1908.
Hierbij bleek, dat werd uitbetaald voor 4
gestorven varkens f 43,40; voor bodeloon
en secretaris f 87,90; en dat ontvangen
werd f 216,50. Het goed slot, met dat van
vorige jaren, beloopt f 401,97s. Elf leden
traden toe. Het bestuur, voor zoover de
leden aftraden, werd herkozen.
Nederiandsch vee naar België. Sinds
jaren wordt door de Belgische regeering
en door de groote Belgische landbouw-
vereenigingen al het mogelijke gedaan om
den inlandschen veestapel aldaar te ver
beteren en te vergrooten, om langzamer
hand het buitenlandsch vee, vooral het
Nederiandsch fokvee, te kunnen missen.
Tot nog toe zijn echter die pogingen
niet met gunstigen uitslag bekroond; in
plaats dat de invoer van Nederiandsch
vee afneemt is juist in de laatste jaren de
invoer van Nederiandsch rundvee in
België sterk toegenomen.
De meeste Vlaamsche landbouwers ver
kondigen het luide„wij kunnen het
Nederlandsche vee niet missen".
De heer D. Ruljs, consul der Nederlanden
te Brussel, schreef reeds in zijn verslag
over 1903: „De veeteelt wordt beschouwd
haar toppunt te hebben bereikt; hetgeen
hierop neerkomt, dat België jaar in jaar
uit ongeveer 70,000 stuks slachtvee zal
moeten invoeren om in zijn behoeften te
kunnen blijven voorzien".
En dat de heer Ruljs goed gezien heeft,
blijkt uit de cijfers van invoer der laatste
jaren, bekend gemaakt door het Belgisch
ministerie van financiën.
In 1903 bedroeg de invoer 73,244
runderen; in 1904 daalde die door de
belemmerende bepalingen van invoer,
waardoor de smokkelhandel in vee tot
bloei kwam, tot 66,221 stuks, in 1905 tot
55,090; maar in 1906 steeg die weer tot
66,302, in 1907 tot 74,007 en jn het
vorige jaar zelfs lot 76,452.
Ons land had aan dien invoer het
grootste aandeel. In 1903 verzonden wij
naar België 58,071 stuks rundvee, in 1904
53,182, in 1905 49,535, in 1906 46,952,
in 1907 55,280, en in het vorige jaar
65,659. Onze invoer, die eerst dus eenigszins
daalde door de belemmerende bepalingen
van invoer, is thans weer aan het stijgen,
inzonderheid in het vorige jaar.
Er bestaat dus vooreerst weinig gevaar,
dat België geen vee meer in ons land zal
opkoopen integendeel is het te voorzien,
dat, door het sterk toenemen der bevolking
in België, onze invoer van slacht- en
fokvee eer zal toe- dan afnemen.
RECHTSZAKEN.
De zaak Stokvis. De Belgische justitie
heeft de Antwerpsche kooplieden, die
diamant van den ontrouwen Amsterdam-
schen commissionair Stokvis hebben ge
kocht, aan een streng en herhaald verhoor
onderworpen. Het onderzoek had ten doel
uit te maken of de bestede prijzen inderdaad
zoo bedenkelijk laag zijn dat heling zou
kunnen worden ten laste gelegd.
De Antwerpsche juweliers hebben echter
niet alleen beweerd, dat Stokvis veel meer
voor de verkochte diamanten heeft ge
maakt, dan hij aan de curatoren in zijn
faillissement heeft opgegeven, maar zij zijn
er ook In geslaagd hun bewering voor het
Antwerpsche parket aannemelijk te maken.
Bij dezen stand van zaken kan moeilijk
langer worden aangenomen, dat Stokvis
dc geheele opbrengst der 5 ton verduisterde
diamanten heeft verbruikt om gaten te
stoppen, d. w. z. verloren transacties te
dekken. Curatoren hellen dan ook over
tot de meening dat Stokvis een belangrijke
som gelds achterbaks moet hebben ge
houden.
Hij zelf houdt het tegendeel vol, hand
haaft zijn eerste verklaringendat de
opbrengsten van de elkaar opvolgende
verkoopen gebruikt zijn, om de (door te
lage prijzen) steeds grooter wordende gaten
te dekken, maar aan deze bewering wordt
thans geen geloof meer gehecht.
Het onderzoek zal nog geruimen tijd
vorderen, voordat In het faillissement-
Stokvis de eerste verificatie-vergadering
wordt vastgesteld.
In verband daarmee zal ook de instructie,
inzake de in te stellen strafrechtelijke ver
volging, voorloopig niet worden gesloten.
De Amsterdamsche rechtbank ver
oordeelde den 26-jarigen bakkersknecht
H. Siemons, wegens poging tot moord op
den kruidenier Kruiger, in de Marnixstraat,
tot 8 jaar gevangenisstraf.
De veroordeelde heeft hooger beroep
aangeteekend.
Voor het gerechtshof te 's-Graven-
hage werd tegen D. de V., 49 jaar, en
C. B.arbeiders te Zlerikzee (de laatste
was niet verschenen), door de rechtbank
aldaar veroordeeld resp. tot 1 jaar en 1
maand gevangenisstraf, wegens diefstal In
vereeniging gedurende den voor de nacht
rust bestemden lijd op een besloten erf
van konijnen, bevestiging gevorderd.
De verdediger mr. J. van Kuyk, advocaat
te 's-Gravenhage, verzocht schorsing van
het onderzoek om alsnog een getuige te
hooren, ter- ontlasting van De V. Z. i.
was de diefstal alleen door B. gepleegd,
die vroeger bij den bestolene in dienst is
geweest en den toestand op diens erf
kende.
Tegen J. V., 44 jaar, varkenskoopman
te Oud-Vossemeer (niet verschenen), A.
H., 34 jaar, koopman te Zundert, M. v.
V.23 jaar, koopman te Oud-Vossemeer,
en W. B.32 jaar, veekooper te Tholen
(niet verschenen), door de rechtbank te
Zierikzee terzake van wederspannigheid
met vereenigde krachten tegen den ge
meente-veldwachter van Scherpenisse, B.
Jobse, in de herberg van Groenewegen,
welke eenig lichamelijk letsel ten gevolge
heeft gehad, de beklaagden V. en H.
wegens eenvoudige wederspannigheid ver
oordeeld ieder tot 1 maand gevangenisstraf,
werd na verhoor van den veldwachter en
den kastelein bevestiging gevorderd.
Adv.-gen. mr. Reitsma sprak daarbij als
zijn oordeel uit, dat men bij het bepalen
der strafmaat voor dergelijke feiten niet
te slap moet wezen. Het is van het hoogste
belang, dat waar het openbaar gezag op
treedt, dit gezag gehandhaafd worde. En
het publiek moet weten, dat een veld
wachter, optredend ter handhaving van
de openbare orde, een persona sacra is,
wiens bevelen opgevolgd moeten worden
en dien men van het lijf moet blijven.
De verdediger van bekl. v. V., mr. M.
Hartog, advocaat te Bergen-op-Zoom,
achtte niet bewezen dat deze de open
bare orde verstoorde, noch dat de kastelein
den veldwachter speciaal heeft verzocht,
v. V. uit de herberg te zetten.
Derhalve werd vrijspraak gevraagd,
althans een lichter straf. PI. hoopte dat
het Hof zich niet zou laten leiden door
de beschouwingen van den advocaat-
generaal, die vermoedelijk handelde in
opdracht van de bekende circulaire van
den Minister van Justitie.
Uitspraak in al deze zaken over 14 dagen.
De rechtbank te Rotterdam behandelde
Dinsdag de zaak contra den directeur-
uitgever van het Rotterdamsch Nieuwsblad,
wegens plaatsing van artikelen waardoor
thans verwoeste stad Messina, wier ligging
en schoon ik heb mogen bewonderen.
In mijn dagboek staat aldus te lezen:
Dinsdag 1 September op 't voordek van
de „Saxen".
Om toch vooral het gezicht op den
vuurspuwenden berg de Etna niet te missen,
dien wij nog bij nacht zouden naderen,
wat 't grootsche en treffende van den
aanblik niet weinig zou verhoogen, dacht
ons, stonden mijne vrienden en ik des
morgens om drie uur al op het voorste
gedeelte der boot, allen in dekens gehuld,
om tegen de koude nachtlucht beschut te
zijn. Geen onzer had ooit een vuur
spuwenden berg gezien, maar wel had
ieder onzer daar veel over gehoord en
gelezen. Gisterenavond hadden we daar
over druk gesproken met elkaar. (In mijn
gezelschap bevonden zich een Duitscher
en een Rus. Met ons drieën hadden we
de reis aanvaard, met het plan via Messina
o. a. Napels en Rome te bezoeken. 'Wij
waren samen ook in Smyrna geweest,
waar de Rus zich bij den Duitscher en mij
had aangesloten. De laatste, dien ik in
Konslantinopel had leeren kennen, was
tuinier van beroep. Dit tusschen haakjes,
bulten het dagboek, tot opheldering).
't Was een prachtvolle nacht met een
schitterenden sterrenhemel. Eerst vol ver
wachting, dat de berg spoedig in 't zicht
zou komen, dommelden wij later half en
half in, toen er niets kwam, want rondom
ons bleef het lucht, ruimte en water, wat
spoedig eentonig werd. Toen er einde
lijk een lichtend punt in de verte werd
ontdekt door enkele medepassagiers, ston
den we op, en nadat we ons met verre
kijkers hadden gewapend, werd dat licht
ook door ons gezien, doch slechts voor
korten tijd. Het was geen licht van de
Etna en verdween dra uit het vorschend
oog. 't Zal het licht geweest zijn van een
voorbijvarend schip.
Uren gingen er nu voorbij onder het
eentonig ruischen der zee, zonder dat er
iets bizonders viel op te merken.
Te 6 ure was er nog niets te zien, wat
geleek op een vuurspuwenden berg; zelfs
geen kust viel er waar te nemen.
Maar achter ons kwam de zon op. Als een
groote, roode vuurschijf, verhief ze zich
langzaam uit het water, en verspreidde een
wonder mooien vuurgloed over de golven,
't Was werkelijk schoon, en beloonde,
ook al hadden we geen vuurspuwenden
berg te zien gekregen, ruimschoots de
moeite van vroeg opstaan.
Na vijf minuten reeds was de zon geheel
boven den waterspiegel gerezenen ze
steeg hooger, steeds hooger en werd
kleiner en bleeker. Weldra werd zij zóó
scherp, dat het pijnlijk was voor de oogen
om langer van den prachtvollen aanblik
Ie genieten.
Maar nog steeds geen Etna.
Eindelijk, te omstreeks 7 uur, land in
zicht 1
We naderden de Italiaansche kust nu
vrij snel; steeds duidelijker kon zij worden
waargenomen, 't Zag er woest, bergachtig
uit, niet grootsch, wel schoon. Ook waren
er plekken grijs zonder weelderigen planten
groei, maar toch veel levendiger dan de
Grieksche kust, welke we verlaten hadden.
Mijn reismakker werd opgewonden, toen
hij '1 zoo lang verbelde Italië eindelijk met
eigen oogen aanschouwen mocht en hief
vol „begeisterung" aan 't reeds zoo vaak
van hem gehoorde:
„Italia, du Wonnetand,
Mein Herz sdilagt dir entgegen,
Du Rosengarten, wie verwandl,
Scheinst du mir allerwegen".
Aan de linkerzijde, uit een wit waas,
verheft zich eindelijk in de „dlzige" verte,
de lang verbeide Etna. Doch welk een
ontgoocheling! In plaats van vuur en rook,
zooals de meeste passagiers zich voorgesteld,
en elkander geschilderd hadden, zagen wij
slechts een zeer grooten kegelvormigen
berg, en ontdekten ten slotte met een verre
kijker en een goede dosis verbeelding
een beetje rook, dat wij eigenlijk ook be
slist wilden zien.
Bijna alle kijkers op 't schip waren op
de Etna gericht, en overal hoorde men
uitroepen van teleurstelling, zoo onschuldig
en gewoon zag ze er uit.
De bel voor 't eten ging. Messina in
zicht! Daar zullen we straks aan wal gaan.
Woensdagmorgen 2 September. (Capri
in zicht; op de „Saxen").
De Etna heeft gisteren ook van nabij
niet aan de verwachtingen beantwoord.
Geen rook, geen vuur, geen gerommel.
Een majestueuze, groote, rustige, kegel
vormige berg, doch zich in niets van de
andere toppen onderscheidende.
De straat van Messina was schoon.
Vooral 't eiland Sicilië bood een magni-
fieken aanblik met de hooge bergen (hooger
dan die op Italië's vasteland), aan den
voet waarvan een prachtig groene zoom
zich als een groote tuin uitstrekte langs
de blauwe golven der Middellandsche
Zee. Half in 't groen verscholen, trokken
de groote mooie villa's, de zomerverblijven
van rijke Italianen, onze aandacht. De
trein Syracuse—Messina slingerde zich
door dezen schilderachtigen groenen band
en scheen met ons verstoppertje te spelen,
door telkens weer in tunnels te verdwijnen,
om kort daarna met hoog opstijgende witte
rookwolken weer te voorschijn te komen.
Zoodra de „Saxen" hare ankers in de
groote breede haven van Messina had uit
geworpen, spoedden wij ons de (nu door
de aardbeving geheel verwoeste) stad in,
om een bezoek te brengen aan den be
roemden Dom, en aan 't Campo Santa
(kerkhof), één der schoonste doodenakkers
van Italië. (Ook die Dom en dat pracht
volle kerkhof met zijn vele monumenten,
één van de schoonste van Italië, zijn door
de aardbeving tot ruïnes gemaakt).
Vluchtig doorliepen wij den grooten
Dom, en we hadden gelegenheid 't groote
aantal prachtige beelden en schilderijen
te bewonderen, alsmede de vele rijke
altaren. (Van dat alles is nu niets meer
over; de aardbeving heeft alles tot gruis
gemaakt).
Twee bedel jongetjes waren met ons de
kerk ingeloopen en drongen zich thans
als gids op door maar aldoor vóór ons
uit te trippelen en bij elk beeld of schil
derij, 't welk wij nauwkeuriger bezagen,
een kleine explicatie te geven. Zij wezen
ons met veel ijver op twee groote sarko-
phagen, waar volgens hun verhaal twee
pausen zouden zijn begraven.
Toen we bij 't verlaten van het pracht
volle gebouw hun elk een soldi gaven,
bedankten ze haastig en liepen op een
drafje de straat in, welke wij doorgekomen
waren.
Wij zetten koers naar 't Campo Santa
(het kerkhof). Na een flinken voettocht,
dwars door de stad, bereikten wij eindelijk
ons doel. De stad zelve, een zeestad, met
ruime straten en groote gebouwen, (alles
nu lot een puinhoop gemaakt), was wel
Interessant, maar vies en vuil. 't Kerkhof
daarentegen werd keurig netjes onder
houden, en maakte een grootschen indruk,
door de vele groote marmeren gedenk-
teekenen, bustes, profielen enz., alles ge
tuigende van kunstsmaak en rijkdom.
De aanleg met lanen en laantjes en
slingerpaden langs cypressen, agaves, rodo-
déndrons en geraniums (hiervan struiken,
heesters, ja zelfs groote boschjes), deed
ons denken aan een wandeltuin en weinig
herinnerde mij aan de sombere Holland-
sche doodenakkers. De ligging was terras
vormig.
Langzaam klommen wij hooger langs
dichte slingerpaadjes. Op het op één na
bovenste terras stonden groote gebouwen,
waarin zich honderden grafkelders bevon
den. De inrichting was mij evenwel niet
geheel duidelijk. Nog een terras hooger
weer rijke monumenten en gedenksteenen
en op den achtergrond een kleine kerk,
waar zeker de lijkdiensten werden ge
houden.
Van af dit laatste terras hadden wij een
prachtigonvergetelijk panorama over
Messina en de straat van Messina, welke
thans aan onze voeten lagen. (En dat
alles is nu één woestenij geworden, in
twaalf seconden
Bij onzen terugtocht trakteerden wij ons
zelf op een glaasje echten Sicillaanschen
wijn, „vino di Messino", en klonken wij
op een gelukkige reis door Italië. De wijn
liet zich na den tocht uitstekend smaken,
en in opgeruimde stemming, met een
flesch „vino di Messino" ad 50 centesimo
in den zak, keerden wij naar boord terug.
De waard, bij wien wij hadden opge
stoken, had het vrij druk met klein-
verkoop in fleschjes, en telde onder zijn
klanten vele vrouwen, van wie enkelen
bij 't verlaten van den winkel reeds een
teugje uit 't fleschje namen.
Na bij de haven nog eenige ansichten
gekocht, geschreven en gepost te hebben,
begaven wij ons aan boord, 's Avonds
lichtte de „Saxen" de ankers en zette koers
naar Napels, 't Was reeds donker, toen
wij de Stromboli passeerden.
Thans Capri in 't zicht, vlak vóór den
boeg; en spoedig zullen wij genieten van
het zoo geroemde panorama op Napels,
waaraan het gezegde is ontleend: „Zie
Napels en sterf dan
Wyckel. S. H.
(Wordt vervolgd).