ZIEItlKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 14 Januari 1909. BLOOKER'S CACAO i e r i k. z e e s c h. e Couran t;). Afsluiting weg. VOOR ITALIË. DAALDERS Algemeen Overzicht. NiEUWSTIJD!N6EN. ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit blad, dat lederen DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10 per jaar bij vooruitbetaling. 65ste JAARGANG. - No. 8720. Uitgever-Hoofdredaoteur s A. FRANKEL. Directeur: A. J. DE LOOZE. Redacteur: J. WAALE. ADVERTENTIËN. Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2 ure. Gevonden op den openbaren weg: Een bijbeltje. Inlichtingen te bekomen aan het Bureau van Politie te Zierikzee, van des morgens 10 tot 12 en des namiddags van 2 tot 4 en 8 tot 9 uur. De Commissaris van Politie, R. P. BRONS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat de termijn, door Gedeputeerde Staten dezer Provincie gesteld in hunne beschikking van den 13 November 1908, no. 139, 2e afdeeling, tot afsluiting van het ge deelte van den Grachtweg en van het voetpad langs den Grachtweg (nos. 13 en 59 van den ligger der wegen en voetpaden in de gemeente Zierikzee), begrepen tusschen den Dwarskrenge- weg en den Zandweg voor het verkeer, verlengd is tot en met 31 dezer. Zierikzee, den 12 Januari 1909. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. C. MOOLENBURGH, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Toen wij een week geleden de ont zettende ramp schetsten, die de aardbeving in een deel van het land had aangericht, dat door de geschiedenis van het groote volk, hetwelk er eens woonde, algemeen bekend is, om de schoonheid der natuur bewonderd wordt, gelijk de velen, die het jaarlijks bezoeken, getuigen, en door het schitterend vernuft van groote geesten heeft uitgeblonken, dachten wij, dat zich te dezer stede wel een comité zoude vormen, teneinde door het inzamelen van gelden tot leniging van den nood mede te werken. Inderdaad had onze burgemeester, mr. H. C. Moolenburgh, gelijk wij nog aan het slot van ons artikel mededeelden, het voornemen een dergelijk comité in het leven te roepen, maar werd, gelijk Zijn EdelAchtbare ons heden mededeelde, hiervan weerhouden door het besluit van het Nationaal Comité te 's-Oravenhage, dat de taak der inzameling aan de pers in Nederland opdroeg. Hoe vereerend wij die taak ook vinden, wij aarzelden bij de gedachte, dat velen zullen denken, „het hemd is ons nader dan de rok", een oogenblik haar te aan vaarden. Slechts een oogenblik. Want de herinnering aan den aard en omvang van de vreeselljke ramp, die ItaliS ge troffen heeft, en die nu nog vergroot is, door dat, gelijk de telegraaf ons heden meldt, een nieuwe ontzettende aardbeving door geheel Toscane gewoed heeft, deed ons denken aan den plicht der algemeene menschen- liefde, die ons voorschrijft bij de betrachting van humaniteit niet op de grenzen van landen en volken te letten, noch op andere scheidsmuren, maar alleen te vragen: zijn zij, die hulpe van noode hebben, onze evenmenschen, onze broeders en zusters. Veel is reeds gegeven, maar ook veel is van noode. Daarom helpt. Een ieder geve iets, opdat opnieuw blijke, dat het hart der Zeeuwen gevoel vol klopt voor hen, die, al wonen zij ook in een ander land, door het ongeluk ge troffen zijn. Indien, wat de Hemel moge verhoeden, onze provincie door een zeebeving mocht getroffen worden, zoodat duizenden om kwamen en duizenden hun vermogen, hun bestaansmiddel verloren, zouden wij dan niet verheugd zijn, indien ook uit het buitenland hulp voor ons kwam opdagen? Daarom helpt. Een ieder geve iets. De directie en de redactie van dit blad verklaren zich bereid gitten voor dit doel in ontvangst te nemen. Sta er op te ontvangen; is goedkoop en goed. Het schijnt, dat de vreedzame revolutie in Venezuela, waardoor aan het schrik bewind van den zich rijk gestolen hebbende Castro een einde kwam, hoofdzakelijk het werk is geweest van Amerikaansche geld mannen, die bij een ommekeer finantiëel belang hadden. Het schijnt ook, dat de Neder- landsche regeering van den toeleg dier geldmannen volkomen op de hoogte is- geweest, en dat zij dien, voor zoover haar dit doenlijk was, gesteund heelt. Hoogst eigenaardig is het, dat regeeringspersonen, die in hun eigen land onder anti-revolntion- naire vlag varen, in een ander land mede werken tot het totstandkomen van een revolutie, omdat die in hun politieke kraam zoo goed te stade kwam. Inderdaad is dan ook de omwenteling in Venezuela, die wij op zich zelve beschouwd als een zegen voor dit land achten, aan onze regeering van groot nut geweest, nu zij gelukt is, want zij heeft niet alleen een einde gemaakt aan Castro's bewind, maar ook een bloedigen oorlog voorkomen en den weg geopend voor een vreedzame oplossing der hangende geschillen tusschen Venezuela en Nederland. Zoo kan, de anti-revolutionnaireu mogen hieruit leering trekken, een revolutie een zegen zijn, niet slechts voor het volk, waarbij zij plaats heeft, maar ook voor andere naties. Zoo was ook de Fransche revolutie, ondanks het vele bloed, dat gevloeid heeft, toen zij ontaardde, in haar oorsprong, doel en gevolgen een zegen niet slechts voor het Fransche volk, maar voor de geheele menschheid. Onder den indruk van eenige afgrijselijke moorden, en onder den invloed van de publieke opinie, die niet altijd een be trouwbare leidsvrouw is, heelt de Fransche volksvertegenwoordiging, door de ver werping van het voorstel tot afschaffing der doodstraf, die tengevolge van de voortdurende toepassing van het recht van gratie in onbruik was geraakt, uit drukkelijk gehandhaafd. Naar aanleiding van die uitspraak heeft de President der Republiek, Faillières, verklaard, dat hij tegenover de uitgesproken meening der Kamer van Afgevaardigden zijn beginsel, stelselmatig gratie te verleenen, grond wettig niet kan handhaven, en dat hij zich daarom voortaan zal houden aan het door de Commissie van gratie uitgebracht advies. Nu zaten in de Fransche ge vangenissen, nadat de Kamer tot behoud der doodstraf besloten had, 22 ter dood ver oordeelde personen, die allen met het oog op de omstandigheid, dat de President der Republiek steeds gewoon was gratie te verleenen, niet anders verwachtten, dan dat op hun verzoekschrift om gratie goed gunstig zou worden beschikt. In die verwachting zijn reeds vier teleurgesteld, want hun verzoek werd afgewezen, zoodat het woord aan den beul was, die met hun executie belast werd. De guillotine werd uit haar verblijfplaats, waarin zij jarenlang gerust heeft, te voorschijn ge haald, en vóór de deur der gevangenis opgeslagen. Uit al de omliggende gemeenten stroomde het volk in drommen naar Béthune, teneinde het Ijselijk tooneel der guillotineering te aanschouwen. Treinen en trams waren opgepropt met menschen, teneinde zich in den aanblik van het niet alledaagsche schouwspel, vier menschen te zien onthoofden, te verlustigen. Höteis en koffiehuizen waren stampvol. Men lachte en schertste alsof het een komedie voorstelling gold, die men ging bijwonen. Gedurende den geheelen nacht, die aan de terechtstelling voorafging, was het een vroolijke drukte in de straten van Béthune. Één der vier ter dood veroordeelden, die des avonds nog niet wisten, dal zij den volgenden morgen de eeuwigheid zouden ingaan om voor den Allerhoogsten Rechter te verschijnen, hoorde in de gevangeniscel de drukte der straat, en begreep haar beteekenis. De vier werden achtereen volgens door den beul Deibier, ten aan- schouwe van een groot publiek, geguillo tineerd. Onder dat publi< k bevonden zich ook bloedverwanten van personen, die door de vier terechtgestelden vermoord waren geworden. Men had voor hen de beste plaatsen gereserveerd, opdat zij zich aan den aanblik zouden kunnen verzadigen. Zij, die voorstanders van de doodstraf zijn, omdat zij meenen, dat zij een af schrikwekkende uitwerking heeft, zullen zeker nu wel van hun waan genezen zijn, en tot het inzicht gekomen, dat haar toe passing integendeel in hooge mate demo- raliseerend op den mensch werkt, en in hem het beestelijke te voorschijn roept. Moelai Hafid is thans door de Mogend heden officiéél als Sultan van Marokko erkend. Zijn broeder, Moelai Mohammed, die bij het volk zeer populair was, en daardoor een gevaarlijke pretendent voor den troon was, is Ie Fez, waar hij gevangen Zat, onverwachts overleden. Als men dat leest, denkt men onwillekeurig aan het bljbelsche verhaal van Kaïn en Abel. Het graf van den overleden eersten minister Abdoel Azis is door een onverlaat geschonden. Deze heeft van het lijk het hoofd afgesneden, en dit hierop aan een stadspoort vastgenageld. Men heeft echter den grafschender ontdekt en gevat. Op een ezel moest hij, ten spot der menigte, door de stad rijden, waarop hij gegeeseld werd, en in de gevangenis geworpen. De Italiaansche Kamer heeft tot den wederopbouw van Messina en Reggio besloten. Men heeft het plan de huizen zoodanig te bouwen, dat zij tegen een aardbeving bestand zijn. Het schijnt, dat de Japansche bouwlieden, die men wenscht te raadplegen, deze kunst verstaan. Tal van kinderen heeft men onder de puinhoopen levend gevonden. Daar men niet weet, wie hun ouders en familie zijn, en of deze nog leven, heeft de Staat besloten hen als kinderen des vaderlands aan te nemen en tot hun meerderjarigheid op te voeden. De gewezen Minister Nasi, die van het kamerlidmaatschap vervallen was verklaard, is te Trapani bij enkele candidaatstelling aid lid der kamer gekozen. PORTUGAL. Lissabon, 9 Jan. Er is een aardschok gevoeld te Azaruja en Ie Arrayoleos bij Evora. De verschrikte bevolking vluchtte uit de huizen. Er werd geen schade veroorzaakt. ITALIË. Uit geheel Midden-llalië komen be richten van zware sneeuwstormende telegrafische en telefonische verbinding tusschen Milaan en Rome is verbroken. RUSLAND. Uit Libau, in Polen, wordt melding ge maakt van den dood van een bekenden man in die plaats, met name Tagakis. Hij werd doodgevroren gevonden In zijn kamer, die, in weerwil van de barre koude, niet verwarmd was. Deze Tagakis had vele millioenen, maar hij leefde als een echte vrek. FRANKRIJK. Parijs, 11 Jan. De ministerraad besloot een credlet van 1 millioen francs aan te vragen voor hulp aan Zuid-Italië. Béthune, 11 Jan. Vanmorgen om kwart over zevenen heelt de terechtstelling plaats gehad van Canut-Vroman, Auguste Pollet, Theophile de Roo en Abel Pollet, ter dood veroordeeld wegens een reeks misdaden, bedreven in het noorden van Frankrijk. Er had geen enkel incident plaats. De ter dood gebrachten behooren tot de zoogenaamde bende van Hazebrouck, die langen tijd de schrik is geweest van Noord-Frankrijk. Zij ontzagen niemand en niets en vooral oude menschen, bij wie spaarduitjes vermoed werden, moesten het ontgelden. Zij onderwierpen hun slacht offers aan de wreedste folteringen en het is zelfs voorgekomen, dat zij een ouden man met de naakte voeten boven een vuur legden, om hem te dwingen de bergplaats van zijn schat op te geven. Abel Pollet heeft zelfs bekend zich aan meer dan 200 misdaden te hebben schuldig gemaakt. Zooals men weet, zitten er nu nog 18 ter dood veroordeelden in de Fransche gevangenissen. De president der republiek heelt er zes van begenadigd. Vijf hunner hebben levenslangen dwangarbeid gekregen, de zesde 20 jaren. Met de andere gevallen houdt men zich nog bezig. Ondertusschen is er gisteren weer een man te St.-Omer ter dood veroordeeld. Bordeaux, 9 Jan. De oud-minister van binnenlandsche zaken, Paul, tbans gevol machtigd gezant en door de Venezolaansche regeering van generaal Gomez met eene zending naar Europa beiast, is hedenavond met het stoomschip „Perou" alhier aange komen. Hij begeeft zich morgen naar Parijs, waar hij een onderhoud met den minister van buitenlandsche zaken hoopt te hebben en ook den afgezant der regeering te 's-Oravenhage hoopt te ontmoeten. Paul deelde aan een journalist mede, dat zijn zending ten doel heeft den tegenwoordigen toestand van Venezuela te bespreken. Venezuela, zeide hij, heeft mij opgedragen te streven naar een volkomen vreedzame en minnelijke oplossing van de aanhangige geschillen. Wat Frankrijk betreft heeft Venezuela den eersten stap daartoe gedaan door goed te keuren, dat de Braziliaansche gezant Frankrijk vertegenwoordigt. Hij is van oordeeldat Venezuela's geschil met Frankrijk zeer gemakkelijk is op te lossen door een schikking, welke aanstaande is. Het geschil met de kabelmaatschappij zal worden geregeld door een bizondere schikking. De heer Paul heelt dezelfde crediet- brieven als voor Frankrijk ook voor Nederland, Engeland, Italië en Duitschland medegebracht. Naar Engeland gaat hij alleen als bewijs van goede gezindheid. Wat Nederland betreft, vervolgde hij, Venezuela heeft de twee decreten, die het vervoer naar Trinidad en Curatao verboden, ingetrokken. De regeering te 's-Graven- hage moet nu een afgezant benoemen om met mij te onderhandelen over een definitief herstel van de diplomatieke betrekkingen. Dien afgezant hoop ik te Parijs te vinden. Wat Italië betreft, hebben wij geen be langrijke eiscten. Wij moeten alleen spreken over de Italiaansche landverhuizers, die naar Venezuela komen. Aan Duitsch land heb ik alleen een blijk van goede gezindheid te geven. De heer Paul zette vervolgens de oor zaken der beweging uiteen, die tot den val van Castro heeft geleid. De aanleiding tot dien val was het verschil tusschen de politieke wenschen des volks, zoowel wat het buiten- als wat het binnenland betreft en die van Castro. Daardoor ontstond een toestand, waardoor de onafhankelijkheid des lands in gevaar gebracht kon worden. Verder sprekende over de jongste om wenteling en de oorzaken daarvan, zei Paul, dat de omverwerping van het gezag van Castro voortsproot uit de noodzakelijk heid om maatregelen te nemen ter vermijding van allen strijd met Nederland die aanleiding kon geven tot een inter nationalen oorlog of wel een omwenteling, daar Nederland de met Venezuela in 1894 gesloten overeenkomst, waarbij het zich ver bond geen handel in wapenen of het smeden van revolutionnaire samenzweringen toe te latenhad ingetrokken. Daarenboven brachten de Nederlandsche pantserschepen op de kust, die daar kwamen om zich meester te maken van Venezolaansche militaire transporten, de regeering te Caracas in een moeilijken toestand tegenover de revolutionnairen. Toen dacht ik, als minister van buiten landsche zaken, dat wij rekening moesten houden met de noodzakelijkheid, en met Nederland moesten onderhandelen om een vreedzame oplossing en aan de regeeringen, met welke Venezuela geschillen heeft, moesten toonen, dat wij gezind waren tot een minnelijke schikking. Paul spreekt voorts nog over de samen zwering tegen Gomez. „De toestand van Castro", zei hij ten slotte, „is die van een man, die zich verzet tegen de wenschen en verlangens van zijn land". Toen de journalist vroeg, of Castro zal terugkeeren naar Venezuela, antwoordde Paul„Het volk zal daarover beslissen". Dr. Paul, de vertegenwoordiger van Venezuela, vertrok te elf uur 's morgens met den sneltrein, om 6 15 's avonds te Parijs aan te komen. Hij was vergezeld van den Venezolaanschen gezant te Parijs, een geneesheer en drie andere personen. De consul te Bordeaux begroette hem aan het station. NEDERLAND. Maastricht, II Jan. Uit het krank zinnigengesticht te Venray is Zaterdag middag, naar de L. K. meldt, voor de tweede maal ontvlucht, binnen enkele maanden, Hermanus Leenders, geboren alhier, bekend als de hoofdman van de internationale dievenbende, die geruimen tijd de omstreken van Maastricht, Luik en Visé onveilig heeft gemaakt. Leenders werd door de rechtbank te Maastricht destijds veroordeeld tot 8 jaren gevangenisstraf en t jaar wegens poging tot moord. Nadat L. eenigen tijd in de gevangenis had doorgebracht, werd hij krankzinnig verklaard, en zijn plaatsing in een krank zinnigengesticht bevolen. Enkele maanden geleden werd L., na te Venray ontvlucht te zijn, door de ge- meente-politie te Maastricht in de Stok straat aangehouden, en weer naar het gesticht op transport gesteld. De man is nog niet aangehouden. Utrecht, 11 Jan. Bij den Vleutenschen oveiweg alhier was hedenmorgen één der overweg-wachters bezig vuil uit de rails te verwijderen. Daarvoor bevond hij zich in gebukte houding op het spoor, waarlangs, naar hij meende, de Berlijn-Express. trein 72 der Hoilandsche Spoor, die te 7,32 van Hoek- van-Holland te Utrecht moet aankomen, reeds was gepasseerd. De expiess was echter 20 minuten in vertraging. De ongelukkige werd door den trein in volle vaart als 't ware doormidden ge reden. Hedenmorgen schoot de portier De P., van de Aalmoezenierskamer alhier, met een revolver op den bode C. J. A. Baan die inrichting verbonden. B. werd gelukkig niet ernstig getroffen en kreeg slechts een schampschot aan het hoofd. De oorzaak van dezen aanslag was, dat de portier met den bode eenige dagen geleden on aangenaamheden had gehad, waardoor P. zijn ontslag aan die inrichting moest nemen. De dader werd onmiddellijk door de politie aangehouden. Rotterdam, 11 Jan. Ten huize van J. van Wingerden aan de Noozemanstraat no. 63, alhier, woonde als kostganger in de 29-jarige timmerman David Woerlee, uit Gouda herkomstig en tijdelijk werk zaam aan een fabriek aan den Heyschendijk alhier. Deze timmerman heeft verkeering met de 27-jarige dienstbode Huigje Moer kerk, die dienstbaar is bij de dames Z. op den Nieuwen Binnenweg no. 253. Zooals meer gebeurde, bracht Huigje Moerkerk, die gisterenavond haar uitgaans avond had, deze door in het gezin van Van Wingerden, waar haar vrijer thuis was. Zoo waren daar gisterenavond behalve dit paartje vereenigd een vijftal familieleden, waaronder ook Arie Moerkerk, de broeder der dienstbode. Tegen half elf stond Huigje op om naar haar dienst terug te gaan. Zij begaf zich naar de voorkamer op de eerste verdieping om haar mantel te halen en werd gevolgd door haar vrijer, die den ganschen avond erg stil geweest was, hetgeen zij hem ook zeide. Woerlee, een zeer jaloersch man, die zelfs niet zien kon, dat zijn meisje kinderen van anderen aanhaalde, verweet haar, dat zij meer van haar broeder Arie, dan van hem hield. Tegelijkertijd greep hij haar onverwachts beet en wierp haar op den vloer. En dadelijk daarop voelde zij zich gewond, waarop zij om hulp riep. Nu snelden de overige bezoekers van het gezin van Van Wingerden en ook haar broeder Arie toe, welke laatste, in de kamer gekomen, door een zijsprong een messteek ontweek, hem door den

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1909 | | pagina 1