ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Vrijdag 25 December 1908.
Tweede Blad.
(Z ierikzeesche
C o u r a n t).
NIEUWSTIJDINGEN.
Eenige weken aan 't Hof van
den Sultan van Turkije.
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit blad, dat iederen
DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland f 1,60 per 3 maanden.
Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10
per jaar bij vooruitbetaling.
65ste JAARGANG. No. 8712.
Uitgever-HoofdredaoteurA. FRANKEL.
Directeur: A. I. DE LOOZE. Redacteur: J. WA ALE.
ADVERTENTIËN.
Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inzending moet geschieden des Maandags-,
Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2 ure.
INDIË.
Batavia, 21 Nov. De le luitenant der
maréchaussée Van Holst Pellekaan, tijdelijk
civiel-gezaghebber te Telok Dalam, is li
uur gaans van die plaats verwond geraakt.
De Sum. Bode verneemt hieromtrent nog
het volgende:
Terwijl hij vóór het huis van den radja
van Hiiigeo met den tolk, afkomstig van
Goenoeg Sitolf, aan het registreeren der
bevolking was, werd hem plotseling door
één der op eenigen afstand staande dwang
arbeiders toegeroepen, dat aan de achter
zijde van het huis gewapenden te zien
waren, hetgeen, daar het dragen van
wapens verboden was geworden, op minder
goede gezindheid der naderenden wees.
De luitenant haastte zich naar het huis
van den radja, om zijn wapens te halen,
doch bekwam, terwijl hij op de trap was,
een houw over het linkerbeen. De tolk,
die geen kans zag te ontvluchten, hield
zich, om het hoofd te beschermen, beide
handen op den schedel, waardoor één der
aanvallers, die hem te lijf ging, hem met
zijn klewang beide handen afsloeg, waarbij
hij tevens nog wonden aan het hoofd
opliep. Van de aanwezige dwangarbeiders
werden 4 man zwaar gewond. De over
vallende troep bleek pl. m. 40 man sterk
te zijn, waarvan door het door de maré-
chaussées geopende vuur pl. m. 30 man
sneuvelden.
De luitenant v. H. P. is thans in het
militair hospitaal alhier opgenomen; ook
de gehavende tolk is thans hier. Zooals
men vernam, zou de laatste aan boord bij
den overvoer hierheen symptomen van
krankzinnigheid hebben getoond.
AMERIKA.
Uit New-York wordt d.d. 8 dezer het
volgende geschreven:
We hebben hier een verschrikkelijk
drogen zomer gehad. En nog steeds moeten
we het drinkwater voor ons zelf en voor
het vee halen uit de kreken. Sommige
farners moeten 4 5 mijlen ver loopen
on water te verkrijgen, en als ze er dan
nee thuis komen, is 't één stuk ijs. Gisteren-
norgen eindelijk heeft het geregend, maar
(én zoo'n bui geeft niet genoeg. Er is hier
ien plaats, Waterville genaamd, daar be
talen de menschen voor een 40-quart-kan
water 20—25 ets. 't Kon dus beter Droge-
ville genoemd worden.
TURKIJE.
Constantinopel waster' gelegenheid
der opening van het parlement, in feestdos.
De rijksbureaux en verschillende particu
liere instellingen waren gesloten en een
vroolijk gestemde menigte bewoog zich
langs de straten.
De sultan begaf zich naar het parlement
in een rijtuig met Kiamail-pascha en
Bourran Eddin, geëscorteerd door de cava
lerie van de garde. De keizerlijke prinsen
volgden in andere rijtuigen. De sultan
werd levendig toegejuicht.
In de troonrede, waarmede de sultan het
parlement heeft geopend, worden de groot
vizier en de ministers gehandhaafd in hun
functies en worden verschillende wetsont
werpen aangekondigd, meer speciaal zulke
ter verbetering der financiën. Tevens wordt
de hoop uitgesproken, dat iedereen zal
medewerken tot den voorspoed en de
welvaart van het land.
De troonrede behandelt verder in hoofd
zaak de volgende punten. Eerst wordt
uiteengezet, dat de ongunstige omstandig
heden van het land het vroeger noodzakelijk
hadden gemaakt de grondwet buiten werking
te stellen, maar dat thans, dank zij de
uitbreiding van het onderwijs en de
algemeene verbetering in den toestand,
het mogelijk is geworden haar weder te
herstellen.
Verder wordt verklaard: De vorst van
Bulgarije, gouverneur-generaal van Oost-
Roemelië, heeft zijn trouw opgegeven en
de onafhankelijkheid van Bulgarije gepro
clameerd. Oostenrijk-Hongarije, dat bij het
verdrag van Berlijn was belast met het
voorloopig bestuur over Bosnië en Herze-
gowina, heeft déze provincies ingelijfd. De
sultan spreekt verder de vaste hoop uit,
dat er met medewerking van de groote
mogendheden een gunstige oplossing zal
worden gevonden voor deze geschillen.
Na de voorlezing van de troonrede
herhaalde de sultan zijn eed op de grond
wet. Toen de sultan vertrokken was,
kwamen alle afgevaardigden successievelijk
den eed in handen van den grootvizier
afleggen.
Den volke werd de opening van het
parlement door 101 kanonschoten kond
gedaan.
Nog hebben hun gelukwensch aan het
Turksche parlement gezondenDe Italiaan-
sche Kamer en senaat, 't Servische Skoept-
schina, de Bulgaarsche regeering, en de
senaat der Vereenigde Staten.
RUSLAND.
In de Russische Novembermaand (13
Dec. van onze tijdrekening afgesloten) is
het aantal terechtstellingen in 't Russische
rijk weder aanzienlijk gestegen; het be
draagt n.l. 82, tegen 53 in October, terwijl
tegelijkertijd in November 210 doodvonnis
sen door de krijgsraden zijn uitgesproken.
In den loop der laatste elf maanden ziju
1691 personen ter dood veroordeeld en
663 terechtgesteld.
FRANKRIJK.
Chambery, 20 Dec. Kardinaal Lecot,
aartsbisschop van Bordeaux, is op zijn
doorreis plotseling gestorven in een hotel
alhier.
(Kardinaal Lecot was op de doorreis
van Rome naar Lyon en voorzien van
pauselijke instructiën, die hij moest mee-
deelen aan de Fransche prelaten der
zuidoostelijke departementen, welke ver
gaderd zijn onder voorzitterschap van
kardinaal Coulllie.
De overledene was één der vier kardinalen
van Fransche nationaliteit en behoorde tot
de vrijzinnige kerkvorsten, die de scheiding
van kerk en staat aannemelijk achtten en
in dezen zin aan Rome adviseerden.
Hij was één der eersten, die met
kardinaal Lavigerie den republikeinschen
regeeringsvorm aanvaardden, overeenkom
stig de desbetreffende encycliek van
Leo XIII. Hij steunde bij de laatste conclave
de candidatuur van kardinaal Rampolla.
Lecot, die 78 jaar oud geworden is,
heeft aan tal van aanvallen in de bladen
der anti-republikeinsch gezinde Katholieken
blootgestaan. Naar 't heet, heeft de kardi
naal zijn einde voelen naderen en heeft
hij tot zijn laatste reis naar Rome plotseling
besloten, omdat hij nog eenmaal den paus
wenschte te zien, dien hij zoo lief had.
Hij had 's avonds met zijn secretaris het
middagmaal in het hotel nog gebruikt en
scheen toen goed gezond. Terwijl zijn
secretaris naar het station was om plaats
te bespreken in den trein naar Lyon, werd
hij door een beroerte getroffen. Naar 't heet
heeft zijn laatste gesprek met den pans
geloopen over de middeien, waardoor in
den materieelen nood der Fransche
geestelijken te voorzien zou zijn. Hij stelde
zich veel voor van de bijeenkomst van
het Fransche episcopaat in het voorjaar
in Rome te houden voor de zaligverklaring
van Jeanne d'Arc.
Onmiddellijk is bericht van zijn overlijden
aan den paus gezonden, die zeer aangedaan
moet zijn geweest. Woensdag heeft te
Bordeaux de teraardebestelling van zijn
stoffelijk overschot plaats).
BELGIË.
Zaterdagnacht is te St.-Nicolaas brand
uitgebroken in een winkel van damesmodes,
wit goed enz. De huisbewoners waren
reeds gevlucht langs een achterpoortje.
De dochter, 22 jaar, liep terug om haar
hondje te redden, dat nog in het huis
was, de vader stond op de binnenplaats
in zijn onderkleeren, daar hij geen tijd
had om zich te kleeden. Hij zeide tegen
de blusschers dat hij zijn dochter ging
halen en liep het brandende huis binnen.
De commandant der gendarmerie wilde
hem naloopen om het meisje te redden;
doch de vader was hem zoover vooruit,
en de brand was zoo toegenomen, dat de
vlam den commandant den weg afsneed.
Het meisje werd nog aan het venster
van de 2e verdieping gezien met een
beddenlaken in haar hand, roepende:
Helpt mijl... Nauwelijks was de leer
buiten aan het venster gezet of de planken
vloer zakte onder haar voeten weg en zij
verdween in den vuurkolk. De vader werd
niet meer gezien.
Den volgenden ochtend vond men het
verkoolde lijk van het meisje. Dat van
den vader heeft men nog niet kunnen
vinden.
■EDERUIBD.
Arnhem, 21 Dec. Zaterdagavond waren
alhier in een logementje een 63-jarige
venter uit Zeist, zijn bijzit en een 23-
jarige koopman uit Arnhem.
De venter, die dronken was, zocht in
een jaloersche bul twist met den koopman,
die met de vrouw sprak en gaf hem een
klap, waardoor bij van den stoel rolde.
Daardoor zou een vechtpartij zijn ontstaan,
als de herbergier hen niet gescheiden had
en den venter buiten de deur gezet.
De koopman ging bij het buffet zitten,
dat bij de straatdeur was. De dronken
venter deed de deur los en wilde den
koopman naar buiten trekken, maar deze
weerde hem af en gaf hem een duw tegen
de borst, waardoor hij achterover viel,
met het hoofd op de straatkeien. Toen de
venter naar binnen gedragen werd, was
hij reeds een lijk. De koopman Is opge
sloten.
Zaltbommel, 21 Dec. Een droevig
ongeval had Zondagavond 7 uur op de
rivier de Waal plaats.
Teunlje Kaasjager, 16-jarige dienstbode
bij den heer Van Loenen, deurwaarder
alhier, begaf zich met de gierpont naar
den overkant om hare te Tuil wonende
ouders te bezoeken. Midden op de rivier
haalt de veerknecht het veergeld op. Het
meisje betaalt, keert zich om, loopt de
pont af en verdwijnt in de diepte.
Pogingen tot redding ztjn onmogelijk. Het
is donker, mistig weer en niets te zien,
geen kreet wordt gehoord. De sterke
stroom heeft het arme kind een graf bereid.
De ontsteltenis en droefheid én bij de
ouders èn in het gezin Van Loenen zijn
niet te beschrijven. Het meisje was ge
kleed in blauwe japon, zwarten mantel,
zwarten hoed, bruine of zwarte bont en
knoopschoenen. Mocht het lijk der onge
lukkige worden gevonden, dan wordt
hiervan ten spoedigste bericht verzocht
aan den commissaris van politie te Zalt
bommel.
Purmerend, 21 Dec. Jarenlang wist de
landbouwer J. Koeman, wonende te Oost
huizen, Westeinde, dat zich op 't erf
achter zijn woning een plekje gronds
bevond, waaruit warmte opsteeg. Sneeuwde
het 's winters, dan was dit stukje altijd
van sneeuw bevrijd.
De man scheen 't niet der moeite waard
te achten, hierover eens met anderen te
raadplegen. Later echter was de grond al
heeter geworden en begon zelfs te rooken.
Wederom eenigen tijd daarna scheurde
deze en spoot het water bruisend en
kokend uit de diepte, terwijl nu de rook
rondom 't water een uitweg zocht.
Door nieuwsgierigheid gedreven, be
proefde de man daar ter plaatse een kuil te
graven, doch moest dit onmiddellijk staken
wegens de geweldige hitte.
Ook heeft hij meermalen een onder-
aardsch gerommel gehoord, als van een
ver verwijderd onweer.
Nu maakte hij de zaak ruchtbaar, zoodat
den burgemeester zij weldra ter oore
kwam, die zich door persoonlijk bezoek
van het feit overtuigde.
Nog vreemder echter wordt de zaak.
Men heeft een kachelpijp genomen en
deze door 't kokende water gedeeltelijk in
den grond gedrukt. Nauwelijks was dit
geschied, of onmiddellijk vloog er een
vlam hoog boven de pijp uit. De burge
meester liet een deskundige komen, die
verklaarde, dat het een gasbron was. Men
kan echter moeilijk dit advies aannemen,
omdat men bij niet ééne bron, noch in
den polder De Zeevang, waaraan Oost-
huizen grenst, noch in Beemster, Purmer,
Wormer, of waar ook, uit de bronnen,
welke gas bevatten, en dat nu sedert
eenige jaren als lichtgas wordt gebruikt,
dergelijke waarneming heeft gedaan. Wel
is dit water iets minder koud dan het
polderwater, doch nergens is sprake van
kokend heet water of zelfontbrandend gas.
Meer en meer stroomen belangstellen
den toe, om dit voor ons land ongetwijfeld
merkwaardig natuurverschijnsel te bewon
deren. Men is beducht dat de grond
inwendig brandt, zoodat een mogelijke
instorting te eeniger tijd niet is uitgesloten
en een ware ramp daarvan het gevolg
kan zijn.
We achten het dringend noodig, dat
deze zaak zoo spoedig mogelijk aan een
nauwgezet wetenschappelijk onderzoek
wordt onderworpen, ook ter geruststelling
der omwonenden.
Zeist, 21 Dec. Alhier hield de 19-jarige
(Overgenomen uit het Nieuwsblad van Friesland).
VI.
Verdwaald te zijn op een heide, in een
bosch bij duisternis of mist, niet te weten
welken kant men uitgaat, waar de wind
streken zijn en hoe men weer op het rechte
pad zal komen, het moet een verbazend
vreemd gevoel zijn, heb ik wel eens ge
hoord van personen wien het overkomen
is, en te Konstantinopei heb ik het ook
ervaren, maar op een heel bizondere wijze:
ik ben verdwaald geraakt in den tijd.
Welk een vreemd gevoel dat voor mij
is geweest laat zich niet in woorden zeggen.
Men moet het zelf beleefd hebben om te
weten wat het is.
Ik wil beproeven den lezer eenig idee
te geven van mijn ervaring op dit punt.
Men moet weten, dat ik vergeten had mijn
horloge op te winden, zoodat het was
blijven stilstaan. Nadat ik het weer aan
den gang had gebracht ging ik naar den
chef van 't hoefbeslag, den Duitscher en
vroeg hem hoe laat het was, ten einde mijn
uurwerk naar den tijd te zetten. Hij kende
geen anderen tijd dan de Turksche en gaf
mij dien aan. Doch begrijpen deed ik er
niets van. Volgens zijn antwoorden zou ik
de eerste dagen 's morgens om pl. m. 11
uur zijn opgestaan en eerst om pl. m. 4
uur 's middags mijn eerste en om 11 4
12 uur mijn laatsten maaltijd hebben ont
vangen, terwijl ik om 3 4 4 uur naar bed
zou zijn gegaan, 't Was mij niet mogelijk
zelf eene schatting te maken, die eenig
vertrouwen verdiende, ik begreep er niets
van. Ik gevoelde zeer goed dat de Euro-
peesche tijd veel moest verschillen van
dien in 't Oosten, doch ik miste alle punten
van vergelijking en had geen flauw begrip
van het uur van den dag.
„Aan de zon hadt ge het toch wel ten
naaste bij kunnen zien", zal deze of gene
zeggen. Ja, maar hoe hoog klom die aan
den hemel? Bij 't hoogste punt had ik dan
12 uur kunnen rekenen. Waar was haar
hoogste punt, hoe laat kwam zij op en
hoe laat ging zij onder? Ik bevond mij
natuurlijk op eene geheel andere hoogte
en breedte dan in Holland en raakte geheel
in de war. Wanneer men thuis zijnde in
eene ons bekende omgeving van geen
„oere of tiid" weet, gelijk men wel zegt,
dan is dat nog niet zoo erg. Men heeft
onderscheidene zaken om zich heen, waar
naar men het uur van den dag wel ten
naaste bij kan schatten. Als men de menschen
naar het land ziet gaan te melken, als de
postbode passeert of de kinderen op het
pad zijn van of naar de school, dan heeft
men bij ons vertrouwbare aanwijzingen
maar niets van dien aard of daarop ge
lijkende vond ik in de mij geheel vreemde
omgeving, waar ik niemand kende, op
wiens doen ik te zeil kon gaan.
„Niemand", dat is te veel gezegd.
Één was er, die mij omtrent den tijd
toch iets vertelde. Het was de haan, die
met zijn harem in mijne nabijheid zat op
gesloten en eiken morgen zich liet hooren.
Ik heb zijn eerste kraaien geschat op vijl
uur 's morgens en daarnaar mijn horlogie
geregeld, doch het geleek niet naar den
tijd, waarop de Turken te zeil gingen. Het
verschilde eenige uren.
Naar den Turkschen tijd (4 la Turka)
werd 's morgens te vier ure het eerste
middagmaal opgebracht, naar den Ooster-
Europeeschen tijd (4 la Franka) was het
dan al elf uur, dus niet verre van middag.
Het tweede middagmaal verscheen
's avonds omstreeks elf uur 4 la Turka,
of pl. m. 6 uur 4 la Franka.
Men had er slechts twee maaltijden per
dag. Niets anders. Geen ontbijten of be
paalde uren van koffiedrinken gelijk In
ons land. Vreemd kwam het mij aan, dat
mij 's morgens na 't opstaan niets gepre
senteerd werd. Men kreeg noch te eten,
noch te drinken en eerst te elf ure of
omstreeks dien tijd werd het eerste middag
maal gebracht door een daarvoor expres
aangewezen bediende, die voor mij en
mijn naasten buurman had te zorgen. Mijn
middagmaal was beter en overvloediger
dan dat van hem. Ik had reden tot roemen
en hij geen reden tot klagen. Van mijne
restanten heeft hij evenwel dikwijls ge
profiteerd.
Voor ik dit middagmaal in de onder
deden ga beschrijven, wil ik even mede-
deelen dat ik 's morgens, zoodra ik gekleed
was, naar de fabriek toog, waar de kaimaks-
jibascha de melk kreeg van een of meer
boerderijen, die binnen de muren van 't hof
werden gevonden. Hij gaf mij van die melk
te drinken naar hartelust. Ook werd ik
spoedig zoo wijs, dat ik mijn vasten bediende
's morgens koffie liet zetten, wat hem
bizonder goed was toevertrouwd en toen
ik later geregeld de stad in ging, kon ik
daar kleine inkoopen doen, w. o. ver
snaperingen, dienstig ook om bij eventueel
bezoek te presenteeren.
Den roomboer, bij wien ook eieren waren
te vinden, schonk Ik af en toe een flesch
bier als contra-belooning: spek aan spinnen
al zoo.
Aardig was het hoe ik aan mijn eerste
eieren ben gekomen.
Ik trof den boer dicht bij de fabriek.
Hij had zijn handen en zakken gevuld
met eieren, stak de eene hand naar mij
uit als wilde hij zeggen: zijn dat geen
mooie eieren?
Ik knikte toestemmend en zeide „oui,
ouil" dat hij wel verstond.
Maar dit bleek zijne bedoeling niet, hij
wilde ze mij offreeren en wat deed hij
nu? Hij liet enkele in mijn zak glijden en
maakte met zijn mond een lekkersmakende
beweging, door mij verstaan en beantwoord
met een handdruk van dank.
Van zoo'n vreemde, zwarte Turk, die
mij nog slechts enkele malen had gezien,
vond ik het een aardige attentie. Waarlijk,
ik heb de Turken, waarmede ik in aan
raking ben gekomen tijdens mijn verblijf
in het Oosten, leeren kennen op lange na
niet zoo zwart als men ze hier te lande
wel afschildert. Er is wel land met hen
te bezeilen. Ik mocht ze wel lijden.
Thuis gekomen heb ik de eieren, die
ik uit mijn zak haalde, aan mijn bediende
gegeven om ze weg te bergen.
's Anderen morgens wilde ik ze hem
laten koken. Moestafa I riep ik. Onmiddellijk
verscheen hij in mijn kamer. Met de platte
handen gekruist op zijn lijf stond hij als
onderdanige mijne bevelen af te wachten.
Maar Ik zat met den mond vol tanden,
wijl ik geen woorden had om hem te doen
verstaan, dat Ik de eieren gekookt wenschte
te hebben.
Op een stuk papier, dat voor mij lag,
teekende ik nu een rondje, dat een el
moest verbeelden, en tastte ten overvloede
in mijn zak, waaruit de eieren te voorschijn
waren gekomen, wat hij gezien had. Maar
hij begreep mij niet, de goede Joris. Toen
liet ik hem hooren: kök-kdk-in-nei. Nog
niet. En daarop: kukele-kul Toen lachte
hij om ztjn eigen snuggerheid geloof ik
en wilde heengaan om ze te haten. Maar
ik hield hem tegen, omdat ik hem nog
aan 't verstand moest brengen, dat ze ge
kookt moesten worden. Dat had voeten in
de aarde. Eindelijk stak ik een lucifer aan,
hield het geteekende ei boven de vlam,
maakte toen een tikkende beweging op
den tafelrand en daarna een doppende
beweging met duim en vingers, welk een
en ander door hem begrepen werd, zoodat
ik eenige minuten later mijn gekookte eitjes
had, die zich uitstekend Heten smaken.
Na dien heb Ik nog dikwijls bij den room
boer aangeklopt en menig eitje van hem
cadeau gekregen. Geld wilde hij er niet
voor ontvangen. Het waren anders zijn
eigen kippen. Als ik het gewild had, zou
ik ook wel kippen hebben mogen houden.
Er waren meer kippenhouders onder het
dienstpersoneel.
Wyckel.
S. H.
(Wordt vervolgd).