ma
r".
Wal Vrijzinnige Christen geinen.
Moet de stalmest naar de
weide
ADVERTENTIEN.
2de aankoop Veevoeder,
den mede-minnaar, die bijna huilend den
lunchroom verliet, op wraak zinnend
Welnu, de zucht op wraak was geweldig.
Want juist op het oogenblik dat onze
sportvriend Zondagavond netjes gekleed
zijn huis wil verlaten, verschijnt de jonk
heer in zijn gang, houdt hem pardoes een
revolver voor en zegt:
„Het biljet of je leven".
„Dan maar liever het biljet", zei de
sportsman, die minder gesteld was op een
moordaanslag.
Maar heelemaal niet op zijn gemak heeft
hij tusschen de jongedames in, van „Die
Lustige Wittwe" genoten; de mede-minnaar
zat met geladen revolver achter hem. Hij
was ontzettend dankbaar, toen het doek
voor het laatst viel en hij de politie aan
gifte van de zaak kon gaan doen De
op liefdesdrama's beluste jongeling is toen
op het bureau Singel eventjes opgeborgen,
maar gisteren weer losgelaten; de sports
man heeft alles vergeten en vergeven, en
de juffers hebben gezworen zich nooit
meer iets van deze helden aan te trekken.
Dies staan ze in de kou, liever gezegd in
den mistl—
HIJ GIHG TROUWEN.
Als hoorende kinderen pas in de school
komen, kunnen zij goed spreken, kennen
een groot aantal namen van dingen, en
kunnen over die dingen hunne gedachten
uitdrukken.
Mèt doofstomme kinderen is dit geheel
anders; deze kunnen bij hunne intrede
in de school niet spreken, kennen geen
enkel ding bij den naam, kunnen hunne
gedachten alleen bij middel van een
beperkt getal teekens kenbaar maken.
Hoorende kinderen leeren overal: in de
school, tehuis, zelfs op straat. Doofstommen
echter moeten in de school alles leeren:
spreken op den mond afzien, taal. Daar
komt nog bij, dat een merkelijk getal
dezer ongelukkigen zwak van verstand zijn.
Dit komt, omdat bij sommige doofgeborenen
de hersenen gebrekkig ontwikkeld zijn,
terwijl bij een deel der doofgewordenen
de hersenen door ziekte geleden hebben.
Voor dezulken is het leeren dus dubbel
moeilijk.
In de school geeft men zich alle moeite,
om de doove kinderen te onderrichten;
maar als zij de .inrichting verlaten, zijn
zij nog verre van volleerd. Er blijft hun
nog heel wat te leeren; hunne opvoeding
is niet voltooid, veeleer pas begonnen.
De ouders, leerbazen, geestelijke over
heden en menschenvrienden moeten het
werk voortzetten, raad geven en helpen.
Er zijn nog een aantal zaken en toestanden,
waarover de ontslagen doofstommen geen,
of ten minste geen helder begrip hebben.
Er zijn ook dingen, waarover men in de
school niet kan spreken, die men beter
later bespreken kan, ja, soms bespreken
moet.
Volwassen doofstommen hebben dus
nog veel raad en hulp noodig.
Om een bewijs te geven, hoe verkeerd
doofstommen somtijds denken, diene het
volgende
't Is al verscheidene jaren geleden,
'k Was ijverig aan 't studeeren, als men
mij kwam zeggen, dat één mijner oud-
leerlingen mij verlangde te spreken, 't Was
Frans een brave jongen, 'k Liet hem
binnen komen. Frans was vermoeid; hij
kwam van verre; hij had drie uren te
voet afgelegd. Een paar dikke boterhammen
en een glas bier deden hem echter
spoedig de vermoeidheid vergeten. Alsdan
had tusschen ons beiden het volgend
gesprek plaats.
Frans. Mijnheer, ik kom u nieuws
vertellen.
Ik. Zoo, Frans, welk nieuws dan?
Fr. Ik ga trouwen, mr.
Ik. Ei, ei 1 Ik wensch u geluk,
Frans 1 Maar zijn uw ouders
daarmede tevreden?
Fr. O, ja, mr.! Vader en moeder
zeggen, dat het heel goed is.
Ik. En met wie gaat gij trouwen
Fr. Met een rijke jufvrouw.
Ik. (Verwonderd). Wat zegt ge,
Frans? Met een rijke jnfvrouw?
Dat is dan zeker een oude
jufvrouw
Fr. Neen, neen, mr.Een rijke,
jonge, schoone jufvrouw
Ik. (Nog meer verwonderd). Hoe
heet zij, Frans?
Fr. Dat weet ik niet, mr.
Ik. (Mijn verwondering werd natuur
lijk nog grooter). Weet gij dat
niet? Maar zeg dan eens, waar
zij woont.
Fr. Dat weet ik ook niet, mr.
Onwillekeurig krabde ik eens achter
mijnoor. 'k Begreep er niets meer van
iemand, die ging trouwen en niet wist,
hoe zij li toekomende heette, of waar zij
woondeHeel begrijpelijk begon ik de
zaak te mistrouwen. Ook bezag ik den
bruidegom nog eens goedeen echt
boertje met een hooge zijden pet op,
een jasje en een vest, die hem veel te
eng waren, en betere dagen gekend
hadden; een broek, welke lang geleden
nieuw was geweesteen halsboordje, dat
door zweet en stof van kleur veranderd
was, een paar groote, zware, lompe
schoenen, en daarbij een door de zon
verbrand, een weinig door de pokken
geschonden gezicht, een hoofd met
borstelige haren, een paar groote vereelte
handen. Is het wonder, dat ik het zaakje
niet vertrouwde? Ik vroeg hem dan nog
eens naar den naam zijner beminde, maar
ik kreeg ook nogmaals ten antwoord
dat hij haar naam niet kende. Maar, dan
voegde hij er bijGij weet dat wel mr.
Nu ging er mij een licht op, en begreep
ik de zaakFrans was bij mij gekomen in
de vaste overtuiging, dat ik hem een rijke
jufvrouw aan de hand zou doen om mede
te trouwen. Hij had eenvoudig gedacht r
„Als ik een rijke vrouw heb, moet ik niet
meer werken, dan kan ik alle dagen
lekker eten en drinken, schoone kleederen
dragen, in een rijtuig rijden, enz." Hij
kende dus de wereld niet.
Eerst zeide ik lachende tot hem
„Frans, ge komt te laatik heb wel rijke
jufvrouwen gekend, die gaarne wilden
trouwen, maar die hebben nu allemaal
een man".
„Dat is jammer", antwoordde hij, „dan
zal ik niet trouwen". En hij greep naar
zijn pet, om heen te gaan.
Doch ernstig geworden, hield ik hem
tegen, en deed hem verstaan, dat ieder
trouwt met zijn soort: armen met armen,
boeren met boerinnen, heeren met dames,
alsook, dat een jonge man, die trouwen
wil, genoeg moet kunnen verdienen, om
een huishouden te kunnen onderhouden,
enz. enz. Ik voegde er bij„Frans, gij
hebt uw ouders nog; dat is een groot
geluk voor u. Blijf bij hen, zoolang zij leven".
En Frans antwoordde: „Ja, mr., ik zal
bij mijn ouders blijven". Frans groette
mij, en keerde, zonder het minste blijk
van verdriet over zijn mislukte huwelijks
plannen, naar de ouderlijke woning terug.
Hij woont nog altijd bij zijn ouders.
De les was voor hem dus niet verloren
geweest, maar ook ik had er weer bij
geleerd, want ik had weer eens gelegenheid
gehad den geest van een doofstomme te
doorgronden, en de noodzakelijkheid in
gezien mijn leerlingen meer nog dan
vroeger voor het werkelijk leven te
bereiden.
Antwerpen. J. HOOERHEIJDE.
Ingezonden Mededeelingen.
(Onder verantwoordelijkheid van den Inzender).
Van 1-5 regels f 1,elke regel meer f 0,20.
Dankbaarheid van een Rotterdamsche.
Mejuffrouw W. Potters, Dirksmltstraat 20 te
Rotterdam, meldt ons: Het Is thans reeds vijf
jaren, dat ik veel geleden heb aan onuitstaanbare
pijn in den rug en in de lendenen en hevige
steken in de zijden, welke pijnen voortsproten
uit een ongesteldheid der nieren. Vooral wanneer
ik bukte was de pijn verschrikkelijk, en ik kon
me dan haast niet oprichten. Ik had voortdurend
een zwaar gevoel van vermoeidheid en lusteloos
heid, en mijn werk was mij een straf geworden.
Mijn urine liet veel bezinksel achter en was steeds
troebel, terwijl ik veel last had van dikke voeten
en enkels en duizelingen. Aan alles had mijn
ziekte tot nu toe weerstand geboden, doch toen
ik met Foster's Rugpijn Nieren Pillen begon,
kwam hierin dadelijk verandering, en één doosje
was reeds voldoende om mij een beduidende
verlichting te verschaffen. Van de pijn voelde
ik haast niets meer en ik was er als het ware
geheel van opgekwikt. Ik ben u zeer erkentelijk
voor uw onwaardeerbaar geneesmiddel en zal
dit gaarne aan diegenen aanbevelen, die in den
zelfden toestand verkeeren, als ik voorheen.
Ik ondergeteekende verklaar dat het boven
staande waar is en machtig u het publiek te
maken op elke wijze die u goeddunkt.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen genezen een
pijnlijke rug, rheumatische pfln, zwelling der
ledematen, onzuiver bloed, duizeligheid, slapeloos
heid, onregelmatige hartslag en werken den
schadelijken invloed tegen van thee, bier en
spiritualiën.
Waarschuwing. De lezers van dit blad worden
in hun eigen belang ernstig gewaarschuwd,
wanneer zij Foster's Rugpijn Nieren Pillen koopen,
om slechts die te verlangen en geen andere.
Ze zijn te Zlerlkzee verkr|gbaar b« den Heer
M. S. Polak, gedlpl. Drogist, en te Tholen
b| den Heer W. Potter, «Haal Apotheek
„Coronoe", Stoofstraat. Toezending geschiedt
franco na ontvangst van postwissel k f 1,75 voor
één of f 10,— voor 6 dooien.
„Wel, Peer, waar ga je nu met de kar
naar toe?" zoo vroeg baas De Wit aan
één zijner kennissen, Peer Bastiaans, die
in het vergevorderde najaar met een vol
geladen mestkar door het zandpad voort-
sjokte, dat langs De Wit's hoeve voerde.
Dat is gemakkelijk te raden, De Wit,
naar mijn weike, in de Knip, daar ben ik
verleden jaar met de kar niet geweest, ik
wou het van 't jaar eens goed doen. Ik
denk er een kar of zes op te rijden.
„Nu, ik geloof wel, dat je ze goed zult
doen. Ik wist niet, dat gij zóó rijk waart,
om het geld met handenvol de deur uit
te gooien".
Wat zeg je? Ik, rijk? Ik, het geld
met handenvol de deur uitgooien? Dat
weet je toch waarachtig wel beter, baas
De Wit, dat ik hard moet werken voor
mijn kostje en dat ik geen cent weggooi,
„Dat je hard moet werken, wist ik;
maar dat je het geld wegsmijt, zie ik. Of,
noem jij dien stalmest, dien ge daar op
de kar hebt, geen geld? Als je zelf zooveel
hebt, dat ge hem niet op je land noodig
hebt, op je rogge, op je aardappelen, op
je mangelpeeën en zoo al meer, dan zou
je hem kunnen verkoopen".
Ja maar, ik kan hem zelf te goed
gebruiken. Dat zie je toch wel: ik breng
hem nu naar de wei. En, als ik hem daar
niet hard noodig had, dan ging hij naar
mijn land, want daar heb ik hem, eigenlijk
gezegd, ook hard noodfg.
„En nu zeg ik je nog eens, dat je je
geld wegsmijt. En dat zal ik je bewijzen.
Die mest is jou geld waard. Je hebt hem
hard noodig op je land, maar al was dat
niet zoo, al had-je mest genoeg, dan kon
je hem voor zwaar geld verkoopen. Hij
is jou dus veel geld waard. En nu kun
je je wei toch wel goedkooper en misschien
ook beter bemesten. Je weet toch wel, dat
ik en zooveel anderen tegenwoordig geen
stalmest op de weide brengen. Dat deden
we vroeger misschien, maar tegenwoordig
geven we de weiden in het najaar of den
winter kaïniet en slakkenmeel of in den
winter kaïniet en in het voorjaar super-
phosphaat. Daarenboven loopen we er in
den winter eens met de gierton langs. En
nu zul je toch niet willen beweren, dat
mijn weiden niet uitstekend staan".
Neen, zeker, baas De Wit, ik wou
dat de mijne zoo stonden. Ik heb altijd
zoo'n zin in die groote wei, naast de mijne
in de Knip, waar zulke mooie klaver in
staat.
„Juist, klaver, die krijgt ge van kaïniet.
Wil ik je eens zeggen, man, breng je kar
naar huis terug en gebruik je mest voor
je rogge. Koop wat kaïniet en slakken en
smijt er die op. Dat is beter.
Laat eens zien. Je weike is zoo wat
350 roeden groot, dus een halve bunder.
Als we nu rekenen, dat ge per Hectare
10 zak kaïniet en 10 zak slakken geeft,
kunt ge met 500 K.G. kaïniet en 500 K.G.
slakken volstaan. Als je dat doet, staat je
weike het volgende jaar zoo mooi als de
mijne. Probeeren kun je het licht".
En probeeren zal ik het.
De kar met stalmest ging rechtsomkeerd,
naar de rogge.
Gemengd Nieuws.
Nog meer scheepsrampen. Het a.a.
Finance" der New-York-Panama-lijn is
Donderdagmorgen nabij Sandy-Hook door
den mist in aanvaring geweest met de
„Georgie" van de White-Star-lijn. De
^Finance", die 80 passagiers aan boord
had, is gezonken, waarbij 8 menschen
omkwamen6 passagiers en 2 schepelingen.
In den nacht van Woensdag op Donder
dag verging voor Coruna een visschers-
schip, waarbij 12 menschen verdronken.
Volgens Het Volk heeft de Minister
van Justitie de strafrechterlijke vervolging
gelast van den burgemeester van Best in
Noord-Brabant, die verdacht wordt van
het schrijven van anonieme en beleedigende
briefkaarten aan raadsleden en anderen.
Aardige surprisel Bij het rooien
eener oude beuken-haag te 's-Gravemoer
stiet een arbeider op een zwaren ruwen
steen. Toen hij dezen had weggeruimd,
ontdekte hij daaronder een gebroken
aarden kruik, waarin hij tot zijn groote
blijdschap verscheidene zilveren Holland-
sche ducatons uit de 17e eeuw vond.
De waarde wordt geschat op f 500.
In het dorp W. schreef onlangs een
lid van 't kiescollege der vacante ge
meente aan een predikant in de stad G.
een brief, waarin hij hem de vraag stelde
of hij bij de bestaande vacature voor het
beroep in aanmerking wenschte te komen.
De predikant, voor die eer bedankende,
zette onder zijn epistel: G. 24/10 '08.
Op de eerstvolgende vergadering, waar
over het bedanken voor die eer gesproken
werd, gaf bedoeld lid van het kiescollege
als reden daarvan op: „De vrouw van
dien predikant wil niet mee", en toonde
wat onder den brief stond: G. 24/10 '08,
waarvoor de man zoowaar gelezen had
Genesis 24 8 („maar indien de vrouw
u niet volgen wil, zoo zult gij rein ztjn
van dezen mijn eed").
Vier jaren geleden pootte de heer
L. Boer te Warfhuizen, kleine karpertjes
in zijn gracht. Dezer dagen werden 13
stuks gevangen, welke te zamen 81 pond
wogen. Drie daarvan wogen elk ongeveer
9£ pond.
De vorige week vertoonden zich op
het Hollandsch Diep wilde zwanen, zoo
genaamde denen, die door hun eigen
aardig geluid, gelijkende op het blaffen
van een hond, reeds de aandacht trekken.
Deze dieren worden als de voorboden
van een strengen winter beschouwd.
Naar men verneemt, dingen niet
minder dan 117 personen (105 m. en 12 vr.)
naar de betrekking van klerk ter secretarie
fe Arnhem op een jaarwedde van f 500
t 800.
Sir Conan Doyle, de auteur der Sherlock
Holmes-verhalen, beleefde dezer dagen op
z'n reis van Marseille naar Parijs 'n grappig
avontuur. Toen hij aan 't Parijsche station
in een fiacre klom, om naar zijn hotel te
rijden, sprak de koetsier hem tot zijn
groote verbazing met naam en toenaam
aan. Op zijn vraag, hoe hij wist, wien hij
voorhad, antwoordde de koetsier, in de
krant te hebben gelezen, dat de „beroemde
Conan Doyle" van Marseille naar Parijs
zou reizen. „En, zoodra ik u zag", ver
volgde hij, „wist ik, dat uw haar door
een Marseillaanschen kapper onderhanden
was genomen. Verder kleeft er aan den
zool van uw linkerschoen nog Lyonsche
modder".
De Engelsche schrijver, gevleid over
het feit, dat zelfs een Parijsche koetsier
zich de methode van zijn Sherlock Holmes
had eigen gemaakt, vroeg den man daarop
met gespannen belangstelling, of dit de
éénige kenteekenen waren, waaraan hij
hem herkend had.
„Non, m'sieu", was het antwoord, „uw
volle naam staat op uw valies!"En
het portier klapte toe.
Een regenstatistiek. Meermalen
hoort men zeggen, dat er meer Zondagen
dan Zaterdagen zijn, waarop het regent.
Men vergelijkt het weer van den Zondag
met dat op den gepasseerden Zaterdag, en
krijgt dan onwillekeurig zulk een indruk.
Dat die indrukken meestal partijdig zijn
en er dan ook geen waarde aan mag
toegekend worden, spreekt van zelf.
't Gaat hiermede zooals met 't praatje, dat
de maan het weer regelt. De keeren, dat
het b.v. bij volle maan in den winter
begint te vriezen of vriest, noteert men in
gedachte, maar de keeren, dat het bij volle
maan niet vriest, worden ongemerkt
voorbijgegaan.
Om te laten zien, dat deze meening
althans voor Amsterdam verkeerd is, ver
melden we, dat van Zondag 1 Januari
1899 af tot en met Zaterdag 28 November
1908, d. i. van de 517 Zon- en 517 Zater
dagen, 158 Zondagen met regen en 172
Zaterdagen met regen voorkwamen.
In procenten uitgedrukt, heeft men dus
de laatste 10 jaren 30.6 pCt. natte
Zondagen en 33.3 pCt. natte Zaterdagen
gehad, dus 69.4 pCt. droge Zondagen en
66.7 pCt. droge Zaterdagen.
We zien hier dus uit, dat er meer kans
is op een drogen Zondag dan op ccn
drogen Zaterdag, en dat er gemiddeld op
3 Zon- of Zaterdagen 2 droge dagen zijn.
Valsch haar. De behoefte aan
valsch" haar is sedert eenige jaren aan
zienlijk toegenomen. Sedert geruimen tijd
werd het valsche haar grootendeels uit
Frankrijk betrokken, maar wat daar op de
markt wordt aangevoerd, is bij lange na
niet meer voldoende voor de eigen behoefte
en daar men nog niet in staat is haar te
vervaardigen langs kunstmatigen weg, moet
men er naar trachten vrouwen uit andere
landen over te halen heur mooie haar op
het altaar der mode te offeren.
Het meeste succes heeft men daarmee
tot dusver in Japan gehad. Zeer veel
Fransch haar is eigenlijk Japansch haar.
De Japansche vrouwen hebben, zooals
bekend is, zeer mooi haar, meerendeels
zwart, maar niet zeer fijn. In 1904 werd
voor het eerst voor 3400 gulden menschen-
haar uit Japan uitgevoerd, In 1907, dus
slechts drie jaar later, echter reeds voor
126.000 gulden, waarbij echter in aanmerking
genomen moet worden, dat in Japan slechts
15 h 24 cents betaald wordt voor een
pond haar, zoodat de vele tusschenpersonen,
al naar de kwaliteit en de lengte van het
haar, er een buitengewoon groote winst
bij maken. De helft van het Japansche
haar gaat alleen naar Frankrijk, van
waaruit weer het geheele vasteland van
Europa wordt verzorgd. Maar ook de
Vereenigde Staten en Engeland koopen
zeer veel haar in Japan.
Burgerlijke Stand van Stavenisse.
Over November 1908.
Geboren:
6 Nov. Comelis Adriaan Jan, zoon van M. P.
Tazelaar en L. Neele.
7 Marlnus Jacob, zoon van Jac. Moerland
en Helena van Zuien.
13 Wilhelmina Catharlna, dochter van
Paulus Dorst en Jannetje Eenennaam.
13 Bartel, zoon van Marinus Goedegebuure
en Cathalina Wesdorp.
Gehuwd:
12 Nov. Nehemia Potappel, 20 jaar, j.m. en
Jannetje Vermaas, 18 jaar, j.d.
Overleden:
2 Nov. Leendert Jacobus Dorst, 72 jaar,
weduwnaar van Adriana Tichelaar.
11 Maria Dorst, 92 jaar, weduwe van
jacobus Dane.
14 Pleter Martinus Struyk, 9 maanden,
zoon van Theunls Kornelis Struyk en
Cornelia van Vossen.
Levenloos aangegeven:
9 Nov. Een kind van het vrouwelijk geslacht
van Jacoba Letzer, huisvrouw van
L. B. van Pagée.
Burgerlijke Staod van Scherpenisse.
Over November 1908.
Geboren:
1 No\T. David, zoon van M. Hartog en A. C.
de Wilde.
4 Maria Pieternelia, dochter van H. Suur-
land en M. de Jager.
18 Cornelis, zoon van C. Menheere en
C. Andriesse.
18 Arend, zoon van J. de Wilde en
j. Rijstenbil.
22 Cornelia Louwerina Adriana, dochter
van J. de Graaft en J. J. Riedijk.
Geh u wd:
5 Nov. C. Wessels en M. v. d. Werft.
19 L. v. d. Have en C. A. Hartog.
Overleden:
1 Nov. M. J. Zwagemaker, 5 maanden, zoon
van J. Zwagemaker en G. J. Polderman.
1 Janna Siereveld, 83 jaar, weduwe van
C. Jobse.
10 P. Tichem, 63 jaar, echtgenoote van
I. Bruinzeel.
14 C. de lager, 7 maanden, dochter van
M. de fager eri E. de Zwarte.
14 M. Andriesse, 17 maanden, dochter van
G. Andriesse en A. Quaak.
14 Johanna Davida Rijstenbil, 35 jaar,
echtgenoote van C. de Wilde.
17 Thysia Kievit, 74 jaar, weduwe van
D. C. Geuze.
Heden overleed in den ouderdom
van 77 jaar,
de heer Jan Hendrik Hannink.
Goes, 6 December 1908.
DE FAMILIE.
Verzoeke geen rouwvisites.
Volstrekt eenige en algemeene kennis
geving.
V De ondergeteekende betuigt zijnen
hartelijken dank aan de gevers en
geefsters en aan hen, die blijken van
belangstelling gaven bij gelegenheid van
zijn 70en Geboortedag.
Kerkwerve, 11 December 1908.
A. VAN WESTENBRUGGE Lz.
Het beste middel voor>e^
reinigen van roest en metaj_
Verkrijgbaar in poeder, y
pomade en vloeibaar. 1
Zeepxand, Schoencreon
Vlekkenwater.
Generaal-Agent
ANTON J. BEYSENS, j
Rotterdam.
De COKES is voor belanghebbéven
buiten de gemeente weder verkrijgt,
tegen 60 cent pep H.L. grof gehaj
geklopt 5 cent meer.
Door de in bedrijf gebrachte nieuw.
Cokes-breekmachine, wordt de grove Cokes
in kleine en zeer regelmatige stukjes
gebroken, zoodat deze Cokes met succes
in alle soorten kachels gestookt kan
worden.
De Directeur,
O". BOLT.
opgaaf tot 15 December.
Gemeente RENESSE.
OPNEMING WEGEN op Dinsdag 15
December 1908.
Wie daarover Boeken wil iezen, kan
ze gratis en franco ter leen bekomen bij
de Dames: Mej. J. SIBMACHER ZIJNEN
te Bussum; Mej. TH. A. VAN ECK,
Pomona, Oegstgeest; Mej. L. MARONIER
te Arnhem; Mej. ALB. MEIJER, Keizers
gracht 749, Amsterdam, en bij de Heeren
A. H. VAN DER HOEVE te KollumJ. F.
KN1PSCHEER te Knollendam.