ZIERIKZmCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 12 December 1908. Tweede Blad. Cour an t). KENNISGEVING. NIEUWSTIJDINGEN. £enige weken aan 't Hof van den Sultan van Turkije. (Z ierikzecsche ABONNEMENT. De abonnemenisprijs van dit blad, dat iederen DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is voor Zieriluee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10 per jaar bij vooruitbetaling. 65ste JAAR6AN6. No. 8706. Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL. Directeur: A. J. DE LOOZE. Redacteur: J. WA ALE. ADVERTENTIËN. Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Oroote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2 ure. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van de Ingezetenen, dat er op Maandag den 14 December e.k., des namiddags te l'/t uur, op het Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal gehouden worden, waarin de volgende zaken ter tafel zullen worden ge bracht, t. w.: 1. Resumtie notulen; 2. Brief van Gedep. Staten, betreffende het bij Kon. besluit verleende wachtgeld a an de eervol ontslagen onderwijzeressen mej. T. Visser en mej. C. R. Nardten; 3. Brief van Gedep. Staten, houdende goed keuring van het raadsbesluit betreffende afkoop van tiendrecht; 4. Brief van Gedep. Staten, houdende kennis geving, dat berust wordt in het raadsbesluit tot toekenning eener subsidie aan het Bur gerlijk Armbestuur voor 1909; 5. Brief van Gedep. Staten, houdende goed keuring van het raadsbesluit tot opneming van tijdelijk kasgeld in 1909; 6. Mededeeling van de opneming der kas en boeken bij den Gemeente-Ontvanger; 7. Brieven van de heeren P. H. Pomes e.a., houdende bericht, dat zij hunne benoemingen tot leeraars en tijdelijke leeraars aan de Avondschool voor Vakonderwijs aannemen; 8. Brief van mej. C. M. J. Phernambucq, hou dende bericht, dat zij hare benoeming tot helpster bij het onderwijs in de meisjes- handwerken aan de herhalingsschool aan neemt; 9. Brief van het bestuur der onder leiding van mej. L. G. A. Verheijen staande bewaarschool, houdende dankbetuiging voor de ten behoeve dier school toegekende subsidie; 10. Mededeeling van den uitslag der aanbesteding van het bouwen van een duiker van gewapend beton, ter uitwatering op de Schouwsche vaart; 11. Begrooting van het Burger-Weeshuis voor 1909; 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herziening van het ReglemÉit van Orde voor den Gemeenteraad; f 13. Rekening van het Burger-Weesbuis over 1907; 14. VoortW xio--- (Wethouder» tot het verleenen van afschrijvingtvan nuuiue- lljken omslag; I'S Voorstel van Burgemeester en .Wethouders tot af- en overschrjving van - en op posten der semeente-beg-ooting voor 1908; 16 Voorstel van B>rgeraeester en Welhouders tot wijziging gemeente-begrooting voor 1908* 17 Voorstel var Burgemeester en Wethouders tot wijzlgin; der Verordening, regelende het eetal ond»'w9zers op de openbare scholen voor lap'' onderwijs en het bedrag hunner 18 Voorst? van Burgemeester en Wethouders tot ve<0°P van opgaande boomen; IQ Voor*®1 van Burgemeester en Wethouders ijziging van het raadsbesluit van 12 Oct^er 1908> tot tijdelijke benoeming van lee,ren aan de Avondschool voor Vak- orerwijs; on vorstel van Burgemeester en Wethouders ,n het gebouw der voormalige openbare agere school D met onderwijzerswoning in net openbaar te verkoopen; 21 Benoeming van vaste raadscommisslën voor het jaar 1909; 22. Aanbevelingen ter voorziening in vacatures in commissiën en corporatiën, te ontstaan door periodieke aftreding op 1 Januari e.k., t. w.: 1. bij de Plaatselijke Schoolcommissie, 2. bij het Burgerlijk Armbestuur, en 3. bij het Burger-Weeshuis. Enz. Zierikzee, den 10 December 1908. De Burgemeester, H. C. MOOLENBURGH. amerika. Volgens den New-Yorkschen correspon dent van de Daily Mail is te Chicago Maandag gevangen genomen en eenige uren later reeds door een jury schuldig bevonden aan een misdrijf, waarop van één tot veertien jaar gevangenisstraf staat, Peter van V., als jongen uit Nederland in Amerika gekomen en te Chicago tot Maandag bekend als millionair en filanthroop. Hij bekende bij zijn gevangenneming aanstonds door het vervalschen van hypotheekstukken een millioen dollar gestolen te hebben. Mettertijd zou alles terecht zijn gekomen, beweerde hij, maar nu zijn de schuld- eischers (men zegt o. a. zeven Nederlanders met elk 125.000 [dollars) hun geld kwijt. Hij vroeg snel recht. En dat gewerd hem. Het midden-Amerikaansche eiland- staatje Haïti heeft weer eens een president weggejaagd. Of liever, president Alexis, die de bui hangen zag, is op aandrang van zijn omgeving en van verschillende gezanten, gewoon gevlucht. 21 Schoten verrieden het oogenblik, waarop de president zijn paleis verliet. Hij steeg in een rijtuig en werd al dadelijk met luide kreten ontvangen. De Fransche gezant nam naast hem plaats en moest, om ircmrtc beschermen, hem de Fransche vlag om de schouders werpen, want het langs den weg opgestelde volk nam een zeer vijandige houding aan. Op de plaats van inscheping wachtte den gewezen president het ergste. Daar vielen schandelijke tooneelen voor. Vrouwen, in hevige woede ontstoken, verbraken het cordon der troepen en schreeuwden Alexis de grofste beleedigingen toeanderen ver zetten zich met handen en voeten tegen de soldaten, die den gewezen president trachtten te beschermen. Het eind was, dat de soldaten vuur gaven, waardoor de menigte terugweek. Toen ging Alexis met zijn gevolg in een sloep, terwijl de Haïtische, Fransche en Amerikaansche oorlogsschepen saluut schoten losten ter eere van den gevallen president. Op het oogenblik dat Alexis scheep ging trachtte een vrouw hem een messteek in de zijde toe te brengen, maar dat mis lukte. Een man gelukte het met een vuist slag den president licht aan den hals te verwonden. De muitelingen maakten zich meester van een achtergelaten koffer, braken dien open en eigenden zich een som van f 120,000 In goud en f 240,000 in papier toe. Woensdagnacht had een algemeene plundering plaats, waarbij 12 personen gedood werden. De soldaten schoten op de plunderaars, doodden er 8 en namen velen gevangen. Men bericht uit New-York, dat na lange proefnemingen men er in het regeeringsJaboratorium in geslaagd is een nieuw ontploffingsmiddel te vervaardigen van ongekende werking. frankrijk. Er liepen In den laatsten tijd geruch ten, dat er weer iets bij de marine haperde. De vereischte munitie-voorraden zouden name lijk niet voor de helft aanwezig zijn en o. a. zouden 300,000 kilo projectielen ont breken wegens gebrek aan buskruit. Het gekste is, dat admiraal Germinet, de bevelhebber van het Middellandschezee- eskader, deswege ondervraagd, erkend heeft dat het er zoo bij staat. De regeering heeft nu besloten opheldering daarover te vragen aan den admiraal. In de alarraeerende berichten van sommige bladen werd zelfs gezegd, dat de Fransche oorlogsschepen, in geval van oorlog, binnen drie uur den strijd zouden moeten opgeven wegens gebrek aan munitie, terwijl zij terugkeerende naar de arsenalen, hun voorraden niet zouden kunnen aanvullen. F.en inwoner van -Dax heeft een brief gevonden en aan de politie overhandigd, 't Is een schrijven, gedagteekend 24 November en geteekend met den naam van een Spaanschen anarchist, waarin deze een kameraad inlichtingen geeft over de mogelijkheid een aanslag te plegen op Alfonso XIII, bij zijn aanstaande reis. Er is sprake van den koninklijken trein te doen ontsporen, door middel van een dynamiet-patroon of door het werpen eener bom. Er is een onderzoek geopend om te weten of men te doen heeft met een misplaatste grap of met een ernstig complot. Parijs, 9 Dec. De Kamer nam gisteren met 320 tegen 201 stemmen het eerste artikel van het wethervorming-ontwerp, waarbij de doodstraf wordt gehandhaafd, aan. duitschland. Dezer dagen heeft rijkskanselier Bülow ter beantwoording van verschillende sprekers bij de behandeling van de begrooting, een rede gehouden over de buitenlandsche politiek. „De politieke toestand van Eu ropa", zoo zeide hij, „werd in de laatste maanden beheerscht door de omwenteling in Turkije. De leiders der beweging waren geen oproerlingen of minderwaardige per sonen, maar uitstekende in Duitschland opgeleide officieren in aanzienlijke positie. De beweging werd overal met sympathie begroet. Van den eersten dag af hebben wij ons aangesloten bij de algemeene er kenning van het idealisme en de integriteit van haar leiders. Onze vertegenwoordigers te Constantinopel komen bij elke gelegen heid voor de hervormingen op. (Hoort! hoort!). Wij koesteren den oprechten wensch, dat Turkije innerlijk sterk en gezond moge worden. De veranderde toestanden in den Balkan en de daarmede gepaard gaande wijzi gingen in het verdrag van Berlijn, leggen aan de diplomatie een zware taak op. De Duitsche politiek moest hierbij andere, bij deze kwestie meer belanghebbende staten, aan de voorhand laten, en mocht zich niet in een leidende positie laten dringen. Dat wij onzen bondgenoot Oostenrijk trouw zouden blijven, was zelfs geen enkel oogenblik twijfelachtig. (Levendige toe juichingen). Ik heb tegenover minister lswolsky ten duidelijkste doen uitkomen, dat wij in de kwestie der conferentie met Oostenrijk- Hongarije samen zullen gaan. De Russische minister heeft de verzekering gegeven, dat tusschen Rusland en Engeland geenerlei overeenkomst was gesloten, gericht tegen de Duitsche belangen. (Hoort!) Ik heb gegronde hoop, dat de bestaande oneenig- heid tusschen Italië en Oostenrijk-Hongarijc uit den weg geruimd zal kunnen worden. belgiE. Dinsdag hadden te Antwerpen twee bloedige liefdesdrama's plaats. Een 21-jarige fabrieksarbeidster werd, toen zij met haar verloofde op de Handels lei liep, doodgeschoten door een jongen man, met wien zij vroeger verkeering had. Zij kreeg een kogel in het hart en een in het hoofd. De dader joeg zich een kogel in het hoofd, en bezweek toen hij naar het ziekenhuis werd overgebracht. Denzelfden dag werd 's avonds een 26- jarig meisje door haar vrijer met een revolver doodgeschoten. Ook hier wilde de dader zelfmoord plegen, maar hij ver wondde zich slechts licht. nederland. Am .terdam, 9 Dec. Door haar gratie, haar vlugge bediening, haar hupsche manieren van doen, werd twee lieve jongedames, die in één der groote lunch rooms alhier bedienen, het hof gemaakt door tal van jongeren en ouderen van jaren, die bij het gebruiken van hun kopje dit of dat niet na konden laten smeekende blikken tot de juffers te richten, die, hetzij dadelijk gezegd, bescheidenlijk alle aan zoeken, aanbiedingen en dergelijke grapjes zonder meer negeerden. Maar de vrouw houdt nu eenmaal van helden. En daar gebeurde het, dat in deze lunchroom neerstreken een sportsman winner van vele eerste prijzen, een jonk heer, held van de liefde en als derde een jongmensch, juist terug uit Parijs, „la ville lumière", maar ook „ville amour". Allen verhaalden van hun ondernemingen, en wanneer in de stille uurtjes zoo ieder op zijn beurt aan het vertellen was, wekte dit de bewondering der jongedames op, die ten slotte trotsch werden, dat zij onder haar cliëntèle 'n dergelijk groot aantal helden telden. Zoo ging het dagen, wekenlang goed. Wel bekeken onze respectievelijke helden elkaar wel 'r eens 'n beetje boos, doch daar bleef het ook bij. Totdat Zaterdag de bom viel. De twee dames hadden een invitatie van den sportlieven jongeling aangenomen om Zondagavond een schouwburg te bezoeken. De edele jongeling, die zich van adel noemde, kon dat niet verkroppen. Hij rook lont, hoorde van het plannetje, doch kon niet te weten komen, welk schouwspel zou worden bijgewoond. Dies sloeg hy aan het telefoneeren, totdat hij er eindelijk in slaagde, en te weten kwam, dat ook de door hem aangebeden jonge vrouwen met den sportsman naar „Die Lustige Wittwe" in den Stadsschouwburg trokken. Fluks bestelde hy een plaats in de nabijheid van zijn mede-minnaar en gewapend met dit bewijs van toegang, betrad hy den lunchroom. Daar sloeg hij 'n air aan en vertelde Zondagavond naar het lustige weeuwtje te zullen gaan. Eenige ontsteltenis bij de twee jongedames, plus den sport lieven held. Toen verscheen ten tooneele de jongeling „tout frais de Paris". De jongeling van adel had met hem gekonkeld, en bevreesd voor den toorn van den sterken sportsman, die, na de eerste ontstemming zijn vuisten balde, vertelde hij, dat hij aan den „Parisien" zijn biljet had verkocht. „Ik geef je er twee gulden voor", zei de sportsman, en had er dus graag twee kwartjes voor over om vrij van posten te blijven. Ten slotte werd voor één ryksdaalder onze sportsman, eigenaar van het biljet van (Overgenomen uit het Nieuwsblad van Friesland). iv. Nauwelijks geïnstalleerd, werd ik uit- genoodigd de zuivelinrichting te bezoeken. Deze bevond zich in een betrekkelijk groot steenen, vrijwel vierkant gebouw, door een binnenmuur in twee lokalen verdeeld. De eene helft was in gebruik voor de bereiding van jörd, kaimak en boter. Jörd is een egaal dikke zure melk, die in Turkije veel wordt gegeten en zeer gezocht is. Ik vond ze ietwat scherp zuur, doch in 't warme klimaat wel frisch en toen ik er een beetje aan gewend was, at ik ze gaarne. Kaimak is de vlies, die zich vormt, in dien men gekookte melk nog een poosje boven een zacht vuur laat staan. Na eenigen tijd vormt zich tegen dit vlies een room- iaag. Na pi. m. 8 uur werd het vlies plus de roomlaag in smalle strooken gesneden en deze strooken werden opgerold. Het product liet zich uitstekend smaken en werd veel in de keuken gebruikt. Men noemde het kaimak, wat room beteekent. De chef van deze inrichting, met wien ik dikwijls in aanraking kwam, werd kaimak- sjlbascha genaamd, dat was dus zooveel als roommaker en men zou kunnen vragen, waarom niet botermaker geheeten, want de boter, die men noodig had aan het hof, werd hier ook door hem bereid. Men moet weten, dat de room er hoofdzaak en de boter slechts bijzaak was. De boterbereiding beteekende dan ook niet veel en was zeer primitief. Het boterproduct bleek mij week en van slechte kwaliteit te zijn. Het was bestemd voor keukengebruik. Er moeten vroeger aan 't hof stemmen zijn gehoord en verhoord over een nieuw systeem van boterbereiding, geheel naar de eischen des tljds, want in de tweede helft van het gebouw der zuivelbereiding, waarin ik werd binnengeleid, zag ik allerlei overblijfselen van een vrij modern inge richte boterfabriek. Daar stonden een stoommachine, een centrifuge, een boter- kneder, en vond ik o. a. Swartzvaten, reageerbuisjes en thermometers. Doch hoeAan 't lot overgelaten. Alsof men er geen raad mee had geweten! Of ze ooit gebruikt zijn, al die voorwerpen, w. o. van waarde? Ik zou het betwijfelen. En stellig is het een „geldweggooierij" geweest, waarvan niettemin velen geprofi teerd zullen hebben. Men hield wel van nieuwigheden aan 't hof. Er moest maar wat gebeuren. Hoewel het vaak met de beste bedoelingen werd opgezet en aan gevat, kwam men ten slotte toch nog bedrogen uit, omdat alles veel te omslachtig ging of wel over te veel schijven moest loopen. En die schijven waren ook niet alle betrouwbaar. Eerstens waren het allen geen koks, die lange messen droegen en in de tweede plaats ging het als met den rijken man, die roemde op zijn vele be dienden. Toen deze een grooten maaltijd had gegeven, verdween na afloop menig zilveren lepel of vork in de zakken der gedienstigen, zonder dat er verder regard op werd geslagen, want de rijke man had er zooveel en aan een boom zoo vol ge laden mist men vijf, zes pruimen niet. Op die wijze speelde het stuk ook aan het hof van den Sultan. Ik heb er in mijn vorig stuk reeds op gewezen, dat mijn „verlanglijstje" niet „onverminderd" is opgezonden en dat anderen daarvan ge profiteerd hebben. Als een heef gewone zaak of usance werd het beschouwd, op die wijze te handelen, want anders kreeg men toch niet wat men noodig oordeelde, of waarop men recht meende te hebben. Mijn lijstje was dat van een geroepen vreemdeling, die pas in dienst trad en de nieuweling kreeg gewoonlijk alles wat hij vroeg. En men liet hem niet wachten op het gevraagde, gelijk anders gebruikelijk was. „Zet er vooral niet te weinig op", was mij geraden, want zijt ge eenmaal te stoel en te bank, dan kan het maanden duren voor ge het dan nog ontbrekende ontvangt, al vraagt ge het ook dringend aan. Allicht krijgt ge 't nimmer. Om die reden heb ik dan ook zelf maar nieuwe lakens gekocht, toen die noodig waren, omdat ik vergeten had deze op myn „ver langlijstje" te plaatsen. By 't inkoopen van mijn benoodigd- heden voor de kaasbereiding ging het een dito gang als met mijn verlanglijstje, doch hierop kom ik terug als we de stad ingaan. Als gezegd, zag de zuivelfabriek er ont redderd uit. Alles bevond zich in een zeer verwaarloosden toestand, verroest, onder stof en vuil en spinnewebben, alsof er geen eigenaar van bestond. Allerminst zou men zoo'n inkijk hebben verwacht in de naaste omgeving van een keizeriyke Ma jesteit. Doch rust roest en de Turken zijn eenmaal geen Broek in Waterlanders, ge roemd om hun reinheid. Men doet er niet aan wasschen en plassen, boenen en schrobben, zooals in ons land. Dat het er vuil was, viel mij eerst danig op, doch toen ik er een beetje ingeburgerd was, hinderde mij dat niet meer. Alles gewoonte. Daarentegen bleken de Oosterlingen wel zindelijk op hun lichaam te wezen. Zeker in verband met hun godsdienst, die strenge voorschriften bevat omtrent deze reiniging. Vóór de fabriek zoo zal ik voortaan het geheele gebouw der zuivelbereiding maar noemen stond nog een groote ruwe bank. Bovendien vond men er eenige kleine lage stoeltjes zonder leuningen staan. Alles gemakshalve daar geplaatst, opdat men rustend van de buitenlucht zou kunnen profiteered Ik heb er later dikwijls gezeten. Wie evenwel een liggende houding prefe reerde, vond daartoe ook gelegenheid, want er stond nog een houten stellage, die met dekens was belegd en tot rustbed kon dienen. Men mocht er evenwel ook op gaan zitten. Na mijn eersten gang door de fabriek werd ik daartoe uitgenoodigd door mijn geleider. Hij deed het met een gebaar en door zelf het voorbeeld te geven. Toen wij naast elkander zaten, bood hy mij een sigaret aan en daarop zouden we „de zaken" eens bespreken, doch daarvoor was de gebarentaal, waarvan we ons in hoofdzaak moesten bedienen, niet toe reikend, zoodat er een tolk werd geroepen, die het Duitsch kende. Er kwamen ook nog enkele Turken bij ons zitten en onder ling voerden ze een levendig gesprek, waar van ik tittel nog jota begreep. Dat ze het niet druk hadden met eigen zaken begreep ik hoe langer hoe beter. Het eindresultaat der samenspreking was voor mij: „dat „ik een schriftelijk rapport had uit te „brengen over den toestand der fabriek „met een volledige opgave der benoodigd- „heden voor de bereiding van Hollandsche „kaas". Dat was voorloopig genoeg voor mij. Ik had nu alvast wat te doen. Met de inlevering van mijn rapport werd zelfs op spoed aangedrongen, toen ik opstond om heen te gaan, en thuis ge komen, ben ik er dan ook direct aan begonnen. Wyckel. S. H. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1908 | | pagina 5