ZIERIKZEESEI1E
NIEUWSBODE.
Donderdag 10 December 1908.
(Z ierikzeesche
Couran t).
Lichaamsoefening.
NIEUWSTIJDINGEN.
ABONNEMENT.
De abonnementsprijs van dit blad, dat lederen
DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is
voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in
Nederland f 1,60 per 3 maanden.
Voor het buitenland, verzending eens per week, I 10
per jaar bij vooruitbetaling.
65ste JAARGANG. No. 8705.
Uitgever-Hoofdredaotouri A. FRANKEL.
Directeun A. J. DE LOOZE. Redacteur: J. WA ALE.
ADVERTENTIËN.
Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inzending moet geschieden des Maandags-,
Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2 ure.
Qevonden op den openbaren weg:
Een zilveren armband.
kinderhandschoen.
Inlichtingen te bekomen aan het Bureau
van Politie te Zierikzee, van des morgens
10 tot 12 en des namiddags van 2 tot 4
en 8 tot 9 uur.
De Commissaris van Politie,
R. P. BRONS.
Onlangs kondigden wij in ons blad aan,
dat eerstdaags van de hand des heeren
B. ten Have, voorheen leeraar in de
gymnastiek aan de Hoogere Burgerschool
alhier, thans als zoodanig verbonden aan
het Gymnasium en de Hoogere Burger
school te Haarlem, een werk over de
gymnastiek zal verschijnen.
Het werk, ruim twee honderd bladzijden
groot, en prijkend met tal van toepasselijke
afbeeldingen, is, voorzien van een warme
voorrede van professor Pel, thans in het
licht verschenen.
Het kon voor ons op geen geschikter
oogenblik zijn uitgekomen dan juist nu.
Immers wij hadden, nadat de jongste
gymnastiekuitvoering in de Concertzaal,
die door den huidigen gymnastiekleeraar
aan de Rijks Hoogere Burgerschool alhier,
den heer Steynz, uitnemend geleid werd,
en die dan ook volkomen geslaagd is, op
nieuw onze opmerkzaamheid had gevestigd
op de voor ieder mensch, van wat leef
tijd, geslacht of stand ook, hoogst nuttige
en in elk opzicht heilzame lichaams
oefening, ons voorgenomen, aan de gym
nastiek eens een hoofdartikel te wijden,
teneinde op die wijze mede te werken tot
haar meerdere beoefeningin alle lagen
der bevolking, dan tot nü toe nog het
geval is.
Nu is het onze bedoeling niet, om uit
dit uitnemend werk van den heer B. ten
Have, dat om de vele nuttige, praktische
wenken, die het voor een behoorlijke ver
zorging van lichaam en geest bevat, in elk
gezin een plaats verdient, den inhoud, zij
het ook zelfs beknopt, weer te geven.
Deden wij dit, wij zouden daarmede
den scirijver en zijn uitgever een slechten
dienst bewijzen.
Mair wel zullen wij uit dit belangrijk
en omvangrijk werk, waarin voor de be-
oefeiing der gymnastiek met groote zaak-
keiflis en op heldere wijze gepleit wordt,
en waarin zij van alle kanten bekeken
w>rdt, een en ander aanhalen, dat ons bij
behandeling van dit onderwerp van
Jienst kan zijn.
Reeds bij de aloude volken, btj de
Romeinen en voornamelijk bij de Grieken,
stond de beoefening der gymnastiek hooge-
lijk in eere.
Het Romeinsche mens sana in corpore
sano (een gezonde ziel in een gezond
lichaam), een nu als het ware spreek
woordelijk geworden gezegde, is één der
grondregelen geworden, waarvan nog heden
ten dage de gymnastiek uitgaat.
Want de dagelljksche beoefening der
gymnastiek maakt niet alleen den mensch
lenig, handig en gespierd, maar zij ver
hoogt ook zijn geest- en wilskracht, wekt
op en bevordert de lust tot den arbeid,
en is voor het bezit en behoud der
gezondheid mede een zeer krachtig middel.
Zoodra het kind zijn intrede in de lagere
school doet, heeft het, omdat het uren
achtereen op de schoolbanken moet zitten,
voor zijn behoorlijke groei en harmonische
ontwikkeling niet alleen behoefte aan
frissche lucht, maar ook aan lichaams
oefeningen. Deze, in de eerste jaren
gewoonlijk beperkt tot de vrije- en orde
oefeningen, tot de bewegingsspelen en
dienen ons inziens dagelijks gehouden te
worden.
Die behoefte aan lichaamsoefeningen
vermindert uit den aard der zaak niet met
het toenemen der jaren in den leertijd.
Want of men de lagere school, een
inrichting van middelbaar of hooger
onderwijs bezoekt, voor allen blijven de
gymnastische oefeningen beslist onont
beerlijk, omdat zij aan het lichaam, dat
i achtereen stilzat, de zoo onmisbare
kracht terugschenken, en aan den
vermoeiden geest een voortreffelijke afleiding
geven, waardoor deze op nieuw helder
tot het in zich opnemen van kennis
wederom geschikt wordt.
In het algemeen zal het onderwijs op
de scholen meer vruchtdragend zijn, veel
beter tot zijn recht komen, en zal de taak
van menig onderwijzer vaak lichter worden,
indien tusschen de lesuren ten minste één
uur dagelijks voor het gymnastiekonderwijs
bestemd werd.
Terecht zegt de staatscommissie in haar
rapport
„De gymnastiek is een opvoedings
middel, uitnemend geschikt om een doel
treffende ontwikkeling van den mensch
„mogelijk te maken. Niettegenstaande de
„hooge waarde, waarop in andere landen
„de lichaamsoefeningen worden geschat,
„niettegenstaande de regeling van het
„gymnastiek-onderwijs te onzent bij de
„wet en in weerwil van de zorg in vele
„gemeenten daaraan besteed, wordt toch
„nog in verreweg de meeste scholen de
„lichaamsoefening als een bijzaak beschouwd
„en al het mogelijke gedaan om de be-
„teekenis er van te verkleinen, teneinde
„aan den plicht tot invoering te ontkomen.
„De lichamelijke opvoeding wordt
„dikwijls beschouwd niet in verband, doch
„in tegenstelling met de geestesopvoeding,
„en in de gymnastische oefeningen wordt
„veelal niets anders gezien dan bewegingen,
„waarvan het einddoel uiterlijke vaardig
heid is. Deze meening is echter onjuist".
indiE.
Te Dumdum, bij Calcutta, is een groot
kruitmagazijn in de lucht gevlogen, waarbij
2 man gedood en 26 zeer ernstig gewond
werden.
oostenrijk.
Volgens een telegram, uit Weenen
hebben de bootwerkers te Jaffa den vierden
December 24 postzakken van een Oosten-
rijksch schip in zee gegooid. Daaronder
bevond zich een geschenk van den
Duitschen keizer aan een ziekenhuis te
Jeruzalem. De Duitsche regeering eischt
nu een schadeloosstelling van 150.C00
mark.
engeland.
De Engelsche schatkist zal een buiten
kansje krijgen. Te Londen is de heer
Harry Barnato, de Zuid-Afrikaansche mijn-
magnaat, overleden en volgens voorloopige
schattingen zou de nalatenschap van dezen
rijkaard niet minder dan 5 millioen pond
sterling bedragen. De schatkist zal hiervan
aan successierechten, naar men schat,
ongeveer 800,000 p. st. ontvangen, het
grootste bedrag, dat sedert jaren aan
successierecht van een nalatenschap is
betaald. Door Asquith's Finance Act van
1907 is het successierecht voor groote
nalatenschappen verzwaard. Thans moet
van een nalatenschap van 1 millioen pond
10 procent worden betaald, van hoogere
nalatenschappen wordt over het eerste
millioen 10, over de volgende 15 procent
betaald. Over 5 millioen zal dus 700,000 p.
betaald moeten worden, daar komen dan
nog eenige andere rechten bij, waardoor
de geheele belasting tot tusschen 800 en
900 duizend pond sterling zal stijgen.
duitschland.
Men vertelt te Berlijn, dat, tengevolge
van Nederland's protest tegen de scheep-
vaarttollen op den Rijn, de Duitsche
regeering zal afzien van haar voorstel
omtrent die scheepvaarttollen.
nederland.
Groningen, 7 Dec. Den 15en Juli van
dit jaar werd alhier een brutale inbraak
gepleegd bij nacht, in het kantoor van de
vennootschap voorheen Miiller Co. in
de Poelestraat, waarbij uit een brandkast,
met behulp van sleutels, eeri bedrag van
ruim f 2500 in bankpapier en specie was
ontvreemd.
Van den beginne af zegt de N. Gr.
Ct. was de verdenking gevallen op
een zekeren M., die vroeger als bediende
bij de vennootschap werkzaam was en
thans bij de firma H., graanhandelaar aan
het Schuitendiep. En het trok In den
laatsten tijd de aandacht, dat deze grootere
verteringen maakte dan in overeenstemming
was met zijn verdiensten.
M. werd dientengevolge aan een streng
verhoor onderworpen en bekende, na veel
aarzeling, zich aan de inbraak te hebben
schuldig gemaakt. Van het gestolen bedrag
werden bij visitatie aan den lijve nog
f 1792 teruggevonden, welke som. in de
voering van zijn jas w.;s verborgen.
M. werd in hechtenis genomen en ter
beschikking van de justitie gesteld.
Amsterdam, 7 Dec. Gisterenavond om
streeks acht uur, heeft een 2-tal dieven
een brutaal staaltje van insluiping uitge
haald, dat echter voor degenen, die
oorspronkelijk er de dupe van zouden
geworden zijn, goed is afgeloopen.
Een politie-agent, die geen dienst had,
zag n.l. op de Prinsengracht, bij de Lelie
straat, een hem bekend individu, bijge
naamd „Blommetje", loopen. Blommetje
scheen niet bizonder veel haast te hebben
en lanterfanterde wat langs de huizen.
De agent, die wel begreep, dat iemand
als Blommetje hier niet zonder reden aan
het wandelen was, besloot hem te volgen.
Blommetje ging dan in de richting van
de Lauriergracht, en op den hoek van de
Lauriergracht en Prinsengracht gekomen,
voor perceel 252, waar een sigarenwinkel
gevestigd is, bleef hij stilstaan. Hij wisselde
nu eenige teekenen van verstandhouding
met een kameraad, die in de buurt zich
bleek te bevinden, maakte daarop handig
met een valschen sleutel v e voordeur van
den sigarenwinkel open en verdween in
het huis. De ander bleef buiten op den
uitkijk staan.
Zoodra de agent de heeren dus aan het
werk wist en zeker was, dat dit hoogst
waarschijnlijk eenigen tijd zou voortduren,
spoedde hij zich naar ket politie-bureau,
daar in de buurt, teneinde assistentie te
halen. Een viertal collega's gingen met
den agent mee en gezamenlijk drong men
nu zoo vlug mogelijk den winkel binnen.
Ook nog andere agenten waren naar de
Lauriergracht gekomen en zetten onder-
tusschen den uitkijk na, die het beter had
geacht te vluchten.
In den winkel zelf ging het inmiddels
heftig toe. Want Blommetje, een berucht
recidivist, was niet van plan zich voetstoots
over te geven en verdedigde zich hard
nekkig. Niet, dan nadat men geruimen
tijd geworsteld had en een groote ruit van
de voordeur gebroken had, was men in
staat den insluiper geboeid over te brengen
naar het politie-bureau Lauriergracht.
De familie Kramer, die in den winkel
woont, kwam pas na middernacht thuis
en was natuurlijk ontzettend verschrikt op
het zien van de verwoesting.
Gelukkig echter kreeg men ook den
uitkijk na een lange klopjacht te pakken,
en bleek het, dat al hetgeen de heeren
aan kostbaarheden meegenomen hadden,
zooals een gouden horloge met ketting,
een gouden Duitsch muntstukje en een
zilveren horlogeketting, zich nog op hen
bevonden.
Ook de tweede arrestant blijkt een
bekende der justitie te zijn, nadat hij met
verschillende rechercheurs van andere
bureaux is geconfronteerd. Het is Jan de
Gooier, die steeds Blommetje bij zijn
expedities ter zijde staat. Nu eens is het
Blommetje, dan weer Jan de Gooier, die
de meest actieve rol speelt bij inbraken.
Blommetje, eigenlijk Jan Wolf, heeft
eenigen tijd geleden, toen hij in het huis
van bewaring was opgesloten, een avon
tuurlijke ontvluchting beproefd en met
succes uitgevoerd.
Hij maakte in de zoldering van zijn cel
een gat, kwam op het dak, vandaar in de
gang en eindelijk in het gebouw van het
kantongerecht, vanwaar hij doodbedaard
de straat opwandelde.
Later gaf hij zichzelf bij de politie aan.
Hij had geen zin gehad, een ontvluchting
naar Londen te beproeven, omdat zijn
liefje hem daarbij niet wilde vergezellen.
8 Dec. Wederom heeft een brand
te dezer stede het verlies van menschen-
Ievens tot gevolg gehad.
Gisterenavond ruim elf uur zagen
voorbijgangers eensklaps vlammen slaan
uit den Sigarenwinkel van de firma Albert
Souwer Co., aan het eind van de
Ferdinand Bolstraat No. 150, welke zaak
voor hare rekening gedreven wordt door
den heer De Groot.
Deze had achter de toonbank eenig geld
laten vallen en lichtte zich bij het zoeken bij
met een lucifer. Het vlammetje schijnt in
aanraking gekomen te zijn met het droge
hout van leege sigarenkistjes, wat tot ge
volg had, dat in een oogwenk de winkel
met zijn zeer brandbaren inhoud in
lichtelaaie stond.
Door de hitte knapte de groote spiegel
ruit en sloeg de brand buitenom over
naar de boven den winkel gelegen étage,
bewoond door het gezin van den diamant
bewerker Pardo, bestaande uit man, vrouw
en den 23-jarigen zoon.
Op de tweede verdieping woonde zekere
juffrouw Van der Voren met haar kindje,
en op de derde het gezin Ananias, waar
van de man opzichter is over het huizen
blok, waartoe het brandende perceel
behoorde.
Al deze bewoners, behalve de drie
Pardo's, waren, vóór hen nog gevaar kon
dreigen, op straat en dus in veiligheid.
De sigarenwinkelier De Groot en de
zijnen hadden eenvoudig maar den winkel
uit te loopen.
Juffrouw Van der Voren is van de door
haar bewoonde tweede étage eveneens op
de gewone wijze met haar kindje naar
beneden gekomenterwijl de familie
Ananias, bestaande uit man, vrouw en
twee kinderen, bewoners van de derde
verdieping, naar den daarboven liggenden
zolder zijn gegaan en door even de nood-
deur in te duwen den zolder van het
aangrenzende perceel 148 bereikten, van
waar allen veilig op den beganen grond
zijn gekomen.
Toen de brandweer aankwam hoorde zij
al dadelijk dat er vermoedelijk nog
menschen in het brandende gebouw waren.
Onmiddellijk werd toen een onderzoekings
tocht ondernomen, met het resultaat, dat
men op zolder de branddeur vond open
staan. Dat wees erop, dat van dien
nooduitgang gebruik was gemaakt en er
dus menschen op den aangrenzenden
zolder konden zijn. 't Was niet meer
mogelijk van binnen uit de opening te
bereikenwaarom vliegensvlug eenige
brandwachts naar omlaag renden en in
het aangrenzende perceel (No. 148) de
trap op naar den zolder stormden. Daar
vond men de bewoners van de eerste
étage, alle drie de leden van het gezin
Pardo.
Ze waren door den rook, die hun op
hun vlucht naar boven achterna was ge
wolkt, bedwelmd en op elkaar ineengezakt.
Een aantal rappe handen sleepten de drie
lichamen vlug een verdieping lager naar
de verande van het achtergedeelte van het
huis, dus in de open lucht, waar met
behulp van zuurstof-apparaten getracht
werd het bewustzijn te doen wederkeeren.
Na een uur werkens gelukte dit bij den
zoon; de'ze had op de lichamen zijner
ouders gelegen en was dus 't eerst in de
vrije lucht gebracht. Wat de volijverige
en onvermoeide brandweer-officieren ook
deden, hunne pogingen mochten helaas
niet slagen bij de ouders. De arts C. L.
Deyll, van den Gemeentelijken Genees
kundigen dienst, die spoedig met de
transport-auto van dezen dienst aanwezig
was, kon slechts beider dood constateeren.
De weer tot bewustzijn gebrachte zoon
was inmiddels al met een rijwielbrancard
naar het Binnen-Gasthuis gebracht en daar
ter verpleging opgenomen. De arme was,
toen hij de oogen opsloeg, tengevolge
van de geweldige reactie zóó buiten zich-
zelven, dat hij woest om zich heen sloeg
en voor eigen veiligheid gebonden moest
worden. Toen de brancard reeds ver uit
het gezicht was, hoorde men nog zijn
akelig, zinneloos schreeuwen. Hij is den
geheelen nacht zeer onrustig geweest, zoodat
men aanvankelijk aan storing van zijn
geestvermogens dacht. In den morgen
evenwel kalmeerde hij en was er voor
die vrees geen reden meer. Met de uiterste
zorgvuldigheid werd echter vermeden over
het lot van zijn zoo ongelukkig omgekomen
ouders te spreken.
Men gist, dat de ongelukkigen reeds te
bed lagen en toen door het plotselinge
gezicht van de van buiten inslaande
vlammen hunne bezinning hebben verloren.
Dit vermoeden wordt versterkt door de
omstandigheid, dat de zoon zijn vest
verkeerd had aangetrokken en op den
zolder losse kleedingstukken van de ouders
zijn gevonden.
Delft, 8 Dec. De politie alhier arresteerde
heden ten kantore van het agentschap der
Noord-Hollandsche Landbouwcredietbank,
alhier, een landbouwer uit Stompwijk,
diens zwager en een arbeider uit Leiden,
die onder valsche namen een bedrag van
f 6C00 zouden opnemen.
Zij hadden bereids een accept geteekend
en werden op het oogenblik, dat zij het
geld zouden opstrijken, gearresteerd.
Alblasserdam, 7 Dec. Vrijdagavond
overkwam den 15-jarigen H. de Joode,
wonende Zuiderstek alhier, een ernstig
ongeluk. Door hem was een machinetje
vervaardigd, waarvan het water door
carbid werd verwarmd. Nadat het eenigen
tijd had gewerkt, werd het waarschijnlijk
ongesloten weggezet.
Toen de knaap een oogenblik later met
een kaars te dicht bij het toestel kwam,
ontplofte de carbid, met het gevolg, dat
het stuk geslagen werktuig met alle kracht
hem in 't gezicht sloeg. Het gelaat van
den jongen was vreeselijk verminkt en
badende in zijn bloed werd hij door zijn
ouders opgenomen. Dr. Haastert, welke
direct ontboden was, verleende voor
loopige hulp, doch achtte zijn onmiddel
lijke overbrenging naar een ziekenhuis in
Dordrecht noodzakelijk.
De ongelukkige werd terstond per rijtuig
daarheen gebracht. Men vreest voor zijn
leven en indien hij het leven er by be
houdt, dan is toch het verlies zyner oogen
zoo goed als zeker te betreuren.
Rotterdam, 7 Dec. Het s.s. „Nieuw-
Amsterdam" der Holland—Amerika-Lijn,
heeft zijn jongste reis naar New-York bijna
geheel in den mist volbracht. Den 14
Nov. van hier vertrokken, om 4 uur voor
middag, had het schip, zoodra het buiten
den Waterweg kwam, een mist zóó dik,
dat men geen scheepslengte voor zich uit
kon zien. In dien mist werd de „Nieuw-
Amsterdam" aangevaren door een onbe
kend schip, dat waarschijnlijk aan den
grond geraakt was en zich met zijn eigen
machines losgewerkt had.
De „Nieuw-Amsterdam" kwam langs,
juist op het oogenblik dat het andere
schip vrijraakte en het laatste vaartuig
zich achteruit werkende haar midscheeps
trof aan stuurboordzij, enkele van haar
platen indeukend en twee kajuiten be
schadigend.
Later ontkwam het schip gelukkig aan
een aanvaring met den Italiaanschen
lijner „Lucia", buiten Staten-eiland ge
ankerd. De uitkijk ontdekte dit schip nog
juist intijds, zoodat de van hier komende
boot het kon ontwijken.
Het scheelde niet veel of zij had verder
het visschersvaartuig „Angler" tot zinken
gebracht, daar dit schip in den mist den
koers had verloren. Kapitein Van der Zee
verleende het schip bystand.
8 Dec. Gisterenavond is de 22-jarige
M. L., die in de ouderlijke woning in de
Teylingerstraat uit de eerste verdieping
kousen wilde te drogen hangen, voorover
gevallen en met het hoofd op een steenen
plaatsje terechtgekomen.
De ongelukkige werd dood opgenomen.
De wijnhandelaar S. J. H., aan de
Jacobastraat, vermiste gisterenavond een
bedrag van f 6, van welken diefstal hij
zijn dienstbode verdacht. Het meisje ont
kende evenwel ten stelligste. Niettemin
werd de politie in den arm genomen en
het 23-jarige meisje J. K. aangehouden
en overgebracht naar het bureau Witte de
Withstraat. Het scherpziend oog van den
rechercheur zag iets glinsteren in haar
chignon, waarop men haar verzocht de
coiffure los te maken. Een half dozijn
guldentjes rolde over den grond. Spoedig
daarna zat de oneerlijke en leugenachtige
dienstbode tusschen de vier muren.
8 Dec. Hedennamiddag waren een
paar jongens bezig om op de Spiegel-