ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 21 November 1908. Eerste Blad. (Z ierikzeosche Co ur an t). Gedenk te sterven. NIEUWSTIJDINGEN. ABONNEMENT. De abonnementsprijs van dit blad, dat iederen •DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG verschijnt, is voor Zierikzee f 1,30, voor alle andere plaatsen in Nederland f 1,60 per 3 maanden. Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10 per jaar bij vooruitbetaling. 65ste JAARGANG. No. 8697. Uitgever-Hoofdredacteur! A. FRANKEL. Directeur a A. I. DE LOOZE. Redacteur: J. WAALE. ADVERTENTIE N. Van 1—3 regels 30 ets., meerdere regels 10 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inzending moet geschieden des Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags uiterlijk 2 ure. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Qevonden op den openbaren weg Een knipmesje. handveger. blauwe duif. Inlichtingen te bekomen aan het Bureau van Politie te Zierikzee, van des morgens 10 tot 12 en des namiddags van 2 tot 4 en 8 tot 9 uur. De Commissaris van Politie, R. P. BRONS. (Memento mori). Weinige menschen denken aan hun dood, en zoo de gedachte daaraan somwijlen bij hen opkomt, trachten zij haar zoo spoedig mogelijk te verdrijven. De dood, de slaap, waaruit men nooit ontwaakt, heeft iets zóó verschrikkelijks voor hen, dat zij een gesprek daarover liefst ontwijken, een begraafplaats angst vallig vermijden, en elke plaats van treur en rouw ontvlieden. En toch is dit ons inziens niet goed, ja zelfs verkeerd. Immers ieder oogenblik kan de dood ons overvallen. Geen mensch toch kent het uur van zijn eeuwig scheiden. Onverwachts nadert hij ons, en ontrukt ons aan onze familie, onzen werkkring. De driehonderd menschen, die eenige dagen geleden in den Schoot der aarde op jammerlijke en innig beklagenswaardige wijze hun graf vonden, en daardoor aan hunne gezinnen en aan de maat schappij ontrukt werden, dachten in den morgen, waarop zij welgemoed in de mijn afdaalden, er niet aan, dat voor hen de zon niet meer zou opgaan. Plotseling zijn zij het eeuwige leven ingegaan. Onvoorbereid zijn zij gestorven. Gedenk te sterven (memento mori). De gedachte, dat men sterfelijk is, werkt op den duur veredelend, louterend op den mensch, die gelooft aan een Hoogere Macht, en bijgevolg aan een leven na dit leven. Zij houdt hem af van het kwaad, en wekt hem op tot het goede. Zij brengt hem, die misdreef, tot inkeer, berouw, boete, en doet hem besluiten een beter leven te leiden. Zij bant den hoogmoed, en overbrugt de klove van stand, bezit en kennis, want de dood maakt ons allen gelijk. Zij vormt in ethischen zin de hoeksteen van het maatschappelijk gebouw, want de drang, voor het algemeen welzijn werkzaam te zijn, wordt er door in ons gemoed wakker geschud. Men leeft niet meer alleen voor zichzelf, maar tracht te leven en te werken voor het groote geheel, dat ons alien omvat. Wie met aardsche goederen gezegend is, gevoelt de behoefte van zijn overvloed aan hen mede te deelen, die geheel of gedeeltelijk er van verstoken zijn. De man van wetenschap tracht door verspreiding van zijn kennis mede te werken tot beschaving der menigte en tot ver hooging van haar intellectueel peil. In het kort, men legt zich toe op de vervulling der naastenliefde, die door alle godsdiensten gepredikt wordt, want zij schenkt voldoening, bevrediging, gemoeds rust. Wie aldus zijn aardsche loopbaan opvat, en overeenkomstig die opvatting zijn leven inricht, zal geen vrees meer voor den dood koesteren, en gelaten den dag afwachten, waarop zijn laatste uur zal slaan. ITALIË. Rosa Tirona, een keukenmeid in Rome, had het geluk, in de loterij den prijs van 400.000 lire te winnen. Maar dat geluk heeft een nasleep gehad. Door een onbe scheidenheid van den collecteur werd haar naam bekend, en toen kwam de politie er achter, dat zij de zelfde Rosa Tirona was die nog twee jaar gevangenistraf had te ondergaan. En nu zal Rosa nog twee lange jaren moeten wachten, voordat ze van haar rijkdom zal kunnen genieten. De illuminatie van de St.-Pieter, die eerst niet doorgegaan was vanwege het ongunstige weer, heeft Dinsdagavond plaats gehad. Duizenden harsfakkels ver lichtten de basiliek en de colonnade. Er was een reusachtige menschenmenigte op de been. Riposto, 19 Nov. Tengevolge van den orkaan zijn er 20 huizen ingestort; 2 per sonen werden gedood. Te Giarre telt men 2 dooden en 3 gewonden; 50 personen zijn daklot. RUSLAND. De schoonmaak bij de marine wordt door een dito bij het leger gevolgd: 13 generaals worden uit den dienst verwijderd. De koude is in het zuiden van Rus land zeer hevig. Het vriest sterk en een overvloedige sneeuwval belemmert het verkeer. De oogst is overal verloren. FRANKRIJK. Te Brest is een Duitsche reserve luitenant ingerekend, Von Braun genaamd, die gespionneerd heeft. Men vond ver scheidene aanteekeningen bij hem. Zooals uit het onderzoek is gebleken, is Von B. eenige jaren geleden wegens een zeden misdrijf uit Berlijn moeten vertrekken. Met algemeene stemmen nam de Kamer een voorstel aan tot dringendver klaring van het door de regeering inge diende wetsontwerp, waarbij de doodstraf wordt afgeschaft en tevens dat om over te gaan tot de artikelsgewijze behandeling. DUITSCHLAND. De Kölnische Zeitung had gisteren al meer dan 108,000 mk. voor de weduwen en weezen te Hamm ingezameld. De kroonprins en zijne gemalin hebben ook een inschrijving geopend. Zij verzoeken, de bijdragen naar het Marmeren Paleis te Potsdam te zenden. De gemeenteraad van Frankfort a/d. M. heeft 5000 mk. voor de weduwen en weezen bewilligd. Uit Stad en Provincie. Zierikzee, 20 Nov. Gisterennamiddag vergaderde ten huize van den heer Verwer het Comité tot stichting van een Concert zaal en Graanbeurs. De voorzitter, de heer Gelderman, opende de vergadering. Na voorlezing der notulen door den heer H. J. van Nouhuys, deelde de voorzitter mede, dat deze ver gadering belegd was om kennis te nemen van de ingekomene antwoorden der onderscheidene landbouwvereenlgingen in Schouwen-Duiveiand. Op de eerste vraag, of er behoefte was aan een nieuwe graanbeurs, werd eenparig bevestigend geantwoord. Ten zeerste werd de nood zakelijkheid ingezien van de totstand koming van een gebouw, dat door doel matige inrichting voldoet aan de eischen, die men ten aanzien van licht, ruimte en ventilatie aan een goede graanbeurs kan stellen. Wat de tweede vraag betreft, of de huidige plaats der Concertzaal geschikt was, de antwoorden hierop waren in hoofd zaak bevredigend. Eenige landbouwver eenlgingen achten die plaats niet ongeschikt, andere landbouwvereenlgingen zouden het betreuren, indien op den geringen afstand de combinatie van Concertzaal en Oraan- beurs zoude afstuiten. En zelfs in die landbouwvereenigingen, die de tweede vraag in ontkennenden zin beantwoord hebben, waren al de aanwezige leden van gevoelen, dat voor hen persoonlijk de afstand van geen beteekenis zou zijn. Zij vreesden alleen, Jflat het gros der land bouwers er nlée) zou komen. In het antwoord der Afdeeling Zierikzee van de Maatschappij tot bevordering van Land bouw en Veeteelt in Zeeland slaat woorde lijk „Met de plaats konden de leden zich „niet vereenigen. Ofschoon geen der aan wezigen voor zich zelf bezwaar had tegen „de plaats, durfden zij er niet voor instaan, „dat hoe goed ook het gebouw voor beurs „zou worden Ingericht, de handel en de „beweging zich daarheen zouden ver plaatsen van uit het midden der stad, „waar de zaken nu gedreven worden". De voorzitter stelde in het licht, dat de op de vergadering aanwezige leden zelve den afstand gering vonden, zoodat deze voor hen geen beletsel opleverde, maar dat zij niet durfden instaan voor de afwezigen. Dit laatste was ook niet gevergd geworden, men had alleen het persoonlijk gevoelen der ter vergadering aanwezige leden willen weten. Spreker samenvattende zijn indruk ken omtrent de ontvangene antwoorden, zeide dat de leden in bijkans al de land- bouwvergaderingen persoonlijk tegen den kleinen afstand geen bezwaar hadden. Na een breedvoerig debat werd besloten ie over te gaan tot de stichting van een Concertzaal en deze zoodanig in te richten, dat zij voor een Graanbeurs geschikt is; 2e de grootte der aandeelen op 250 en f 100 te bepalen. Aan het slot der vergadering bracht de heer jhr. De Muralt hulde aan den voor zitter, den heer'Geldernian, voor zijn vurlgen ijver en zijn toewijding in deze zaak be toond. Hij hoopt, dat wanneer de nieuwe Concertzaal gesticht is, op den openings dag hem de welverdiende hulde niet zat onthouden worden. Besloten werd Zaterdagavond om 7 uur te vergaderen. Provinciale Staten van Zeeland. Heden(Vrijdag)morgen kwamen de Prov. Staten weder bijeen. Tegenwoordig waren 39 leden. Afwezig zijn de heeren Van Houte, Giljam en Fokker, allen wegens ongesteldheid. Het eerst was aan de orde het voorstel van Gedep. Staten, tot het herstel van de tapijt behangsels in het gerechtsgebouw. Blijkens het algemeen verslag der afdeelingen, werd door een lid de opmerking gemaakt, dat de minister van justitie wel de subsidie heeft geweigerd op de gronden, genoemd in het ver zoek van Gedep. Staten, maar dat niet blijkt, dat die ook op andere gronden zoude geweigerd zijn. Een ander lid verklaarde zich tegen het voorstel; de tapijtbehangsels zijn aan het Rijk in bruikleen gegeven en dit moet ze onderhouden. Ook in een andere afdeeling verklaarde een lid bij zijn meening te persisteeren, dat het herstel van de bewuste tapijtbehangsels niet op de provincie, maar op het Rijk rust en dit volgens het Burgerlijk Wetboek verplicht is, terwijl een ander lid als zijn meening te kennen gaf, onder mededeeling dat hij niet tegen herstel is, dat, nu het Rijk het herstel niet voor zijn rekening neemt, het wenschelijk is, de tapijt behangsels uit het gerechtsgebouw weg te nemen en op te hangen in de Abdijgebouwen. In een andere afdeeling werd door een lid opgemerkt, dat, al zal hij zich niet verzetten tegen het voorstel, omdat hij niet wenscht, dat een procedure door het Rijk worde begonnen, de oorzaak, dat dc kosten voor 7, ten laste der provincie komen, is te zoeken bij het verkeerd aanvatten der zaak door Gedep. Staten. Deze toch hebben zich oorspronkelijk niet geplaatst op het standpunt, dat het Rijk verplicht was, de kosten voor zijn rekening te nemen. Daardoor hebben zij den minister gelegenheid gegeven, zich bij hun standpunt aan te sluiten en zich zoo van de zaak af te maken. Daartegen werd door een lid van Gedep. Staten opgemerkt, dat ailecn het gewoon onderhoud kwam voor rekening van het Rijk en dat zij, van dit standpunt uitgaande, getracht hebben, zoo groot mogelijke bijdrage van het Rijk te verkrijgen. Naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen, werd nog door Gedep. Staten geantwoord, dat indertijd aan binnenlandsche zaken en justitie gevraagd is, ieder te betalen, wat door binnen landsche zaken Is geweigerd, terwijl justitie verklaarde in geen geval meer dan te betalen. Worden de gobelins niet hersteld, zoo gaan ze achteruit en worden ze opnieuw gerestaureerd, zoo kunnen maatregelen genomen worden tegen nieuwe beschadiging; ze zijn nu op een goede plaats. Nog verdedigde een lid van Gedep. Staten het voorstel van dat college met de bemerking, dat het Rijk toch bereid is 7» gedeelte in de herstellings kosten te dragen, terwijl, zoo de Staten besluiten de behangsels terug te nemen, de kosten van herstel geheel voor rekening van de provincie komen, terwijl in de Abdijgebouwen toch geen geschikte plaats kan gevonden worden om ze op te hangen. Volgens zijn meening is het voorstel van Gedep. Staten de eenige oplossing, wijl herstel noodig is en het natuurlijk niet op den weg der provincie ligt om een gerechtelijke beslissing uit te lokken, of het Rijk al dan niet tot herstel ver plicht is. o v - Eindelijk werd nog op de opmerking van een lid, dat het bedrag van f 2000 voor kosten van herstel hem hoog voorkomt, door Gedep. Staten geantwoord, dat het bedrag begroot is door een deskundige en in leder geval het maximum-bedrag is, wat de restauratie mag kosten; de restauratie van dusdanige behangsels moet natuurlijk ge schieden door een bevoegde hand, die in dezen zeldzaam is, zoodat die restauratie uit den aard der zaak altijd eenig bedrag zal kosten. Gedep. Staten vinden in het voorloopig verslag dan ook geen aanleiding om wijziging te brengen in hun voorstel, dat strekt om over te gaan tot restauratie van bovenbedoelde tapijtbehangsels tot een maximum van f 2000. Over het voorstel der restauratie van de gobe lins werd geen discussie gevoerd, doch op verzoek van den heer Hammacher het voorstel in stem ming gebracht en aangenomen met 35 tegen 4 stemmen. Het voorstel van Gedep. Staten tot afwijzing van adressen van de verceniging van burgemeesters en secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland en van het dagclijksch bestuur van den A. N. W. B., Toeristenbond voor Nederland, om wijziging van het reglement oo de wegen en voetpaden had, blijkens het verslag der afdeelingen, bij enkele leden bestrijding gevonden. In alle afdeelingen verklaarden eenige leden dat zij het gebruik van brcede vellingen in het belang van de wegen achten, terwijl in twee af deelingen het leedwezen werd uitgesproken, dat Gedep. Staten geen reglementswijziging voor stelden. Tegen het motief van Gedep. Staten in hun afwijzend advies dat breede vellingen veel geld zouden kosten, werd in één der afdeelingen aan gevoerd, dat die uitgaaf over 4 jaren verdeeld, maar f 10 per jaar en per wagen kost. In één der afdeelingen werd ook nog de wensche- ifjkheid betoogd, om gedurende den slechten tijd van het jaar het gewicht dat per wagen mag worden vervoerd te beperken, daar er nu soms tot 3500 K.G. per as werd geladen. Tegen beperking van het gewicht werd aan gevoerd dat cventueele overtredingen moeilijk te constateeren zijn. Door een lid van Gedep. Staten werd in één der afdeelingen medegedeeld, dat na het hooren van de verschillende afdeelingen van de maat schappij van landbouw en de uitecnloopende gevoelens van polderbesturen, Gedep. Staten hebben gemeend de zaak te moeten laten zooals ze Is. Nog werd in een andere afdeeling gevraagd of soms Gedep. Staten op het gevraagde niet zijn Ingegaan, omdat bij dat college het voor nemen bestaat een geheele herziening van het reglement voor te stellen.. Door een lid van Gedep. Staten werd hierop geantwoord, dit niet onmogelijk is, en waarschijnlijk wel zal worden overgegaan tot een voorstel van gedeeltelijke wijziging in verband met de wet, maar hij meent dat in het onderhavige geval geen drang tot wijziging zou gewild zijn. In de drie afdeelingen hebben zich 25 leden verklaard vóór het vodrstcl van Gedep. Staten, 8 er tegen, terwijl 7 leden zich hun stem voor behielden. Gedep. Staten vonden ook in dit verslag geen aanleiding om wijziging te brengen in hun voorstel. Aan de orde is het adres van den Toeristen bond. De heer Elenbaas zette uitvoerig uiteen, hoe noodzakelijk het is dat in het reglement op de wegen cn voetpaden bepalingen worden opge nomen betreffende het gebruik van breede velgen. Door de zware vrachten, die over de wegen gaan, lijden deze zoodanig, dat de kosten, die voor onderhoud op de gemeente- en polderbesturen worden gelegd, veel te groot zijn. Aan de recht matige klachten, van verschillende zijden geuit, dient eenigszins tegemoet te worden gekomen. En dat kan, als een wijziging in het reglement wordt gemaakt. Door Gedep. Staten werd o. a. een afwijzend advies op het verzoek uitgebracht, omdat breede veilingen te veel geld zouden kosten. Waar echter de kosten slechts gering zijn in vergelijking met het voordcel, dat men nu hierdoor betere wegen zal behouden, dienen de Prov. Staten deze bepaling in het reglement op te nemen. Ook de in de adressen gevraagde zuivering der wielen werd door den heer Elenbaas billijk genoemd, want worden dc wielen niet ge zuiverd, dan veranderen de wegen in modderpoelen. Nog nader verdedigde spreker de adressen, cn bestreed hij dus het afwijzend voorstel van Gedep. Staten. De heer Elenbaas stelde ten slotte een motie voor, waarin Gedep. Staten worden uitgc- noodigd bepalingen te maken ter voorkoming van het onbruikbaar maken van wegen in Zeeland of In bepaalde deelen der provincie, en deze voor stellen in de a.s. zomerzitting aanhangig te maken. De heer Moes zag er geen heil in om de door adressanten aangevoerde bezwaren te reglemen teeren, en dus ging hij mede met het voorstel van Gedep. Staten. De heer Dekker meende, dat slechts dwangmaatregelen mogen worden opge legd, als er een noodtoestand aanwezig is, en dat is hier niet het geval. Tegen het invoeren van breede vellingen zijn door mannen van de praktijk ernstige bezwaren ingebracht. Bovendien moet men het invoeren van deze vellingen aan den tijd overlaten. Als de landbouwers zien, dat breede vellingen gewenscht zijn, zuilen zij van zelf wel overgaan tot aanschaffing hiervan. Hij is dan ook tegen de motie van den heer Elenbaas, en vóór het voor stel van Gedep. Staten. Ook de heer Hammacher had ver schuilende bezwaren tegen het voorstel van den heer Elenbaas. De heer Houterman toonde aan, dat het invoeren van breede vellingen op ver schillende bezwaren stuit, terwijl meerdere andere als het verplichte schoonmaken der wielen en het verminderen der vrachten eveneens in de praktijk niet uit te voeren zijn. De grind- en kleiwegen dienen zeker wei op sommige plaatsen verbeterd te worden, doch het eenig afdoend middel daartegen is deze wegen te veranderen in kei- of straatwegen. Namens Gedep. Staten werd het voor stel van dat College zeer uitvoerig ver dedigd. Men wees er op, dat het zeer moeilijk is uitspraak te doen, waar wij hier te doen hebben met twee tegen strijdige belangen. Aan de ééne zijde de onderhoudsplichtige van de wegen, en aan den anderen kant de landbouwers. Het gaat niet aan deze beide belangen door dwangvoorschriften te verzoenen. Als niet belanghebbende en onpartijdig kiezende, is hij van oordeel, dat verande ring alleen te verkrijgen is door de ver andering van klei- en grintwegen in keiwegeh. De heer Elenbaas vond de eenige af doende verbetering over te gaan tot het leggen van keiwegen. Het groote bezwaar is, dat de kosten zoo hoog zijn, en dat die onmogelijk door de gemeente- of polderbesturen kunnen gedragen worden. Dat breede vellingen geen uitkomst geven zullen, ontkende de heer Elenbaas. Zij zullen toch zeker eenige verbetering geven. Spreker handhaafde zijn motie. Deze motie werd ten slotte in stemming gebracht en verworpen met 25 tegen 13 stemmen. Hierop werd het voorstel van Gedep. Staten zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Overeenkomstig het voorstel van Gedep. Staten werd afwijzend beschikt op een verzoek van het bestuur van de afdeeling Noord-Beveland van de maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland, om aan den provincialen steiger te Cortgenc een veeloods te bouwen. Uit het algemeen verslag der afdeelingen blijkt, dat het voorstel van Gedep. Staten tot afwij zing van het verzoek van Burgem. en Weth. van Brouwershaven om een renteloos voorschot van f 5000 voor havenverbetering, bij verschillende leden bestrijding ondervond. Er werd op gewezen dat Brouwershaven in slechten financiëelen toestand verkeert en dat de schuldenlast groot is, terwijl deze nog onlangs is vermeerderd met f 5400 voor verhooging der havendijken, een gevolg van den vloed van 12 Maart 1906. Ook werd er op gewezen dat de beschoeiing der haven in zulk een toestand verkeert, dat hier alleen sprake kan zijn van aigeheele vernieuwing. In één der afdeelingon was een lid van meening, dat de gemeente uit de inkomsten der haven een reservefonds had moeten stichten, waardoor zij dan zichzelf zou kunnen helpen. Namens Gedep. Staten werd gezegd, dat het vormen van een dergelijk fonds in strijd met de wet zou zijn. Ook werd in één der afdeelingen er op ge wezen dat Brouwershaven niet vergeleken kan wordea met andere gemeenten, daar door het ophouden der zeevaart de draagkracht zoodanig is verminderd, dat zij niet toereikend is voor dergelijke uitgaven. De heer Bolle wees er op, dat Brouwers haven tot voor enkele jaren een zeer wel varende gemeente van 2000 zielen was. Geleidelijk is dit aantal verminderd, zoodat het thans maar 1300 bedraagt, en vooral onder de vertrekkenden waren de wel- gestelden in de eerste plaats. De zwakken bleven dus over, menschen met weinig draagkracht. Spreker is van gevoelen, dat de gemeente dient te worden geholpen. Doen wij dit niet, dan heeft hij de vaste overtuiging, dat Brouwershaven, evenals Veere, tot de noodlijdende gemeenten zal gaatf behooren. Spreker stelde dan ook voor, het gevraagde renteloos voorschot te verleenen. De heer Moolenburgh zeide tot zijn leedwezen ook niet mede te kunnen gaan met het voorstel van Gedep. Staten. De heer Bolle heeft reeds op den schuldenlast van Brouwershaven gewezen, spreker toonde nog nader in verschillende cijfers aan, dat Brouwershaven reeds alles gedaan

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1908 | | pagina 1