MOWstralen
STIJFSEL
Mijn Pianostemmer
De nieuwe yenjaö de „Zeeland".
ADVERTEKTIEN.
Vraag uw Grossier
zoek om ontslag in te dienen, en het hem
vrijgelaten wordt een verzoek om ontslag
in te dienen, wanneer en om welke redenen
hij zulks goedvindt;
dat het een gemeentebestuur niet ver
oorloofd is de wet in dezen aan te vullen
door in een verordening aan een onder
wijzer de verplichting op te leggen, in een
bepaald geval een verzoek om ontslag in
te dienen; dat dus artikel 13bis van ver
melde verordening is in strijd met de wet.
Landbouw en Veeteelt.
Renesse. De proefneming van den proef
nemer, den heer M. Jonker, landbouwer
alhier, met een variëteit van rogge, d. w. z.
een vergelijking van origineele Petkuser
met Zeeuwsche rogge, en een vergelijking
tusschen de werking van Thomasphosphaat
en ontlljmd beendermeel op zandgrond, is
als volgt:
Nevenstaande
figuur geeft het
proefveld 22
A. aan. A -f- B
C werden be
mest met 132
K.G. kaïniet in
het najaar, tege
lijk ontving A of 10 Aren, 88 K.G. Thomas
phosphaat, en B 10 Aren, 43 K.G.
ontlijmd beendermeel. De 2 Aren van C
werd bezaaid met Zeeuwsche rogge, de
stukken A en B met Petkuser rogge.
Tweemaal overbemest met 161 K.G. Chili-
salpeter, najaar en voorjaar. Uit de proef
is gebleken, dat A 339 K.G. of 4,6 H.L.;
B 312 K.G. of 4,3 H.L. Ie soort rogge
opleverde, terwijl de opbrengst in stroo-
gewicht van A 650 K.G., van B 585 K.G.
bedroeg. C bracht met bemesting van
ontlijmd beendermeel 36 K.G. of H.L.
rogge en in stroogewicht 61 K.G., en met
bemesting met Thomasphosphaat 43 K.G.
rogge en 55 K.G. stroo op. De bemesting
met beendermeel blijkt dus op den korrel,
zoowel als op het stroo een heilzamer
invloed uit te oefenen dan Thomasphos
phaat, en is een bemesting met beendermeel
zeer aan te bevelen.
Visscher ij- Berichten.
Nederlandse/ie oesters in België.
Men schrijft aan de N. P. Ct
Naar aanleiding van de verschillende
uiteenloopende berichten betreffende de
circulaire van den Belgischen minister
Helleputter over het gevaar van het gebruik
van oesters uit Nederland afkomstig, is het
misschien niet overbodig na te gaan wat
de minister te dien opzichte aan den
voorzitter der Belgische gezondheids
commissie heeft geschreven.
De minister dan deelt mede, dat de
Gezondheidsraad belast met het onderzoek
der antwoorden van de artsen ter zake
het ontstaan van typhus, ingevolge 's minis
ters circulaire van 5 Februari gevraagd,
zijn werk wel is waar nog niet volledig
heeft volbracht, maar toch reeds eenige
mededeelingen te doen noodzakelijk heeft
geacht, vooral ook omdat de typhus-gevallen
door de oesters veroorzaakt bijna allen
toegeschreven moeten worden aan het
gebruik van oesters, uit het buitenland
afkomstig (de provenance étrangère).
De conclusies zijn:
Een zeker aantal der typhusgevallen
door de artsen aangegeven en waargenomen
zijn zonder twijfel veroorzaakt door het
gebruik van oesters. Een groot aantal
gevallen kunnen met groote waarschijnlijk
heid aan het gebruik van oesters toege
schreven worden. De raad meent, dat de
behandeling der oesters door de verkoopers
oorzaak der besmetting kan zijn.
De raad vestigt daarom de aandacht op
het gevaar van het gebruik van oesters,
tenzij in de inrichtingen voor de oester
cultuur (etablissements d'ostréculture) in
het laatste jaar essentieele verbeteringen
mochten zijn aangebracht. De raad acht
noodig, dat het publiek gewaarschuwd
worde tegen het gevaar van besmetting,
waaraan zich de gebruikers van oesters
blootstellen zoowel van Belgischen als van
vreemden oorsprong (provenance belgique
et provenance étrangère).
Deïdirecteur van de „Zeeland" deelde aan
de N. Crt. mee, dat het in het belang der
Maatschappij beslist noodig is, dat de drie
nieuwe booten binnen een bepaalden ter
mijn, liefst zoo kort mogelijk, alle geheel
gereed komen en in de vaart worden
gebracht, en tevens van overwegende
beteekenis, dat zij ook op één werf
worden gebouwd.
De voornaamste gronden, waarop deze
overtuiging steunt, zijn de volgende:
Wanneer een maatschappij als de
„Zeeland" tegelijkertijd drie schepen op
stapel laat zetten, bestemd voor den
zelfden Kanaaldienst, dan moeten die
schepen als het ware aus einem Gusz
gebouwd worden; men moet ze ten slotte
niet uit elkander kunnen kennenvan
lijnen, van machines, van inrichting
moeten zij tot in de kleinste onderdeden
volkomen gelijk zijn. Dit is niet alleen
noodig met het oog op het veeleischende
publiek, maar ook en vooral om technisch-
economische redenen.
Bij een scheepvaartbedrijf als dat van
de „Zeeland" is het een onafwijsbare
el8ch, dat men, zoo noodig, onderdeden
van het ééne schip binnen een minimun
van tijd kan overplaatsen in het andere.
Steeds heeft men bij de „Zeeland" dit
systeem in practijk gebracht en men is er
wèl bij gevaren, want zoodoende was het
vaak, bij plotselinge defecten, mogelijk in
een korte spanne tijds een voorziening
aan te brengen en de onderbreking of
vertraging in den dienst tot de kleinste
proporties terug te brengen. Dat hierin
ook een economisch voordeel gelegen is,
laat zich gemakkelijk begrijpen.
Zulk een pijnlijke gelijk- en gelijk
vormigheid tot in de kleinste onderdeden,
waarbij alles over en weer in elkaar past
en sluit als een bus, acht de directie van
de „Zeeland" echter alleen verkrijgbaar,
wanneer de drie booten naast elkaar op
een en dezelfde werf gebouwd worden.
Naast de technische rijzen echter nog
andere bezwaren tegen het doen bouwen
van de schepen op drie verschillende
werven. Immers, zoo zou een drievoudig
toezicht noodig zijn, de taak van de
experts van Lloyd zou omvangrijker
worden en dit alles zou de kosten voor
de Maatschappij niet onbelangrijk ver-
hoogen. Maar daarbij komt nog dit:
Wanneer de drie schepen op één werf
gebouwd werden en één deugt ten slotte
niet, dan ligt het voor de hand, dat zij
alle drie niet deugen en moeten worden
afgekeurd. Worden de drie schepen echter
op verschillende werven gebouwd, dan
bestaat de mogelijkheid, dat b.v. twee der
schepen worden goedgekeurd en het derde
afgekeurd. In dat geval wordt de Maat
schappij de dupe van de geschiedenis,
want dan zit zij met twee schepen, waar
mede zij niets kan uitvoeren, omdat dit
onvoldoende past in het kader harer
organisatie en den dienst in de war zou
sturen.
In de Zaterdag gehouden vergadering
van aandeelhouders van de stoomvaart
maatschappij „Zeeland" werd zonder
discussie en hoofdelijke stemming, het
voorstel der directie goedgekeurd, om
drie booten, bestemd voor den maildienst,
aan te besteden.
Ingezonden Mededeelingen.
(Onder verantwoordelijkheid van den Inzender).
Van 1-5 regels f 1,elke regel meer f 0,20.
Belangrijk nieuws.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen verlichten en
heelen in hun grootsch werk de vermoeide nier
weefsels, zij lossen het gekristaliseerd urinezuur
op en houden het lichaam vrij van nierglften, die
ziekten teweegbrengen.
Mejuffrouw P. de Bakker, Doelpad te Ouden
bosch, schrijft ons: Sedert ruim drie jaren heb ik
aan een ellendige nierkwaal geleden, ik had veel
stekende pijn, flauwten en benauwdheden. De
urine was hoogrood gekleurd en verspreidde een
onaangename lucht; mijn maag was van streek
en ik had mijn eetlust verloren, menigmaal kon
ik niet het minste in mijn maag verdragen en ik
was wanhopig, want wanneer men op een leeftijd
komt van zes-en-zestig jaar, dan gaat men niet
meer zoo licht over zulk een ongesteldheid heen.
Toen ik echter Foster's Rugpijn Nieren Pillen
begon in te nemen, scheen het wel alsof er een
algeheele ommekeer in mij plaats greep. De pijn
werd beduidend minder en de maag kon haar
gewoon werk weer verrichten, terwijl mijn geheele
gestel verkwikt was. Ik ben u zeer dankbaar
voor zulk een prachtig middel, dat ik met ver
trouwen aan allen zal aanbevelen, die lijden
zooals ik voorheen.
Ik ondergeteekende verklaar dat het boven
staande waar is en machtig u het publiek te
maken op elke wQze die u goeddunkt.
Wenk aan koopers. Foster's Rugpijn Nieren
Pillen worden niet los verkocht, enkel in doezen
waarop de naam van het geneesmiddel voluit
voorkomt. Vraagt uitdrukkelijk Foster's en gij
zult de goede hebben.
Ze zijn te Zterikxee verkr|gbaar b| den Heer
M. S. Polak, gedlpl. Drogist, en te Ttmlen
bj[ den Heer W. Potter, lliaal Apotteek
„Coronoe", Stoofstraat. Toezending geschiedt
franco na ontvangst van postwissel ft f 1,75 voor
één of f 10,— voor 6 dooien.
Een nieuwe aardappelziekte.
In Duitschland en ook in het Zuid-
Oosten van ons land is een nieuwe aard
appelziekte geconstateerd. Op de schil
vertoonen zich puistjes, bijna gelijk aan
die, welke men wel ziet op een aardappel,
die door te veel vocht en warmte gaat
rotten. Die puistjes gaan later over tot
scheuren en scheurtjes. Langs de scheuren
zit de schil en een dun laagje vrucht los,
zoodat ze er wat robbelig uitzien.
Aan het instituut te Wageningen, waar
heen men eenige zieke aardappelen ge
zonden heeft, kende men het verschijnsel
niet.
In Duitschland is de ziekte waargenomen
in Cronenberg in den kring Düsseldorf,
dus in de aan Nederland grenzende
Rijnprovincie, derhalve zeer nabij.
In den omtrek van Cronenberg zijn
geheele akkers door de ziekte aangetast,
zoodat de oogst totaal vernietigd is. Vooral
openbaarde de ziekte zich steïk op de
akkers der arbeiders en andere kleintelers,
die dikwijls aardappels na aardappels
verbouwen en die sterk bemesten met
steenkolenasch, compost en beer. Vooral
vroege aardappelen hebben van de ziekte
te lijden. Sommige velden, tegen sterk
aangetaste akkers gelegen, bleven geheel
van de ziekte verschoond, terwijl blijkbaar
het weder geen invloed uitoefende. De
zieke knollen vertoonen aan hun opper
vlakte kankerachtige, wratachtige woeke
ringen, die soms bijna zoo groot worden
als een hoenderei. In de open lucht drogen
de wratten in, waarna zij gemakkelijk
verbrokkeld kunnen worden, terwijl ze in
water of in den grond tot rotting overgaan.
Het recht cii de waarde
van den
Godsdienst
tegenover het Materialisme.
II.
Alleen de godsdienstige wereld- en levensbe
schouwing is voor het denken te rechtvaardigen.
Vormden deze woorden de wel krasse stelling,
welke dr. Groenewegen In het eerste gedeelte
zijner rede verdedigde, thans was aan de orde
de verdediging van zijne tweede stelling: Alleen
het godsdienstig geloof bevredigt de behoeften des
gemoeds en verheft het leven.
In zaken van waarneming en denking heeft het
gemoed geen stem, maar men bedenke, dat ieder
geloof, d.w.z. iedere, ook de meest wijsgeerige
en wetenschappelijke, wereldleer, niet alleen
wordt opgebouwd uit het kleine beetje dat wij
waarnemen en zoogenaamd begrijpen, maar ook
uit de ruime wereld van ons denken en den nóg
ruimeren kring van ons gemoedsleven. In ons
geloof is altijd de geheele geestelijke mensch
werkzaam. Er mag daarom aan ieder geloof
gevraagd worden, of het voor het gemoedsleven
houdbaar en bevredigend is, en verder, of het
op 't practische leven al of niet verheffend zal
werken.
Elk mensch heeft de gemoedservaringen van
blijheid en smart, van schoon en leelijk, van goed
en slecht. Welke van de twee voorgedragen
levensopvattingen geeft nu de meeste bevrediging
aan ons innerlijk leven, zoowel wat de ervaringen
van geluk en van smart, als ons bewustzijn van
goed en van kwaad betreft? Er is nog nooit een
materialist, die uit het oogpunt van bevrediging
en verheffing van 't zieleleven zijn leer heeft'
aangeprezen. Er zijn oogenblikken in 't leven,
dat een mensch van geluk de tranen uit de
oogen worden geperst. Kom tot zoo'n mensch
en zeg tot hem: dat heeft nu de doellooze
samenloop der dingen wel aardig voor u doen
treffen! Wat zou dien gelukkige meer voldoen,
deze koude herinnering aan 't spel des toevals,
of de betuiging, dat, ofschoon wij 'tniet verdienen,
het geluk ons toch maar ten deel valt van Hem,
Die 't al regeert? Dankbaarheid is een fraze
voor iemand, die niet zeggen kan: .God! Uw
Zegen is groot over Uw kind geweest". En zóó
alleen voelen wij werkelijk ons geluk. De mensch
van dankbare blijdschap kent niet 't wuft gcluk-
vogels-vertrouwenhij voelt, dat elke blijdschap
hem oplegt grooter plicht. Wat is dankbaarheid,
als wij ze niet omzetten in goed-doen?
En nu de schaduwkant van het leven. Allen
komen wij beurt om beurt voor de droefenissen
van het leven, tegenover leed en onrecht, mis
kenning en teleurstelling te staan. Indien 't waar
is, dat wij menschen niets anders zijn dan bloot
toevallig stofprodukten, opgeworpen door een
blind noodlot, dat ons vandaag eens in 't zonnetje
zet, om ons straks te wreeder in dikste donkerheid
neer te smakken, dan rest mij, weerloos slacht
offer van dat noodlot, dat mij altijd tegenover
het goede het slechte doet zien, weerloos slacht
offer van die satanische machten, die mij nooit
onvermengde vreugde gunnen, dan rest mij niets
dan haat en verbittering, 't Is dan ook geen
toeval, dat in eene wereld, waarin geen gods
dienst is, de haat en de verbittering toenemen
en het leven steeds meer in wanhoop ondergaat.
Maar dit is van de vroegste eeuwen af geweest
de glorie van eiken godsdienst, van den hoogsten
't meest, dat hij den mensch verzoend heeft met
alle leed des levens, niet door de smarten weg
te redeneeren in eiken godsdienst zult gij de
prediking des lijdens verstaan, maar door
vertroosting te geven in den bitteren kelk des
lijdens. Hierdoor Jiebben de menschen vrede
gevonden met zlcnzclf, vrede met het leven en
zijn strijd, doordat zij vrede hadden met God.
Want dit is godsdienst: met vertrouwen, vooral
in dagen van strijd en duisternis, zich verlaten
op Hem, in Wien wij geloovcn en daardoor ont
vangen draagkracht tot het einde, tot het zwaarste.
Het is en wordt ons nóg uitgebeeld in den Man
van Smarte, Die ons 's menschen hoogste levens
doel en geestelijke grootheid heerlijk heeft ge
openbaard. De Man van Smarte, slachtoffer van
een verdorvene wereld, maar in zijn ondergang
juist overwinnend; Hij, die zijn leven gaf voor
wie hij liefhad, aan het kruis zijn woorden tot
daad maakte: .Vader! niet mijn, maar Uw wil
geschiede". Jezus, .het afschijnsel der heerlijkheid
iods", niet het Kind des geluks, maar de ge
broken Lijder, niet de Geleerde, maar de Een
voudige; de Kruisdrager met den doornenkroon,
omdat Hij is de reinste, zichzelf verloochenende
Liefde. Hij is het toonbeeld der grootste Gods
kracht in den mensch, toonbeeld van die waar
heid, dat, wie God liefhebben, alle dingen, de
donkere dingen des levens het meest, mede
werken ten goede.
Van Zijn kruis sprak Hij de woorden: .Vader,
in Uwe handen beveel ik mijn geest". Ook voor
ons is het gezegd. Zoo waarachtig als ons stoflijf
niet is ons wezenlijke zelf, even waarachtig is
niet 't uiteenvallen van dit organisme de ver
nietiging van ons geestelijk wezen, maar het
terugkeeren van den grootcn straal uit het Godde
lijk Allicht tot de oneindige bron van alle zijn.
Dat geeft ons de zekerheid, dat ons leven niet
tevergeefsch is. Niet tevergeefs bloeden wij uit
vele wonden, mits wij uit al dat lijden wegdragen
verreining en verrijking van ons geestelijk wezen.
Dit vertroost en verzoent ons ook met den dood
en geeft ernst en opgewektheid aan het leven.
Met dit besef kunnen wij niet zonder ontzag,
niet zonder klein gevoel en neiging tot aanbidding
de wereld aanzien; en dit eenvoudige instinct
matige gevoel van ieder menschenhart is één der
openbaringen van het zijn. De Goddelijke Macht
openbaart aldus zijn Godheid in ons. En op deze
wijze laat het godsdienstig geloof het schoonheids
gevoel tot zijn recht komen. Nog nooit hebben
groote kunstenaars van het materialisme hun
bezieling ontvangen.
Van alles wat in ons ligt is er niets heerlijkers,
niets dat meer bij uitstek het eigendom des
menschen is, dan dit, dat wij niet alleen besef
hebben van 't goed en kwaad, maar ook dat wij
nooit 't goede kunnen inzien, of wij voelen er
ons innerlijk aan gebonden, toe gehouden en
verplicht. Wij zijn wót wij zijn, maar daarom
mogen wij nog niet blijven wat wij zijn: er is
in onze ziel een honger en dorst naar gerechtig
heid, waarheid, volmaking. Als de magneetnaald
voelen kon en bewust kon wezen van zijn voel,
dan zou hij In zichzelf gewaar worden een
wondere kracht als door hem heenstroomend; en
die kracht drijft hem terug, altijd in eindeloos
trillen en zoeken en streven, altijd in de richting
van die ééne pool. Zoo is ons zieleleven. Wij,
die 't voelen kunnen wat stroomt door ons heen,
en die 't voelen kunnen met zelfbewustzijn, wij
kunnen er ons rekenschap van geven hoe geeste
lijke kracht Gods ook ons met eindeloos trillen
des, geestes altijd henenwijst naar de ééne pool
van zijn volmaakten wil. Al 't goede, dat gij uit
plichtsbesef doet, dat is eene belijdenis van het
goddelijk, onschendbaar, boven-menschelijk
karakter van het goede. En als ge uw leven
geeft om te streven naar een heilig doel, dan
ligt daarin de belijdenis van deze geloofs
waarheid, dat ons leven geen ander doel heeft,
dan het Koninkrijk Gods op te bouwen waaT we
kunnen, op aarde en in onze ziel.
De geheele materialistische leer is morsdood
in den grond, omdat zij miskent en vertrapt het
innigste en edelste en machtigste, dat in menschen-
harten leeft, n.l. 's menschen natuurlijke behoefte
om op te zien in aanbidding en ontzag, om voort
te gaan in stil geloofsvertrouwen en in geloofs
kracht, om zich te verblijden met dank aan Hem,
van Wien alle zegen komt, en om onder leed en
vreugde te volbrengen Zijn allerhoogsten Wil...
het is alles de dorst naar God, welke in ons
brandt. En al leeft het materialisme nog voort
in alle lagen en kringen der samenleving, alom
zijn toch ook de teekenen waar te nemen, welke
cr op wijzen, dat de menschheid weder op weg
is naar God. Zij heeft als de Verloren Zoon in
de gelijkenis den beker van het genot tot den
bodem toe ledig gedronken, den droesem daarbij
zij heeft den draf der zwijnen gegeten, in alle
vuil zich gewenteld. Maar om nu ook te komen
tot zichzelf, zich te slaan op de borst, terwijl zij
zich stelt voor God met de verzuchting en de
bede: .Vader ik heb gezondigd tegen den hemel
en tegen U, ik ben niet meer waard Uw zoon
genaamd te worden, laat mij Uw dienaar zijn".
En de Vader drukt met een blik van oneindige
liefde zijn herboren kind aan zijn groot hart.
En hiermede, met weer te geven de grond
gedachte van het Christendom, zooals die ligt
uitgedrukt in de gelijkenis van den Verloren Zoon,
het evangelie In het evangelie, was de hoog
geleerde spreker aan het einde van zijn taak
gekomen.
Onder luide instemming van de aanwezigen,
zeide de voorzitter der afdeeling, mr. J. P. Cau,
in eenige zeer hartelijke en gevoelvolle bewoor
dingen, prof. Groenewegen dank voor zijne schoone
voordrachten. V.
Een erkentenis.
Bij de installatie van een nieuwen
rechter en twee nieuwe substituut-officiers
van justitie zei de President der Amster-
damscherechtbank.mr.Coninck Westenberg,
zinspelend op de overplaatsing van mr.
Van Dam, (die van substituut-off. bij de
rechtbank, teruggezet is in een betrekking
bij het kantongerecht, wegens het vrij
laten uitgaan van een rechterszoon, die
fietsdiefstallen had gepleegd):
„Maar 't droevigste, dat in de laatste
maanden door de rechtbank werd beleefd,
was toch wel een gebeurtenis, die buiten
haar toedoen of medeweten, doch binnen
haar rechtsgebied voorgevallen, de rechter
lijke macht blootstelde aan 'n scherpe
critiek, die algemeen instemming vond en
waarin dan ook een gezonde kern van
waarheid moeilijk te miskennen viel.
„Tweeërlei weegsteen", heet het in de
Spreuken, „is den Heer een gruwel", en
het openbaar geweten laat zich sussen
noch belezen, waar het een dergelijke
even hooge als eenvoudige waarheid aan
gerand acht. Toch voegt hier ons rechters,
een hard oordeel zoo min als ooit, en
mogen wij er slechts voor wien die behoeft
de les uittrekken, dat het niet genoeg is,
een dergelijke waarheid te kennen, om er
zoo van doordrongen te zijn, dat men
haar ook in kritieke levensmomenten
duidelijk voor oogen heeft en richtig toepast.
En zeker mogen wij het diep betreuren,
dat het gebeurde het Amsterdamsche parket
te staan is gekomen op het verlies van
een bekwaam en rechtschapen ambtenaar,
die in dezen in de lijn van zijn karakter
zeker niet zichzelf had gezocht". En later:
„Wij hebben hem allen gekend als een
zeer bekwaam substituut-officier en als een
eerlijk man van stevig karakter en milden
geest. Het doet ons innig leed, dat wij in
strafzaken het heldere, stoere betoog zijner
requisitoiren nooit meer hooren zullen, en
hij mag er zich veilig van overtuigd-houden,
dat de vrienden, die hij onder ons bezat,
hem steeds met dezelfde warmte de hand
zullen reiken".
Gemengd Nieuws.
Reeds nu worden van de Tesselsche
kust groote troepen rotganzen in zee waar
genomen.
Wijl deze vogels zich bijna nooit vóór
November in deze streken laten zien, zijn
de weervoorspellers alweer gereed om
vroegtijdige winterkoude aan te kondigen.
Ook de kieviten scholen in de polders
bijeen, alsof zij zich voor 't vertrek gereed
maakten.
Een winstgevend ongeluk. Vier
inwonende geneesheeren van één der
Brusselsche gasthuizen deden een uitstapje
per automobiel. In de Ardennen kwamen
zij in botsing met een varken, dat
van den schok dood ging.
De voerende dokter stopte, betaalde aan
den eigenaar de schade en het slachtoffer
opladend, reed het gezelschap voort.
In de volgende stad verkochten zij het
doode varken met 12 fr. winst.
Zoo meldt de Patriote.
In het begin van dit jaar ving de
jachtopziener D., te Willemsoord (Overijsel),
in een vossenklem een haas, welks beide
voorpooten bleken verpletterd te zijn. De
heer Van R. aldaar amputeerde de pootjes,
zoodat er slechts korte stompjes overbleven.
De huid werd over de stompjes getrokken
en dichtgenaaid, waarbij alles goed werd
gereinigd met een ontsmettende stof. Toen
de wond genezen was, gaf men het dier
de vrijheid in een naburig bosch.
Verleden Vrijdag nu is deze haas ge
schoten door den heer Van Wassenaar,
pachter van het jachtveld, die hem terstond
ten geschenke heeft gegeven aan den
handigen heelmeester van een half jaar
geleden.
Het dier zag er goed uit en had blijkbaar
in den afgeloopen zomer eenige jongen
gezoogd.
Watergebrek. Door de langdurige
droogte heerscht op verscheidene plaatsen
in Noord-Holland gebrek aan goed drink
water. Op uren afstand wordt het gehaald;
in de Haarlemmermeer wordt zelfs sloot
water gebruikt.
Treinroovers. Een internationale
bende treinroovers maakte de spoorwegen
in het Oosten van Frankrijk onveilig
tusschen Parijs, Soissons, Reims, Charle-
ville, Nancy, Epinal en Belfort. Tal van
klachten omtrent beroovingen kwamen bij
de politie van deze plaatsen in, totdat
men er eindelijk in slaagde de bende in
te rekenen aan het station Jonchery, waar
een dame haar reistaschje met 2500 francs
werd afhandig gemaakt. De bende bestond
uit 5 leden, die alle gearresteerd werden
en thans voor de rechtbank te Reims zijn
verschenen, die hen veroordeelde: Bard,
Amerikaan, tot 13 maanden, Picon, Belg,
tot 3 jaren, Van den Berg. Nederlander,
tot 3 jaren, Furstenberg, Duitscher, tot 13
maanden en Bertha Canda, Amerikaansche,
tot 13 maanden.
Zonderlinge ontploffing. Te Baum-
garten, bij Teschen (Oostenrijk) wordt door
een Duitsche maatschappij naar kolen ge
boord. De boringen zijn gevorderd tot
een diepte van 400 meter. Plotseling
stroomden nu blauwachtige gassen uit de
diepte, die ontploften en den boortoren
gedeeltelijk, de machines geheel vernielden.
Armdikke stukken ijzer werden honder
den meters hoog in de lucht geslingerd,
en boorden zich bij hun va! 3—4 meters
in den grond. Niemand werd gekwetst.
De vulkanische gasuitbarsting duurt on
verzwakt voort.
Wat er eigenlijk gebeurt, daarover zijn
de vakmannen het niet eens.
De Amerikaansche presidentschaps-
candidaat Taft heeft in Delaware een
aardig buitenkansje gemist. Zes lieve
meisjes hadden afgesproken, „den aan
staanden President" te kussen. Daar zagen
zij een zeer dikken heer aankomen. Dat kan
niemand anders dan de heer Taft zijn'.
De zes offervaardige republikeinsche meisjes
scharen zich om hem heen en geven hem
na eikander een kus op de wang.
Er stond nog een zevende meisje bij
en de dikke heer vroeg haar vriendelijk:
„Wilt u mij niet ook eens een kus geven?"
„Ik zou het gaarne doen", zei het meisje,
„maar vader is een voorstander van Bryan
en ik ben een Bryan-girl". „O dat
hindert niets", antwoordde de dikke heer,
„door een kus zult gij den democraten
geen kwaad doen, en bovendien ben ik
niet de heer Taft, maar de rechter Wharton".
Op dat oogenbük kwam Taft aan,
nog juist in tijds, om te zien, hoe de
rechter een kus kreeg van het Bryan-meisje.
Qebortn:
CORNELIS /AN,
Zoon van H. VAN WESTEN en
C. VAN WESTEN-
Van de Velde Stoutjesdijk.
Poortvliet, 26 October 1908.
Voor de vele bewijzen van deel
neming, ontvangen bij het overlijden van
hunne Moeder, Behuwd- en Grootmoeder,
zegt de Familie hartelijk dank.
Middelburo, 28 October 1908.
Namens alien,
H. C. DE JONGH.
Voor de blijken van belangstelling,
ontvangen na het overlijden van onzen
Broeder en Oomden heer JAN DER
WEDUWEN, betuigen wij onzen dank.
Dreischor, 30 October 1908.
Namens de Familie,
H. DER WEDUWEN.
Magazyn van
Grafmonumenten
en marmeren Schoorsteenmantels,
Steenhouwerij, Marmer, Hardsteen voor
Bruggen, Sluizen en Gebouwen, SHjp-
steenen en Straatkeien.
AUG. VAN DYCK—PETIT,
Stationstraat L 5 en 6, Bergen-op-Zoom.
Deze is de witste
en voldoet het meest.
Te koop:
Een groote partij Tolhouton,
Staken, Boonstokken,
Mostaards en Kluppels,
puike kwaliteit, bij JOHs. KLOOTE,
Koopman, Oosterland.
komt geregeld op alle plaatsen in Schouwen
en Duiveiand en Thoien. Voor zuivere
stemming en goede behandeling van het
instrument wordt gegarandeerd. Nieuwe
slem-abonnementen worden doorloopend
aangenomen.
A. S. J. Dekker, Goes.
Thomasphosphaat.
A
Kaïniet. c
B
Beendermeel.