MOWstralen STIJFSEL Mijn Pianostemmer De nieuwe yenjaö de „Zeeland". ADVERTEKTIEN. Vraag uw Grossier zoek om ontslag in te dienen, en het hem vrijgelaten wordt een verzoek om ontslag in te dienen, wanneer en om welke redenen hij zulks goedvindt; dat het een gemeentebestuur niet ver oorloofd is de wet in dezen aan te vullen door in een verordening aan een onder wijzer de verplichting op te leggen, in een bepaald geval een verzoek om ontslag in te dienen; dat dus artikel 13bis van ver melde verordening is in strijd met de wet. Landbouw en Veeteelt. Renesse. De proefneming van den proef nemer, den heer M. Jonker, landbouwer alhier, met een variëteit van rogge, d. w. z. een vergelijking van origineele Petkuser met Zeeuwsche rogge, en een vergelijking tusschen de werking van Thomasphosphaat en ontlljmd beendermeel op zandgrond, is als volgt: Nevenstaande figuur geeft het proefveld 22 A. aan. A -f- B C werden be mest met 132 K.G. kaïniet in het najaar, tege lijk ontving A of 10 Aren, 88 K.G. Thomas phosphaat, en B 10 Aren, 43 K.G. ontlijmd beendermeel. De 2 Aren van C werd bezaaid met Zeeuwsche rogge, de stukken A en B met Petkuser rogge. Tweemaal overbemest met 161 K.G. Chili- salpeter, najaar en voorjaar. Uit de proef is gebleken, dat A 339 K.G. of 4,6 H.L.; B 312 K.G. of 4,3 H.L. Ie soort rogge opleverde, terwijl de opbrengst in stroo- gewicht van A 650 K.G., van B 585 K.G. bedroeg. C bracht met bemesting van ontlijmd beendermeel 36 K.G. of H.L. rogge en in stroogewicht 61 K.G., en met bemesting met Thomasphosphaat 43 K.G. rogge en 55 K.G. stroo op. De bemesting met beendermeel blijkt dus op den korrel, zoowel als op het stroo een heilzamer invloed uit te oefenen dan Thomasphos phaat, en is een bemesting met beendermeel zeer aan te bevelen. Visscher ij- Berichten. Nederlandse/ie oesters in België. Men schrijft aan de N. P. Ct Naar aanleiding van de verschillende uiteenloopende berichten betreffende de circulaire van den Belgischen minister Helleputter over het gevaar van het gebruik van oesters uit Nederland afkomstig, is het misschien niet overbodig na te gaan wat de minister te dien opzichte aan den voorzitter der Belgische gezondheids commissie heeft geschreven. De minister dan deelt mede, dat de Gezondheidsraad belast met het onderzoek der antwoorden van de artsen ter zake het ontstaan van typhus, ingevolge 's minis ters circulaire van 5 Februari gevraagd, zijn werk wel is waar nog niet volledig heeft volbracht, maar toch reeds eenige mededeelingen te doen noodzakelijk heeft geacht, vooral ook omdat de typhus-gevallen door de oesters veroorzaakt bijna allen toegeschreven moeten worden aan het gebruik van oesters, uit het buitenland afkomstig (de provenance étrangère). De conclusies zijn: Een zeker aantal der typhusgevallen door de artsen aangegeven en waargenomen zijn zonder twijfel veroorzaakt door het gebruik van oesters. Een groot aantal gevallen kunnen met groote waarschijnlijk heid aan het gebruik van oesters toege schreven worden. De raad meent, dat de behandeling der oesters door de verkoopers oorzaak der besmetting kan zijn. De raad vestigt daarom de aandacht op het gevaar van het gebruik van oesters, tenzij in de inrichtingen voor de oester cultuur (etablissements d'ostréculture) in het laatste jaar essentieele verbeteringen mochten zijn aangebracht. De raad acht noodig, dat het publiek gewaarschuwd worde tegen het gevaar van besmetting, waaraan zich de gebruikers van oesters blootstellen zoowel van Belgischen als van vreemden oorsprong (provenance belgique et provenance étrangère). Deïdirecteur van de „Zeeland" deelde aan de N. Crt. mee, dat het in het belang der Maatschappij beslist noodig is, dat de drie nieuwe booten binnen een bepaalden ter mijn, liefst zoo kort mogelijk, alle geheel gereed komen en in de vaart worden gebracht, en tevens van overwegende beteekenis, dat zij ook op één werf worden gebouwd. De voornaamste gronden, waarop deze overtuiging steunt, zijn de volgende: Wanneer een maatschappij als de „Zeeland" tegelijkertijd drie schepen op stapel laat zetten, bestemd voor den zelfden Kanaaldienst, dan moeten die schepen als het ware aus einem Gusz gebouwd worden; men moet ze ten slotte niet uit elkander kunnen kennenvan lijnen, van machines, van inrichting moeten zij tot in de kleinste onderdeden volkomen gelijk zijn. Dit is niet alleen noodig met het oog op het veeleischende publiek, maar ook en vooral om technisch- economische redenen. Bij een scheepvaartbedrijf als dat van de „Zeeland" is het een onafwijsbare el8ch, dat men, zoo noodig, onderdeden van het ééne schip binnen een minimun van tijd kan overplaatsen in het andere. Steeds heeft men bij de „Zeeland" dit systeem in practijk gebracht en men is er wèl bij gevaren, want zoodoende was het vaak, bij plotselinge defecten, mogelijk in een korte spanne tijds een voorziening aan te brengen en de onderbreking of vertraging in den dienst tot de kleinste proporties terug te brengen. Dat hierin ook een economisch voordeel gelegen is, laat zich gemakkelijk begrijpen. Zulk een pijnlijke gelijk- en gelijk vormigheid tot in de kleinste onderdeden, waarbij alles over en weer in elkaar past en sluit als een bus, acht de directie van de „Zeeland" echter alleen verkrijgbaar, wanneer de drie booten naast elkaar op een en dezelfde werf gebouwd worden. Naast de technische rijzen echter nog andere bezwaren tegen het doen bouwen van de schepen op drie verschillende werven. Immers, zoo zou een drievoudig toezicht noodig zijn, de taak van de experts van Lloyd zou omvangrijker worden en dit alles zou de kosten voor de Maatschappij niet onbelangrijk ver- hoogen. Maar daarbij komt nog dit: Wanneer de drie schepen op één werf gebouwd werden en één deugt ten slotte niet, dan ligt het voor de hand, dat zij alle drie niet deugen en moeten worden afgekeurd. Worden de drie schepen echter op verschillende werven gebouwd, dan bestaat de mogelijkheid, dat b.v. twee der schepen worden goedgekeurd en het derde afgekeurd. In dat geval wordt de Maat schappij de dupe van de geschiedenis, want dan zit zij met twee schepen, waar mede zij niets kan uitvoeren, omdat dit onvoldoende past in het kader harer organisatie en den dienst in de war zou sturen. In de Zaterdag gehouden vergadering van aandeelhouders van de stoomvaart maatschappij „Zeeland" werd zonder discussie en hoofdelijke stemming, het voorstel der directie goedgekeurd, om drie booten, bestemd voor den maildienst, aan te besteden. Ingezonden Mededeelingen. (Onder verantwoordelijkheid van den Inzender). Van 1-5 regels f 1,elke regel meer f 0,20. Belangrijk nieuws. Foster's Rugpijn Nieren Pillen verlichten en heelen in hun grootsch werk de vermoeide nier weefsels, zij lossen het gekristaliseerd urinezuur op en houden het lichaam vrij van nierglften, die ziekten teweegbrengen. Mejuffrouw P. de Bakker, Doelpad te Ouden bosch, schrijft ons: Sedert ruim drie jaren heb ik aan een ellendige nierkwaal geleden, ik had veel stekende pijn, flauwten en benauwdheden. De urine was hoogrood gekleurd en verspreidde een onaangename lucht; mijn maag was van streek en ik had mijn eetlust verloren, menigmaal kon ik niet het minste in mijn maag verdragen en ik was wanhopig, want wanneer men op een leeftijd komt van zes-en-zestig jaar, dan gaat men niet meer zoo licht over zulk een ongesteldheid heen. Toen ik echter Foster's Rugpijn Nieren Pillen begon in te nemen, scheen het wel alsof er een algeheele ommekeer in mij plaats greep. De pijn werd beduidend minder en de maag kon haar gewoon werk weer verrichten, terwijl mijn geheele gestel verkwikt was. Ik ben u zeer dankbaar voor zulk een prachtig middel, dat ik met ver trouwen aan allen zal aanbevelen, die lijden zooals ik voorheen. Ik ondergeteekende verklaar dat het boven staande waar is en machtig u het publiek te maken op elke wQze die u goeddunkt. Wenk aan koopers. Foster's Rugpijn Nieren Pillen worden niet los verkocht, enkel in doezen waarop de naam van het geneesmiddel voluit voorkomt. Vraagt uitdrukkelijk Foster's en gij zult de goede hebben. Ze zijn te Zterikxee verkr|gbaar b| den Heer M. S. Polak, gedlpl. Drogist, en te Ttmlen bj[ den Heer W. Potter, lliaal Apotteek „Coronoe", Stoofstraat. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel ft f 1,75 voor één of f 10,— voor 6 dooien. Een nieuwe aardappelziekte. In Duitschland en ook in het Zuid- Oosten van ons land is een nieuwe aard appelziekte geconstateerd. Op de schil vertoonen zich puistjes, bijna gelijk aan die, welke men wel ziet op een aardappel, die door te veel vocht en warmte gaat rotten. Die puistjes gaan later over tot scheuren en scheurtjes. Langs de scheuren zit de schil en een dun laagje vrucht los, zoodat ze er wat robbelig uitzien. Aan het instituut te Wageningen, waar heen men eenige zieke aardappelen ge zonden heeft, kende men het verschijnsel niet. In Duitschland is de ziekte waargenomen in Cronenberg in den kring Düsseldorf, dus in de aan Nederland grenzende Rijnprovincie, derhalve zeer nabij. In den omtrek van Cronenberg zijn geheele akkers door de ziekte aangetast, zoodat de oogst totaal vernietigd is. Vooral openbaarde de ziekte zich steïk op de akkers der arbeiders en andere kleintelers, die dikwijls aardappels na aardappels verbouwen en die sterk bemesten met steenkolenasch, compost en beer. Vooral vroege aardappelen hebben van de ziekte te lijden. Sommige velden, tegen sterk aangetaste akkers gelegen, bleven geheel van de ziekte verschoond, terwijl blijkbaar het weder geen invloed uitoefende. De zieke knollen vertoonen aan hun opper vlakte kankerachtige, wratachtige woeke ringen, die soms bijna zoo groot worden als een hoenderei. In de open lucht drogen de wratten in, waarna zij gemakkelijk verbrokkeld kunnen worden, terwijl ze in water of in den grond tot rotting overgaan. Het recht cii de waarde van den Godsdienst tegenover het Materialisme. II. Alleen de godsdienstige wereld- en levensbe schouwing is voor het denken te rechtvaardigen. Vormden deze woorden de wel krasse stelling, welke dr. Groenewegen In het eerste gedeelte zijner rede verdedigde, thans was aan de orde de verdediging van zijne tweede stelling: Alleen het godsdienstig geloof bevredigt de behoeften des gemoeds en verheft het leven. In zaken van waarneming en denking heeft het gemoed geen stem, maar men bedenke, dat ieder geloof, d.w.z. iedere, ook de meest wijsgeerige en wetenschappelijke, wereldleer, niet alleen wordt opgebouwd uit het kleine beetje dat wij waarnemen en zoogenaamd begrijpen, maar ook uit de ruime wereld van ons denken en den nóg ruimeren kring van ons gemoedsleven. In ons geloof is altijd de geheele geestelijke mensch werkzaam. Er mag daarom aan ieder geloof gevraagd worden, of het voor het gemoedsleven houdbaar en bevredigend is, en verder, of het op 't practische leven al of niet verheffend zal werken. Elk mensch heeft de gemoedservaringen van blijheid en smart, van schoon en leelijk, van goed en slecht. Welke van de twee voorgedragen levensopvattingen geeft nu de meeste bevrediging aan ons innerlijk leven, zoowel wat de ervaringen van geluk en van smart, als ons bewustzijn van goed en van kwaad betreft? Er is nog nooit een materialist, die uit het oogpunt van bevrediging en verheffing van 't zieleleven zijn leer heeft' aangeprezen. Er zijn oogenblikken in 't leven, dat een mensch van geluk de tranen uit de oogen worden geperst. Kom tot zoo'n mensch en zeg tot hem: dat heeft nu de doellooze samenloop der dingen wel aardig voor u doen treffen! Wat zou dien gelukkige meer voldoen, deze koude herinnering aan 't spel des toevals, of de betuiging, dat, ofschoon wij 'tniet verdienen, het geluk ons toch maar ten deel valt van Hem, Die 't al regeert? Dankbaarheid is een fraze voor iemand, die niet zeggen kan: .God! Uw Zegen is groot over Uw kind geweest". En zóó alleen voelen wij werkelijk ons geluk. De mensch van dankbare blijdschap kent niet 't wuft gcluk- vogels-vertrouwenhij voelt, dat elke blijdschap hem oplegt grooter plicht. Wat is dankbaarheid, als wij ze niet omzetten in goed-doen? En nu de schaduwkant van het leven. Allen komen wij beurt om beurt voor de droefenissen van het leven, tegenover leed en onrecht, mis kenning en teleurstelling te staan. Indien 't waar is, dat wij menschen niets anders zijn dan bloot toevallig stofprodukten, opgeworpen door een blind noodlot, dat ons vandaag eens in 't zonnetje zet, om ons straks te wreeder in dikste donkerheid neer te smakken, dan rest mij, weerloos slacht offer van dat noodlot, dat mij altijd tegenover het goede het slechte doet zien, weerloos slacht offer van die satanische machten, die mij nooit onvermengde vreugde gunnen, dan rest mij niets dan haat en verbittering, 't Is dan ook geen toeval, dat in eene wereld, waarin geen gods dienst is, de haat en de verbittering toenemen en het leven steeds meer in wanhoop ondergaat. Maar dit is van de vroegste eeuwen af geweest de glorie van eiken godsdienst, van den hoogsten 't meest, dat hij den mensch verzoend heeft met alle leed des levens, niet door de smarten weg te redeneeren in eiken godsdienst zult gij de prediking des lijdens verstaan, maar door vertroosting te geven in den bitteren kelk des lijdens. Hierdoor Jiebben de menschen vrede gevonden met zlcnzclf, vrede met het leven en zijn strijd, doordat zij vrede hadden met God. Want dit is godsdienst: met vertrouwen, vooral in dagen van strijd en duisternis, zich verlaten op Hem, in Wien wij geloovcn en daardoor ont vangen draagkracht tot het einde, tot het zwaarste. Het is en wordt ons nóg uitgebeeld in den Man van Smarte, Die ons 's menschen hoogste levens doel en geestelijke grootheid heerlijk heeft ge openbaard. De Man van Smarte, slachtoffer van een verdorvene wereld, maar in zijn ondergang juist overwinnend; Hij, die zijn leven gaf voor wie hij liefhad, aan het kruis zijn woorden tot daad maakte: .Vader! niet mijn, maar Uw wil geschiede". Jezus, .het afschijnsel der heerlijkheid iods", niet het Kind des geluks, maar de ge broken Lijder, niet de Geleerde, maar de Een voudige; de Kruisdrager met den doornenkroon, omdat Hij is de reinste, zichzelf verloochenende Liefde. Hij is het toonbeeld der grootste Gods kracht in den mensch, toonbeeld van die waar heid, dat, wie God liefhebben, alle dingen, de donkere dingen des levens het meest, mede werken ten goede. Van Zijn kruis sprak Hij de woorden: .Vader, in Uwe handen beveel ik mijn geest". Ook voor ons is het gezegd. Zoo waarachtig als ons stoflijf niet is ons wezenlijke zelf, even waarachtig is niet 't uiteenvallen van dit organisme de ver nietiging van ons geestelijk wezen, maar het terugkeeren van den grootcn straal uit het Godde lijk Allicht tot de oneindige bron van alle zijn. Dat geeft ons de zekerheid, dat ons leven niet tevergeefsch is. Niet tevergeefs bloeden wij uit vele wonden, mits wij uit al dat lijden wegdragen verreining en verrijking van ons geestelijk wezen. Dit vertroost en verzoent ons ook met den dood en geeft ernst en opgewektheid aan het leven. Met dit besef kunnen wij niet zonder ontzag, niet zonder klein gevoel en neiging tot aanbidding de wereld aanzien; en dit eenvoudige instinct matige gevoel van ieder menschenhart is één der openbaringen van het zijn. De Goddelijke Macht openbaart aldus zijn Godheid in ons. En op deze wijze laat het godsdienstig geloof het schoonheids gevoel tot zijn recht komen. Nog nooit hebben groote kunstenaars van het materialisme hun bezieling ontvangen. Van alles wat in ons ligt is er niets heerlijkers, niets dat meer bij uitstek het eigendom des menschen is, dan dit, dat wij niet alleen besef hebben van 't goed en kwaad, maar ook dat wij nooit 't goede kunnen inzien, of wij voelen er ons innerlijk aan gebonden, toe gehouden en verplicht. Wij zijn wót wij zijn, maar daarom mogen wij nog niet blijven wat wij zijn: er is in onze ziel een honger en dorst naar gerechtig heid, waarheid, volmaking. Als de magneetnaald voelen kon en bewust kon wezen van zijn voel, dan zou hij In zichzelf gewaar worden een wondere kracht als door hem heenstroomend; en die kracht drijft hem terug, altijd in eindeloos trillen en zoeken en streven, altijd in de richting van die ééne pool. Zoo is ons zieleleven. Wij, die 't voelen kunnen wat stroomt door ons heen, en die 't voelen kunnen met zelfbewustzijn, wij kunnen er ons rekenschap van geven hoe geeste lijke kracht Gods ook ons met eindeloos trillen des, geestes altijd henenwijst naar de ééne pool van zijn volmaakten wil. Al 't goede, dat gij uit plichtsbesef doet, dat is eene belijdenis van het goddelijk, onschendbaar, boven-menschelijk karakter van het goede. En als ge uw leven geeft om te streven naar een heilig doel, dan ligt daarin de belijdenis van deze geloofs waarheid, dat ons leven geen ander doel heeft, dan het Koninkrijk Gods op te bouwen waaT we kunnen, op aarde en in onze ziel. De geheele materialistische leer is morsdood in den grond, omdat zij miskent en vertrapt het innigste en edelste en machtigste, dat in menschen- harten leeft, n.l. 's menschen natuurlijke behoefte om op te zien in aanbidding en ontzag, om voort te gaan in stil geloofsvertrouwen en in geloofs kracht, om zich te verblijden met dank aan Hem, van Wien alle zegen komt, en om onder leed en vreugde te volbrengen Zijn allerhoogsten Wil... het is alles de dorst naar God, welke in ons brandt. En al leeft het materialisme nog voort in alle lagen en kringen der samenleving, alom zijn toch ook de teekenen waar te nemen, welke cr op wijzen, dat de menschheid weder op weg is naar God. Zij heeft als de Verloren Zoon in de gelijkenis den beker van het genot tot den bodem toe ledig gedronken, den droesem daarbij zij heeft den draf der zwijnen gegeten, in alle vuil zich gewenteld. Maar om nu ook te komen tot zichzelf, zich te slaan op de borst, terwijl zij zich stelt voor God met de verzuchting en de bede: .Vader ik heb gezondigd tegen den hemel en tegen U, ik ben niet meer waard Uw zoon genaamd te worden, laat mij Uw dienaar zijn". En de Vader drukt met een blik van oneindige liefde zijn herboren kind aan zijn groot hart. En hiermede, met weer te geven de grond gedachte van het Christendom, zooals die ligt uitgedrukt in de gelijkenis van den Verloren Zoon, het evangelie In het evangelie, was de hoog geleerde spreker aan het einde van zijn taak gekomen. Onder luide instemming van de aanwezigen, zeide de voorzitter der afdeeling, mr. J. P. Cau, in eenige zeer hartelijke en gevoelvolle bewoor dingen, prof. Groenewegen dank voor zijne schoone voordrachten. V. Een erkentenis. Bij de installatie van een nieuwen rechter en twee nieuwe substituut-officiers van justitie zei de President der Amster- damscherechtbank.mr.Coninck Westenberg, zinspelend op de overplaatsing van mr. Van Dam, (die van substituut-off. bij de rechtbank, teruggezet is in een betrekking bij het kantongerecht, wegens het vrij laten uitgaan van een rechterszoon, die fietsdiefstallen had gepleegd): „Maar 't droevigste, dat in de laatste maanden door de rechtbank werd beleefd, was toch wel een gebeurtenis, die buiten haar toedoen of medeweten, doch binnen haar rechtsgebied voorgevallen, de rechter lijke macht blootstelde aan 'n scherpe critiek, die algemeen instemming vond en waarin dan ook een gezonde kern van waarheid moeilijk te miskennen viel. „Tweeërlei weegsteen", heet het in de Spreuken, „is den Heer een gruwel", en het openbaar geweten laat zich sussen noch belezen, waar het een dergelijke even hooge als eenvoudige waarheid aan gerand acht. Toch voegt hier ons rechters, een hard oordeel zoo min als ooit, en mogen wij er slechts voor wien die behoeft de les uittrekken, dat het niet genoeg is, een dergelijke waarheid te kennen, om er zoo van doordrongen te zijn, dat men haar ook in kritieke levensmomenten duidelijk voor oogen heeft en richtig toepast. En zeker mogen wij het diep betreuren, dat het gebeurde het Amsterdamsche parket te staan is gekomen op het verlies van een bekwaam en rechtschapen ambtenaar, die in dezen in de lijn van zijn karakter zeker niet zichzelf had gezocht". En later: „Wij hebben hem allen gekend als een zeer bekwaam substituut-officier en als een eerlijk man van stevig karakter en milden geest. Het doet ons innig leed, dat wij in strafzaken het heldere, stoere betoog zijner requisitoiren nooit meer hooren zullen, en hij mag er zich veilig van overtuigd-houden, dat de vrienden, die hij onder ons bezat, hem steeds met dezelfde warmte de hand zullen reiken". Gemengd Nieuws. Reeds nu worden van de Tesselsche kust groote troepen rotganzen in zee waar genomen. Wijl deze vogels zich bijna nooit vóór November in deze streken laten zien, zijn de weervoorspellers alweer gereed om vroegtijdige winterkoude aan te kondigen. Ook de kieviten scholen in de polders bijeen, alsof zij zich voor 't vertrek gereed maakten. Een winstgevend ongeluk. Vier inwonende geneesheeren van één der Brusselsche gasthuizen deden een uitstapje per automobiel. In de Ardennen kwamen zij in botsing met een varken, dat van den schok dood ging. De voerende dokter stopte, betaalde aan den eigenaar de schade en het slachtoffer opladend, reed het gezelschap voort. In de volgende stad verkochten zij het doode varken met 12 fr. winst. Zoo meldt de Patriote. In het begin van dit jaar ving de jachtopziener D., te Willemsoord (Overijsel), in een vossenklem een haas, welks beide voorpooten bleken verpletterd te zijn. De heer Van R. aldaar amputeerde de pootjes, zoodat er slechts korte stompjes overbleven. De huid werd over de stompjes getrokken en dichtgenaaid, waarbij alles goed werd gereinigd met een ontsmettende stof. Toen de wond genezen was, gaf men het dier de vrijheid in een naburig bosch. Verleden Vrijdag nu is deze haas ge schoten door den heer Van Wassenaar, pachter van het jachtveld, die hem terstond ten geschenke heeft gegeven aan den handigen heelmeester van een half jaar geleden. Het dier zag er goed uit en had blijkbaar in den afgeloopen zomer eenige jongen gezoogd. Watergebrek. Door de langdurige droogte heerscht op verscheidene plaatsen in Noord-Holland gebrek aan goed drink water. Op uren afstand wordt het gehaald; in de Haarlemmermeer wordt zelfs sloot water gebruikt. Treinroovers. Een internationale bende treinroovers maakte de spoorwegen in het Oosten van Frankrijk onveilig tusschen Parijs, Soissons, Reims, Charle- ville, Nancy, Epinal en Belfort. Tal van klachten omtrent beroovingen kwamen bij de politie van deze plaatsen in, totdat men er eindelijk in slaagde de bende in te rekenen aan het station Jonchery, waar een dame haar reistaschje met 2500 francs werd afhandig gemaakt. De bende bestond uit 5 leden, die alle gearresteerd werden en thans voor de rechtbank te Reims zijn verschenen, die hen veroordeelde: Bard, Amerikaan, tot 13 maanden, Picon, Belg, tot 3 jaren, Van den Berg. Nederlander, tot 3 jaren, Furstenberg, Duitscher, tot 13 maanden en Bertha Canda, Amerikaansche, tot 13 maanden. Zonderlinge ontploffing. Te Baum- garten, bij Teschen (Oostenrijk) wordt door een Duitsche maatschappij naar kolen ge boord. De boringen zijn gevorderd tot een diepte van 400 meter. Plotseling stroomden nu blauwachtige gassen uit de diepte, die ontploften en den boortoren gedeeltelijk, de machines geheel vernielden. Armdikke stukken ijzer werden honder den meters hoog in de lucht geslingerd, en boorden zich bij hun va! 3—4 meters in den grond. Niemand werd gekwetst. De vulkanische gasuitbarsting duurt on verzwakt voort. Wat er eigenlijk gebeurt, daarover zijn de vakmannen het niet eens. De Amerikaansche presidentschaps- candidaat Taft heeft in Delaware een aardig buitenkansje gemist. Zes lieve meisjes hadden afgesproken, „den aan staanden President" te kussen. Daar zagen zij een zeer dikken heer aankomen. Dat kan niemand anders dan de heer Taft zijn'. De zes offervaardige republikeinsche meisjes scharen zich om hem heen en geven hem na eikander een kus op de wang. Er stond nog een zevende meisje bij en de dikke heer vroeg haar vriendelijk: „Wilt u mij niet ook eens een kus geven?" „Ik zou het gaarne doen", zei het meisje, „maar vader is een voorstander van Bryan en ik ben een Bryan-girl". „O dat hindert niets", antwoordde de dikke heer, „door een kus zult gij den democraten geen kwaad doen, en bovendien ben ik niet de heer Taft, maar de rechter Wharton". Op dat oogenbük kwam Taft aan, nog juist in tijds, om te zien, hoe de rechter een kus kreeg van het Bryan-meisje. Qebortn: CORNELIS /AN, Zoon van H. VAN WESTEN en C. VAN WESTEN- Van de Velde Stoutjesdijk. Poortvliet, 26 October 1908. Voor de vele bewijzen van deel neming, ontvangen bij het overlijden van hunne Moeder, Behuwd- en Grootmoeder, zegt de Familie hartelijk dank. Middelburo, 28 October 1908. Namens alien, H. C. DE JONGH. Voor de blijken van belangstelling, ontvangen na het overlijden van onzen Broeder en Oomden heer JAN DER WEDUWEN, betuigen wij onzen dank. Dreischor, 30 October 1908. Namens de Familie, H. DER WEDUWEN. Magazyn van Grafmonumenten en marmeren Schoorsteenmantels, Steenhouwerij, Marmer, Hardsteen voor Bruggen, Sluizen en Gebouwen, SHjp- steenen en Straatkeien. AUG. VAN DYCK—PETIT, Stationstraat L 5 en 6, Bergen-op-Zoom. Deze is de witste en voldoet het meest. Te koop: Een groote partij Tolhouton, Staken, Boonstokken, Mostaards en Kluppels, puike kwaliteit, bij JOHs. KLOOTE, Koopman, Oosterland. komt geregeld op alle plaatsen in Schouwen en Duiveiand en Thoien. Voor zuivere stemming en goede behandeling van het instrument wordt gegarandeerd. Nieuwe slem-abonnementen worden doorloopend aangenomen. A. S. J. Dekker, Goes. Thomasphosphaat. A Kaïniet. c B Beendermeel.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1908 | | pagina 6