ZIERIKZEESGHE
NIEUWSBODE.
Zaterdag 31 October 1908.
Tweede Blad.
(25 ieriltzeesclie
Cour an t).
NIEUWSTIJDINGEN.
Uit Stad en Provincie.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
Voor het buitenland, verzending eens per week,
10,— per jaar bij vooruitbetaling.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
65ste JAARGANG. No. 8688.
Uitgever-Hoofdredacteur s A. FRANKEL,
Oude Haven D 493.
Redacteur: J. WAALE.
Advertenliënvan 1—3 regels 30 Cis.,
meerdere regels 10 Cis., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
ZUID-AFRIKA.
De door hun kunstreis naar West-Indië
en Zuid-Afrika bekende voordragers Gerard
Arbous en mevr. Truus Fpst uit Amster
dam, die zoowel gezamenlijk'als afzonderlijk
met tooneelstukken, fragmenten en verzen
van oude en nieuwe dichters optreden,
melden verblijdend nieuws uit Zuid-Afrika.
De heer Arbous schrijft in Neerlandia n.l.
onder meer
Er waait weer een Hoilandsche wind
over Zuid-Afrika. Na afloop van onzen
avond te Bloemfontein zeide een parlements
lid ons, dat hij zoo graag en tot eiken
prijs het „hoog-Hollandsch" wilde leeren,
zooals hij dat van ons had gehoord. Dit
hoorden wij telkens van Afrikaners in
Transvaal, zoowel als in Vrijstaat en Kaap.
De burgemeester van Krugersdorp, de
heer Van Blommestein, verklaarde: „Als
u nog één week hier blijft, dan spreken
we hier allemaal hoog-Hollandsch".
„Ons vind die Hoilandsche taal toch so
baje mooi", zei een bejaarde dame aan de
Paarl.
De Afrikaners hebben tot heden alleen
Engelsche tooneelgezelschappen gehoord,
zij hebben dus in het HolJandsch of
Hollandsch-Afrikaansch weinig of nooit
kunst genoten. Zij moeten, behalve de
gewone alledaagsche levensdingen, ook
hoogere zielaandoeningen in het Hollandsch
hooren, zij moeten hooren hoe die taal
kan weenen en smeeken, donderen en
suizelen.
Zoodra het Afrikaansch even uit den
dagelijkschen sleur gaat, wordt het hooger
en zuiverder Hollandsch, de intonatie wordt
breeder; scherpe tegenstelling met het
korte, zakelijke Engelsch.
Wanneer een Afrikaner, ook 'in de
Kaapkolonie (die toch al meer dan honderd
jaar onder Engelsch bestuur staat) bidt,
dan klinkt dat bijna als hoog-Hollandsch.
Wordt.een Afrikaner, die door zijn zaken
met Engelsch gewoon is Engelsch te
spreken, flink kwaad, dan komt zijn ware
aard in eens weer boven, dan spreekt hij
Afrikaansch. Bidt hij of praat hij met zijn
meisje, kortom wordt hij zichzelf, dan
spreekt hij Afrikaansch. Het Engelsch is
per slot van rekening een vreemde taal
voor den Hollandschen Afrikaner.
fn Pretoria begonnen, hebben wij in tien
dorpen van Transvaal, in drie van Trans
oranje en in zes van de Kaap voor
drachtenavonden gegeven. Onze kunsttocht
is wel in een heel gunstigen tijd gekomen.
De gouvernementen zijn sympathiek "voor
het Hollandschmeer dan 40.000 Engelsch-
sprekenden zijn in 1906, 1907 en 1908
vertrokken (onlangs weer 250 volwassenen
en 100 kinderen), wat merkbaar is in de
omgangstaal.
JAPAN.
De keizer van Japan heeft bij de ont
moeting met admiraal Sperry den vloot
voogd het volgende schrijven meegegeven
voor president Roosevelt
„De historische betrekkingen van goede
verstandhouding en oprechte vriendschap
met de V. St. beschouw ik als een kostbare
erfenis, welke mijn regeering is te beurt
gevallen. Het zal in de toekomst, evenals
het dat in het verleden is geweest, mijn
vast doel en voortdurend streven zijn, de
vriendschapsbanden, welke beide landen
verbinden, saam te smeden tot onverbreek
bare banden van goede buurtschap en
volkomen eensgezindheid".
De Amerikaansche bladen zijn eenstemmig
in hun waardeering voor de hartelijkheid,
waarmede de Amerikaansche zeelieden te
Jokohama en te Tokio zijn ontvangen
Zelfs wordt door sommige New-Yorksche
dagbladen dankbaar geconstateerd, dat de
ontvangst in Japan nog hartelijker is
geweest dan zelfs in Nieuw-Zeeland en
Australië. En de New-Yorksche Evening
Post brengt dan ook warme hulde aan
Japan voor de tact, waarmee het, door de
Amerikaansche vloot uit te noodigen tot
een bezoek, den tocht dier vloot elk voor
Japan dreigend karakter volkomen heeft
weten te ontnemen.
AMERIKA.
Reeds werd in 't kort melding gemaakt
van de geweldige boschbranden, die in
enkele gedeelten van den staat New-York
woeden. Vooral de bosschen in het Adrion-
dack-gebergte worden zwaar geteisterd. Dit
door zijn natuurschoon zoo bevoorrechte
gebied biedt op het oogenblik een zon
derlingen en betreurenswaardigen aanblik.
Op verschillende plaatsen worden breede
banen gekapt om zoodoende den vlammen
door gebrek aan voedsel het voortgaan te
beletten en den brand te stuiten. Het is
echter zeer de vraag of dit veel zal helpen,
want de langdurige droogte van den laat-
sten tijd heeft het bosch in een toestand
van gemakkelijke brandbaarheid gebracht.
In de gedeelten van 't Adriondack-gebergte,
waar de brand woedt, bevinden zich vele
buitenplaatsen, welke natuurlijk in groot
gevaar van vernietiging verkeeren. fn de
zelfde streek ligt ook een groot sanatorium
voor longlijders: honderden verpleegden
maken zich gereed om te vluchten.
Een eigenaardig gevolg van deze branden
is, dat de dieren des wouds, waaronder
vele beren en ander groot wild, hun schuil
plaatsen hebben moeten ontvluchten en nu
in staat van betrekkelijke tamheid op de
vlakten ronddolen.
De stoffelijke schade, in 't Adriondack-
gebergte alleen, bedraagt reeds millioenen
dollars.
Bovendien branden er bosschen in Penn-
sylvanië, Michigan en Wisconsin. Evenals
boven de stad New-York hangt ook boven
Philadelphia een dichte, verstikkende rook.
Een vreeselijke tocht door een
laaiende vlammenzee heeft een trein ge
maakt, die vier steden in Michigan, welke
door de ontzettende woudbranden aange
grepen en een offer van het vuur waren
geworden, hulp brengen zou. Reeds twee
dagen lang woedde de brand in de steden
Metz, Pulaski, Millersburg en Posen en trots
de heldhaftige pogingen der bewoners om
de vlammen meester te worden, brak het
vurige element met wilde kracht los en
verwoestte alle huizen. Toen de trein,
die de van alle middelen ontbioote ge
redden opnemen wilde, te Metz arriveerde,
vond hij nauwelijks veertig inwoners, die,
in natte doeken gehuld, den brandenden
adem van het hen omringende vuur nog
weerstand hadden kunnen bieden. Maar
toen de trein vertrekken wilde, grepen de
vuurmassa's ook de spoorlcggers aan en
het was onmogelijk weg te komen. De
trein reed in razende haast naar de ver
woeste stad terug. De machinist vertelt
hierover het, volgende:
„Met vollen stoom ging het terug en ik
hoorde den doodschreeuw der bijna gestikte
passagiers, die in gloeiend heete wagens
zaten. Nabij het dorp N. O. Wincki bereikte
de vreeselijke rit zijn noodlottig einde. De
machine werd door een brandende brug
zwaar beschadigd en de trein, die ontzettend
geleden had, was door de vlammen om
geven. De rijtuigen konden niet meer van
de plaats voort en het was onmogelijk iets
voor de reizigers te doen. Mijn stoker,
hulpstoker en ook ik zochten in de water
bakken onze toevlucht, tot het water ten
slotte zoo warm werd, dat wij daar niet
langer meer konden zijn. Wij zochten nu
in een vertwijfelden uitweg onze redding.
Met twee passagiers, van wie wij later
één verloren, kropen wij weg over den
gloeienden grond, die geheel met rook en
asch bedekt was. Het waren vreeselijke
uren, die wij doorleefden, eer wij Posen
bereikten".
De drie geredden hebben vreeselijke
brandwonden gekregen, de anderen schijnen
allen in den verderfelijken gloed hun
ondergang te hebben gevonden. Het lijk
van den stoker werd dicht bij de locomotief
gevonden, behalve 16 andere verbrande en
verkoolde lichamen.
ENGELAND.
In Engeland is weder een opzienbarend
erfenisproces, „een nieuwe zaak Portland",
op handen.
Het gerecht zal hebben uit te maken,
of de onlangs overleden Lord Sackville,
oud-gezant te Washington, al of niet in
1864 te Madrid gehuwd is met de Spaansche
danseres Josephine Duran de Orlega.
Men hield Lord Sackville voor onge
huwd en de zoon van zijn broeder, majoor
Edward Lyonel Sackville West, werd als
zijn erfgenaam beschouwd. Maar de zoon
der danseres, thans een man van 39 jaren,
maakt nu aanspraak op de erfenis en den
titel van Lord Sackville, en beweert dat
Lord Sackville, toen hij gezantschaps
attaché te Madrid was, gehuwd is met
Josephine Duran de Orlega, zoodat hij
de eenfge zoon en wettige erfgenaam van
den oud-gezant is.
Er zullen vele getuigen worden opge
roepen in dit proces, dat van langen duur
belooft te wezen.
- De rechtbank van Middlesex heeft
een vrouw, zekere Jane Mourice, tot vijf
jaren dwangarbeid veroordeeld wegens
het stelen van een penny (5 cents).
Dat vonnis lijkt uitermate gestreng; maar
het wordt verklaard door de bijkomende
omstandigheden. Een haar toevertrouwde
collectebus voor een kinderziekenhuis was
opengebroken en ledig bevonden en er
kon niet bewezen worden, dat er meer in
was dan 5 cents, ofschoon het waar
schijnlijk was, dat de bus meer geld
bevatte. Jane had al verscheidene vonnissen
wegens diefstal achter den rug, o. a. een
van 3 jaren en een ambtenaar der
geheime politie betuigde, dat zij 24 jaren
lang heeft geleefd van liefdadigheids-
zwendelarij.
De gezworenen verklaarden haar schuldig
en de rechter veroordeelde djarop de
vrouw tot vijf jaren dwangarbeid, met de
uitdrukkelijke betuiging, dat het niet was
om den enkelen gestolen penny.
Tot welke verkwistende uitspattingen
de overmaat van weelde bij millionnairs
soms kan leiden, bewijst wel het volgende
staaltje
Onlangs kwam om vier uur in den
middag een heer het bureau van het
Savoy-Hötel te Londen binnenwandelen,
met de mededeeling, dat hij den volgenden
dag aan enkele van zijn vrienden een klein
dinertje wilde aanbieden. Het moest echter
wat buitengewoner en oorspronkelijker zijn
dan het eerste het beste alledaagsche maal,
en hij stelde daarom vo.^r of het niet
mogelijk zou zijn het middagmaal in een
ballon te gebruiken. De directeur van het
hötel dacht een oogenblik na, maar kwam
tot het besluit, dat het luchtballon-plan
vrijwel onuitvoerbaar zou zijn; intusschen
was echter het denkbeeld bij hem opge
komen, of een gondel-diner soms aan de
gestelde eischen zou kunnen voldoen op
den achtergrond een panorama van Venetië,
de verschillende gerechten opgediend in
gondelshier en daar in het water
onhoorbaar heen en weer glijdende zwanen.
De millionnair keurde dit plan goed en
men kwam overeen dat den volgenden
avond om acht uur alles gereed zou zijn.
Het oude binnenhof van het Savoy-Hótel
werd daarop door werktuigkundigen zorg
vuldig nagekeken en waterdicht gemaakt
en vervolgens liet men het tot een hoogte
van ongeveer drie voet vol water loopen.
Timmerlui werden aan het werk gezet om
in groote haast een aantal gondels te
bouwen, terwijl een aanzienlijk aantal koks
zich bezig hielden met de toebereidselen
voor het diner. De keliners werden in
complete Venetiaansche costuums gestoken,
en kregen op het bij het hótel gelegen
meer eenige practische lessen in het
besturen van de gondels.
Om twaalf uur 's middags was het
geheele binnenhof in een klein Venetië
herschapeneen diepblauwe Italiaansche
hemel welfde zich over het water en aan
de oevers verhieven zich de schilderachtige
huizen en gebouwen der oude Doge-stad.
Alles het werk van eenige knappe deco
rateurs.
De electriciens waren nog niet geheel
gereed met het aanbrengen van een
tooverachtige verlichting, toen de bloemen-
kunstenaars verschenen. Het hoofdmotief
voor de bloemversieringen was de anjelier;
alle bloeiende anjelieren uit Londen en zijn
omgeving waren voor dit doel opgekocht.
Om acht uur kwam de gastheer met zijn
vrienden aanzetten. Zij dineerden in een
drijvende gondel, onder een dak van rozen
en anjelieren.
Het diner kostte zestig duizend gulden
en was in drie uren tijds afgeloopen.
NEDERLAND.
Amsterdam, 26 Oct. Zondagavond
werd de Huidenstraat alhier door een
inbreker in rep en roer gezet.
Toen omstreeks 10 uur de winkelierster
van de koffie- en theezaak „Toko", mej.
M., met haar dochter thuiskwam, en zij
de W. C. op de binnenplaats wilde openen,
bemerkte ze tot haar grooten schrik, dat
achter de deur daarvan een man stond.
Deze trok, vo'gens haar zeggen, de deur
onmiddellijk weer dicht.
Geheel van haar stuk door deze onver
wachte ontmoeting, vluchtte ze in het huis
terug. De inbreker had zoodoende ge
legenheid over de schutting te vluchten.
Eenige huizen naast de „Toko" is een
bloemenwinkel. De bewoners van dit
perceel zagen hem over hun schutting
klimmen, en daarna weer in aangrenzende
tuinen verdwijnen. Ook moet hij in andere
huizen zijn geweest; één der bewoners
daarvan, die hem achtervolgde, zag plotse
ling in de keuken het licht uitgaan.
De politie werd natuurlijk onmiddellijk
gewaarschuwd. Veel agenten en recher
cheurs gingen op onderzoek in de tuinen,
doch zijn er niet in geslaagd den kerel te
vangen. Men vermoedde, dat hij kans
heeft gezien door één der huizen op de
Keizersgracht te komen en te vluchten.
In de achterkamer van mej. M. lag
ongeveer f 50 op de tafel. Noch van dit
geld noch van dat wat zich in de
toonbankladen in den winkel bevond,
wordt iets vermist.
Dat de dief hieraan niet geraakt heeft
is waarschijnlijk hieraan te danken, dat
hij niet binnen durfde komen, omdat vóór
de deur twee groote honden lagenof
anders werd hij door het thuiskomen der
beide dames juist gestoord, toen hij op het
punt stond om binnen te dringen.
Weer is iemand, nu een Duitscher,
die voor z'n pleizier hier vertoefde, het
slachtoffer geworden van kwartjesvinders.
Na toevallig kennis gemaakt te hebben
in het Vondelpark, waar de man stond te
kijken naar het voederen der zwanen,
gingen de heeren met hem wandelen en
begaven ze zich naar een bnitencafé, waar
melk werd besteld en gedronken, over
koetjes en kalfjes gepraat, totdat plots één
der kwartjesvinders een pakje op den
grond zag liggen.
Het was toevallig een spel kaarten.
De rest begrijpt men.
Eerst werd eerlijk zes-en-zestig gespeeld
daarna kenden de kwartjesvinders een
„kunstje" één, twee, drie klaveraas!
De Duitscher kreeg de drie kaarten, voor
dat ze op tafel werden neergelegd, eerst
duidelijk te zien, en toch zou hij de vrouw
niet kunnen aanwijzen! Dat zou hij wel
eens willen zien.
't Handige spelletje nam een aanvang.
De vreemdeling, geïnteresseerd, hield onder
het dooreengooien van de drie kaarten zijn
vrouw goed in het oog. En warempel hij
won. Zoo liet men hem een dertig mark
(die lui hadden voor Duitsch geld gezorgd)
winnen, 't spreekt van zelf, dat daarop de
kansen keerden, en de kwartjesvinders zetten
den man, die zoo heerlijk in hun fuik was
geloopen, meer dan 500 mark af!
Men zij dus op z'n hoede, als men in
de hoofdstad komt.
Middelburg. Zaterdagavond hield het
comité, dat zich gevormd had om namens
de burgerij een huldeblijk aan te bieden
aan den heer W. J. Sprenger, bij gelegen
heid van zijn 25-jarig wethouderschap,
zijn laatste vergadering.
De comité-leden werden in de gelegen
heid gesteld om het nu gereed gekomen
huldeblijk met daarbij behoorend album
te bezichtigen.
Het huldeblijk zelf, een schilderij van
den heer Jac. H. Hollestelle te Dordrecht,
voorstellende een gezicht op de prise
d'eau van de waterleiding bij de Oranjezon,
is thans gevat in een zeer fraaie geboet
seerde lijst. Het bijbehoorend album is een
mooi kunstwerk. Op den omslag staan de
jaartallen 1883—1908.
Op de titelpagina staat de volgende
opdracht: Aan Willem Johan Sprenger
wordt bij gelegenheid van zijn 25-jarig
wethouderschap van Middelburg door de
burgers dezer stad de hulde hunner
waardeering en erkentelijkheid gebracht
voor zijn onvermoeide en vruchtbare werk
zaamheden in het belang der gemeente
Middelburg.
Verder is deze bladzijde versierd met
drie penteekeningen van den heer Holle-
steile, voorstellende: De woning van den
heer Sprenger; het stadhuis; gezicht op
het terrein der gasfabriek en een kijkje in
de machinekamer.
De opdracht is verder versierd met
mooi calligraafwerk van den heer W. H.
Douw van der Krap uit Utrecht, die ook
de opdracht teekende.
Het album zelf bevat op de eerste pagina
de namen van het bestuur van het comité,
de heeren Charles Boasson, Antoine Mes
en C. W. Dhuy Fzn. en verder de namen
van de overige comité-leden, de heeren
J. A. Frank, J. A. van der Hell, P. J. de
Kruyter, P. L. van Miert, J. Morks, H.
Pieterse, C. S. Schout, P. van Sorge en
J. Worrell.
De namen der 658 deelnemers aan het
huldeblijk vullen 55 bladzijden.
Het huldeblijk en het album zullen
Vrijdag en Zaterdag a.s. van 12—4 uur te
bezichtigen zijn in de vergaderzaal van
de Kamer van Koophandel ten raadhuize.
Viissingen. Op de gemeente-begrooting
voor 1909 is een bedrag van f 16.000
uitgetrokken als opbrengst eener riool-
belasting. Blijkens de memorie van toe
lichting tot deze begrootinghebben
Burgem. en Weth. gemeend, deze belasting
te moeten voorstellen tot dekking van het
tekort, dat op de begrooting ontstaat door
het betalen der rente en aflossing van de
geldleening (van f 400.000) voor het
rioleeren van de stad.
De kosten van de politie zijn op de
begrooting uitgetrokken op f 16 590 tegen
f 15 270 voor 1908 toegestaan, zulks in
verband met een voorstel van den burge
meester, om, als een gevolg van de zich
steeds uitbreidende bebouwde kom der
gemeente, het aantal politie-agenten ge
leidelijk met 8 te vermeerderen. Met het
oog op de financiën wordt voorgesteld voor
het jaar 1909 te beginnen met het aanstellen
van slechts een tweetal agenten.
De Zaterdagmiddag gehouden alge-
meene vergadering der Stoomvaartmaat
schappij „Zeeland" te Viissingen, heeft de
nieuwe met het Rijk gesloten postovereen-
komst goedgekeurd.
Blijkens het jaarverslag beliepen in 1907
de ontvangsten f 2.033 849 en de uitgaven
f 1.389.454, gevende een voordeelig saldo
van f 644.395. Hiervan moet worden
afgetrokken: lo. het nadeelig saldo der
intrestrekeningvoortspruitende uit de
rente der leeningen na aftrek der rente
van uitgezette gelden f 76.059; 2o. bij
dragen ten behoeve van het ketelfonds,
nieuwe stoomschepen f 25.200, zoodat de
beschikbare winst bedraagt f 543.136,
welke voor afschrijving werd bestemd.
Door Burgem. en Weth. alhier wordt
aan den gemeenteraad voorgesteld een
subsidie van f 200 uit te keeren aan de
Verceniging „Hulp in Nood".
Deze Vereeniging stelt zich ten doel het
verstrekken van kleeding en voeding aan
schoolgaande kinderen, die daaraan be
hoefte hebben.
Deze subsidie is bestemd om te voorzien
in kleeding en voeding van kinderen van
3 openbare en de beide bizondere R.-K.
scholen.
O N D E R W IJ S.
Bij Kon. besluit is vernietigd, wegens
strijd met de wet, artikel 13bis der ver
ordening, regelende het lager onderwijs in
de gemeente Hengelo (O.), vastgesteld
door den raad in zijn vergadering van
30 December 1887 en laatstelijk gewijzigd
in die van 18 Mei 1908.
Dit besluit berust op de volgende
gronden
Overwegende, dat artikel 13bis van voor
noemde verordening bepaalt:
„Wanneer een onderwijzeres in het
huwelijk treedt, is zij verplicht ontslag uit
haar betrekking te vragen, ingaande uiter
lijk vier maanden na het aangaan van het
huwelijk.
Deze bepaling geldt niet voor een onder
wijzeres, uitsluitend belast met onderwijs
in nuttige handwerken";
dat volgens artikel 30 der wet tot rege
ling van het lager onderwijs ontslag aan
onderwijzers, aan gemeentescholen ver
bonden, door den gemeenteraad verleend
wordt, hetzij rechtstreeks overeenkomstig
eigen verzoek, hetzij op voordracht van
burgemeester en wethouders of van het
Rijksschooltoezicht;
dat volgens artikel 19, onder/, dier wet
de besluiten van den gemeenteraad be
treffende het verleenen van ontslag niet
overeenkomstig eigen verzoek aan onder
wijzers aan de goedkeuring van Gedep.
Staten zijn onderworpen;
dat in gemelde wet nergens aan een
onderwijzer de verplichting wordt op
gelegd om in een bepaald geval een ver-