NESTLE5 KINDER MEEL. betrekkelijk zoo korte groeiperiode, soms met weinig zonnige dagen, te verkrijgen is een behoorlijke, volledige bemesting een hooge noodzakelijkheid. Ik weet het, men bemest de tarwe niet gaarne zoo zwaar, omdat men bang is voor legeren; maar bij een goede variëteitskeuze er zijn variëteiten, die weinig of niet legeren en een volledige bemesting, dus een bemesting, waarbij ook een voldoende hoeveelheid kali en phosphorzuur gegeven wordt, is de kans vóór het legeren der tarwe zoo goed als uitgesloten. Het legeren van de tarwe is zeer vaak het gevolg eener eenzijdige bemesting. De tarwe heeft van nature veel stikstof noodig. Een vrij groote oogst, b.v. 55 H.L. van 76 K.O. 4180 K.G. zaad en 6000 K.G. stroo ont trekt aan den grond 110 K.G. stikstof, dat is meer stikstof dan zich bevindt in 700 K.G. chilisalpeter. Maar diezelfde oogst onttrekt aan den grond 85 K.G. kali, dat is ongeveer zooveel kali als zich bevindt in 700 K.G. kaïniet of 350 K.G. patentkali, en daarenboven wordt door zulk een oogst nog uit den grond gehaald o. a. 45 K.G. phosphorzuur en 18 K.G. kalk. Nu is er geen enkele landbouwer die zóóveel stalmest in voorraad heeft, dat hij het tarweland de genoemde hoe veelheden voedingsstoffen door middel van stalmest zou kunnen geven. Vandaar dat kunstmest op tarwe noodzakelijk is. Het chilisalpeter op de tarwe wordt slechts voor een klein gedeelte in het najaar gegeven. Bij het zaaien der tarwe dient men ongeveer 100 K.G. chilisalpeter in te eggen. Doch vóór dien tijd moet de grond bemest worden met kaïniet en slakken of met patentkali en super. De eerste kan men geschikt op lichtere, de laatste op zwaardere gronden geven. Van kaïniet en slakken geve men resp. 400 K.G. per Hectare, terwijl men 200 K.G. patentkali en 300 K.G. super moet geven. In het voorjaar, zoo spoedig als de groei maar eenigszins kan hervat worden, zaaie men weder 100 K.G. chilisalpeter per Hectare uit, om dit later, zoo noodig, nog eens te herhalen. Niet alleen de bemesting, ook de be werking van het land heeft grooten invloed op den oogst. Als het eenigszins kan, moet men eenige malen ploegen. Men kan ook met den cultivator den stoppel roeren, het land opeggen om het onkruid te vernietigen en daarna één- of tweemaal ploegen, de tweede maal wat dieper dan de eerste. Als de grond zich gezet heeft, begint men te zaaien. Zooals ge ziet eischt het tarwe land veel verzorging, maar het loon is ook naar evenredigheid. ZONDER PREMIE-BETALING! Een stem, die in geheel Nederland gehoord moet worden!! Die stem roept: Geeft het Nederlandsdie Volk recht op pensioen! De Bond voor Staatspensionneering gaat nog steeds voort, altijd voort, om voor de arme ouden van dagen dat pensioen te vragen en te eischen! Acht jaren lang heeft die Bonddie nu pl. m. 25 000 leden telt, zijn stem al doen hooren, in steden en dorpen gewezen op den allertreurigsten toestand van arme oude menschen, die door lichaamszwakte niet meer kunnen werken, geen eerlijk stuk brood meer kunnen verdienen, over geleverd aan meestal tekortkomende en krenkende liefdadigheid! En nog is er geen pensioen! Nóg wordt over ons geheele land de grievendste armoede geleden door oude menschen, die 't dikwijls zooveel beter verdiend hebben. Wie voelt niet de tekortkoming van ons vaderland tegenover de arme ouden van dagen Ziet, wat andere landen, vooral nu Engeland, voor de arme ouden deden, en ge zult overtuigd zijn, dat het misdadig wordt in ons land dien toestand langer te doen voortduren! Hoort de jammerklachten van de arme oude stakkers in uw naaste omgeving, misschien van eigen vaders en moeders, die gij onmachtig zljt te steunen, en uw gevoel zal u zeggen, dat iets gedaan moet worden, om verbetering in dien toestand te brengen. Is 'tniet zoo? Welnu, de gelegenheid wordt u aan geboden, om mee te werken aan de komst van een beteren toestand. De Bond voor Staatspensionneering roept u daartoe op! Die Bond is opgericht met het doel: recht te verkrijgen op een gelijk Staats pensioen zonder premie-betaling, voor alle Nederlanders Niet alleen dus voor loontrekkenden, maar voor allen! Geen oude ambachts lieden, of nog zooveel meer menschen uit alle standen der maatschappij, die zonder baas gewerkt hebben of voorheen wel gesteld waren, mogen daarvan worden buitengesloten. ALLEN recht op pensioen! Dat is de gemakkelijkste, de eerlijkste, de rechtvaardigste oplossing van dit meest urgente sociale vraagstuk! Gemakkelijk, omdat geen leger van ambtenaren noodig is om te onderzoeken, wie pensioen, moet hebben en wie niet, eerlijk, omdat we daardoor zeker weten, dat niemand wordt overgeslagen, die 't noodig heeft, rechtvaardig, omdat ieder naar draagkracht voor het pensioen zal hebben bij te dragen, en zijn recht op pensioen kan doen gelden. Algemeene Staatspensionneering zonder premie-betaling Wat zoo'n pensioen moet kosten! Vele millioenen, dat is zeker! Maar toch ook weer niet zoo heel veel meer als nu in allerlei vormen van liefdadigheid wordt uitgegeven, om de ouden van dagen in 't leven te houden't Meerdere zal voor 't grootste gedeelte worden opgebracht door hen, die zich tot dusver niets gelegen lieten liggen aan het leed der ouden van dagen. De liefdadigen kunnen er zelfs door ontlast wordenEen wettelijke regeling alzQo, die de lasten naar draagkracht verdeelt! Welke eisch natuurlijk niet in den weg zal staan een voorloopige regeling als in Engeland, als mocht blijken, dat om politieke of finantiëele redenen niet dadelijk die Bondseisch kan worden ingewilligd. Als dan zoo'n pensioen maar spoedig komt! Zljt gij nog geen lid van dien Bond voor Staatspensionneering? Wacht er dan niet langer mee. Nu vooral niet, nu de verkiezingen in aantocht zijn en kiezers en gekozenen moeten voor gelicht worden ten opzichte van de nooden van ons volk! 't Geldt nu onze vaders en moeders, straks ons-zelf, later onze kinderen! Ons aller belang, een volksbelang dus, waaraan ge u als rechtschapen mensch niet moogt onttrekken! Komt dus! Ingezonden Mededeelingen. (Onder verantwoordelijkheid van den inzender). Van 1-5 regels f 1;elke regel meer f 0,20. Een boodschap van Steenbergen. De ziekten der nieren zijn te meer ernstig en ellendig, daar zij gewoonlijk niet begrepen worden; het is slechts aan weinig menschen bekend wat de nieren zijn, waar zij zich bevinden en wat hun werking is. Bijgevolg, wanneer zich een teeken van nierziekte voordoet (zooals rugpijn, troebel water, gezwollen voeten en handen, blazen onder de oogen enz.), wordt dit zeer dikwijls voor een andere kwaal gehouden, wat intusschen de nier ziekte tijd geeft zich te ontwikkelen In rheumatiek, waterzucht, suikerziekte, eiwitverlies enz. De heer J. Gladdines, Veststraat E 416 te Steenbergen, deelt ons mede: Gedurende negen jaar waren mijn nieren aangetast; als gevolg hiervan had ik zeer veel pijn te doorstaan in den rug en de lendenen. De pijn verplaatste zich tot in de rechterzijde, waar ik dan hevige steken had net alsof ik voortdurend met spelden werd gestoken. Ik sliep onrustig en waneeer ik 's mor gens opstond, was ik reeds buitenmate vermoeid en afgemat. Ik was totaal lusteloos en moedeloos; de urine kwam met een branderig gevoel, liet veel bezinksel na en had een onaangename lucht. Ik wist niet wat ik moest beginnen. Ik liet op aanraden van één mijner kennissen een doosje Foster's Rugpijn Nierenpillen komen en het spijt mij, dat ik dit uitstekend geneesmiddel niet eerder gekend heb, want hieraan heb ik het te danken, dat ik mijn gezondheid weer terug bekomen heb. Nadat Ik één doosje geledigd had, was de pijn bijna geheel verdwenen; teneinde echter zeker te zijn van een volkomen genezing zal ik nogeenigen tijd met uw pillen doorgaan. Ik ondergeteekende verklaar dat het boven staande waar is en machtig u het publiek te maken op elke wijze die u goeddunkt. Spreek langzaam en duidelijk, wanneer gij Foster's Rugpijn Nierenpillen koopt, dan zal er geen vergissing plaats hebben. Ze zijn te Zierlkxec verkrjgbaar bl den Heer M. S. Polak, gedipl. Drogist, en te Th^len ba den Heer W. Potter, fllaal Apotheek .Coronoe", Stoofstraat. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel f 1,75 voor één of f 10,— voor 6 dooien. Mel kvoedsel voor Kinderen enZieken.| Nederland en Venezuela. Uit Caracas wordt gemeld, dat de broeder van den Venezolaanschen president naar New-York is vertrokken. Volgens geruchten zou hij daar artilleristen trachten aan .te werven voor de kustverdediging. Schipbreuk-drama. Den 2den September verging de Fransche schoener „Juanlta" van Granville. De eenige overlevende was kapitein Ybert, en deze heeft nu bij zijn terugkeer in het land een verhaal gedaan van zijn ervaringen. Daaruit blijkt, dat, toen het schip meer en meer water maakte, het bevel gegeven werd om de booten neer te laten. Één boot sloeg bij 't neerlaten stuk; de tweede boot kwam vervolgens te water en 15 manschappen namen er plaats in. Terwijl men de derde boot afliet, sloeg een groote stortzee het schip op zijde. De kapitein en de elf laatste manschappen klampten zich vast aan het touwwerk, doch een nieuwe stortzee beukte het schip stuk en alleen de kapitein bleef nog boven water. Met uiterste krachtsinspanning bereikte hij een stuk wrakhout; twee honden van het schip kwamen bij hem. In de verte zag hij de sloep met de 15 man geweldig dobberen en eensklaps in een zeekolk verdwijneneenige oogenblikken daarna waren al de schipbreukelingen omgekomen en Ybert bleef met de twee honden alleen over. Weldra echter vielen de dieren, door honger en dorst gekweld, op hem aan gelukkig had hij zijn mes bij zich; hij sneed den éénen hond de keel af en verdronk daarna den andere. Maar ook de kapitein zelf werd door honger en dorst gefolterd. Eindelijk, na 36 uren op zijn wrak rondgedobberd te hebben, zag hij in de verte een zeil. Hij werd gezien en een boot kwam hem halen. Ybert had zijn handen zoo vast in het wrakhout geslagen, dat de matrozen der sloep de grootste moeite hadden om ze los te krijgen. Het schip, waartoe zij behoorden, was de „General Archinard" en de kapitein daarvan was een goede vriend van Ybert, wat aanleiding gaf tot een treffend tooneel, toen hij eindelijk aan boord geheschen was. Gemenjrd Nieuws. Een waarschuwend geval. Zij was een meisje aldus de N. Arnh. Ct. dat alleen op de wereld stond, was de drie kruisjes al gepasseerd, en kwam met werken als dienstbode aan den kost in 't groote Amsterdam. Zwak van gestel zijnde, was zwaar werk niet geschikt voor haar en moest zij daarom nog al eens veranderen van dienst. Zoo ook eenige dagen geleden: de juffrouw zei haar de huur op; ze kreeg haar geld en daar stond ze op straat, van allen verlaten. In een inrichting, logement voor vrouwen, ging ze logeeren, een week lang, toen waren de centjes op en een dienst ver scheen niet. Daar las ze in een nieuws blad, dat in Nijmegen een net meisje werd gevraagd voor de bediening van een hotel. Hierop schreef ze, hopende weer geplaatst te worden en ze werd niet teleurgesteld, 't gelukte, ze kon geplaatst worden, 't was druk; net kermis in Nijmegen, men kon haar gebruiken, hoe eerder ze kwam, hoe beter. En daar ging ze naar Nijmegen, daar kwam ze aan ineen verdacht huis. Hevig was haar schrik, dat had ze niet verwacht, denkende een eerlijk stuk brood te zullen verdienen, had ze zich zoo misrekend; ze zei onmiddellijk, dat ze niet wilde blijven, ze wilde niet in zoo'n omgeving ver- keeren, dat was hare bedoeling niet. Men trachtte haar tot reden te brertgen, doch niets mocht baten. Twee meisjes, die zich reeds in genoemd huis bevonden en er varen in de zaken waren, lachten haar uit. 'tWas wat moois, zeiden ze; zij een Amsterdamsche, zou niet weten wat er te koop was, nee, die was ook goed, gilden ze, en zij poogden haar eerst met goede woorden en vervolgens met vloeken te bewegen bij hen te blijven. Niets echter hielp, 't meisje was standvastig, gaf zich niet gevangen, wilde niet blijven en vertrok. Een werkvrouw zou zich thans haar lot aantrekken en haar brengen in een sigaren winkel bij nette menschen. Vertrouwende op dit brave mensch, ging ze met deze op weg. De sigaren winkel was gauw bereikt en een korte, dikke vrouw nam haar vriendelijk op. Nu dacht ze veilig te zijn, doch mis hoor; in den sigarenwinkel was 't ook al ver dacht, dat merkte ze later. Sigarenwinkelier en sigarenwinkelierster noodigden haar uit mee naar de kermis te gaan, men maakte eene kleine wandeling en niet wetende, dat ze opnieuw in handen van booze menschen was, ging ze mee naar de kermis. Klanten die sigaren kochten konden dan zien, dat er eene nieuwe winkel juffrouw gearriveerd was. Op' de kermis had de politie hen echter waargenomen, een rechercheur was tot de overtuiging gekomen, dat er in de sigaren zaak iets niet in den haak was en heden morgen bracht hij er een bezoek, vragende der winkelierster of er eene nieuwe winkeldochter gekomen was. Jawel m'heer; even spreken; nieuwe winkeldochter kijkt vreemd op als de man der wet haar uit- noodigt den commissaris te bezoeken, doch ze geeft gehoor aan die roepstem, als voelt ze dat er nieuw gevaar dreigt. Op 't bureau vertelt men haar, dat ze van het hol van den leeuw naar dat van de leeuwin was gegaan en ried haar spoedig te vertrekken. Dankbaar voor dien raad is ze ook hier spoedig vertrokken, ze bedankte er voor sigaren te verkoopen. De politie hielp haar op 't spoor naar Arnhem, aldaar werd ze, toen ze zich aan 't politie-bureau om verdere ondersteuning vervoegde, geholpen en zorgde men, dat de Vrouwenbond haar onder hare hoede nam, zoodat de arme zwervelinge nu eindelijk in veilige haven beland was. Om zich te overtuigen, dat de nach telijke bewaarder van orde en rust te Gennep behoorlijk zijn ronde doet door de gemeente is het volgende controlestelsel ingevoerd: Eiken nacht wordt één der vroede vaderen uit het bed geklopt, die een bewijs teekent op welk uur de man zich bij hem heeft aangemeld. In het Friesche dorp Murmerwoude stierf dezer dagen een vrouw, die zeer veel leed had ondervonden door haren man, zoodat de deelneming in dit sterf geval bij de dorpelingen zeer groot was. Bij de begrafenis hield de predikant een toespraak, waarin hij dezen man, die zijne vrouw zooveel hartzeer had berokkend, een ernstige berisping en vermaning gaf. De buren en anderen, die in grooten getale op het kerkhof aanwezig waren, hadden moeite om zich te bedwingen den onverlaat van het lijf te blijven, en toen deze zich verwijderd had, kostte het den predikant nog veel moeite de veront waardigde gemoederen weer tot kalmte té brengen. Trouwlustigen, opgepast! Een trouw lezer is zoo welwillend geweest ons zijn ervaringen mee te deelen, door hem ondervonden bij het plaatseft van een huwelijksadvertentie. Onder de vele brieven, die hij ontving, was een schrijven van zekeren H. G. O., die hem om een onderhoud verzocht en het volgende vertelde: Hij kende een jonge dame in Groningen, in het bezit van f 30 000. Haar broer trachtte op allerlei wijze zich van dat geld meester te maken en om dat te voorkomen, vond ze de geschiktste gelegenheid om maar te trouwen en wel zoo spoedig mogelijk. Haar naam wilde ze echter niet noemen. Hij stelde dan voor om met haar in Utrecht te komen, dan kon de trouw lustige daar met haar kennis maken. Toen deze te kennen gaf, dat Amsterdam hem geschikter voorkwam, had hij daartegen ook geen bezwaar. Maar toen alles ge regeld was, kwam de aap uit den mouw. Hij voor zich had er heelemaal geen belang bij, deed het echter om een familielid te helpen, maar men moest het niet kwalijk nemen als hij „van te voren" het reisgeld Amsterdam—Groningen retour ontving. De rest is gemakkelijk genoeg te begrijpen. De dame met f 30.000 was ontsproten aan het vindingrijke vernuft van den huwelijksmakelaar! Tel. Rooverbende. Na een langen rust tijd kan eindelijk het eiland Sardinië zich weer beroemen op een echte rooversdaad, zooals die vroeger aan de orde van den dag waren, en die herinnert aan de donkere middeleeuwen, toen boeren en burgers slechts achter muren en torens hun leven en bezittingen in veiligheid achtten. Het dorp Pozzomaggiore in Noord-Westelijk Sardinië is in den nacht volgende op den 20sten September het tooneel geweest van een aanranding door roovers, die wel wat lijkt op de beroemde bandietenstreek van Tartoli vóór tien twaalf jaar. Een sterke gewapende troep omsingelde zoo gauw de nacht was aangebroken het huis van een vermogend heer, en trachite gedeeltelijk door de vensters, gedeeltelijk door de deur het huis binnen te dringen. De deur werd koelbloedig met de bijl bewerkt. Het helsche kabaal wekte natuur lijk den huisheer en djens bedienden, die zoo spoedig mogelijk met wapens toe snelden en op de aanvallers gingen schieten. Nu floten de kogels van beide kanten door het duister, terwijl de bewoners van de omliggende woningen bij het geknetter der geweren wijselijk de dekens over de ooren trokken en in hunne huizen bleven. Nadat het gevecht een poos geduurd had, trokken de aanvallers, die op zoo'n hevigen tegenstand stellig niet gerekend hadden, zich terug en verdwenen spoor loos. Toen de carabiniers uit de ver ver wijderde kazerne verschenen, konden ze nog slechts de aanwezigheid van bloedige sporen om het belegerde huis constateeren, maar de bewerkers van dit nachtelijk gevecht hebben ze nog niet gevonden. Luchtbal-ongeval. Maandagmiddag stegen de luchtreizigers kapitein Von Abercron en de luitenant Stach von Goltz- heim met den ballon „Dusseldorf 2" te Dusseldorf op. De ballon dreef in de streek van het Aeperwoud. Na vijf uur bemerkten bewoners, dat de ballon hoog in de lucht uit elkaar sprong en begon te dalen. De toeschouwers werden door een hevigen schrik aangegrepen toen de breuk steeds grooter werd en de beide reizigers in het netwerk klauterden. Dezen hadden echter geluk bij het ongeluk. De op eene hoogte van ongeveer 2000 M. uit elkaar gesprongen ballon zette zich al meer in de breedte uit en functioneerde in zekeren zin als valscherm. Tegen half zes ging de ballon bij het Grafenberger krankzinnigen gesticht langzaam naar omlaag, zonder dat de inzittenden noemenswaardige ver wondingen hadden geleden. De ballon is gebarsten, omdat het bij het opstijgen zich uitzettende gas niet in den luchtzak ont wijken kon. De luchtzak is eene nieuwe uitvinding, die beproefd zou worden. De brandweer werd te hulp geroepen. De ziekenwagens, die den ballon nagesneld waren, behoefden geen.dienst te doen, daar de luchtreizigers bijna ongewond waren. 250 jaar op den bodem der zee. Het Deensche stoomschip „Lövenörn" is er in geslaagd, in den Sond, voor den ingang der haven Helsingör, op den bodem der zee het wrak van een oud oorlogs schip te vinden, dat daar den 29sten October 1658 verging. Bij den vrede van Brömsebro had Zweden van Denemarken het recht van vrije doorvaart door den Sond en de Belt voor Zweedsche schepen verkregen, evenals de afschaffing van den Deenschen tol bij Glückstadt, terwijl de eilanden Oensel en Gothland aan het rijk werden toegevoegd. Daar Denemarken dien vrede en de opheffing van den tol van terugwerkende kracht wilde doen worden, ontstond in 1657 een oorlog tusschen Zweden eenerzijds en Denemarken, Nederland en Brandenburg aan de andere zijde, die in 1660 met den vrede te Oliva eindigde. Tijdens diens oorlog werd bij zuidelijken ingang van den Sond den 29sten October 1658 een slag geleverd tusschen de Zweedsche en de vereenigde Deensch-Nederlandsche vloot, waarin de Zweden, onder admiraal Wrangel, de overwinning behaalden. Het nu na een 250-jarig verblijf op den zeebodem door duikers onderzocht wrak, is van één der in dien tijd vergane Nedcr- landsche schepen. De dame met den baard. Voor een lastig geval stond een commissaris van politie te New-York, die speciaal belast is met het toezicht op de aankomende land verhuizers. Onder de reizigers bevond zich een man, dien hij van een of andere ziekte verdacht en daarom door den dokter wilde laten onderzoeken. De man, die ingeschreven was als Gerard Woodhull, weigerde beslist zich te laten onderzoeken en toen men er op aandrong, bekende hij dat hij een vrouw was. Gerard Woodhull of, zooals zij werkelijk heet. Gerardine Johnson, heeft een vollen baard en knevel, kastanjebruin van kleur. Die baard was oorzaak, dat zij als vrouw geen betrekking kon krijgen, waarop zij besloot, manskleederen te gaan dragen en zich voor man uit te geven. Zoo gelukte het haar een betrekking te krijgen op een kantoor, waar zij al 15 jaren geweest is en goed haar brood ver dient, zóó goed zelfs, dat zij in haar vacantie een reis naar Europa heeft kunnen ondernemen, helaas dat op den terugkeer haar geheim moest worden ontdekt. Het lastige van het geval is, dat de wet in Amerika de vrouwen verbiedt manskieeren te dragen. Aan de regeering te Washington is thans het verzoek gericht om miss Johnson hiertoe een speciale toestemming te verleenen. Noodlottig vergeten. Een officier, te Brest in garnizoen, had, uit vrees van bestolen te worden, aan de kast, waarin hij zijn geld bewaarde, een mechaniek gemaakt, waardoor bij het openen der kast door iemand, die de mechaniek niet kende, een revolver afging, die met scherp geladen was. De officier vergat echter, toen hij de kast opende, de mechaniek stop te zetten en kreeg nu zelf den kogel door het lichaamdie hem zwaar verwondde. Burgerl. Stand van Brouwershaven. 13 Juli. 20 23 28 15 Aug. 6 Sept. 30 26 Aug. 30 Juli. 4 Aug. 25 13 Sept. 30 B 3e kwartaal 1908 Geboren: Een zoon dochter dochter van Pieter Bos en Jacoba Pleune. J. A. Laban en G. Hoogerhuis. M.. Ringelberg en A. Kaashoek. M. de Noofier en E. J. Slager. Jan van Beveren en J. Arnold. N. van Sluis en A. van den Hoek. B. van Beveren en C. van Wou we. Gehuwd: Jakob de Granje en D. H. van den Berge. Overleden: E. de Krijger Cz., oud 33 j., man van N. K. Wright. Te Dordrecht. Ottes Vleeshouwer, 40 j., man van J. M. van Beveren. Jan Kloet, oud 59 j., weduwnaar van Janna Kloet. Iman Westerweel, 79 j., weduwnaar van Lena de Voogd. Jobbina Bosloper, 56 j., dochter (on gehuwd). Burgerlijke Stand van Poortvliet. September 190 8. Ondertrouwd: Johannes Anthonlus Mijnsbergh en Johanna Cor nelia van Beek. Gehuwd: Durk Spoor, 47 jaar, weduwnaar van Johanna longenburger en Christina Middellink, 29 j., j.d. Geboren: Dingcna Martina, dochter van G. B. van der Slikke en J. Bergers. Elizabeth, dochter van G. Verschoor en A. Geuze. Willem, zoon van S. J. Vermaas en N. Keur. Adrlana Cornelia, dochter van D. Geuze en W. Anthonisse. Willemijna Jasperina, dochter van M. van Ast en L. van Bemden. Overleden: Maatje Jacoba van Oost, 48 jaar, echtgenoote van Johannes Dekker. Cornelia Anna van de Velde, 19 jaar, dochter van David van de Velde en Jannetje Elenbaas. Adriana Maatje Quakkelaar, 8 weken, dochter van Gabriël Quakkelaar en Adrlana Cornelia Overbeeke. Marinus Poot, 74 jaar, echtgenoot van Neeltje IJzerman, eerder weduwnaar van Willemijna Slager. Pieter Paulusse, 90 jaar, echtgenoot van Maria Steendljk.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1908 | | pagina 6