NESTLE5
KINDER
MEEL.
betrekkelijk zoo korte groeiperiode, soms
met weinig zonnige dagen, te verkrijgen
is een behoorlijke, volledige bemesting
een hooge noodzakelijkheid. Ik weet het,
men bemest de tarwe niet gaarne zoo
zwaar, omdat men bang is voor legeren;
maar bij een goede variëteitskeuze er
zijn variëteiten, die weinig of niet legeren
en een volledige bemesting, dus een
bemesting, waarbij ook een voldoende
hoeveelheid kali en phosphorzuur gegeven
wordt, is de kans vóór het legeren der
tarwe zoo goed als uitgesloten. Het legeren
van de tarwe is zeer vaak het gevolg
eener eenzijdige bemesting. De tarwe
heeft van nature veel stikstof noodig. Een
vrij groote oogst, b.v. 55 H.L. van 76 K.O.
4180 K.G. zaad en 6000 K.G. stroo ont
trekt aan den grond 110 K.G. stikstof,
dat is meer stikstof dan zich bevindt in
700 K.G. chilisalpeter. Maar diezelfde
oogst onttrekt aan den grond 85 K.G. kali,
dat is ongeveer zooveel kali als zich
bevindt in 700 K.G. kaïniet of 350 K.G.
patentkali, en daarenboven wordt door
zulk een oogst nog uit den grond gehaald
o. a. 45 K.G. phosphorzuur en 18 K.G.
kalk. Nu is er geen enkele landbouwer
die zóóveel stalmest in voorraad heeft,
dat hij het tarweland de genoemde hoe
veelheden voedingsstoffen door middel van
stalmest zou kunnen geven. Vandaar dat
kunstmest op tarwe noodzakelijk is. Het
chilisalpeter op de tarwe wordt slechts
voor een klein gedeelte in het najaar
gegeven. Bij het zaaien der tarwe dient
men ongeveer 100 K.G. chilisalpeter in te
eggen. Doch vóór dien tijd moet de grond
bemest worden met kaïniet en slakken of
met patentkali en super. De eerste kan
men geschikt op lichtere, de laatste op
zwaardere gronden geven. Van kaïniet en
slakken geve men resp. 400 K.G. per
Hectare, terwijl men 200 K.G. patentkali
en 300 K.G. super moet geven. In het
voorjaar, zoo spoedig als de groei maar
eenigszins kan hervat worden, zaaie men
weder 100 K.G. chilisalpeter per Hectare
uit, om dit later, zoo noodig, nog eens te
herhalen.
Niet alleen de bemesting, ook de be
werking van het land heeft grooten invloed
op den oogst. Als het eenigszins kan, moet
men eenige malen ploegen. Men kan ook
met den cultivator den stoppel roeren, het
land opeggen om het onkruid te vernietigen
en daarna één- of tweemaal ploegen, de
tweede maal wat dieper dan de eerste.
Als de grond zich gezet heeft, begint men
te zaaien. Zooals ge ziet eischt het tarwe
land veel verzorging, maar het loon is
ook naar evenredigheid.
ZONDER PREMIE-BETALING!
Een stem, die in geheel
Nederland gehoord moet worden!!
Die stem roept: Geeft het Nederlandsdie
Volk recht op pensioen!
De Bond voor Staatspensionneering gaat
nog steeds voort, altijd voort, om voor de
arme ouden van dagen dat pensioen te
vragen en te eischen!
Acht jaren lang heeft die Bonddie nu
pl. m. 25 000 leden telt, zijn stem al doen
hooren, in steden en dorpen gewezen
op den allertreurigsten toestand van arme
oude menschen, die door lichaamszwakte
niet meer kunnen werken, geen eerlijk
stuk brood meer kunnen verdienen, over
geleverd aan meestal tekortkomende en
krenkende liefdadigheid!
En nog is er geen pensioen! Nóg
wordt over ons geheele land de grievendste
armoede geleden door oude menschen,
die 't dikwijls zooveel beter verdiend
hebben.
Wie voelt niet de tekortkoming van ons
vaderland tegenover de arme ouden van
dagen
Ziet, wat andere landen, vooral nu
Engeland, voor de arme ouden deden, en
ge zult overtuigd zijn, dat het misdadig
wordt in ons land dien toestand langer te
doen voortduren!
Hoort de jammerklachten van de arme
oude stakkers in uw naaste omgeving,
misschien van eigen vaders en moeders,
die gij onmachtig zljt te steunen, en uw
gevoel zal u zeggen, dat iets gedaan moet
worden, om verbetering in dien toestand
te brengen. Is 'tniet zoo?
Welnu, de gelegenheid wordt u aan
geboden, om mee te werken aan de komst
van een beteren toestand.
De Bond voor Staatspensionneering roept
u daartoe op!
Die Bond is opgericht met het doel:
recht te verkrijgen op een gelijk Staats
pensioen zonder premie-betaling, voor alle
Nederlanders
Niet alleen dus voor loontrekkenden,
maar voor allen! Geen oude ambachts
lieden, of nog zooveel meer menschen uit
alle standen der maatschappij, die zonder
baas gewerkt hebben of voorheen wel
gesteld waren, mogen daarvan worden
buitengesloten. ALLEN recht op
pensioen!
Dat is de gemakkelijkste, de eerlijkste,
de rechtvaardigste oplossing van dit meest
urgente sociale vraagstuk!
Gemakkelijk, omdat geen leger van
ambtenaren noodig is om te onderzoeken,
wie pensioen, moet hebben en wie niet,
eerlijk, omdat we daardoor zeker
weten, dat niemand wordt overgeslagen,
die 't noodig heeft, rechtvaardig, omdat
ieder naar draagkracht voor het pensioen
zal hebben bij te dragen, en zijn recht op
pensioen kan doen gelden.
Algemeene Staatspensionneering
zonder premie-betaling
Wat zoo'n pensioen moet kosten! Vele
millioenen, dat is zeker! Maar toch ook
weer niet zoo heel veel meer als nu in
allerlei vormen van liefdadigheid wordt
uitgegeven, om de ouden van dagen in
't leven te houden't Meerdere zal voor
't grootste gedeelte worden opgebracht
door hen, die zich tot dusver niets gelegen
lieten liggen aan het leed der ouden van
dagen. De liefdadigen kunnen er zelfs
door ontlast wordenEen wettelijke regeling
alzQo, die de lasten naar draagkracht
verdeelt!
Welke eisch natuurlijk niet in den weg
zal staan een voorloopige regeling als in
Engeland, als mocht blijken, dat om
politieke of finantiëele redenen niet dadelijk
die Bondseisch kan worden ingewilligd.
Als dan zoo'n pensioen maar spoedig
komt!
Zljt gij nog geen lid van dien
Bond voor Staatspensionneering?
Wacht er dan niet langer mee. Nu
vooral niet, nu de verkiezingen in aantocht
zijn en kiezers en gekozenen moeten voor
gelicht worden ten opzichte van de nooden
van ons volk!
't Geldt nu onze vaders en moeders,
straks ons-zelf, later onze kinderen!
Ons aller belang, een volksbelang dus,
waaraan ge u als rechtschapen mensch
niet moogt onttrekken! Komt dus!
Ingezonden Mededeelingen.
(Onder verantwoordelijkheid van den inzender).
Van 1-5 regels f 1;elke regel meer f 0,20.
Een boodschap van Steenbergen.
De ziekten der nieren zijn te meer ernstig en
ellendig, daar zij gewoonlijk niet begrepen worden;
het is slechts aan weinig menschen bekend wat
de nieren zijn, waar zij zich bevinden en wat hun
werking is. Bijgevolg, wanneer zich een teeken
van nierziekte voordoet (zooals rugpijn, troebel
water, gezwollen voeten en handen, blazen onder
de oogen enz.), wordt dit zeer dikwijls voor een
andere kwaal gehouden, wat intusschen de nier
ziekte tijd geeft zich te ontwikkelen In rheumatiek,
waterzucht, suikerziekte, eiwitverlies enz.
De heer J. Gladdines, Veststraat E 416 te
Steenbergen, deelt ons mede: Gedurende negen
jaar waren mijn nieren aangetast; als gevolg
hiervan had ik zeer veel pijn te doorstaan in den
rug en de lendenen. De pijn verplaatste zich tot
in de rechterzijde, waar ik dan hevige steken
had net alsof ik voortdurend met spelden werd
gestoken. Ik sliep onrustig en waneeer ik 's mor
gens opstond, was ik reeds buitenmate vermoeid
en afgemat. Ik was totaal lusteloos en moedeloos;
de urine kwam met een branderig gevoel, liet
veel bezinksel na en had een onaangename lucht.
Ik wist niet wat ik moest beginnen. Ik liet op
aanraden van één mijner kennissen een doosje
Foster's Rugpijn Nierenpillen komen en het spijt
mij, dat ik dit uitstekend geneesmiddel niet eerder
gekend heb, want hieraan heb ik het te danken,
dat ik mijn gezondheid weer terug bekomen heb.
Nadat Ik één doosje geledigd had, was de pijn
bijna geheel verdwenen; teneinde echter zeker te
zijn van een volkomen genezing zal ik nogeenigen
tijd met uw pillen doorgaan.
Ik ondergeteekende verklaar dat het boven
staande waar is en machtig u het publiek te
maken op elke wijze die u goeddunkt.
Spreek langzaam en duidelijk, wanneer gij
Foster's Rugpijn Nierenpillen koopt, dan zal er
geen vergissing plaats hebben.
Ze zijn te Zierlkxec verkrjgbaar bl den Heer
M. S. Polak, gedipl. Drogist, en te Th^len
ba den Heer W. Potter, fllaal Apotheek
.Coronoe", Stoofstraat. Toezending geschiedt
franco na ontvangst van postwissel f 1,75 voor
één of f 10,— voor 6 dooien.
Mel kvoedsel voor Kinderen enZieken.|
Nederland en Venezuela.
Uit Caracas wordt gemeld, dat de
broeder van den Venezolaanschen president
naar New-York is vertrokken. Volgens
geruchten zou hij daar artilleristen trachten
aan .te werven voor de kustverdediging.
Schipbreuk-drama.
Den 2den September verging de Fransche
schoener „Juanlta" van Granville. De eenige
overlevende was kapitein Ybert, en deze
heeft nu bij zijn terugkeer in het land een
verhaal gedaan van zijn ervaringen.
Daaruit blijkt, dat, toen het schip meer
en meer water maakte, het bevel gegeven
werd om de booten neer te laten. Één
boot sloeg bij 't neerlaten stuk; de tweede
boot kwam vervolgens te water en 15
manschappen namen er plaats in.
Terwijl men de derde boot afliet, sloeg
een groote stortzee het schip op zijde.
De kapitein en de elf laatste manschappen
klampten zich vast aan het touwwerk,
doch een nieuwe stortzee beukte het schip
stuk en alleen de kapitein bleef nog boven
water.
Met uiterste krachtsinspanning bereikte
hij een stuk wrakhout; twee honden van
het schip kwamen bij hem. In de verte
zag hij de sloep met de 15 man geweldig
dobberen en eensklaps in een zeekolk
verdwijneneenige oogenblikken daarna
waren al de schipbreukelingen omgekomen
en Ybert bleef met de twee honden alleen
over.
Weldra echter vielen de dieren, door
honger en dorst gekweld, op hem aan
gelukkig had hij zijn mes bij zich; hij
sneed den éénen hond de keel af en verdronk
daarna den andere.
Maar ook de kapitein zelf werd door
honger en dorst gefolterd. Eindelijk, na
36 uren op zijn wrak rondgedobberd te
hebben, zag hij in de verte een zeil. Hij
werd gezien en een boot kwam hem halen.
Ybert had zijn handen zoo vast in het
wrakhout geslagen, dat de matrozen der
sloep de grootste moeite hadden om ze
los te krijgen.
Het schip, waartoe zij behoorden, was
de „General Archinard" en de kapitein
daarvan was een goede vriend van Ybert,
wat aanleiding gaf tot een treffend tooneel,
toen hij eindelijk aan boord geheschen was.
Gemenjrd Nieuws.
Een waarschuwend geval. Zij was
een meisje aldus de N. Arnh. Ct.
dat alleen op de wereld stond, was de
drie kruisjes al gepasseerd, en kwam met
werken als dienstbode aan den kost in
't groote Amsterdam. Zwak van gestel
zijnde, was zwaar werk niet geschikt voor
haar en moest zij daarom nog al eens
veranderen van dienst. Zoo ook eenige
dagen geleden: de juffrouw zei haar de
huur op; ze kreeg haar geld en daar
stond ze op straat, van allen verlaten. In
een inrichting, logement voor vrouwen,
ging ze logeeren, een week lang, toen
waren de centjes op en een dienst ver
scheen niet. Daar las ze in een nieuws
blad, dat in Nijmegen een net meisje
werd gevraagd voor de bediening van
een hotel. Hierop schreef ze, hopende
weer geplaatst te worden en ze werd niet
teleurgesteld, 't gelukte, ze kon geplaatst
worden, 't was druk; net kermis in
Nijmegen, men kon haar gebruiken, hoe
eerder ze kwam, hoe beter. En daar ging
ze naar Nijmegen, daar kwam ze aan
ineen verdacht huis. Hevig was
haar schrik, dat had ze niet verwacht,
denkende een eerlijk stuk brood te zullen
verdienen, had ze zich zoo misrekend; ze
zei onmiddellijk, dat ze niet wilde blijven,
ze wilde niet in zoo'n omgeving ver-
keeren, dat was hare bedoeling niet. Men
trachtte haar tot reden te brertgen, doch
niets mocht baten. Twee meisjes, die zich
reeds in genoemd huis bevonden en er
varen in de zaken waren, lachten haar
uit. 'tWas wat moois, zeiden ze; zij een
Amsterdamsche, zou niet weten wat er te
koop was, nee, die was ook goed, gilden
ze, en zij poogden haar eerst met goede
woorden en vervolgens met vloeken te
bewegen bij hen te blijven. Niets echter
hielp, 't meisje was standvastig, gaf zich
niet gevangen, wilde niet blijven en vertrok.
Een werkvrouw zou zich thans haar lot
aantrekken en haar brengen in een sigaren
winkel bij nette menschen.
Vertrouwende op dit brave mensch,
ging ze met deze op weg. De sigaren
winkel was gauw bereikt en een korte,
dikke vrouw nam haar vriendelijk op. Nu
dacht ze veilig te zijn, doch mis hoor;
in den sigarenwinkel was 't ook al ver
dacht, dat merkte ze later. Sigarenwinkelier
en sigarenwinkelierster noodigden haar uit
mee naar de kermis te gaan, men maakte
eene kleine wandeling en niet wetende,
dat ze opnieuw in handen van booze
menschen was, ging ze mee naar de
kermis. Klanten die sigaren kochten konden
dan zien, dat er eene nieuwe winkel
juffrouw gearriveerd was.
Op' de kermis had de politie hen echter
waargenomen, een rechercheur was tot de
overtuiging gekomen, dat er in de sigaren
zaak iets niet in den haak was en heden
morgen bracht hij er een bezoek, vragende
der winkelierster of er eene nieuwe
winkeldochter gekomen was. Jawel m'heer;
even spreken; nieuwe winkeldochter kijkt
vreemd op als de man der wet haar uit-
noodigt den commissaris te bezoeken,
doch ze geeft gehoor aan die roepstem,
als voelt ze dat er nieuw gevaar dreigt.
Op 't bureau vertelt men haar, dat ze van
het hol van den leeuw naar dat van de
leeuwin was gegaan en ried haar spoedig
te vertrekken.
Dankbaar voor dien raad is ze ook hier
spoedig vertrokken, ze bedankte er voor
sigaren te verkoopen.
De politie hielp haar op 't spoor naar
Arnhem, aldaar werd ze, toen ze zich aan
't politie-bureau om verdere ondersteuning
vervoegde, geholpen en zorgde men, dat
de Vrouwenbond haar onder hare hoede
nam, zoodat de arme zwervelinge nu
eindelijk in veilige haven beland was.
Om zich te overtuigen, dat de nach
telijke bewaarder van orde en rust te
Gennep behoorlijk zijn ronde doet door
de gemeente is het volgende controlestelsel
ingevoerd: Eiken nacht wordt één der
vroede vaderen uit het bed geklopt, die
een bewijs teekent op welk uur de man
zich bij hem heeft aangemeld.
In het Friesche dorp Murmerwoude
stierf dezer dagen een vrouw, die zeer
veel leed had ondervonden door haren
man, zoodat de deelneming in dit sterf
geval bij de dorpelingen zeer groot was.
Bij de begrafenis hield de predikant een
toespraak, waarin hij dezen man, die zijne
vrouw zooveel hartzeer had berokkend, een
ernstige berisping en vermaning gaf.
De buren en anderen, die in grooten
getale op het kerkhof aanwezig waren,
hadden moeite om zich te bedwingen den
onverlaat van het lijf te blijven, en toen
deze zich verwijderd had, kostte het den
predikant nog veel moeite de veront
waardigde gemoederen weer tot kalmte
té brengen.
Trouwlustigen, opgepast! Een
trouw lezer is zoo welwillend geweest
ons zijn ervaringen mee te deelen, door
hem ondervonden bij het plaatseft van
een huwelijksadvertentie.
Onder de vele brieven, die hij ontving,
was een schrijven van zekeren H. G. O.,
die hem om een onderhoud verzocht en
het volgende vertelde:
Hij kende een jonge dame in Groningen,
in het bezit van f 30 000. Haar broer
trachtte op allerlei wijze zich van dat geld
meester te maken en om dat te voorkomen,
vond ze de geschiktste gelegenheid om
maar te trouwen en wel zoo spoedig
mogelijk. Haar naam wilde ze echter niet
noemen.
Hij stelde dan voor om met haar in
Utrecht te komen, dan kon de trouw
lustige daar met haar kennis maken. Toen
deze te kennen gaf, dat Amsterdam hem
geschikter voorkwam, had hij daartegen
ook geen bezwaar. Maar toen alles ge
regeld was, kwam de aap uit den mouw.
Hij voor zich had er heelemaal geen
belang bij, deed het echter om een
familielid te helpen, maar men moest het
niet kwalijk nemen als hij „van te voren"
het reisgeld Amsterdam—Groningen retour
ontving.
De rest is gemakkelijk genoeg te
begrijpen. De dame met f 30.000 was
ontsproten aan het vindingrijke vernuft
van den huwelijksmakelaar! Tel.
Rooverbende. Na een langen rust
tijd kan eindelijk het eiland Sardinië zich
weer beroemen op een echte rooversdaad,
zooals die vroeger aan de orde van den
dag waren, en die herinnert aan de donkere
middeleeuwen, toen boeren en burgers
slechts achter muren en torens hun leven
en bezittingen in veiligheid achtten. Het
dorp Pozzomaggiore in Noord-Westelijk
Sardinië is in den nacht volgende op den
20sten September het tooneel geweest
van een aanranding door roovers, die wel
wat lijkt op de beroemde bandietenstreek
van Tartoli vóór tien twaalf jaar. Een
sterke gewapende troep omsingelde zoo
gauw de nacht was aangebroken het huis
van een vermogend heer, en trachite
gedeeltelijk door de vensters, gedeeltelijk
door de deur het huis binnen te dringen.
De deur werd koelbloedig met de bijl
bewerkt. Het helsche kabaal wekte natuur
lijk den huisheer en djens bedienden, die
zoo spoedig mogelijk met wapens toe
snelden en op de aanvallers gingen
schieten. Nu floten de kogels van beide
kanten door het duister, terwijl de bewoners
van de omliggende woningen bij het
geknetter der geweren wijselijk de dekens
over de ooren trokken en in hunne huizen
bleven.
Nadat het gevecht een poos geduurd
had, trokken de aanvallers, die op zoo'n
hevigen tegenstand stellig niet gerekend
hadden, zich terug en verdwenen spoor
loos. Toen de carabiniers uit de ver ver
wijderde kazerne verschenen, konden ze
nog slechts de aanwezigheid van bloedige
sporen om het belegerde huis constateeren,
maar de bewerkers van dit nachtelijk
gevecht hebben ze nog niet gevonden.
Luchtbal-ongeval. Maandagmiddag
stegen de luchtreizigers kapitein Von
Abercron en de luitenant Stach von Goltz-
heim met den ballon „Dusseldorf 2" te
Dusseldorf op. De ballon dreef in de
streek van het Aeperwoud. Na vijf uur
bemerkten bewoners, dat de ballon hoog
in de lucht uit elkaar sprong en begon te
dalen.
De toeschouwers werden door een
hevigen schrik aangegrepen toen de breuk
steeds grooter werd en de beide reizigers
in het netwerk klauterden. Dezen hadden
echter geluk bij het ongeluk. De op eene
hoogte van ongeveer 2000 M. uit elkaar
gesprongen ballon zette zich al meer in
de breedte uit en functioneerde in zekeren
zin als valscherm. Tegen half zes ging de
ballon bij het Grafenberger krankzinnigen
gesticht langzaam naar omlaag, zonder
dat de inzittenden noemenswaardige ver
wondingen hadden geleden. De ballon is
gebarsten, omdat het bij het opstijgen zich
uitzettende gas niet in den luchtzak ont
wijken kon. De luchtzak is eene nieuwe
uitvinding, die beproefd zou worden. De
brandweer werd te hulp geroepen. De
ziekenwagens, die den ballon nagesneld
waren, behoefden geen.dienst te doen, daar
de luchtreizigers bijna ongewond waren.
250 jaar op den bodem der zee.
Het Deensche stoomschip „Lövenörn" is
er in geslaagd, in den Sond, voor den
ingang der haven Helsingör, op den bodem
der zee het wrak van een oud oorlogs
schip te vinden, dat daar den 29sten
October 1658 verging. Bij den vrede van
Brömsebro had Zweden van Denemarken
het recht van vrije doorvaart door den
Sond en de Belt voor Zweedsche schepen
verkregen, evenals de afschaffing van den
Deenschen tol bij Glückstadt, terwijl de
eilanden Oensel en Gothland aan het
rijk werden toegevoegd. Daar Denemarken
dien vrede en de opheffing van den tol
van terugwerkende kracht wilde doen
worden, ontstond in 1657 een oorlog
tusschen Zweden eenerzijds en Denemarken,
Nederland en Brandenburg aan de andere
zijde, die in 1660 met den vrede te Oliva
eindigde. Tijdens diens oorlog werd bij
zuidelijken ingang van den Sond den
29sten October 1658 een slag geleverd
tusschen de Zweedsche en de vereenigde
Deensch-Nederlandsche vloot, waarin de
Zweden, onder admiraal Wrangel, de
overwinning behaalden.
Het nu na een 250-jarig verblijf op den
zeebodem door duikers onderzocht wrak,
is van één der in dien tijd vergane Nedcr-
landsche schepen.
De dame met den baard. Voor een
lastig geval stond een commissaris van
politie te New-York, die speciaal belast is
met het toezicht op de aankomende land
verhuizers. Onder de reizigers bevond zich
een man, dien hij van een of andere ziekte
verdacht en daarom door den dokter wilde
laten onderzoeken. De man, die ingeschreven
was als Gerard Woodhull, weigerde beslist
zich te laten onderzoeken en toen men er
op aandrong, bekende hij dat hij een
vrouw was. Gerard Woodhull of, zooals
zij werkelijk heet. Gerardine Johnson, heeft
een vollen baard en knevel, kastanjebruin
van kleur. Die baard was oorzaak, dat
zij als vrouw geen betrekking kon krijgen,
waarop zij besloot, manskleederen te gaan
dragen en zich voor man uit te geven.
Zoo gelukte het haar een betrekking te
krijgen op een kantoor, waar zij al 15
jaren geweest is en goed haar brood ver
dient, zóó goed zelfs, dat zij in haar
vacantie een reis naar Europa heeft kunnen
ondernemen, helaas dat op den terugkeer
haar geheim moest worden ontdekt. Het
lastige van het geval is, dat de wet in
Amerika de vrouwen verbiedt manskieeren
te dragen. Aan de regeering te Washington
is thans het verzoek gericht om miss
Johnson hiertoe een speciale toestemming
te verleenen.
Noodlottig vergeten. Een officier,
te Brest in garnizoen, had, uit vrees van
bestolen te worden, aan de kast, waarin
hij zijn geld bewaarde, een mechaniek
gemaakt, waardoor bij het openen der
kast door iemand, die de mechaniek niet
kende, een revolver afging, die met scherp
geladen was. De officier vergat echter,
toen hij de kast opende, de mechaniek
stop te zetten en kreeg nu zelf den kogel
door het lichaamdie hem zwaar
verwondde.
Burgerl. Stand van Brouwershaven.
13 Juli.
20
23
28
15 Aug.
6 Sept.
30
26 Aug.
30 Juli.
4 Aug.
25
13 Sept.
30 B
3e kwartaal 1908
Geboren:
Een zoon
dochter
dochter
van Pieter Bos en Jacoba
Pleune.
J. A. Laban en G.
Hoogerhuis.
M.. Ringelberg en A.
Kaashoek.
M. de Noofier en E. J.
Slager.
Jan van Beveren en
J. Arnold.
N. van Sluis en A.
van den Hoek.
B. van Beveren en
C. van Wou we.
Gehuwd:
Jakob de Granje en D. H. van den Berge.
Overleden:
E. de Krijger Cz., oud 33 j., man van
N. K. Wright.
Te Dordrecht. Ottes Vleeshouwer, 40 j.,
man van J. M. van Beveren.
Jan Kloet, oud 59 j., weduwnaar van
Janna Kloet.
Iman Westerweel, 79 j., weduwnaar van
Lena de Voogd.
Jobbina Bosloper, 56 j., dochter (on
gehuwd).
Burgerlijke Stand van Poortvliet.
September 190 8.
Ondertrouwd:
Johannes Anthonlus Mijnsbergh en Johanna Cor
nelia van Beek.
Gehuwd:
Durk Spoor, 47 jaar, weduwnaar van Johanna
longenburger en Christina Middellink, 29 j., j.d.
Geboren:
Dingcna Martina, dochter van G. B. van der
Slikke en J. Bergers.
Elizabeth, dochter van G. Verschoor en A. Geuze.
Willem, zoon van S. J. Vermaas en N. Keur.
Adrlana Cornelia, dochter van D. Geuze en
W. Anthonisse.
Willemijna Jasperina, dochter van M. van Ast en
L. van Bemden.
Overleden:
Maatje Jacoba van Oost, 48 jaar, echtgenoote van
Johannes Dekker.
Cornelia Anna van de Velde, 19 jaar, dochter van
David van de Velde en Jannetje Elenbaas.
Adriana Maatje Quakkelaar, 8 weken, dochter
van Gabriël Quakkelaar en Adrlana Cornelia
Overbeeke.
Marinus Poot, 74 jaar, echtgenoot van Neeltje
IJzerman, eerder weduwnaar van Willemijna
Slager.
Pieter Paulusse, 90 jaar, echtgenoot van Maria
Steendljk.