ZIERIKZEESCHENIEIW S It O D E.
Donderdag 1 October 1908.
iiifl voor
(Z i e r i It z o e s c h. e
Cour an t).
PUBLICATIE.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDIN6EN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per posl
1.60,
Voor het buitenland, verzending eens per week,
10,— per jaar bij vooruitbetaling.
65sfe JAARGANG. - No. 8675.
Uitgavar-Hoofdredaoteur i A. FRANKEL,
Oude Haven D 493.
Redacteur: J. WAALE.
Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend
Alle betalingen moeten geschieden bij den Dlractaur i A. I. OE LOOZEHoek SchuithavenZierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
Afsluiting Rijweg.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Zierikzee brengen ter openbare kennis, dal, van
heden af, het gedeelte van den drachtweg
tusschen de Zuidwellebrug en den Krengeweg
tot nadere aankondiging zal zijn GESLOTEN
voor het verkeer met rij- en voertuigen.
Zierikzee, den 30 September 1908.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. C. MOOLENBURGH, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Zierikzee;
Brengen ter kennis van belanghebbenden:
1°. dat de loting der vóór 1 September van dit
jaar in- deze gemeente voor de lichting van
1909 voor de militie ingeschrevenen zal plaats
hebben te Zierikzee, in het Raadhuis, op
Zaterdag den 10 October 1908, te beginnen
des voormiddags te 9 uur;
2'. dat, om vrijstelling wegens eigen militairen
dienst of die van broeders te verkrijgen, men
moet overleggen een paspoort of ander be
wijs van ontslag, of een uittreksel uit het
stamboek of een bewijs van wcrkelijken
dienst; en dat, ter bekoming van vrijstelling
wegens broederdienst, men bovendien moet
overleggen een getuigschrift van den Burge
meester, waaruit het getal zonen, tot het
gezin behoorende,* blijkt (art. 51 der Mllltle-
wet 1901);
3°. dat, om vrijstelling te bekomen op grond
van te behooren tot twee of meer in hetzelfde
jaar geboren broeders, men moet overleggen
een getuigschrift van den Burgemeester (art.
40 van het Koninklijk Besluit van 2 December
1901, Staatsblad no. 230);
4°. dat op Dinsdag den 13 October 1908, des
voormiddags van 10 tot 12 uur, in het ge
meentehuis, door of van wege de lotelingen
bij den Burgemeester aanvraag kan geschieden
voor het opmaken van de bovengenoemde
getuigschriften;
5°. dat zij, die op zoodanige vrijstelling aanspraak
maken, op laatslgemelden dag in het gemeente
buis moeten verschijnen, vergezeld van twee
bij den Burgemeester bekende meerderjarige
personen als getuigen;
6°. dat het bewijsstuk, hierboven onder 2°. ver
meld, zoo het niet reeds bij den Burgemeester
berust, ten minste tien dagen vóór den dag,
waarop de zitting van den Militieraad wordt
geopend, kan worden ingeleverd bij den
Burgemeester der gemeente, in welke de
loteling, die vrijstelling verlangt wegens
eigen militairen dienst of wegens broeder-
dienst, voor de militie is ingeschreven (art.
42 voormeld Koninklijk Besluit);
7°. dat de opgave, van eene reden van vrijstelling
bij de loling hem, die vrijgesteld wenscht te
worden, niet ontslaat van de verplichting om
bij den Militieraad de reden van vrijstelling
in te brengen, hetgeen In elk geval bij dit
college moet worden gedaan op den later
bekend te maken dag in December a.s.;
8°. dat lotelingen, die vrijstelling verlangen
wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken,
of wegens gemis van de gevorderde lengte,
voor den Militieraad moeten verschijnen; zij,
die daarin verhinderd worden wegens ziekte
of gebreken en binnen het Rijk wonen,
worden onderzocht op de plaats waar zij
zich bevinden, indien, uiterlijk op den dag
vóór dien, waarop omtrent hen uitspraak
moet worden gedaan, bij den Voorzitter van
den Militieraad eene ongezegelde genees
kundige verklaring omtrent hunne ziekte of
gebreken is ontvangen;
9". dat zij, die buiten het Rijk zich bevinden en
wegens ziekte of gebreken niet in staat zijn
voor den Militieraad te verschijnen, ten minste
tien dagen vóór den dag, waarop de Militie
raad wordt geopend, bij den Burgemeester
moeten overleggen eene geneeskundige ver
klaring, als bedoeld bij art. 8 van het Koninklijk
Besluit van 2 December 1901 (Staatsblad
no. 230).
Zjerjkzee, den 30 September 1908.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. C. MOOLENBURGH, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Zaterdagnamiddag om half één zijn op
den viaduktspoorweg te Berlijn twee uit
tegenovergestelde richting rijdende treinen
met elkaar in botsing gekomen, waarvan
het droevig gevolg was, dat een rijtuig
derde klasse van den éénen trein naar
beneden stortte, en 11 meter diep geheel
versplinterd terecht kwam op de binnen
plaats van een ijsfabriek. Door den eigenaar
der fabriek werden onmiddellijk ijswagens
voor het vervoer van de gedooden en
gekwetsten in gereedheid gebracht. Het
aantal omgekomenen bedraagt 21, dat der
zwaar gewonden 18. Het was, men kan
het zich voorstellen, een hartverscheurend
schouwspel, toen de naaste familieleden
tot de slachtoffers werden toegelaten, 't Is
hard op zulk een wijze uit het leven, uit
zijn omgeving te worden weggerukt. Tal
van menschen, die ongedeerd zijn ge
bleven, of die van het ongeluk ooggetuige
waren, zijn ziek geworden, en bevinden
zich onder dokters behandeling. De botsing
is te wijten aan de onoplettendheid van
den bestuurder Schneider, die den trein
reed, welke uit de richtfng van de Leip-
ziger Platz kwam. Hij is natuurlijk in
hechtenis genomen, omdat hij het sein,
dat op onveilig stond, niet opgemerkt
heeft. Duizenden stroomden Zaterdag naar
de plaats des onheils, dat in een omme
zien door geheel Berlijn bekend was.
Bulletins vermeldden aan de bevolking de
droeve mare. De couranten vonden een
buitengewonen aftrek, en moesten herdrukt
worden om aan de groote aanvrage te
kunnen voldoen. De Lokal-Anzeiger had
dien dag een oplage van één millioen
exemplaren.
Prins Eulenburg, die zich behalve aan
vieze dingen, bij de strafwet strafbaar
gesteld, ook nog aan meineed heeft schuldig
gemaakt, is op advies der geneeskundigen
op rechterlijk bevel uit het ziekenhuis La
Charité, waarin hij wegens zijn zooge
naamd geschokten gezondheidstoestand
gevangen zat, ontslagen met verlof zich naar
zijn kasteel Liebenberg te mogen begeven.
De hergevene vrijheid heeft zóó gunstig
op den gezondheidstoestand van den Prins
gewerkt, dat hij in eens kerngezond is
geworden. De lange automobielrit naar zijn
kasteel Liebenberg heeft hem gelukkig
niet in het minst geschaad. Hij moet een
borgtocht van 100,000 Mark stellen. Prins
Eulenburg zal dat bagatelletje wel
opofferen, en zorgen, dat hij over de
grenzen in veiligheid komt. En heeft hij
eenmaal zijn vaderland achter zijn rug,
dan zal hij wel niet verlangen er in terug
te keeren, nu hij zijn rol heeft uitgespeeld,
en zijn invloed, aanzien en eer verloren
heeft. Hij zal niets vuriger verlangen, dan
het overschot van zijn levensdagen als
vergeten burger te leven. En dan kan hij
nadenken ook over het kwaad, dat hij, toen
hij nog 's Keizers gunsteling was, op
politiek terrein gebrouwen heeft.
De Dultsche regeering heeft op de nota,
die Frankrijk en Spanje betreffende
Marokko aan de Groote Mogendhéden
gericht hebben, geantwoord, dat zij zich
principieel met de gestelde voorwaarden
kan vereenigen, zoodat deze aangelegenheid
niet langer een twistpunt is, dat den
Europeeschen vrede in gevaar kan brengen.
Toch heeft, alhoewel deze oorlogswolk is
weggedreven, zich opnieuw een incident
voorgedaan, dat de oorzaak eener gespannen
verhouding tusschen Duitschland en Frank
rijkzoude kunnen worden. Vrijdagnamiddag
namelijk zijn vijf deserteurs van het Fransche
Vreemdelingenlegioen, waaronder zich drie
Duitschers bevinden, door Fransche gen
darmes te Casa-Blanca in hechtenis
genomen, toen zij vergezeld door een
beambte en den bode van het Duitsche
consulaat zich in een sloep begaven,
teneinde aan boord van een Duitsch stoom
schip te ontvluchten. De Duitsche beambte
en bode schijnen zich tegen de gevangen
neming der vijf deserteurs, die in een huis,
dat aan den Duitscben consul toebehoort,
een tijdlang verborgen zijn gehouden, min
of meer in verzet gekomen, hetgeen niet
belette, dat de gendarmes deden, wat zij
moesten doen. Ook den bode namen zij in
hechtenis. Deze werd echter spoedig weer
in vrijheid gesteld. Het is te hopen, dat
ook dit incident op vredelievende wijze
zal beslecht worden.
Nu wij toch over Marokko doende ztjn,
kunnen wij wel even een uitstapje naar
Egypte maken, teneinde te vermelden,
dat in het klassieke land der Pharao's en
wel te Allexandrië een groote volks-
betooglng voor invoering van het con
stitutioneel stelsel is gehouden. Een
onafzienbare volksmenigte toch trok met
vaandels, emblemen en muziekcorpsen
door de straten der stad, en was voor
nemens den Khedive In zijn paleis een
adres aan te bieden, waarin op die in
voering werd aangedrongen. In dat voor
nemen werd zij echter door een sterke
politiemacht, die de menigte met kracht
van wapenen uiteen dreef, gestuit.
De Hongaarsche arbeidersbevolking heeft
te Budapest bij de opening der Kamer
van Afgevaardigden gemanifesteerd voor
invoering van algemeen, geheim, recht-
streeksch kiesrecht. Nadat in vijf en twintig
vergaderzalen dezelfde resolutie was aan
genomen, verzamelde men zich op de
Ringstrasse, vormde een optocht van meer
dan 20.000 menschen en trok men onder
het zingen van liederen door de stad.
Wel waren in de kazernes de troepen
geconsigneerd, maar deze behoefden niet
uit te rukken, daar de orde geen oogen-
blik verstoord is geworden. Opmerkelijk
is het, dat in onderscheidene landen,
waarin het algemeen kiesrecht nog niet is
ingevoerd, de beweging tot het verkrijgen
er van een dreigender karakter verkrijgt.
Het kiesrechtvraagstuk is bijkans in alle
landen aan de orde. Niet slechts tal van
mannen, maar ook tal van vrouwen willen
niet langer zich tevreden stellen met het
gemis van het voornaamste recht, waaróp
elk staatsburger en elke staatsburgeres aan
spraak heeft. In Engeland wordt door de
„suffragettes" op hoogst eigenaardige wijze
de strijd om het recht der vrouw op het
bezit van het kiesrecht gevoerd. Zoo
hebben zij te Londen besloten, teneinde
het fonds van haar Liga te versterken,
lot bezuinigingen, die voor een vrouw van
groote offervaardigheid getuigen. Zij hebben
namelijk aan haar modistes een week
gedwongen vakantie gegeven. Het geld dat
zij daardoor uitsparen, zullen zij in de
kas der Liga storten. Ook zullen zij ge
durende een week een hoogst bescheiden
tafelmenu hebben. De dames besparen het
dus aan haar hoofdtooi en aan haar mond,
teneinde een goed gevulde strijdkas te
verkrijgen. Vele mannen willen echter In
offervaardigheid voor de vrouwen niet
onderdoen. Zij hebben besloten acht dagen
het rooken te laten, en zullen het daar
door uitgewonnen sigarengeld op het altaar
van het vrouwenkiesrechtblijinoedigofferen.
Waar zooveel offervaardigheid door de
beide geslachten aan den dag'gelegd wordt,
daar kan het niet uitblijven, of zelfs het
hardste gemoed zal daardoor verteederd
worden.
IHDIE.
De toestand ter Westkust van Sumatra.
Een correspondent van de lava-Bode
schrijft:
in het Loeboeh Basoensche, dat op
zoo'n schokkende wijze de vorige maand
de aandacht trok, is het rustig. De meeste
deelnemers aan de verraderlijke overvallen
zijn gearresteerd; nog enkelen zwerven
in de wildernis rond, opgejaagd én door
de militairen èn door de bevolking.
Menggapoh heeft de belasting voor het
heele jaar reeds betaald (dit is een straf
maatregel) en het innen in de andere
gedeelten van deze onderafdeeling heeft
zonder stoornis plaats.
Op de pasardagen wordt op alle pasars
geslacht en, wat meer zegt, het vleesch,
niettegenstaande den verhoogden prijs,
door de Maleiers gekocht.
Wie dan ook door deze streken wandelt,
zal weinig merken van een „tot wanhoop
gebrachte bevolking".
En zoo zal het wel zijn in het heele
gouvernement, want nergens wordt meer
op ernstige wijze de rust verstoord. De
telegrammen van den gouverneur melden
slechts opvattingen van vroegere verzet-
leiders en onruststokers, die voor een
groot deel gedroste dwangarbeiders zijn,
of lieden, die at wat op hun kerfstok hebben
gehad. Toch moeten we steeds op onze
hoede zijn, zooals we dat overal moeten
zijn, waar de geestelijkheid fanatieke aan
hangers telt. We moeten er ook rekening
mee houden, dat verscheidene heeren van
den toestand partij trekken om er een duitje
aan te verdienen. Dit slaat voornamelijk
op de goeroe's, welke de leer der on
kwetsbaarheid verkondigen.
In de Sumatra-Bode van den 27en Juli
komt een bericht voor uit Moeara Laboeh,
omtrent het voorgevallene met den con
troleur Gooszen. Daar wordt o. a. in
vermeld, dat te Loeboek Gadang de be
volking werd opgeroepen, en de djaksa
haar toesprak, uitleggende de billijkheid
der belastingheffing. „Toen was men ge
rustvoegt het blad er aan toe.
M. i. levert dit zoowel een bewijs, dat
men in een zéér korten tijd den menschen
het redelijke van deze belasting kan aari-
toonen,.als ze tenminste begrijpen willen.
Verder wil ik mij de opmerking ver
oorloven, dat men nergens den Maleier
een belastingbiljet zal opgedrongen hebben,
zonder eenigen uitleg, of, zonder in de
meening te hebben verkeerd, dat hij reeds
was ingelicht. De gewone regel, die ge
volgd wordt, is, dat de besturende ambte
naar de volkshoofden (panghoeloe'sandiko)
om zich verzamelt, hun de zaak uitleg!,
met het verzoek het op hun beurt den
anak boewah's te doen. Wellicht zijn, in
bovengenoemd geval, die panghoeloe's daar
nalatig in gebleven.
Het verzet is uit. Als we nagaan, dat
de Westkust pl.m. 1.300.000 inwoners telt,
dan merken we, dat slechts een klein deel
in opstand kwam, en, daarbij nog lettende
op den korten duur van het feitelijke ver
zet, dan kunnen we naar mijn bescheiden
meening, niet van een „volksopstand"
spreken, zooals verschillende bladen dat
willen doen voorkomen.
Uit Fort de Koek schrijft men ons, dat
onder andere in de laras Banoshampoe men
thans aan het oogsten is. Het resultaat is
echter bedroevend, zooals wij eenige
maanden geleden reeds verwachtten, en
waarvan wij toen melding maakten.
Instede van vreugde over weder gevuld
raken der loemboengs en rangkiangs
heerscht er een gedrukte stemming, ook
al door de omstandigheid, dat men dit
jaar een aanzienlijk tekort aan rijst zal
hebben. Geldt dit voor een groot deel van
Oud-Agam, speciaal de negari Mendiangin
kan wijzen op sawahs, van wier product
absoluut niets terecht is gekomen. De
moeite, die men zich dit jaar heeft ge
geven, is niet beloond geworden.
Er zal op de belasting afgeschreven
moeten worden, voor zoover niet reeds
onder pressie het volle bedrag over 1908
in 's lands kas is gekomen. Rechtvaardig
heid zou meebrengen, het betaalde ge
deeltelijk te restitueeren, want de sawah-
bezflters hebben niet verdiend, waarvoor
zij zijn aangeslagen. Zal het gebeuren?
Sum.-Bode.
JAPAN.
Tokio, 27 Sept. De geheele Japansche
vloot met een waterverplaatsing van
400.000 ton, zal 15 Oct. gemobiliseerd
worden om de Amerikaansche vloot, die
17 Oct. ter reede van Yokohama aankomt,
feestelijk te begroeten.
RUSLAND.
Zondag werden 83 soldaten van het
spoorweg-bataljon te Firusa per Trans-
katpischen spoorweg naar Aschabad
gezonden. Bij een helling gekomen werd
de waggon afgekoppeld, om op die manier
spoediger het doel te bereiken. Het ging
als de wind. Toen men echter, bijna aan
den voet der helling gekomen, de vaart
verminderen wilde, bleek de rem niet te
werken. Het gevolg was, dat de waggon
bij de eerste bocht derailleerde. 74 soldaten
werden vreeselijk gewond, waaronder 12
doodelljk. Een streng onderzoek werd
ingesteld.
DUITSCHLAND.
Op de Berlijnsche „Hochbahn", de be
kende electrische tram of spoorweg, die
op een hoog stellage door sommige deelen
der stad loopt in andere deelen is hij
weer ondergronds is Zaterdag een
treurig ongeluk gebeurd, op een driehoek,
waar drie „Hochbahne" elkaar kruisen.
Een trein, komende van het station op
de Leipziger Plalz en gaande naar de
Mockernbtücke, reed, door een onveilig
signaal heen, een van den Bülowstrasse
komenden trein in den flank, waarbij een
3e klassenwagon van den laatste van het
viaduct viel.
Volgens een mededeeling van de elec
trische hoogspoor-maatschappij ligt de
schuld voor het ongeluk btj den machinist,
een ouden beambte, die door het halt-sein
reed. Deze machinist en alle reizigers in
zijn trein zijn ongedeerd. De voorste wagen
van den van den dijk van 14 meter hoogte
gestorten trein van de Bülowstraat, wentelde
in zijn val, zoodat de wagen op het dak
kwam te liggen en geheel vernield werd.
Het was een afschuwlijk gekerm, dat uit
de overblijfselen van den wagen opsteeg:
21 personen werden dood en 18 zwaar
gewond te voorschijn gehaald. De over
levenden kunnen van het ongeluk weinig
anders vertellen dan dat ze plotseling een
hevigen schok kregen en toen voelden dat
de wagen opzij sloeg en naar beneden viel.
De keizer heeft den minister van open
bare werken dadelijk opgedragen zijn
warme deelneming te betuigen aan de
families der slachtoffers.
Treffend zijn de verhalen der oog
getuigen
Een dame, die tot de geredden behoort,
vertelde aan een verslaggever van de
Lokal Anzeiger het volgende
„Wij reden, gezellig pratend, in de
richting van den Dierentuin naar het
Postdamerplein, toen er plotseling een
verschrikkelijke schok kwam, een hevig
gekraak en de reizigers vlogen door
elkaar heen. Daarna een enkel oogenblik
doodsche stilte.
Wij bemerkten toen, dat ons rijtuig
schuin in de draden hing. Eenige kloeke
mannen trokken ons naar buiten, en zoo
hadden wij er het leven van afgebracht.
Een blik in de diepte overtuigde ons, dat
het eerste rijtuig geheel verpletterd op den
grond lag: in het wrakhout kon men de
bloedige lichamen der verongelukten onder
scheiden. Alleen aan de draden hebben
wij het te danken, dat de tweede wagen,
die 2e klasse passagiers bevatte, niet óók
naar beneden te pletter viel.
Majoor Zwinger, uit Gnezen, verhaalt,
dat hij na den hevigen schok op zijde
werd geworpen, het rijtuig schudde een
paar malen heen en weer en stond
plotseling overeind. Uit de diepte kwam
luid geschreeuw en gejammer. Nadat de
jeizigers wat van den schrik bekomen
"waren, konden zij zien, dat een andere
trein den hunnen geramd had, en als het
ware er in vast zat. Toen de majoor zich
bevrijd had, zag hij, dat het sein voor
den trein Zoöl. GartenWarschauer Brücke
op onveilig stondde machinist van dien
trein is dus onoplettend geweest.
Een jonge kantoorbediende, Wiebach,
die in den op den grond gevallen waggon
zat, doet het volgende verhaal„De
stampvolle trein was omstreeks vijf minuten
over één uit het stalion op het Leipziger-
pfein naar Möckernbiücke vertrokken. Alle
banken waren bezet en er stonden boven
dien nog veel menschen in de doorgangen.
Ik zat naar de stad toegekeerd en had
dus het naderen van den trein, die uit de
Bülowstrasse kwam, niet bemerkt. Plotseling
hoorden wij een knal en er kwam zóó
een geweldige schok, dat wij van de
banken geslingerd werden. Allen trachtten
zoo snel mogelijk uit den waggon op de
vrije noordelijke rails te komen een heer,
blijkbaar een goed gymnast, deed zelfs
een sprong over de anderen heen. Iemand
riep ons toe„Past op, op de andere
lijn komen treinen aanMaakt dat je naar
de Möckernbrücke komt". In groote op
gewondenheid liepen wij voorbij de
beschadigde waggons, het waren er twee.
Of de trein uit de Bülowstrasse den onzen
nog in den laatsten wagen getroffen
heeft of er van achter tegen aangestooten
is, kan ik niet zeggen in elk geval stond
hij later dicht achter het derde rijtuig.
Van de beide eerste waggons was het
motorrijtuig op een binnenplaats neer
gevallen; jammerlijk geschreeuw en gesteun
stegen daaruit op. Wij konden echter niets
doen om te helpen, want er was geen
trap in de buurt. De tweede wagen met
de tweede klasse hing nog schuins aan
den derden en aan de draden, die van
boven kwamenwat met de menschen
daarbinnen gebeurd is, kon ik niet meer
zien. Ik rende met anderen naar het
station Möckernbrücke, waar wij dadelijk
de brandweer telephonisch op de hoogte
brachten".
Naar het Bert. Tagebl. verneemt gaat
ook de Duische regeering evenals de
Engelsche een hardnekkigen strijd aan
binden tegen den alcohol. In den loop
van den winter zou den rijksdag een
nieuwe drankwet worden voorgelegd,
waarvan de voornaamste bepalingen moeten
zijn: Voortaan zal in alle plaatsen, ook
van boven de 15.000 inwoners, voor het
verleenen van een vergunning beslist
moeten worden, of er behoefte aan bestaat
in sommige vergunningen zal het verbod
worden opgenomen vrouwelijk personeel
(kellnerinnen) te gebruiken; de inrichting
der lokalen zal hebben te voldoen aan
bepaalde hygiënische eischen.
BELGIË.
De politie te Brugge heeft, naar we in
't Hand. v. Antwerpen lezen, een Hollander
aangehouden, Albinus M.geboren te Eede,
oud 42 jaar, die de laatste jaren de om
liggende gemeenten onveilig maakte door
zijn rooftochten, welke niet Ie tellen zijn.
Deze gast had geen thuis en schuilde in
de bosschen nabij Moerkerke. Hij slal om
zoo te zeggen onder de oogen van politie