ADVEftTENTKEN. De bootwerker P. Disse, wonende Sophiastraat 11, bevond zich hedenmorgen halfacht op de rivier, ter hoogte van boei 8, in een vlet, toen een sleepboot voorbij kwam van de firma v. d. Garden, met drie lichters op sleeptouw. Disse wilde zijn vlet aanhaken aan den tweeden lichter. Hij sloeg evenwel mis met zijn haak en geraakte door de zuiging onder den derden lichter, die dwars over de vlet heenging. Disse behield zijn tegenwoordigheid van geest, hield zelfs zijn tabakspijp kramp achtig in den mond. Weldra verschenen man en vlet weer aan de oppervlakte. De man wist 2ich zwemmende boven water te houden. Gelukkig was in de nabijheid een sleepboot met op sleeptouw een prauw met ertswerkers, die het incident hadden gezien. De mannen spraken Disse moed in, totdat de sleepboot genaderd was, waarna men den drenkeling behouden aan boord haaide en hem met zijn gekraakte vlet naar de kleine Veerhaven bracht. Disse had geen letsel bekomen, wat niet weinig verwondering baarde bij de toe schouwers en bij den man zelf. Tijdens het beproeven van den bliksemafleider, geplaatst op den hoogen toren van de Ignatiuskerk aan den West zeedijk alhier, zijn eenige moerbouten losgelaten, waarmede het kruis op den toren bevestigd was. Het zware kruis liet los, stortte door het dak van de pastorie, en veroorzaakte daar een groote paniek, doch richtte alleen materiëele schade aan. Dordrecht, 5 Aug. Dinsdagavond lag op de Maas achter de Wolwevershaven alhier een groote houten tjalk kalm op de rivier. Op het dek liepen een radelooze vrouw en een paar kleine kinderen jammerend rond. De knecht, die al naar de kooi was gegaankwam aan dek vliegen; de schipper was te water ge vallen en dadelijk gezonken. Van alle kanten kwamen de buren in roeibooten toeschieten. Er sprong nog iemand van het schip af te water en dook onder. Niets mocht baten. Schipper O. Vleeshouwer van Brouwershaven, voerende het schip „Hoop en Vertrouwen", heeft in het dood kalme water van den zomerschen avond, nog geen twee scheepslengten uit den wal den dood gevonden. Hoe het ongeluk plaats greep, valt moeilijk te zeggen. De knecht deelde mede dat de schipper nog kort te voren om het schietlood ge vraagd had, waarschijnlijk om nog eens te looden hoe diep het ter plaatse was, met het oog op het aanstaande kenteren van het getij. Daarbij zou hij uit het gangboord kunnen gevallen zijn. Weer anderen vermoeden dat hij uit de roeiboot is gevallen, doch dat stemt niet met een uitdrukking der vrouw, die op een oogenblik zeide dat zij hem, even vóór het gezin ter ruste zou gaan, uit het gangboord van het schip zag vallen. De vrouw en de drie kinderen waren geheel buiten hun zinnen van droefheid. Later op den avond is het lijk bij het Damiatenbolwerk opgevischt en nadat ver- geefsche pogingen waren aangewend om de levensgeesten weer op te wekken, door de zorg der politie naar de algemeene begraafplaats gebracht, terwijl de radelooze weduwe tijdelijk onder dak werd gebracht in een logement. Dinteloord, 7 Aug. Dinsdag j.l. naderde uit de richting Steenbergen een gedeelte der cavalerie uit Bergen-op-Zoom. Bij hun tocht door het dorp bleef geen oud menscji op zijn stoel. Volgens menschenheugenis heeft onze gemeente nog nooit van zulk een groote "militaire macht bezoek gehad, want de menigte bestond niet alleen uit enkele honderden ruiters en paarden, maar ook een aantal kanonnen was in het midden. Toen zij het dorp verlieten, trokken zij langs den Oudlandschen-, Smallen- en Boompjesdijk weer naar den provincialen weg, die naar Steenbergen en vervolgens naar hun garnizoensplaats leidt. Dat verscheidene kinderen na dit bezoek in huis kwamen met de vraag: „pa, krijgen we oorlog?" is licht te vatten. Dat liep goed afl Verleden Dinsdag geraakte C. v. d. M., die met paafden en wagen door den Noord-Langeweg reed, op hol. In dolle vaart ging het over een afstand van ruim 20 minuten voorwaarts, tot ten slotte alles, uitgezonderd de voer man, die van het voertuig was gesprongen, in een sloot terecht kwam. Toegeschoten hulp bracht spoedig alles op het droge en het bleek, dat er hoegenaamd geen schade was aangericht. 's-Hertogenbosch, 4 Aug. Te Zundert is aan bloedvergiftiging overleden de heer Pillot, wijnhandelaar, broeder *van den burgemeester van Zevenbergen. Bij het openen eener flesch had hij zich aan de hand verwond. Landbouw en Veeteelt. Gastelsche Beetwortelsuikerfabriek. In de te Rozendaal gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders van de Gastelsche Beetwortelsuikerfabriek (voor heen directeur Vlekke) is met algemeene stemmen op één na, besloten de fabriek •te verkoopen aan de Algemeene Suiker- Maatschappij (vroeger Wittouck), voor de som van f 1.200.000, zijnde ongeveer tegen 300 pCt. van het aandeelenkapitaal. Poortvliet. Door den heer Th. Aertssen is de thans door hem als pachter be woonde hofstede van zijne eigenares, onderhands met ruim 100 gemeten bouw en weiland gekocht. RECHTSZAKEN. Tegen den heer Van Wely te Rosendaal, bekend als „het fluitend raadslid", werd door het O. M. bij de rechtbank te Breda, 14 dagen gevangenisstraf geëischt. Ingezonden Mededeelingen. (Onder verantwoordelijkheid van den inzender). Van 1-5 regels f 1,elke regel meer f 0,20. Een Middelburgsch bewijs voor Zierikzee. Mejuffrouw J. Bouwens, Vlissingschestraat K 48 te Middelburg, meldt ons: Gedurende acht maanden leed ik onophoudelijk aan een vreese- lijke pijn in het benedengedeelte van den rug en in de lendenen. Het ergste was het wanneer ik bukken moest en als ik mij daarna oprichtte, scheen het wel alsof ik door den grond zou gaan; zelfs wanneer ik van mijn stoel opstond, had ik veel pijn. Ik had ook veel last van duizelingen en schemeringen voor de oogen, en kreeg zwee tingen, welke onmiddellijk door huiveringen gevolgd werden. Allerlei geneesmiddelen hier voor aangewend, brachten mij geen baat, totdat ik ten slotte kennis maakte met Foster's Rugpijn Nierenpillen en het is mij een vreugde u te kunnen berichten, dat ik hierdoor een groote verlichting bekomen heb, en toen ik twee doozen gebruikt had, was mijn pijn zoo goed als geheel verdwenen. Uit dankbaarheid zal ik ze steeds andere lijders aanbevelen. Ik ondergeteekende verklaar dat het boven staande waar is en machtig u het publiek te maken op elke wijze die u goeddunkt. De échte Foster's Rugpijn Nierenpillen geven geleidelijk genezing aan hetteere nieren-organisme, daar ze de nieren helpen om het bloed te zuiveien en den vloeibaren afval uit het lichaam te ver wijderen, die rugpijn, rheumatiek, onregelmatige waterloozing, graveel en steen In de blaas ver oorzaken. Foster's Rugpijn Nierenpillen zijn de pillen, die u zullen genezen, Iaat u niet overhalen iets anders te probeeren. Ze zijn te Zierikzee veikr|gbaar b| den Heer M. S. Polak, gedipl. Drogist, en tc Tholen bJ den Heer W. PotterSllaal Apotheek Xoronoc", Stoofstraat. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel a f 1,75 voor één ol I 10,— voor 6 doozen. Hij «eg*, dat het Cozt» Poeder mrt geen goad te betalen Is. Het spijt mij, dat U er mij attent op moet maken, U niet eerder geschreven te hebben om U te bedanken voor het gezonden Coza Poeder. De reden is, dat ik nog wilde wachten, ten einde U de volkomene genezing te melden, want dat het helpt, daar ben ik van overtuigd. Aangezien Zwolle niet groot is en de naam van mijn man als oud-inwoner van Zwolle zeer bekend is, heb ik door iemand anders een doos laten komen. Ofschoon de poeders erg duur ziin voor een eerste uitgave, zijn zij, als men er zijn geluk aan te danken heeft, met geen goud te betalen. Ontvang dus nogmaals mijn hartelijken dank voor de goede uitwerking. Ik zal ze aanbevelen. Mevr. v. H. te Zwolle. Ben monster van het merkwaardige Coza Poeder wordt gratis toegezonden. Kon ingegeven worden in Koffie, Thee, Melk, Likeur, Absint, Bier, Water of in het voedsel, zonder dat het noodlg is, dat de dronkaard er iets van af weet. Het COZA POEDER bezit de wonderbare eigenschap om tegenzin tot het drinken van sterken drank (bier, wijn, absint enz.) bij den dronkaard op te wekken. Het COZA POEDER werkt zoo ongemerkt en zeker, dat de echtgenoote, de zuster of de dochter van den verslaafde het hem toe kan dienen, zonder zijn medeweten en zonder dat het noodig is, dat de patiënt ooit behoeft te weten waaraan hij zijne redding te danken heeft. Het COZA POEDER heeft het huiselijk geluk van duizenden gezinnen hersteld, duizenden personen van schaamte en oneer gered, en deze personen tot levenslustige en nuttige leden der maatschappij herschapen; het heeft menig jong persoon op den rechten weg teruggebracht en gelukkig gemaakt en het leven van talloozen met menig jaar verlengd. Het Instituut, waardoor dit ongeëvenaard Poeder verspreid wordt, zendt gratis aan hen, die daartoe aanvraag doen, een Boek met dank betuigingen en een monster. Het Poeder wordt gewaarborgd volkomen onschadelijk te zijn. Correspondentie in alle talen der wereld. Het echte Coza Poeder is verkrijgbaar in alle apotheken en in het volgende depót te Zierikzee: Drogisterij „Het Roode Kruis", Schuithaven. Tholen: W. POTTER, Kerkstraat. Onze depóthouders reiken het attestenboek gratis uit aan hen, die er aanvraag voor doen, maar geven geen gratis proeven. Om deze te bekomen, wendt U rechtstreeks naar Londen. Coza Institute, Wacht U voor namaak. Het Coza Poeder Is het eenlg afdoend middel tegen dronkenschap. Een vreemde installatie. De heer J. Adams, van Gasselternijveen, gem. Gasselte, Is in de Vrijdagnamiddag gehouden vergadering dier gemeente als burgemeester geïnstalleerd. De gemeente naren wenschten graag den heer J. Kruit als zoodanig, en onomwonden werd den nieuwen burgemeester te kennen gegeven, dat men liever een anderen burgemeester had gehad. We laten hier de toespraken volgen: De heer Wolthuis, oudste wethouder: „Mijnheer de burgemeester! 't Is gewoonte bij een installatie den nieuwen burge meester toe te spreken, 't Zijn thans echter geen woorden van welkom en ingenomen heid. Immers 't is u reeds lang bekend, dat door alle raadsleden, kiesverenigingen enz., in onze gemeente pogingen zijn ge daan, om een ander ingezetene (de heer J. Kruit) benoemd te krijgen. Door al deze personen is de tijding uwer benoeming met verwondering en teleurstelling ont vangen. Mag het in de toekomst blijken, dat u een geschikter burgemeester is, dan velen van u verwachten, dan zal voor zeker ons oordeel over u zich wijzigen. Met den wensch, dat u, evenals uw alom geachte voorganger (de heer Huges) steeds de belangen der gemeente trouw en eerlijk zult behartigen, overhandig ik u het teeken uwer waardigheid". De burgemeester: Na dank te hebben gebracht aan de regeering voor zijne be noeming, bedankte hij den heer Wolthuis voor diens welwillende woorden. Z.E.A. hoopte, dat de verstandhouding tusschen hem en den Raad beter zou worden en hij meer vriendelijkheid mocht ondervinden. De heer Salomons, lid van den Raad, feliciteerde den burgemeester met zijn be noeming, hoewel hij niet gewenscht noch gewild was. De benoeming legt den Raad echter den plicht op, den heer Adams als voorzitter te erkennen en met hem samen te werken. Hopen we, dat de Raad in vrede met hem mag samenwerken, en dat den heer Adams de wijsheid mag gegeven worden om zijn taak te vervullen, nu hem het ambt gegeven is. De heer Braam, jongste wethouder, sloot zich geheel aan bij de woorden van de heeren Wolthuis en Salomons. De heer K. Wichers, raadslid „M. d. V.! Het zal, het kan u bijna niet onbekend zijn, dat ook ik niet heb meegewerkt, om u als burgemeester te krijgen, maar dat ik veel heb gedaan voor een ander uit ons midden, die zich ook disponibel had gesteld en dien ik daarvoor veel geschikter acht. De benoeming is dan ook voor mij een teleurstelling, en daarom ben ik niet bij u geweest, om u te feliciteeren. „We zijn een groote ervaring rijker geworden: dat er zijn, die bij een be noeming tot burgemeester meer invloed schijnen te kunnen oefenen, dan ver schillende autoriteiten en vereenigingen der betrokken gemeente. Deze ervaring zal voor mij steeds een groote grief blijven in deze geschiedenis". De heer Wichers eindigde met de woorden: „Ik hoop, dat het moge blijken, dat ik mij vergist heb, toen ik verklaarde, dat ik u niet geschikt achtte, om aan 't hoofd eener gemeente te staan". De heer Kruit gaf daarna te kennen eerst niet, omdat ook hij had gesolliciteerd, 't plan te hebben gehad, om het woord te voeren; hij wenscht, dat de notabelen in de gemeente misgezien mogen hebben, en dat de geschiktheid van den heer Adams grooter mag blijken te zijn dan men verwachtte. Een overgroot publiek woonde de in stallatie bij. Nederland en Venezuela. Men schrijft van bevoegde zijde uit Amsterdam De tweede grief, van president Castro is al bizonder ongemotiveerd. Het heet toch: „Tengevolge van de beleediging aan de republiek en de regeering van VenezueladoordenNederlandschenminister- resident aangedaan tengevolge het niet salueeren door de „Gelderland" van de Venezuelaansche vlag, bij gelegenheid van het afhalen van den minister-resident zal president Castro niet kunnen voortgaan met het onderhoudèn>an vriendschappelijke relaties". Nu herinneren wij er aan, dat in het eerste hoofdstuk van het iweede deel van de Verordeningen van de Koninklijke Marine het reglement op de eerbewijzen en saluten in artikel 17 zegt: „Binnen het jaar bij herhaling dezelfde reede bezoekende, wordt de vlag der natie, waartoe de reede behoort, door hetzelfde schip of door dezelfde schepen niet andermaal gesalueerd". Men herinnert er aan, dat de „Oelder- land" hetzelfde jaar reeds een bezoek aan Venezuela had gebracht, en dat het dus volkomen terecht was, dat de „Gelderland" de Venezuelaansche vlag niet salueerde. V Nog meldt men: Castro weigerde de Nederlandsche post zelfs voor den Duitschen gezant (die de belangen der Nederlanders behartigt) en verhinderde de communicatie met de „Gelderland". Gemengd Nieuws. Eene schrijffoutIn het publicatie kastje van één der gemeenten in N.-Br. kan men de volgende „bekendmaking" lezen „De burgemeester van maakt be kend, dat onderstaande verlofgangers op den len Aug. overgaan naar de landweer, en herinnert hen hierbij om zich ter secretarie aan te melden vóór 15 Augustus e.k. en hunne zakdoekjes mede te brengen. Een vreeselijke geschiedenis. De vorige week haalde een schipper te Triest, die met zijn schip voor de Riva della Sanita lag, van den bodem der zee een pak op, dat een bloederig voorwerp scheen te be vatten. Hij begaf er zich terstond mee aan wal, en bracht zijn vondst bij de politie. Deze opende het pak en ontdekte, dat het een vrouwenhoofd en een steen inhield, gewikkeld in muziekpapier en een hand doek en met ijzerdraad omwoeld. Het hoofd was oogenschijnlijk van een 20-jarig meisje en met één slag van het lichaan gescheiden, vermoedelijk nadat het meisje al gedood was. Spoedig had de politie een spoor voor haar onderzoek, want de handdoek was gemerkt J. F. en op het muziekpapier stond de naam Julius, ridder Von Födrans- perg. Ras kreeg men de zekerheid, dat deze man, een voormalig officier, te Triest woonde. Zijn huis werd omsingeld en toen hij thuis kwam, nam men hem gevangen. Een huiszoeking, die onmiddellijk plaats had, leidde tot ontdekking der overige dee- len van het lijk, dat in 4 stukken was gesneden en elk stuk was afzonderlijk ver pakt. Een fotografie werd van het hoofd gemaakt en in de stad verspreid, met het gevolg, dat men nog denzelfden dag de identiteit van het Jijk kon vaststellen. De vermoorde heet Lucie Fabry en trad als chansonnettenzangeres op in het variété-theater „Gambrinus" te Triest. Sedert Zaterdag werd zij vermist. Of zij kennis had aan Födransperg die ondanks alles ontkent de moordenaar te zijn en zelfs voorgeeft niet te weten hoe het aan stukken gesneden lijk in zijn woning is gekomen, noch hoe het hoofd in zijn handdoek en muziekpapier gewikkeld kon zijn wist men de politie niet te zeggen. Wel hadden haar collega's haar meermalen in gezelschap van een heer gezien, dien zij bij zijn j^oornaam Carlotto noemde, maar zij hadden niet op hem gelet en konden daarom ook niet zeggen of Födransperg deze „Carlotto" was. Behalve de deeien van het lijk heeft men in de woning van den verdachte ook vrouwen kleederen gevonden, welke door artisten van het theater „Gambrinus" als eigendom van mej. Fabry zijn herkend, maar niette min houdt de verdachte zijn onschuld vol en doet hij zelfs geen moeite om eenige opheldering te geven. Von Frödansperg is offïïcier geweest in het Oostenrijksche leger, en heeft, lang geleden, als kapitein den dienst verlaten. Daarna was hij handelsreiziger voor ver schillende firma's, het laatst voor een houthandel te Triest. Hij was getrouwd met een Griekin, die bij te Constantinopel bad leeren kennen en die daar nu nog woont met 2 kinderen, uit hun huwelijk geboren. Te Weenen heeft hij een broeder, die aan het hof is en die hem meermalen met geld ondersteund en aan betrekkingen geholpen heeft, doch met wien hij sedert eenigen tijd in onmin leefde. Födransperg wordt door hen die hem kennen beschreven als een zonderling, schijnbaar niet geheel normaal mensch. Bij deze gelegenheid.wordt van Födrans perg nog een geheimzinnige geschiedenis verhaald, die 6 jaren geleden te Weenen is afgespeeld. Daar woonde destijds, op de Wieden, een hooggeplaatst ambtenaar aan één der ministeries met zijn zuster. Den 20 December 1902 was deze ambtenaar voor dienstzaken op reis gegaan en 's avonds om halftien kwamen 2 bestellers, die een groote kist brachten, welke zij met veel moeite naar-de 3e verdieping sjouwden. Zij moesten deze kist bij den ambtenaar bezorgen, maar zijn zuster weigerde ze in ontvangst te nemen, omdat haar broeder niet thuis was en deze er niets tegen haar van gezegd had. De bestellers gingen heen, maar, omdat zij weinig lust hadden de loodzware kist weer naar beneden te dragen, lieten zij deze in het portaal van het huis staan. Den volgenden morgen vond de zuster van den ambtenaar de kist daar en tot haar verwondering bemerkte zij, dat die kist nu zeer licht was, blijkbaar ledig, zoodat de inhoud gedurende den nacht verdwenen moest zijn. Later kwamen de 2 bestellers terug, die bevestigden dat de kist den vorigen avond loodzwaar was geweest en zich het raadsel niet konden verklaren. De dame stelde de politie met het gebeurde in kennis, die de kist in beslag nam en liet openbreken. Nu ont dekte men, dat deze kist, waarvan het deksel van buiten gesloten was gfWeest, nog een opening had in den zijwand, die van binnen geopend en gesloten kon worden. De bestellers verklaarden, dat zij den vorigen dag op de Naschmarkt waren aangesproken door een heer, die vroeg of zij een koffer wilden wegbrengen. Zij moesten dien koffer 's avonds afhalen in Mariahilf, waar zij hem voor de deur van een huis zouden vinden en bezorgen op de Wieden, aan het huis van den ambtenaar. De heer betaalde hun het loon dat zij vroegen en 's avonds vonden zij inderdaad den koffer in Mariahilf voor het huis staan. Zij wezen dit huis de politie aan en toen men daar verder navraag deed, herkende een bewoonster van het huis den koffer als het eigendom van een heer, die bij haar op gestoffeerde kamers woonde: Julius Von Födransperg, destijds ambtenaar aan de spoorwegen. Deze was een kennis van den ambtenaar, die op de Wieden woonde en wist, dat hij op reis was. Hij moet dus de bedoeling hebben gehad om zich door middel van dien koffer toegang tot het huis van den ambtenaar te ver schaffen, hetgeen door de voorzichtigheid van diens zuster werd verijdeld, waarop hij zich 's nachts uit de voeten had ge maakt. Hij keerde niet in Weenen terug en de ambtenaar noch zijn zuster hebben ooit meer iets van hem gehoord. Later vernam men wel, dat hij te Triest woonde, maar de Weener politie schijnt geen aan leiding gevonden te hebben, om hem wegens die koffergeschiedenis ter ver antwoording ie roepen. Ingezonden Stukken. Rotterdam, 6 Augustus 1908. Mijnheer de Redacteur! Zou ik u mogen verzoeken tot plaatsing van het volgende? Bij voorbaat mijn dankt Het ingezonden stukje van „Een Abonné" lezend, inzakt mijn kreupeldichtje „Arm Brouwers haven", kreeg ik den indruk, dat „Abonné" mij verkeerd begrepen heeft. In het minst was het mijn doel Brouwershaven als arm voor te stellen, doch dagelijks te midden van de scheepvaart- drukte verkeerend, dacht ik onwillekeurig aan wat was en niet meer is. Evenals „Abonnéverheug ik mij in de plaatse lijke welvaart; de groote hammen-invoer geeft blijk van een gezonden toestand. Ook deel ik, als oud-Brouwenaar, zijn in t? op mijn geboorteplaats; omstandigheden, buiten mijn wil, noodzaakten mij, evenais vele anderen, elders te trachten ham te eten. Ergo ben ik het met „Abonné" eens! Eén zinsnede van hem is mij echter niet duide lijk, n.l. dóir waar hij beweert, het eertijds ver diende geld, speciaal in „verkeerde" zakken terecht is gekomen. Waarschijnlijk was de zak van „Abonné", evenals de mijne, daar niet bij. Uit dkt standpunt bezien, ben ik het ook al met hem eens. Bedoelt h(j het anders, dan denk ik onwillekeurig aan Reintje de Vos, die de druiven te zuur vond, omdat hij er niet bij kon, en had „Abonné" zijn stukje wel met familienaam kunnen teekenen. Dus heer „Abonné" we harmonieeren volkomen. Stuur u mij nu zoo'n Brouwersch hammetje cadeau, dan kan ik daadwerkelijk mijn sympathie bewijzen door het te consumeeren op den voor spoed van Brouwershaven en zijn gelukkige bewoners! JAN VAN DE WALL. Burgerlijke Stand van Poortvliet. Over de maand Juli 1908. Geboren: Pleter Willem, zoon van P. J. Kaat en A. J. Vroegop. Jannetje Maatje, dochter van G. Mosselman en T. P. Elenbaas. Neeltje, dochter van J. v. Doezelaar en J. Beeke. Adriana Maatje, dochter van G. C. Quakkelaar en A. C. Overbeeke. Cornelia Catharina, dochter van M. Moi en K. P. Quaak. Gehuwd: David van de Velde, j.m. (van Tholen) en Jannetje Kleppe, weduwe van Jan Nelisse (van Poortvliet). Hendrik Jacob Qulst, j.m. en Cornelia janna Anthonisse. Levenloos aangegeven: Een kind van het vrouwelijk geslacht van W. Anthonisse en C. Plantsoen. Burgerlijke Stand van Oud-Vossemeer. Juli 1908. Geboren: Johanna Maria, d. van Adrianus van der Zande en Pieternella Havermans. Marina Johanna, d. van Jphannis Adriaan Duine en Cornelia van Dienst. Adriaan, z. van Jacobus van den Houten en Elisabeth Cornelia van Dienst, johannis Cornelis, z. van Dingenis Lindhout en Adriana Catharina Duine. Marlnus Johannis, z. van Pieter Cornelis van Dijke cn Janna Weeda. Overleden: Jan Jacob Vos, 8m., z. van Marinus Jacobus Vos en Cornelia Barendse. Lientje Lindhout, ongehuwd, 74 jaren, d. van Cornelis Lindhout en Kaatje Bal. Heden overleed plotseling onze hartelijk geliefde Echtgenoot, Vader, Behuwd- en Grootvader, de Heer Johannes Verhage, gep. Hoofd eener School, in den ouderdom van ruim 66 jaren. Rotterdam (Charlois). 6 Aug. 1908. Carnisselaan 31. Uit aller naam, Wed. J. VERHAGE—Huissen. Voor de vele blijken van deel neming, ontvangen bij de ziekte en na het overlijden van onzen geliefden Vader, Behuwd-, Groot- en Overgrootvader, den heer T. JONKER, betuigen wij onzen hartelijken dank. Renesse, 6 Augustus 1908. Namens de Familie, M. JONKER. Boottocht Vergadering N. R. St. w|)3\ Augustus a. s. zal de Stoomboot DE -fes KOOPHANDELeen tocht maken naar Ter- neuzen, om de Leden van het Nederlandsche Rundvee-Stamboek in slaat te stellen de vergadering te kunnen bijwonen, welke dien dag zal worden gehouden te Sas-van- GÊnt. Afvaart te Zierikzee 's morgens 5& uur en Ie Stavenisse om 6 uur; terug keer aldaar 's avonds ongeveer 9 en 9£ uur. Aangifte tot deelname in te zenden uiterlijk 13 dezer bij den Heer B. GILJAM te Ou wet kerk. Kosten retour stoomboot f 1,50 en van het middagmaal f I,—

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1908 | | pagina 2