Z1ER1KZEESGHE
NIEUWSBODE.
Zaterdag 1 Augustus 1908.
Tweede Blad.
(SS i e r i li z e e s c tl e
O o u r a n t).
LANDWEER.
NIEUWSTIJDINGEN,
Verschijnt D1NSDAQ, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post
1,60.
Voor het buitenland, verzending eens per week,
10,— per jaar bij vooruitbetaling.
63ste JAARGANG. —.No. 8649.
Uitgever-Hoofdredacteur i A. FRANKEL,
Oude Haven D 493.
Redacteur: J. WAALE.
AdvertentiCnvan 1—3 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags
2 ure bezorgd worden.
Groale letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeurs A. i. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
De BURGEMEESTER der gemeente Zierikzee;
Gezien het 3e lid van 10 der Landweer-
Instructie I;
Brengt ter kennis van een ieder, wien
zulks aangaat:
1°. de dienstplichtigen bij de militie te land, die
in den loop van dit jaar een acht-jarigen dienst
bij de militie te land hebben volbracht, dat
zijn in het algemeen zij, die behooren tot de
lichting van 1900, zullen op 1 Augustus a.s.
overgaan naar de Landweer; echter gaan
niet over naar de Landweer jie plaats
vervangers, de nammerverwisselaars, zij die
behooren tot een der bereden korpsen of tot
het korps Tor pedisten en zij, die in het genot
zijn van ontheffing van den werkelijken dienst;
2°. zij, die overgaan naar de Landweer, moeten
zich vóór 31 Augustus a.s. in persoon aan
melden bij den Burgemeester hunner woon
plaats en daarbij inleveren hun zakboekje
met daarin gehechten verlofpas; de verlof
gangers evenwel, die buitenslands verblijf
houden, behoeven zich niet In persoon aan
te melden, doch zullen hun zakboekje met
daarin gehechten verlofpas bij aangeteekenden
brief (met duidelijke vermelding van hun
volledig adres buiten het Rijk) hebben toe
te zenden aan den Burgemeester hunner
laatste woonplaats binnen het Rijk;
3°. zij, die overgaan naar de Landweer, zijn van
af 1 Augustus a.s. onderworpen aan alle
voorschriften voor de Landweer gegeven;
Vestigt met nadruk de aandacht op de
navolgende bepalingen der
Landweerwet:
ARTIKEL 24. De verlofganger van de Landweer
meldt zich binnen dertig dagen na den dag
van zijn overgang naar de Landweer of na
dien, waarop hem de verlofpas is uitgereikt,
bij den Burgemeester zijner woonplaats aan,
ten einde deze den verlofpas, hem bij de
Landweer of laatstelijk bij de militie uit
gereikt, voor gezien of opnieuw voor gezien
teekene.
Dé verlofganger van de Landweer, die
buiten het Rijk woont of verblijf houdt, of
die zich bij zijn vertrek met verlof buiten
het Rijk begeeft, kan, ter vervulling van de
verplichting in het vorig lid omschreven,
binnen den daarin vermelden termijn zijn
verlofpas bij aangeteekenden brief ter af-
teekening toezenden aan den Burgemeester
zijner laatste woonplaats binnen het Rijk. De
verlofpas wordt hem door dien Burgemeester
bij aangeteekenden brief teruggezonden.
ARTIKEL 25. De verlofganger van de Landweer,
die zich in eene andere gemeente gaat
vestigen, geeft daarvan kennis aan den
Burgemeester zijner woonplaats. Binnen
dertig dagen na den dag, waarop hij komt
in de gemeente, waarin hij zich vestigt,
meldt hij zich aan bij den Burgemeester dier
gemeente, ten einde deze zijn verlofpas voor
gezien teekene.
ARTIKEL 27. De verlofganger van de Landweer
mag zich zonder toestemming van Onzen
Minister van Oorlog niet langer dan gedurende
een jaar buitenslands begeven.
Aan den verlofganger van de Landweer,
die niet in verzuim is, wordt deze toestemming,
wanneer zij gevraagd wordt en blijkt noodig
te zijn ter zake van uitoefening van of op
leiding tot landbouw, handel of nijverheid,
in gewone tijden niet geweigerd.
Bij de toestemming kan de verlofganger
worden vrijgesteld van de verplichting tot
deelneming aan de oefeningen in artikel II
vermeld, tot het bijwonen van het bij artikel
29 voorgeschreven onderzoek en tot het
komen in werkelijken dienst in geval van
oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone
omstandigheden.
Aan de toestemming kunnen overigens
zoodanige voorwaarden worden verbonden,
als in het belang van den dienst noodig
worden geoordeeld.
ARTIKEL 28. De verlofganger van de Landweer,
die artikelen 24, 25 of 27 niet naleeft, wordt
in werkelijken dienst geroepen en daarin
gedurende ten hoogste eene maand gehouden,
ie duur van dezen dienst wordt bepaald
door Onzen Minister van Oorlog, die tevens
het korps van het leger aanwijst waarbij de
werkelijke dienst moet worden vervuld.
Zierikzee, den 30 Juli 1908.
De Burgemeester voornoemd,
D. VAN DER VLIET, Weth., I.n-B.
INDlC.
Uit Solo schrijft men aan de Loc. over
een ontzettend drama, dat zich in het
dicht bij Solo liggende Bojolali heeft
afgespeeld en dat innig medelijden moet
opwekken.
In dat kleine Bojolali dan woont een
weduwe, mevrouw De J., vroeger hotel
houdster aldaar, met hare drie kinderen,
twee jongens en een meisje. De familie is
niet rijk, kan zich weinig veroorloven,
doch schijnt ter vergoeding daarvoor, haar
genoegen te zoeken in het onderhouden
van honden.
Nu werd ecnige dagen geleden één dezer
dieren door dolheid aangetast en afgemaakt,
waarbij mevrouw De J. door het stervende
beest werd gebeten, en dientengevolge
naar het Insdtuui Pasteuf'moest vertrekken.
Nauwelijks was de moeder vertrokken,
of de veertienjarige dochter bekende aan
een dame, dat zij ongeveer drie maanden
geleden ook door een hond gebeten was,
en nu die vreeselijke ziekte in zich voelde
opkomen. „Kom niet te dicht bij mij",
zeide het kind, „want ik zou u kunnen
bijten".
Hetfig ontsteld liet die dame den
Javaanschen dokter waarschuwen, die niet
anders doen kon dan de gevreesde ziekte
bij het kind constateercn.
Opzending naar Batavia kon hier niet
meer baten. Het kind is na een driedaagsch,
ontzettend lijden bezweken, na eerst nog
één harer broeders in den arm te hebben
gebeten.
Men kan zich de smart van de arme
moeder voorstellen, die hare behandeling
in het instituut moest doen onderbreken,
om hare dochter nog te kunnen zien, en
die nu met haar zoon terug moest, ver
gezeld van den Javaanschen dokter, die
ook smetstof in een wondje aan de hand
heeft gekregen.
Voor alle zekerheid zijn thans al de
aan die familie behoord hebbende honden
(een tiental) afgemaakt. De vriendschap
dier beesten werd wel duur betaald.
ZUID-AFRIKA.
Kaapse he financiön.
Dat het met de Kaapschc financiën
treurig is gesteld, weten onze lezers. De
belasting-berichten in den jongsten tijd
gegeven, hebben daar duidelijk genoeg
getuigenis van afgelegd.
Hoe de Kaap-kolonie in zulk een
treurigen financieelen toestand is geraakt,
wordt door den correspondent van de
N. R. Ct. te Kaapstad medegedeeld.
Walton, thesaurier in het Jameson-Kabinet,
ging b.v. in een tijd dat er een geldcrisis
over de gansche wereld was en het bank-
disconto was gestegen tot 7 pCt., twee
leeningen van 1.000.000 pd. st. elk aan,
tegen den koers van 90.7.8}. Die leeningen
waren bestemd, zooals het destijds heette,
voor de uitvoering van openbare werken,
en werkelijk werden er begin Februari,
gedurende de verkiezings-campagne dus,
werkloozen opgeroepen, om zich voor
werkzaamheden daarbij op te geven. Zoo
trachtte dus Jameson's bewind in zijn
laatsten snik het leven nog te redden ten
koste van den Staat.
Het gevolg is natuurlijk, dat Merriman's
begrooting thans in een tekort moet voor
zien en daartoe allerlei nieuwe belastingen
moet uitdenken. Zoo heeft Merriman thans
voorgesteld vier nieuwe of gewijzigde
belastingen, benevens een inhouding van
5 pCt. op de salarissen van alle staats
beambten, ingesloten ministers en parle
mentsleden en schorsing van het delgings-
fonds, d. i. het fonds, waarin jaarlijks
215.000 pd. st. wordt gestort tot delging der
staatsschuld. Met hoogste vrij van belasting
zijnde inkomen, tot nog toe 1000 pd. st.,
is thans gebracht op 50 pd. st.
Door dit alles wordt van den Kaapschen
belastingbetaler bijna meer gevergd dan
hij volbrengen kan. Een gehuwd staats
ambtenaar b.v., die 180 pd. st. per jaar
verdient, zal voortaan 19 pd. st. belasting
moeten betalen, direct en indirect, waarbij
dan waarschijnlijk nog een paar kleinere
belastingen zullen komen, als onderwijs-
belasting, huurders-belasting enz. Te zamen
plus minus 15 pCt. van het inkomen.
De Kapenaars zullen dus niet weinig
moeten bloeden voor het Jameson-regime.
Het eenige goeds, dat daarin gevonden
kan worden, is, dat zij nu zeker niet zoo
spoedig naar een tweede editie daarvan
zullen verlangen!
FRANKRIJK.
De misdaad in de rue de Ia Pépinière
te Parijs. Woensdag heeft de confron
tatie plaats gehad tusschen Renard cn
Courtois, de beide verdachten van den
moord op den oud-bankier Rémy. Te
voren was Courtois in verhoor geweest,
waarbij hij zijn verklaringen volhield. Om
halfvier gaf rechter Albane! last om Renard
binnen te voeren. Deze was volmaakt
kalm, bijna onverschillig. Toen de griffier
hem de bekentenis van Courtois voorlas,
vertrok hij geen spier van zijn gelaat,
maar mompelde slechts n?; en dan „leuge
naar", om, na de voorhang, te zeggen
dat alles van a tot z onwaar was. Op een
vraag van den rechter deelde hij mede,
wat hij in den nacht van de misdaad had
gedaan, geheel op dezelfde wijze als hij dit
al meermalen deed. Courtois van zijn kant
hield vol, dat hij de waarheid had ge
sproken en dit had moeten doen om zijn
geweten te ontlasten. De rechter besloot
nu beide verdachten naar de plaats der
misdaad te brengen en daar het geheele
tooneel der misdaad te laten afspelen.
Op onverklaarbare wijze was het gerucht
daarvan bekend geworden en in de rue de
la Pépinière stond een dichte menigte voor
het hotel Rémy, toen om halfzeven een
automobiel aankwam met Renard, onder
geleide van een inspecteur van politie.
Onder de kreten „Dood aan den moorde
naar!" drong de menigte op en wilde
Renard te lijf, die met moeite door de
agenten werd beschermd en in de koets
poort in veiligheid gebracht. Dc tweede
automobiel naderde met Courtois, maar
door een opstopping van wagens kon deze
niet tot voor het hotel rijden, zoodat dc
verdichte een eind over de straat moest
loopen. Een woedende menschenmassa
wierp zich op hem, de agenten konden hem
niet voldoende beschermen en het regende
slagen met vuisten, stokken cn parapluies
op hem. Toen men hem eindelijk iu huis
had kunnen brengen, viel hij uitgeput neer
en men moest hem naar de eerste ver
dieping dragen, waar de misdaad zou
worden afgespeeld. In het hotel was alles
daarvoor in gereedheid1 gebracht. Dc
blinden der kamer van den heer Rémy
waren gesloten en men had het electrische
licht doen ontbranden. Verder was de
kamer geheel in den toestand gebracht,
waarin men haar 's morgens na den moord
had gevonden. Op het nachttafeltje brandde
een kleine draagbare electrische lamp,
daarnaast lag de bril van den heer Rémy
en stond het glas water, dat hij zich altijd
's avonds brengen liet. De courant, waarin
de ongelukkige had gelezen, lag op het
bed en bij de deur stond een fauteuil met
zijn kleeren. Men wilde de moordenaars
zich niet doen ontkleeden, maar men liet
hen schoenen en kousen uittrekken, opdat
hun voetstappen geen geluid voortbrengen
zouden. Vervolgens slóot men hen af
zonderlijk op. Courtois werd gebracht in
de toiletkamer van mevrouw Rémy, waar
hij, volgens zijn zeggen, in den nacht van
den moord gewacht had tot zijn mede
plichtige hem het teeken zou geven om
binnen te komen. Die kamer was donker,
evenals in den nacht der misdaad. Er
werd geklopt en Courtois kwam binnen.
Toen zeide hij waren Renard en
de heer Rémy reeds met elkaar aan het
worstelen. De heer Rémy had zich in
het bed opgericht en zou misschien
Renard overwonnen hebben, doch deze
riep mij toe, dat ik hem zou vasthouden.
Ik greep den heer Rémy. van achteren aan.
Hij beet mij in de hand, maar ik hield
vast en toen stak Renard met het mes
zoolang, tot de heer Rémy dood was.
Toen legde Renard het lijk op den grond
en wij gingen ons wasschen. Renard
waschte zich het eerst. Hij was met bloed
overdekt en had veel moeite om zich
daarvan te reinigen, vooral zijn haar, dat
van achteren vrij lang is, terwijl hij
verder kaalhoofdig is, was vol bloed.
Nadat ik mij ook gewasschen had, gingen
wij zoeken naar geld. Renard wist dat
de heer Rémy daags te voren geld had
laten halen, maar niet dat hij in den loop
van den dag verscheidene betalingen had
gedaan, dus viel de buit tegen. Wij namen
daarom de juweelen, die wij vonden,
maar ik nam alleen die, welke ik ge
makkelijk bij mij zou kunnen steken. Een
kam in waaiervorm, met diamanten, liet
ik liggen, die was mij te groot. Wij
gaven de kamer geheel het voorkomen
alsof er inbrekers waren geweest en
gingen naar bed. Nu liet men Renard
binnenkomen. Een agent, die het slacht
offer moest voorstellen, ging op het bed
liggen en men zeide Courtois dat hij den
agent moest vasthouden op dezelfde wijze
als de heer Rémy door Renard werd vast
gehouden, toen Courtois binnenkwam.
Courtois sloeg zijn arm om den bals van
den agent en deed alsof hij trachtte hem
neer te drukken. Zonder eenige ont
roering hield Renard ook op deze plaats
vol, dat alles gelogen was wat Courtois
zeide. De avocaat van Renard bezwoer
Courtois zich wel te bedenken en vooral
de volle waarheid te zeggen. „Wanneer
gij Renard valsch beschuldigd hebt, dan
is het nu nog tijd om alles te herstellen.
Gij moet niet handelen uit wraak". Waar
op Courtois riep: „Ja zeker wil ik mij op
hem wreken; maar omdat hij mij, een
knaap van 17 jaren, heeft meegesleept in
een moord". Renard haalde daarbij de
schouders op en de rechter van instructie
beval de verdachten naar de gevangenis
terug te brengen. Daarbij kwam het op
straat weder tot handtastelijkheden, ondanks
de maatregelen, die de politie had ge
nomen om dit te beletten. De gevangenen
werden opnieuw geslagen en het kostte
groote moeite hen In de automobielen te
brengen, die daarop snel wegreden, nage
jouwd door de menigte.
Men verneemt over deze zaak nog
nader: Renard, de maitre d'hötel, die ver
dacht wordt zijn meester, den oud-bankier
Rémy, vermoord te hebben, blijft nog steeds
ontkennen, tegen de bekentenis van zijn
mede-verdachte Courtois in, die hem als
den hoofdschuldige aanwijst. Intusschen is
gebleken, dat ook Courtois niet de volle
waarheid heeft gesproken. Volgens zijn
bewering heelt zijn aandeel in de misdaad
zich bepaald tot het vasthouden van het
slachtoffer. Zooais men weet heeft de
rechter van instructie het geheele tooneel
van de misdaad nogmaals laten afspelen.
Courtois wees daarbij aan hoe de moorde
naar stond en op de plaats, waar volgens
zijn zeggen Renard stond, had hij met de
linkerhand moeten steken. Nu hebben ver
scheidene bedienden van het huis verklaard,
dat zij Renard nog nooit iets links hadden
zien doen, maar dat Courtois zijn linker
hand evengoed kon gebruiken als zijn
rechter. Klinkt dit eenigszins in het voor
deel van Renard, daartegenover zijn er
weer gronden van verdenkiug tegen hem.
Hij had belang bij den dood van den heer
Rémy. Men weet reeds, dat deze hem den
dienst had opgezegd, waarover den dag
vóór den moord nog twist ontstaan was
tusschen den heer en mevrouw Rémy, ten
gevolge waarvan laatstgenoemde dien dag
naar een kasteel in den omtrek van Parijs
was vertrokken. Verder is gebleken, dat
Renard nog op andere wijze belang kon
hebben bij den dood van zijn meester.
Deze had namelijk bij testament bepaald,
dat na zijn dood 200,000 francs zouden
uitgekeerd worden aan zijn neef Léon
Raingo en Renard had een grooteu invloed
op'dezen knaap, waarvan hij zeker gebruik
zou gemaakt hebben, wanneer Raingo in
het bezit van een vermogen was gekomen.
Wel is waar zou hem dat vermogen eerst
bij zijn meerderjarigheid zijn ter hand
gesteld, maar zijn ontslag, hem door den
heer Rémy gegeven, kan hem tot een snel
besluit hebben gedwongen.
DUITSCHLAND.
Grete Beier is, zooals reeds met een
enkel woord werd gemeld, Donderdag
ochtend te halfzeven op het binnenplein
van het landgerichtsgebouw te Freiburg
in Saksen onthoofd. Den avond te voren
was de beul Brandt met zijn beide
knechts uit Hohenlinde aangekomen en
dienzelfden avond begon het landgericht
met de uitgifte van toegangskaarten. Niet
minder dan tweehonderd kaarten werden
afgegeven, zoodat de tragische voltrekking
van het vonnis feitelijk tot een soort kijk
spel verlaagd is. In Pruisen kunnen zelden
meer dan twaalf niet-ambtelijke personen
toegang krijgen, wanneer een onthoofding
plaats vindt.
Een compagnie van het in Freiburg in
garnizoen liggende jagerbataljon was bij
het gerechtsgebouw opgesteld. Woensdag
avond was, begeleid door twee gevan
genisbeambten, de moeder der terdood-
veroordeelde uit het tuchthuis in Freiburg
aangekomen. Tot 8 uur waren moeder en
dochter in de cel bij elkaar. Den nacht
bracht Grete Beier door in het gebed
met de beide geestelijken, waarbij zij
diep berouw toonde.
Te 6 uur 's morgens waren alle toe
bereidselen gereed. De guillotine was in
't midden van het gevangenisplein opgericht.
Even vóór zes verschenen de procureur-
generaal Bernhart, de ambtenaar van het
O. M. Mandl, de gevangenisgeestelijke en
de verdediger Knoll in de cel der veroor
deelde, die een zwart, aan den hals laag
uitgesneden kleed droeg.
Zij liet zich, tusschen twee beambten
in, naar het plein brengen, waar de twee
honderd getuigen reeds verzameld waren.
Toen ze het plein betrad, luidde de
doodsklok. Met vasten tred schreed ze
door de rijen der aanwezigen naar den
ambtenaar, die nogmaals het doodvonnis
voorlas, en haar de handteekening des
konings liet zien. Zwijgend neigde ze het
hoofd, toen de procureur-generaal haar
door den beul naar het schavot Het ge
leiden. Vlug liep ze de trappen van het
schavot op en riep, op het schavot
.gekomen: „Vader! in Uwe handen beveel
ik mijn geest!"
Van het oogenblik, dat de veroordeelde
de cel verliet tot het moment, waarop de
beul verklaarde, dat het vonnis voltrokken
was, waren slechts drie minuten verloopen.
De rustige houding van Grete Beier
maakte op alle aanwezigen indruk. De
getuigen moesten, zoodra de valbijl haar
droevig werk verricht had, onmiddellijk
het plein verlaten. Het lijk der terecht
gestelde werd naar Dresden vervoerd,
waar het in het familiegraf is bijgezet.
De geruchten, dat het vonnis niet zou
worden voltrokken, steunden op het feit,
dat er, sinds de wederinvoering der dood
straf in Saksen, een vaste regel van ge
maakt is geen vrouwen terecht te stellen.
Sinds vijftig jaren is Grclc Beier de eerste,
wier hoofd onder de guillotine gevallen is.
Een 21-jarig metselaar, die bij het
instorten van de nieuwe Rijnbrug te.
Keulen werd gered, is thans te MüUteim
bij het baden verdronken.
Tentoonstelling te Honselersdijk.
Te Honselersdijk, in het centrum van
het Westland, zal door de afdeeling
Honselersdijk der Verecniging „Westland"
van 23 tot en met 27 September a.s. een
zeer belangrijke tuinbouwtentoonstelling
worden ingericht, belangrijk vooral wijl ze
over verschillende onderdeden van het
vak loopt en zoowel binnenlandsche als
buitenlandsche mededinging toelaat. Voor
fruit, groenten, tuinbouwgereedschappen
en kunslmesten is de tentoonstelling
nationaal, terwijl voor verpakkingsmiddelen
internationale mededinging is opengesteld.
De afdeeling fruit en groenten loopt
over de volgende hoofdproduktendruiven
10 nummers met f 150 aan prijzen buiten
de medailles. Appels en peren 19 nummers
met f 95 aan prijzen. In deze afdeeling
wordt vooral mededinging uit andere
streken verwacht. Zij omvat 5 verzamelingen
en 14 afzonderlijke appel- en perensoorten.
Perziken, meloenen en tomaten tellen 6
nummers; komkommers, aardappelen, ajuin,
groenten en pompoenen 7 nummers.
Verpakte vruchten worden gevraagd
voor binnenland, buitenland en in fantasie
mandjes, gezamenlijk voor druiven, appelen,
peren en tomaten 11 nummers.
Van tuinbouwgereedschappen worden
gevraagd: een verzameling, de nieest
practische nieuwigheid op dit gebied en
de meest practische sproeipomp. De prijzen
bestaan hier in gouden, zilveren en
bronzen medailles.
Van meststoffen wordt gevraagdde
meest volledige verzameling kunstmest
stoffen.
Vooral de afdeeling verpakkingsmiddelen
zal een merkwaardig deel van deze
tentoonstelling uitmaken, niet 't minst
voor den vakman, daar verbetering van de
verpakkingsmiddelen in dezen tijd een
onderwerp vormt van aanhoudende studie
ook op internationaal terrein. Door hooge
prijzen is getracht inzending van buiten
landers mogelijk te maken.
Teneinde het groote veilingsgebouw, dat
46 bij 15 M. meet, geheel beschikbaar te
houden voor de vruchten en groenten, zal
de verpakkingstentoonstelling worden in
gericht in een afzonderlijk bijgebouw.