ZIEItlkZEËSUHE
NIEUWSBODE.
Zaterdag 20 Juni 1908.
Tweede Blad.
NIEUWSTIJDINGEN.
(525 ierikzeesche
C o u r a n t).
Verschijnt DINSDAO. DONDERDAQ en
ZATERDAG.
Voor het buitenland, verzending eens per week,
10,— per jaar bij vooruitbetaling.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
1,60.
63ste JAARGANG. No. 8631.
Uitgever«Hoofdredacteur i A. FRANKEL,
Oude Haven D 493.
Redacteur: J. WAALE.
Advertentie»van 1—3 regels 30 Cts.,
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags
2 ure bezorgd worden.
Oroott letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. I. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
ARGENTINIË.
(Mededeelingen van een oud-Argentiniër).
Voor eenigen tijd geleden las ik in het
Nieuwsblad een artikel van ds. Lonkhuljsen
te Buenos-Ayres, betreffende de Argen-
tijnsche Republiek.
Ik was ongesteld en bedlegerig, en
ergerde mij aan den inhoud, en was ik
niet ziek geweest, ik had mij dadelijk
nedergezet om daar tegenop te komen;
enfin, het is in het vergeetboek gekomen.
Maar daar ik nu weder zoo'n berichtje
las, afkomstig van genoemden ds. Lonk-
huijsen, zeide ik tot mijzelf: zie je wel,
daar heb je het al, ik heb het wel gedacht,
die mijnheer heeft Argentinië zoo mooi
opgehemeld als een tweede land van belofte,
maar hij begint het tegendeel in te zien,
en gaat nu terugkrabbelen. Genoemde heer
schijnt een totale nieuweling daar te wezen,
volstrekt niet op de hoogte met de toe
standen aldaar en is slechts op losse
informatiën afgegaan, b.v. van bootwerkers,
die in de Boca (haven) wonen, waar ze
in de Barracas metterwoon gevestigd zijnde,
in de onmiddellijke nabijheid zich be
vonden van heeren en dames Hollanders,
die hem Argentinië als nieuweling hebben
opgehemeld, niettegenstaande zij onge
twijfeld goed kunnen weten, hoeveel
armoede en ellende, en het meest nog
onder de Nederlanders, wordt geleden.
Die bootwerkers alleen kunnen gezegd
hebben: wij verdienen soms goed geld,
b.v. 4 a 4,50 pesos per dag (een pesos
is ongeveer f 1,05). Maar daarvoor moet
ook gewerkt worden en gevaarlijk werk,
en is het zoo gemakkelijk niet er aan te
komen: als er één noodig is, staan er 500
klaar!
Ik, die met vrouw en 7 kinderen er 19
zegge negentien jaren vertoefd heb,
het zuur en zoet er heb gegeten, heerlijke,
gebraden patrijzen en duiven, maar soms
ook pitten van Sandias (watermeloen) om
niet van den honger om te komen, ik, die
het land van haver tot gort ken, het
bereisd heb van Salta tot Bahia-Blanca
en van Mendoza tot over de Rio Uruquay,
bijgevolg van het Noorden tot het Zuiden
en van Oost tot West, ik vermeen wel,
dat ik het mij een plicht moet rekenen,
mijn landgenooten er op te wijzen, te
verzinnen eer te beginnen, alvorens op
goed geluk daarheen te emigreeren, en zoo
maar geloof te hechten aan de prachtige
vooruitzichten, de enorm hooge salarissen
enz. allemaal lak!
Hoeveel gezinnen, waaronder veel op
passende, werkzame, brave Hollanders,
heb ik daar zien komen met de schoonste
illusies, menschen, die ik Jater ontmoette,
vervuild en verarmd, den moed verloren,
met heimwee en die snakten om weder
terug te kunnen gaan; maar ze zijn er,
en blijven er, want het bootje kost meer
dan van Rotterdam naar Delft!
Ik kan zeer goed begrijpen, dat ds.
Lonkhuijsen Buenos-Ayres uit de Calle
California 779 verhuisd is naar Rosario
de Santa Fé. Mijnheer had door zijn
prachtig geschrijf in de courant natuurlijk
luitjes daarheen gelokt, en toen zij daar
kwamen, vonden die menschen niet, wat
hen door dominé verteld was, niet dadelijk
werk, en veel, veel minder verdiensten,
want meestal loopen er zoo'n paar duizend
man zonder werk in de stad. Die buiten
luitjes zeggen natuurlijk: de dominé
schrijft dat toch, en dan is het er toch
zeker goed, laten wij er maar heengaan.
Maar het komt dominé op de beurs te
staan als zij hem de deur plat loopen om
onderstand, daar zij geen werk kunnen
vinden en geen centavo meer hebben om
hun kinderen den mond te stoppen.
fk ben nog niet lang terug, en heb nog
nooit den naam van mijnheer Lonkhuljsen
hooren noemen, bijgevolg moet Zijn-
eerwaarde er pas wezen, en is het hem
te vergeven, Argentinië zoo opgekamd te
hebben.
Het ware beter, dat hij eerst eens een
paar jaar de toestanden zelf had nagegaan
en de kolonies zelf bezocht had, dan zou
hij zich wel anders uitgelaten hebben.
De consul-generaal, de heer L. van Riet,
Calie Bartholomé Mifre 441 (voorheen
Calle Piedad), Buenos-Ayres, zal de
Hollanders niet zoo lekker maken om
over te komen, die ziet ze liever gaan dan
komen. Gedurende de uren, dat het con
sulaat open is, wordt het kantoor dagelijks
bestormd door mannen, vrouwen en
kinderen, die echter vruchteloos
hun nood komen klagen, en om onderstand
vragen. Het spreekt vanzelf, dat de kas
van het Nederlandsch Ondersteuningfonds
dikwijls tc uitgeput is, om aan deze aan
vragen tc kunnen voldoen. De vroegere
consul, de heer 1. de Boer, stak zijn hand
nog eens in zijn eigen zak om financieel
te helpen.
De heer Lonkhuijsen schrijft onder meer,
dat degelijke Hollanders door Hollandsclie
vrienden met huisvesting, taal en werk
voortgeholpen worden.
Ik zou dan weieens willen weten, welke
Hollanders op dergelijke wijze geholpen
zijn geworden, als ik u zeg, dat er hoe-
gehaamd geen vriendschap onder de
Nederlanders bestaat, de een gunt het
licht niet in het oog van den ander en
de welgestelde Hollanders trekken zich zelfs
geen schijntje van hun landgenooten aan.
Dat daggeld van f 7 zullen wij eens
brengen op f 4 f 5, maar dan moet het
ook een werkman in de perfectie zijn, en die
zijn niet opgeschept. Een boerenarbeider
mag zijn hand dicht doen als hij 15 h
20 pesos in de maand heeft met wat kost
en een schapcvel als -bed op den grond
in de schuur en een paar zakken als
dekking. In den oogsttijd kunnen zij per
dag 1,50 h 2 pesos verdienen met of
zonder kost, maar dan moet er ook ge
werkt worden, b.v. aan de dorschmachinc
van dat de dag aanbreekt tot 's avonds
dat men geen hand voor oogen zien kan.
In den oogst van maïs en de druiven
verdient men naar gelang men werkt,
doch ik heb er b.v. met vrouw en 3
kinderen zonder kost den geheelen dag
met maïs trekken en druiven plukken nooit
meer kunnen halen dan 1,80, hoogstens
2 pesos per dag!
En vergeet niet, dat men zijn kleeren
en schoenen, of beter alpangatas totaal
vernielt bij dat werk.
Huishuur is er zeer hoog in steden en
dorpenkleeding, schoenwerk enz. zijn er
enorm duur. Vleesch en wijn zijn er zeer
goedkoop, tabak en sigaren zeer duur en
slecht, het meest worden er sigaretten ge
rookt; een flesch Quilmes-bier 80 cenfavos
per flesch, echte Hollandsche jenever 30
h 40 ct. een heel klein glaasje.
Jenever, bitter, Secrestat en Fernet
Branca, cognac, absinth enz., worden veel
vervalscht en goedkooper verkocht, doch
bij overmatig gebruik wordt men er op
den duur krankzinnig van. Het beste is
nog den volksdrank Cana, met water te
drinken bij zwaar landwerk in de warmte.
De thee wordt vervangen door jerba, een
soort gedroogd gras, de beste soort komt
uit Paraquay. De lui van het land slurpen
het uit een pijpje met warm water en
suiker, anderen koken het met melk en
suiker, en is zeer verfrisschend.
Een doktersvisite bij gewone lui kost 5
pesos, aan huis bij den dokter 3 h 4 pesos,
bij de rijke tot 10 pesos. De apothekers
zijn enorm duur; voor 1,50 pesos heeft
men bijna niets. De inlandsche hospitalen
laten veel fe wenschen over. Iniandsch vee
is zeer goedkoop, voor 10 12 pesos
heeft men al een paard, voor 20 a 30
pesos een uitstekend rijpaard. Arm en rijk,
oud en jong, alles rijdt te paard.
Zooals er alle naties vertegenwoordigd
zijn, zoo ook alle religies, de meerderheid
is Katholiek.
Ik had eens kennis gemaakt met een
pastoor, een Belg, te Gualegaljchulater
ontmoette ik hem te Buenos-Ayres. Op
mijn vraag, of hij op reis was, zeide hij:
ik ga naar mijn land terug, ici ('Argentine
e'est un pays maudit de Dieu.
Daar wil ik maar liever niet over uit
wijden, maar Zijn Eerwaarde had gelijk.
Vrouwen en meisjes ziet men er weinig
op straal, en hei is ook aan tc raden, dat
de echtgenoot of vader ze begeleidt.
Napolitanen, Italianen en Spanjolen
hebben er slag van om de getrouwde
vrouw van haar man af te trochelen en
er mee vandoor te gaan. Ik heb er meisjes
van 12 en 13 jaar gezien, kinderen van
Hollanders, die vervoerd en reeds op dien
leeftijd in hun ongeluk zijn gestort. Dit
komt bijna dagelijks voor.
Men moet er steeds gewapend zijn, dag
en nacht. Hier zeggen wij„met den hoed
in de hand, komt men door het gansclie
land", maar daar heet het„zonder revolver
cn messen is het slecht reizen".
De landtaal is Spaansch» tamelijk moeie-
lijk te leeren, doch de hoofdzaak is, dat
men haar desnoods maar spreken en ver
slaan kan, met de inlanders om te gaan,
de courant te lezen cn een handleiding is
de beste weg. Ik heb er Hollanders ge
kend, die er meer dan 10 jaar waren en
die nog geen woord Spaansch kenden.
Een fooienstelsel, zooals hier, is er niet,
alleen hoogst zelden, doch bij uitzonde
ring; koetsiers, meiden, knechts, keliners
zijn geen fooien gewend; het wordt even
wel langzamerhand ingevoerd. Schouw
burgen, circussen, cafés-chantant zijn er
bij de vleet; de entréeprijzen zijn ongeloofe-
lijk hoog, alleen le bezoeken door den
geforluneerden man. In laatstgenoemde
lokalen kunnen de jongelui in een kort
tijdsverloop tot het hemd worden uitgekleed.
Hotels zijn zeer duur. Fonders (loge
menten) zijn goedkoop, daar kan men voor
5 cent per plato (bord) zeer smakelijk
éten, doch wanneer men er overnacht,
moet men zich zeer in acht nemen voor
de langvingers.
Voor keukenmeiden, dienstmeiden en
koetsiers is het er goedeen gerede keuken
meid verdient er van 60 tot 100 pesos
per maand, een dienst- of kamermeid 20
tot 30 pesos per maand met kost en
inwoning.
Voor een goeden landbouwer is het er
niet slecht en kan hij in eenige jaren
rijk zijn, mits hij met kapitaal komt cn
wat meer dan ds. Lonkhuijsen zegt, f 4000
fi f 50C0 is wel noodig. Hij moet zich
land h contant koopen, benevens het
materiaal, vee en zichzelf een rancho (hut)
bouwen, maar hij moet wel weten van
wien hij koopt en is het het beste den
consul of een solied landsman eerst te
raadplegen. Een boertje, dat daar komt
met een paar honderd gulden, moet zich
in acht nemen niet in handen te vallen
van agentschappen of van kolonisatie
maatschappijen of van sommige estancioros.
Wat hun wordt voorgespiegeld is goddelijk,
b.v. land op de helft of op afbetaling,
eten, drinken, op een jaar af te rekenen,
en na den oogst ossen, paarden, ploegen,
zaad enz., op afrekening, na zooveel en
zooveel jaar eigenaar van het land, maar
wanneer zijn zij op zulk een manier
eigenaar van het een of ander? Nooit.
Ik heb er gekend, die jaren gezwoegd
en geploegd hebben, en op het laatst hun
krachten verspeeld hadden en nog armer
waren dan toen zij kwamen.
Ik heb er vijf jaar bijgewoond, dat de
longastas (sprinkhanen) des zomers er zijn
geweest, die in zulke getalen kwamen, dat,
wanneer zij onder de zon doortrokken, er
om zoo te zeggen een totale zonsverduis
tering was. In 24 uur hadden ze onmete
lijke velden maïs- en korenvelden totaal
afgevreten. Jaar in en uit was de geheele
oogst verloren.
Als de oude longastas hun eieren in
den grond gelegd hebben, gaan ze weg,
de kleine daarna zijn nog verschrikkelijker,
in de laatste jaren, dat ze er waren, be
taalde het gouvernement geld per kilo voor
het opgraven der eitjes ter verdelging.
Ook heeft men er fameuse hagelbuien.
Ik heb steenen zien vallen zoo groot als
het hoofd van een pasgeboren kind en
was o. a. drievierde van den wijn (druiven
oogst) verloren.
In den zomer is het er erg warm, doch
heeft men die drukkende warmte niet zoo
als hier. Vriezen en sneeuwen doet het er
niet; in de provincie Mendoza regent het
slechts vier- a vijfmaal per jaar. Over het
algemeen is het er zeer gezond.
Wat ik nog vergeten zou, is te zeggen,
dat Argentinië bij uitnemendheid voor
landloopers en bedelaars is; zij hebben
daar een ruim veld en leven er als een
heertje. Des winters doen ze hun zaken
in de stad en des zomers buiten.
Als ik daar eens scènes van ging op-
disschen kon ik het halve Nieuwsblad wel
volschrijven 1 Sommige bedelaars rijden te
paard, bedelende. Als daar de Hollandsche
wet van toepassing was en de Hollandsche
marechaussée er dienst deed, dan waren
gevangenissen en gestichten als Veenhuizen,
zoo groot als heel Nederland, nog te klein.
Hij of zij, die naar Argentinië wil of
willen emigreeren, heeft of hebben noodig
een vasten wil en onbeschrijfbaar veel
courage; blijft anders maar thuis. Had ik
dat niet gehad, dan ware ik nooit levend
en gezond met mijn gezin in mijn dier
baar vaderland teruggekeerd.
Geloof mij, Mijnheer de Redacteur, dat
het water mij dikwijls lot bijna over de
lippen is gekomen, doch God heeft het
nooit zoover laten komen.
Ik heb hier thans naar waarheid eenige
ervaringen medegedeeld, die ik er opge
daan heb, en hoop, dat er veel landgenooten
zullen zijn, die dit zullen lezen en dat
uilgevers van Frleschf, Zeeuwsche, Gro-
ningschc en Drentsche couranten dit stukje
zullen overnemen, teneinde haar provincie-
genooten zullen weten, voor en aleer er
heen te emigreeren, hoe liet er mee staat.
Van de Nederlanders uit genoemde pro
vincies zijn daar de meeste vertegenwoordigd
en verkeeren er grootendeels in misère.
Ik ben een man op leeftijd en wanneer
ds. Lonkhuijsen en de ondérgeteekende
nog tot de levenden behooren over een
paar jaar, zoo wensch ik met Zijn Eer
waarde eens te correspondceren en hem
le vragen, of ik geen gelijk heb gehad,
en of hij niet wat te voorbarig is geweest,
om Argentinië zoo aanlokkelijk voor Je
stellen.
Boeren, burgers en buitenlui, hebt jelui
lust te emigreeren, ds. Lonkhuijsen behoeft
ge niet te gelooven, evenmin mij, maar
wendt u dan eerst om inlichtingen en
informaties bij den lieer L. van Riet,
Nederlandsch gezant, Calte Bartholomé
Mitre 441, Buenos-Ayres, of Jot de heeren
Dirks, Dates en Van llattem, ingenieurs
constructeur Calle Alsina esquina Défensa,
Buenos-Ayres of de firma Paats of Van
Houten, beide Calle Bartholomé Mitre te
Buenos-Ayres. Genoemde heeren wonen
jaren en jaren aldaar en zijn op de hoogte
van alle Argentijnsche toestanden, en ik
twijfel niet, of zij zijn gaarne bereid de
gewenschte inlichtingen te geven.
(Rolt. Nbl.)
ENGELAND.
Twee vrouwen stegen dezer dagen te
Lengton Park, in Staffordshire, met een
luchtballon op, en zouden zich ieder aan
een valscherm neerlaten. Toen de ballon
al heel hoog was, zouden zij neerdalen,
maar één van beide kon haar valscherm
niet los krijgen. Inmiddels steeg de ballon
steeds hooger. Er was geen schuitje aan
den ballon, en de twee vrouwen kregen
het zeer koud. Zij besloten toen samen
zich aan één valscherm toe te vertrouwen.
Daartoe moest de ééne, die voor de eerste
maal aan een valscherm zou neerdalen,
een sprong doen. Zij waagde dien, en
bereikte het andere valscherm, dat nu met
het dubbele gewicht snel daalde. Één van
de twee vrouwen, zij die 't eerst op den
grond kwam, werd ernstig gekwetst, de
andere, zij wier valscherm niet los wou,
viel op haar, en kwam er goed af.
Weer is in Engeland een moord op
een kind gepleegd, gelijkende op den
moord onlangs te Londen ontdekt. Het
gebeurde nu bij Blackmoor, een gehucht
op dc grens van Hampshire en Surrey.
Een meisje van tien jaar was Maandag
morgen door haar grootmoeder, bij wie
ze inwoonde, om een boodschap naar een
winkel uitgezonden. Ze kreeg een shilling
in een oude beurs mee. Een uur later
vonden twee jongens haar aan den weg
in de struiken. Zij was dood en lag in
een plas bloed. Zij had een steek in den
hals en vele andere steken. De beurs,
waarin eenige stuivers, die zij in den
winkel had teruggekregen, lag nog bij
haar. Aan het bloed in den omtrek en
andere dingen kon men zien, dat er een
worsteling was geweesl. Sporen van
mishandeling waren er overigens niet aan
het kind. De moordenaar had alleen
willen moorden. Het kind in Londen is
op dergelijke wijze omgebracht. Als ver
dacht van den moord te Blackmoor is
een soldaat gevangen genomen. In de
buurt ligt er n.l. een kamp.
De wet op de ouderdomspensioenen
is in de tweede lezing aangenomen,
nadat een amendement, om de werklieden
zelf te laten bijdragen voor hun pensioen,
met groote meerderheid was verworpen.
Één der Lagerhuisleden deed gisteren
de vraag of er reeds maatregelen in voor
bereiding zijn voor een spoedig bezoek
van den czaar aan Groot-Brittannië en of
aan het Huis gelegenheid zal worden ge
geven zijn meening omtrent de staatkundige
beteekenis van een dergelijk bezoek uit te
spreken, alvorens eenige beslissende stap
wordt gedaan.
De minister van buitenlandsche zaken,
sir Edward Grey, antwoordde, dat er nog
geen schikkingen waren voorgesteld ten
aanzien van een bezoek van den czaar in
de naaste toekomst en dat derhalve geen
aanleiding is tot beantwoording van het
tweede gedeelte van de gestelde vraag.
Men hoopt, met het oog op de
stijgende vteeschprijzen, opheffing te ver
krijgen van de beperkende bepalingen
voor den invoer, o. a. uit Nederland.
FRANKRIJK.
De stad Lyon is in hevige opwinding
geraakt door de ontdekking van een af
schuwelijke misdaadwelke daar de vorige
week moet zijn gepleegd.
Twee werklieden, die Zondagmorgen in
de vroegte wat naar buiten wilden, vonden
op den hoek van een straat een grooten
gonjezak, met een dun touwtje dicht
gebonden. Nieuwsgierig betastten zij hun
vondst en kwamen tot de ontdekking, dat
ze iets weeks bevatte, ,,'t lijkt wel vleesch"
zooals één hunner beweerde.
Zij haalden de politie, en deze opende
den zak. Toen bleek één der werklieden,
hoewel niet in den vreeselijken zin van
hel woord, goed geraden te hebben. De
zak bevatte namelijk het zoo goed als
naakte lijk van een niet onknappe jonge
vrouw, wier haren, vreemd genoeg, tot op
den schedel waren afgeknipt. Mond en
neus waren met bloed bevlekt, als was
het slachtoffer gesmoord. Haar kleeren
werden onder in den zak teruggevonden,
waarin de ongelukkige letterlijk dubbel
gevouwen lag.
Een uur later was het lijk geïdentificeerd
en had men de echtgenoot van den ver
moorde opgespoord.
Deze, een uitnemend werkman, en vol
gens het zeggen een braaf echtgenoot,
legde onder heete tranen dc volgende
verklaring af.
Hij en zijn vrouw waren beiden op
dezelfde fabriek werkzaam, maar wegens
slapte had zijn vrouw eenige dagen ge
leden gedaan gekregen. Zaterdag om 6 uur
in den morgen had zijn vrouw hem zijn
ontbijt gebracht, dat ze samen hadden
opgegeten, waarna zij naar de echtelijke
woning was teruggekeerd.
Om 12 uur zou zijn vrouw hem van
zijn werk komen halen, maar daar ze, na
een half uur wachten, niet verscheen, ging
de man, Serrageon geheeten, naar huis.
Groot was zijn verbazing, toen hij de
deur van zijn woning op slot vond. Een
ongeluk vreezende, liet hij de deur door
een slotenmaker openbreken. Binnen was
alles in orde: het middagmaal was klaar
gemaakt, borden en messen lagen gereed,
maar de uren verliepen, zonder dat zijn
vrouw terugkwam, 's Middags zocht hij
haar overal, nu doodelijk ongerust.
Eerst den volgenden dag, nadat hij den
nacht bij zijn moeder had doorgebracht,
vernam de ongelukkige man 't ontzettende
van den moord.
Men verdiept zich in gissingen omtrent
de motieven en den dader of daders van
de misdaad. Vrouw Serrageon leidde een
zeer fatsoenlijk leven en nooit hadden er
echtelijke twisten plaats gehad.
De politie doet thans ijverige nasporingen.
NEDERLAND.
Rotterdam, 17 Juni. Volgens een door
de Rotterdamsche Ltoyd uit Marseille
ontvangen telegram is de gezagvoerder
Sharp, van de „Rindjani", bij de Portu-
geesche kust overboord geslagen en ver
dronken.
De 13-jarige Theodorus M,, wonende
Keizerstraat alhier, is in de wieg gelegd
voor globe-trotter. In het begin dezer maand
droste hij al voor de achtste maal uit het