ZIERIKZEESÜHE
NIEUWSBODE.
Donderdag 11 Juni 1908.
(Z ieriltzeesclie
C o u r a n t).
BEKENDMAKING.
~BËKÊNDMAKING.
AANKONDIGING.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
Voor het buitenland, verzending eens per week,
f 10,— per jaar bij vooruitbetaling.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
63ste JAARGANG No. 8627.
Uitgever-Hoofdrodacteur s A. FRANKEL,
Oude Haven D 493.
Redacteur: J. WAALE.
Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cts.,
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeurs A. I. DE LOOZE, Hoek Schuilhaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
Gevonden op den openbaren weg
Een lederen portemonoaie, inhoudende een
broche, naalden en eenig geld.
manchette-knoop.
nieuwe portemonnaie.
armband van munten.
gouden ring.
Inlichtingen te bekomen aan het Bureau
van Politie te Zierikzee, van des morgens
10 tot 12 en des. namiddags van 2 tot 4
en 8 tot 9 uur.
De Commissaris van Politie,
R. P. BRONS.
De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt
bekend, dat hij in zijne kwaliteit voor een ieder
te spreken zal zijn op de gewone werkdagen
i>H HET RAADHUIS, van des voormiddags hall
elf tot twaalf uur, en voor belangen, die geen
uitstel kunnen lijden, ook op andere tijden te
zijnen woonhuize.
Zierikzee, den 9 Juni 1908.
De Burgemeester voornoemd,
H. C. MOOLENBUROH.
De BUROEMEESTER en WETHOUDERS van
Zierikzee maken bekend, dat door den Raad
dier gemeente, in zijne op heden gehouden
Vergadering, tot Wethouder is benoemd de heer
Mr. D. VAN DER VLIET, die deze betrekking
heeft aanvaard.
Zierikzee, den 9 Juni 1908.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. C. MOOLENBURGH, Burgemeester.
P. D. DE VOS, l.4-Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Zierikzee brengen, overeenkomstig
art. 27 juncto art. 26 2 van het Reglement op
de wegen en voetpaden in Zeeland (Provinciaal
blad no. 79 van 1901), ter algemeene kennis, dat
door Gedeputeerde Staten van Zeeland is vast
gesteld eene wijziging van den ligger der wegen
en voetpaden in de voornoemde gemeente.
Zierikzee, den 9 Juni 1908.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. C. MOOLENBURGH, Burgemeester.
P. D. DE VOS, l.n-Secretaris.
Installatie van Mr. H. C. MOOLENBURGH
als Burgemeester der gemeente
Zierikzee, op Zaterdag 6 Juni, des
namiddags ten drie ure.
Reeds lang vóór den vastgestelden tijd,
waarop mr. H. C. Moolenburgh als burge
meester dezer gemeente in een buitengewone
openbare raadszitting zou geïnstalleerd
worden, had zich de raadszaal, die wegens
haar groote ruimte voor deze plechtigheid
was ingericht, met tal van autoriteiten en
belangstellenden gevuld. Onder de autori
teiten merkten wij op de geestelijkheid
der onderscheidene gezindten, vertegen
woordigers van de rechterlijke macht,
afgevaardigden van verschillende besturen,
oud-raadsleden, gemeente-ambtenaren. On
der de belangstellenden zagen wij vele
dames, het Kamerlid voor dit kiesdistrict,
mr. R. J. H. Patljn, en eenige burgemeesters
van gemeenten uit dit eiland.
Omstreeks kwart voor drieën traden de
leden van den gemeenteraad de vergader
zaal binnen. De waarnemende burgemeester,
jhr. J. F. Schuurbeque Boeije, opende de
zitting, stelde de lezing der notulen tot
een volgende vergadering uit, en verzocht
den secretaris voorlezing te doen van het
schrijven van den Commissaris der Koningin
dezer provincie, mr. Dijckmeester, waarin
werd gemeld, dat het Hare Majesteit de
Koningin behaagd had mr. H. C. Moolen
burgh tot burgemeester dezer gemeente te
benoemen. Nadat aan dit verzoek voldaan
was, deelde de voorzitter mede, dat het
doel dezer vergadering was mr. H. C.
Moolenburgh als burgemeester te instal-
leeren. Hij verzocht de heeren C. J. van
den Bout en W. C. de Crane, als zijnde
de oudste raadsleden, en den heer Snellen
als secretaris, mr. Moolenburgh ter ver
gadering binnen te leiden. Bij het binnen
treden in de vergaderzaal werd de nieuwe
burgemeester door het auditorium warm
toegejuicht. Toen allen hadden plaats
genomen, werd op verzoek van den voor
zitter voorlezing gedaan vooreerst van het
Koninklijk besluit van den 25*ten Mei,
waarbij mr. H. C. Moolenburgh tot burge
meester van Zierikzee benoemd was, en
vervolgens van het proces-verbaal der
eedsaflegging. Hierop ging de voorzitter
tot de plechtigheid der installatie over,
waarbij hij de volgende toespraak hield:
Mijnheer de nieuwbenoemde Burge
meester/ Heeren Leden van den
Raad! Geachte Ingezetenen/
Het is mij een aangename taak U
mijnheer Moolenburgh, namens den ge
meenteraad en namens de ingezetenen van
Zierikzee het welkom op deze plaats toe
te roepen.
Het is mij des te aangenamer, wijl Uwe
benoeming gewenscht. werd door alle
leden van den gemeenteraad en daardoor
al reeds bij voorbaat blijk gegeven werd
van de hartelijke verhouding, die er steeds
bestaan heeft tusschen U en de Zierikzeesche
burgerij.
Ook heden blijkt dat weer ondubbel
zinnig; immers de vlaggen wapperen U
weder van alle kanten toe.
Het is dan ook met eerbiedigen dank
aan Hare Majesteit, onze geliefde, hoog
vereerde Koningin, dat ik U, mijnheer de
nieuwbenoemde burgemeester, van harte
dat welkom toeroep.
Gij zijt hier geen onbekende; Uwe veel
zijdige maatschappelijke positie heeft U
Zierikzee grondig leeren doen kennen, en
dat is een waarborg voor ons, Zierikzee-
naars, dat gij zult toonen te zijn the right
man - on the right place. Men kan het
natuurlijk niet iedereen naar den zin maken,
en gij, mr. Moolenburgh, zult U waar
schijnlijk ook wel herinneren, dat er boven
den ingang van het Haagsche raadhuis
geschreven staat: Ne /upiterquidem omnibus.
Maar gedurende Uw veertienjarige wet-
houderlijke loopbaan hebt gij een schoone
gelegenheid gehad een rijke verzameling
van persoonlijke ervaringen op te doen,
en zult gij tot de overtuiging zijn gekomen,
dat ook vooral in ambtelijke zaken de
rechte weg steeds de naaste en de beste is.
Wanneer Gij steeds dien eenigen weg
blijft bewandelen, indachtig aan de woorden
„Goed Zeeuwsch, goed rond", dan, mijn
heer de nieuwbenoemde burgemeester,
geef ik U de verzekering, dat de hartelijke
verhouding, die er tusschen U en de
burgerij steeds bestaan heeft, steeds en
ten allen tijde zal b 1 ij v e n bestaan tot
zegen van onze goede stad Zierikzee en
tot heil voor U en Uw gezin.
Ik noodig U alsnu uit U te bekleeden
met het onderscheidingsteeken, voor uw
betrekking vastgesteld, en uw burgemeesters
ambt te aanvaarden.
Mr. Moolenburgh omhangt zich met
het onderscheidingsteeken der burgemeester-
lijke waardigheid, neemt daarop den voor
zitterszetel in, en houdt de volgende red?,
in den aanvang waarvan hij herdacht
het ontslapen raadslidmr. J. C. van
der Lek de Clercq, die sedert 1890 lid
van den gemeenteraad geweest is, en
altijd in alles, wat deze gemeente betrof,
groote belangstelling aan den dag heeft
gelegd. Hij betuigt zijn innige deelneming
in het gevoelig verlies, dat Zierikzee en
haar bevolking door zijn verscheiden ge
leden hebben. Vervolgens sprak hij als
volgt
Allereerst zij het mij vergund H. M. de
Koningin mijn eerbiedigen dank te brengen
voor mijn benoeming tot burgemeester
van Zierikzee; voorts wensch ik mijn
erkentelijkheid uit te spreken aan de
hooge autoriteiten, die mij voor die
benoeming hebben voorgedragen.
Het is tal van jaren geleden, dat een
Zierikzeenaar het voorrecht te beurt viel
burgemeester zijner geboortestad te worden;
te meer is dus deze onderscheiding voor
mij aangenaam. Hoewel aanvankelijk van
plan niet naar de betrekking te vragen,
heb ik gemeend, daartoe van verschillende
zijden aangezocht, toch mijn sollicitatie te
moeten inzenden aan H. M. de Koningin,
en zulks niet het minst in de overtuiging,
dat ik de eer genoot uw vertrouwen te
bezitten, mij reeds gedurende tal van
jaren als lid van den raad en als
wethouder geschonken; een blijk daarvan
is de van u uitgegane steun bij mijne
sollicitatie, een niet te onderschatten daad,
door mij ten hoogste gewaardeerd. Ook
mocht ik mij laten leiden bij dat besluit
door de wetenschap, dat alle gemeente
ambtenaren en een groot deel der burgerij
mij medewerking en sympathie hadden
gegeven en betoond gedurende deafgeloopen
jaren.
Nu ik dan geroepen ben als burgemeester
aan het hoofd der gemeente te staan, en
mij van alle kanten bewijzen van instemming
met de benoeming worden gegeven, zóó
zelfs, dat ik daarvan als 't ware onder
den indruk verkeer, en ik zooveel sym
pathie niet had durven*verwachten, gevoel
ik te meer, dat daartegenover niet alleen
de plicht staat, lederen burgemeester
opgedragen, doch ook een verwachting
van den kant der burgerij; ik vraag mij
evenwel af, wat dit laatste zijn kan. Men
wensche niet, dat door mij handel en
industrie tot bloei komen, dat groote
zaken zullen worden tot stand gebracht;
wij weten allen, helaas! dat de nijverheid
weinig beteekent, handel meer voorkomt,
en slechts de landbouw in bloeienden staat
verkeert de laatste jaren; ik stel me
voor, dat in onze door allerlei omstandig
heden finantiëel niet vooruitgaande stad
alle krachten zullen moeten worden
ingespannen om te blijven, wie we zijn.
De tering -dient naar de nering gezet;
daarop moet worden gelet bij elke zaak,
niet 't minst bij de eerlang aan de orde
komende waterleidingskwestie, die geheel
door de financiën wordt beheerscht. In
mijn oogen is de zorg voor de financiën
in de naaste toekomst de voornaamste,
met dien verstande, dat de zuinigheid de
wijsheid niet bedriegt, terwijl mijn mede
werking steeds zal kunnen worden ver
kregen voor al wat nuttig en noodig is.
Den wethouder Schuurbeque Boeije, nu
mijn oud-collega, met wien ik aangenaam
mocht samenwerken, ben ik dankbaar
voor de vereerende en hartelijke woorden,
tot mij gesproken.
ik roep bij de taak, die mij wacht, uw
hulp in, mijne heeren 1 die der gemeente
ambtenaren en der burgerij. Moge goed
vertrouwen over en weer heerschen,
zoowel in den raad als in 't college van
burgemeester en wethouders; dit is mijn
innige wensch.
Kan liter, wanneer mijn plaats wordt
ingenomen door een opvolger, de herinnering
aan mijn bestuur evenredig zijn aan de
betoonde sympathie met mijn benoeming;
dan kan ik mij ruimschoots beloond achten.
Ik verklaar thans het burgemeesterschap
te aanvaarden.
De heer Fokker: Mijnheer de voorzitter!
De raad heeft met onverdeelde gevoelens
van sympathie Uw benoeming tot burge
meester dezer gemeente ontvangen, een
benoeming, die geheel naar het hart der
leden is, wat niet het minst hieruit blijkt,
dat door hen allen het adres aan de
Koningin werd onderteekend. Het is, zeide
spreker, meer dan vijftig jaar geleden, dat
men een burgemeester had, die hier
gewonnen en geboren was. Na dien tijd
zijn er verschillende proefnemingen met
burgemeesters genomen, van elders ge
ïmporteerd. De ervaring met hen hier
opgedaan, is wel één van de voorname
Tedenen geweest, waaTom, toen na het
ontstaan van deze vacature bekend werd,
dat U zich voor de vervulling er van
disponibel wildet stellen, de geheele raad
en een groot aantal ingezetenen van alle
standen en richtingen met groote ingenomen
heid dit hebben vernomen en gesteund.
Met groote ingenomenheid, want wien
kan beter het bestuur der gemeente
worden toevertrouwd, dan aan iemand als
U, die hier gewonnen en geboren zijt, die
geen paar jaren noodig hebt om de
plaatselijke toestanden en de ingezetenen
te leeren kennen, maar die ze kent, en
die door het feit van uw vestiging alhier,
en door niet het voorbeeld te volgen van
absenteïsme door zoovelen gegeven, getoond
hebt hart te hebben voor Zierikzee. Naast
die ingenomenheid met uw benoeming is
er nog een ander gevoel, en wel van
dankbaarheid, dat gij U beschikbaar hebt
willen stellen voor een in menig opzicht
ondankbare betrekking, vooral ondankbaar,
omdat de gemeente achteruit gaat. Spreker
voert tot staving van dien achteruitgang
de volgende cijfers aan:
In 1890 bestond het vermogen der
gemeente uit f 504.000, ingeschreven op
het Grootboek der 2\ pCt. Nat. schuld,
f 65.200 op het Grootboek der 3 pCt.
Nat. schuld, f 2400 ten laste van den
polder Schouwen, en f 44000 ten laste
van de gasfabriek, terwijl de Hoofdelijke
Omslag f 22000 bedroeg.
In 1907 was het vermogen der gemeente
geslonken tot f 177.900, ingeschreven op
het Grootboek der 2\ pCt. Nat. schuld,
f 59.300 ingeschreven op het Grootboek
der 3 pCt. Nat. schuld,, en f 136,000 ten
laste van de gasfabriek, terwijl de Hoofde
lijke Omslag tot f 34.000 gestegen was.
Dit zijn kolossale, sprekende cijfers.
En nu kan men wel zeggen, dat dit
gedeeltelijk zal worden geredintegreerd,
maar ai is dit ook zoo, dan komt men
nog lang niet tot het vroegere bedrag.
De avontuurlijke finantiëele politiek, die
de gemeente in de laatste jaren gevolgd
heeft, gaat thans wrange vruchten dragen,
die zich van jaar tot jaar meer zullen
openbaren in hoogeren Hoofdelijken Omslag
en noodzakelijke bekrimping op alle uit
gaven. En daarom is de taak van den
nieuwen burgemeester moeilijk, want van
hem zullen allerlei dingen worden ver
wacht, die hij grootendeels buiten machte
is te geven of te doen.
Tegen den geest des tijds, die de meer
gegoeden meer en meer samen drijft naar
de groote centra, valt niet te strijden,
tenzij door een andere rijks-uniforme
regeling van den hoofdelijken omslag de
kleinere plaatsen op de groote een pré
krijgen. De haren op Uw hoofd zullen
echter reeds gedund wezen, voordat die
rijkswet is ingevoerd. De fïnancieele draag
kracht van de gemeente verkeert in een
toestand zóó slecht, als zij nog niet ge
weest is.
Nu vast staat, dat door een noodlottige
samenloop van omstandigheden het beiast-
baar inkomen aanzienlijk zal verminderen,
is het noodig, dat op andere wijze stijving
der inkomsten wordt gezocht. Men kan de
welvaart der bevolking alhier vermeerderen
door het invoeren van nieuwe takken van
bestaanvisscherij, fabriekswezen, wat niet
onmogelijk, maar zeker bezwaarlijk is.
Ik hoop, dat U die moeielijkheden met
blijmoedigheid zult bestrijden, en over
winnen, en ik hoop, dat de raad Uw
streven op waardige wijze met korte,
zakelijke discussien zal steunen, en Uw
taak vergemakkelijken, opdat de ver
houding tusschen U en den raad worde,
zooals die altijd behoort te wezen, een
samenwerking, bij alle verschil van meening
berustend op onderlinge waardeering en
vertrouwen, en strekkende ten nutte van
de geheele gemeente.
De voorzitter bedankt den heer Fokker
voor de vriendelijke woorden tot hem ge
sproken, en sluit na voor de belangstelling
in deze plechtigheid zijn dank te hebben
uitgesproken, deze raadsvergadering.
Na sluiting der zitting verleende de
nieuwe burgemeester in de aangrenzende
raadszaal audiëntie aan autoriteiten, com-
missiën en belangstellenden.
AMERIKA.
Washington, 5 Juni. Bericht wordt, dat
Roosevelt in April met zijn zoon op de
jacht naar grof wild in Afrika gaat.
De president zal geen ander land be
zoeken.
Aan het bericht wordt waarde gehecht,
omdat er uit blijkt, dat Roosevelt werkelijk
geen candidatuur voor het presidentschap
zal aanvaarden.
Een wedren tusschen een sneltrein
en een automobiel is bij New-York ge
houden. De millionnairsdochter Marjorie
Bourne waagde haar eigen leven en dat
van haren chauffeur aan een poging om
een sneltrein, de zoogenaamde „Kanons-
kogeltrein" vóór te komen.
Zij kwam, na vier mijlen te hebben
afgelegd, den trein vóór, dien zij bij een
overweg bijna rakelings passeerde; maar
later verloor zij, door een bocht in den
weg, het behaalde voordeel en bij aankomst
aan het station te Oakdale was de sneltrein
overwinnend met een halve lengte.
OOSTENRMK-HONGARIJE.
Boedapest, 5 Juni. Een tragisch incident
heeft zich heden voorgedaan in de
audiëntie-zaal van den Secretaris van
Staat van den Minister van Handel,
Joseph Szterényl. Een timmerman, Alexander
Contay genaamd, was een adres komen
aanbieden, waarin hij zich beklaagde over
een ambtenaar van de bank van leening.
Szterényl merkte op, dat dit adres hem
reeds verleden jaai was overhandigd, en
dat een ingesteld onderzoek geen positief
resultaat had geleverd.
De werkman Contay loste toen een
revolverschot, waarbij hij doodelijk getroffen
werd; de kogel ging hem door de tong.
RUSLAND.
St.-Petersburg, 6 Juni. In de avond
vergadering van heden heeft de Doema,
bij het beraadslagen over de begrooting
van Marine, met 194 tegen 78 stemmen
het aangevraagde crediet van elf millioen
roebels (in ronde cijfers) voor het bouwen
van nieuwe pantserschepen geweigerd.
Reval, 9 Juni. De samenkomst van den
czaar en den koning van Engeland had
hedenmorgen om elf uur op de reede van
Reval plaats.
Om twee uur werd hedenmiddag aan
boord van de „Polarstem" door alle
vorstelijke personen de lunch gebruikt.
De tsarina kon, ten gevolge van vermoeid
heid, hieraan niet deelnemen.
Koning Edward had een lang onderhoud
met den minister-president Stoiipin.
De Russische minister van buitenlandsche
zaken, Iswolski, en de EngelscNe onder
staats-secretaris Harding hadden aan boord
van de „Alma" een conferentie, die een
uur duurde.
's Avonds bracht de zangvereeniging uit
Reval een serenade, waarbij liederen in
't Russisch en Duitsch gezongen werden.
FRANKRIJK.
De Parijsche politie zoekt nog altijd te
vergeefs naar de moordenaars van den
schilder Steinheil en zijn schoonmoeder.
Het signalement, door mevr. Steinheil van
de drie mannen en de rossige vrouw
fegeven, wordt nu als van geen waarde
eschouwd, daar men gelooft, dat de
misdadigers vermomd waren met valsche
baarden, pruiken enz. en zich opzettelijk
aan mevr. Steinheil vertoonden, opdat de
politie door valsche aanwijzingen op een
dwaalspoor zou worden gebracht.
Het gerucht omtrent een minnares, die
de vermaarde schilder zou hebben gehad,
moet volgens den Matin waar wezen.
Mevr. Steinheil zelve moet het bevestigd
hebben in een gesprek met een mede
werker van dat blad. Die minnares was
een model van den schilder. Mevr. Stein
heil had haar nooit gezien.
DUITSCHLAND.
Berlijn, 6 Juni. De uitslag der ver
kiezingen is als volgt:
Gekozen zijn: 140 conservatieven, 58
vrij conservatieven, 65 nationaal liberalen,
22 leden der vrijzinnige Bcrgpartij.
Verder 7 leden van vrijzinnige vereeni-
gingen, 100 leden van het Centrum, 15
Polen, 6 socialisten en 5 zonder bekende
partij.
25 herstemmingen moeten plaats hebben.
Lindau, 8 Juni. Op den bergspoorweg
bij Bregeur stortte een rotsblok op een
voorbijrijdenden trein en trof den laatsten
wagen, die met de drie voorafgaande in
dc Ach geworpen werd. Twintig personen
werden verwond en twee vermist.
BELGIË.
De schadeloosstelling, die de Belgische
regeering voor het spoorweg-ongeluk te
Contich te betalen heeft, bedraagt 3
millioen francs.
Namen, 6 Juni. Bij Rochefort is, op den
overweg van de spoorbaaneen rijtuig
met 8 personen door een rangecrenden
trein aangereden en verbrijzeld. Er werden
5 mënschen gedood en 3 gewond.
NEDERLAND.
Apeldoorn, 8 Juni. Alhier is plotseling
overleden de heer mr. J. G. van Deinse,
oud-lid der Tweede Kamer. Van 1894 tot
1901 had hij zitting voor het district
Hontenisse; hij behoorde tot de liberale
partij. In laatstgenoemd jaar werd hy ver
vangen door een katholiek lid.
De overledene was vroeger notaris te
Hulst en lid der Provinciale Staten van
Zeeland.
Wijl hij voornemens was Apeldoorn
metterwoon te verlaten, was hij gelogeerd
in het hótel Oranjepark.
Arnhem, 6 Juni. Door den Commis
saris der Koningin in deze provincie zijn
in Mei 650 bewijzen van Nederlandschap
afgegeven, bijna alle aan personen die in
Duitschland gaan werken. In de eerste
vier maanden van dit jaar werden 2500
van dergelijke bewijzen afgegeven.
Amsterdam, 6 Juni. Er schijnt weder
een nieuwe inktwerper te zijn opgestaan.
Gisterenavond wandelde de 18-jarige S. B.
in de Korte Leidschedwarsstraat, toen zij
plotseling door een opgeschoten jongen
in het gelaat werd gestreken. Thuis ge
komen, ontwaarde zij dat haar kleed door
een donkerblauwe verf of inkt bedorven was.