ZIERIKZEESGHE
NIEUWSBODE.
Dinsdag 19 Mei 1908.
Tweede Blad.
Cour an 1).
NIEUWSTIJDINGEN.
(Z ierik.zeeaclie
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
Voor het buitenland, verzending eens per week,
10,— per jaar bij vooruitbetaling.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
63ste JAARGAN6. No. 8618.
Uitgever-HoofdredacteurA. FRANKEL,
Oude Haven D 493.
Redacteur: J. WAALE.
Advertentiën, van 1—3 regels 30 Cts.,
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeurs A. i. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
AZIË.
Onder de Engelsche troepen aan de
N. W. grens van Indië zijn er gevallen van
cholera voorgekomen, zoodat 2 bataljons
voetvolk, die met generaal Willcocks mee
tegen de Mohmands zouden optrekken,
achterblijven. Een bataljon Bergschotten
levert nu de eenige blanke troepen bij de
expeditie.
AMERIKA.
Acht kleine steden in Arizona werden
door den vreeselijken wervelwind, waarvan
reeds melding is gemaakt, verwoest. Op
't alleronverwachts woedde de tornado
over 't westelijk deel der Vereenigde Staten.
Huizen werden eenvoudig omvergegooid
en met den grond gelijk gemaakt, zoodat
niets dan puinhoopen overbleven. Duizen
den boomen werden ontworteld en door
den wind meegesleurd. Ook voor de
korenvelden is de schade enorm.
In Arizona kwamen 42 personen om
't leven, terwijl honderden meer of minder
ernstig gewond werden.
Ook over den staat Illinois woedde een
vreeselijke storm. De stad Mullenberg
werd bijna geheel vernield. 20 personen
kwamen er om 't leven.
Een New-Yorksch blad beweert, dat er
in Arizona en Illinois samen 100 personen
gedood werden. Nadere bizonderheden
ontbreken tot dusver.
De New-Yorksche politie houdt er
een eigenaardige wijze op na om auto
mobilisten, die te snel rijden, te vangen.
Aan beide zijden van den weg worden
agenten opgesteld, voorzien van chrono
meters en, twee aan twee, van een lang,
sterk touw. Zoodra een automobiel met
te groote snelheid komt aanrijden, heffen de
agenten het touw op ter hoogte van den
hals van den bestuurder, die daardoor wel
gedwongen wordt te stoppen. Dan kan
de rijder niet ontsnappen. Onder de auto
mobilisten heerscht heel wat verontwaar
diging over deze lang niet ongevaarlijke
methode.
ITALIË.
In de San Marco-gevangenis te Venetië
ontstond dezer dagen een geweldig oproer,
dat slechts met de uiterste moeite gedempt
kon worden. De arrestanten in één der
cellen hadden er over geklaagd, dat hun
voorgediende soep eenvoudig niet te eten
was. De directeur proefde het gerecht en
beweerde, dat er niets op te zeggen viel.
Als antwoord daarop begonnen de arres
tanten een hongerkuur en werden daarvoor
tot straf in verschillende cellen opgesloten.
Hiermede begon het eerste schandaal.
De mannen gilden en schreeuwden als
bezetenen, en wisten zooveel weerstand
te bieden, dat van de zeven personen
slechts drie uit de cel gehaald konden
worden. Toen men den volgenden ochtend
de vier anderen van elkaar wilde scheiden,
proclameerden de tweehonderd personen,
die de gevangenis bevolken, een formeel
oproer. Er ontstond zoo'n woest lawaai,
dat duizenden menschen zich voor het
gebouw verzamelden en er een sterke
militaire macht gerequireerd moest worden.
De arrestanten hielden de deuren aan den
binnenkant stevig dicht en richten er
barricaden van bedden, matrassen en
tafels op.
Teneinde bloedvergieten te voorkomen,
wilde men ten slotte de brandweer met
haar slangen in actie laten treden, doch
vóór zij aangerukt was, hadden de soldaten
met de kolven hunner geweren de cel
deuren opengestooten. Er ontstond een
verwoede strijd, die eerst eindigde, toen
alle arrestanten aan handen en voeten
geboeid waren.
ZWITSERLAND.
Op Beatenberg is de vorige week een
groot stuk grond naar beneden gestort.
Van de vier mannen, die er zich op
bevonden, zijn er drie in modder en slijk
gestikt. De vierde, tot de middel in de
modder gezakt, kon gered worden.
RUSLAND.
Volgens de Handels- und Industrie-Ztg.
is de stand van het wintergraan in de 21
gouvernementen van Midden-Rusland tot
den 25en April (ouden stijl) als volgt:
Onbevredigend in Rjasan, Koersk, Tsjer-
nigof, Mohilef, Zuid-Minsk, Oskofno,
Nordgrobno en in de kringen grenzende
aan Smolensk, Kaloega, Toela en Zuid-
Samara. Goed in Perm, Tambof, Woro-
nesk. Voldoende in de overige gouverne
menten. De schade is met zekerheid
veroorzaakt door inwendig rotten als
gevolg van groote vocht en het langzaam
smelten van de sneeuw. De werkzaam
heden op de zomerakkers zijn door het
koude weder en de vele nattigheid vertraagd.
De bouwlanden voor het zomergraan moeten
door het omploegen van het wintergraan,
hoofdzakelijk in het Noordwesten, aan
zienlijk vergroot worden.
ENGELAND.
Te Carrick-on-Suirin Ierland, is,
volgens een Engelsch blad, Dinsdag een
man van 110 jaar overleden, met name
Ryan, boer en veekooper. Tot nog een
jaar geleden, dus op 109-jarigen leeftijd,
zegt het blad, kwam Ryan op de veemarkt
zaken doen. Zijn leven lang is hij geheel
onthouder geweest.
Lord Avebury heeft bij het Engelsche
parlement een wetsontwerp ingediend
volgens hetwelk de invoer, verkoop of
ruilhandel in vogelveeren, behalve die van
den struisvogel en van den eiber, verboden
zal zijn.
Door deze strenge maatregelen hoopt
men de vogeluitroeiing, veroorzaakt door
dwaze modes in dameshoeden, tegen te
gaan.
In de laatste zes maanden van 't vorig
jaar, werden er te Londen 19,743 paradijs-
vogel-lijken en 1411 pakken witte reiger-
veeren verkocht, waarvoor 115,000 vogels
geofferd moesten worden. Zware geldboeten
worden op de overtreding der voorgestelde
wet gesteld. Mocht het ontwerp worden
aangenomen, dan treedt het den eersten
Januari 1909 reeds in werking.
FRANKRIJK.
Jeanne Weber ontkent; zij blijft vol
houden, dat het kind plotseling gestorven
is, zonder dat zij begreep wat er gebeurde.
Er is opnieuw een lijkschouwing van het
kind gehouden, en thans hebben de doctoren
een officieel rapport opgesteld, waarin zij
mededeelen, dat de dood het gevolg moet
zijn van verstikking door middel van een
zakdoek; welke zakdoek in het vertrek is
gevonden, met bloed bevlekt.
Ook Jeanne Weber is door genees
kundigen onderzocht, om vast te stellen
of bij haar teekenen te vinden waren van
tegenstand, door den kleinen Poirot ge
boden. Er werd echter niets gevonden. De
doctoren hebben hun onderzoek niet uit
gestrekt over de geestvermogens van de
moordenares, maar toch heeft één van hen
aan een verslaggever als zijn meening te
kennen gegeven dat zij toerekenbaar is.
De Matin heeft over die quaestie den
grooten criminalist Lombroso uitgehoord
en deze zeide dat, afgaande op wat hij
over de zaak had gelezen, hij van meening
was, dat Jeanne Weber een zwaar erfelijk
belaste is. Hij maakte dat ook op uit een
photographie van de moordenares, welke
men hem toonde. Hij houdt haar voor een
hysterische epileptica, die onder den in
vloed van alcohol er een pervers genot in
vindt kinderen te vermoorden. Dergelijke
gevallen zijn meer voorgekomen.
Wanneer men dat alles leest, dan wordt
de schuld van de personen, die de vrij
lating dezer ontzaglijk gevaarlijke persoon
hebben bewerkt, steeds grooter. Nu komen
ook de ouders van de vroeger gestorven
kinderen wier dood op rekening van
Jeanne Weber gesteld werd met klachten
voor den dag. Veel opzien baart de be
wering van Jeanne's schoonbroer, die twee
dochtertjes verloor, die waarschijnlijk door
ha ar werden vermoord. Volgens zijn zeggen
heeft de Parijsche arts, die verklaarde, dat
zijn kind niet door moord om het leven
gekomen is, het lijkje niet goed onderzocht,
daar hij het niet eens heeft ontkleed. De
arts, zoo beweert Jeanne's schoonbroer,
heeft voor de jury gezegd, dat hij het lijkje
wèl heeft ontkleed. De dokter tracht zich
nu te verdedigen: hij zegt dat hij, al
werden de kleertjes niet alle uitgetrokken,
toch deel voor deel het lichaampje heeft
ontbloot en aan een onderzoek onder
worpen.
Onder ontzaglijke deelneming is de
kleine Marcel Poirot te Commercy ter
aarde besteld. De geneeskundigen hebben
eenparig ontwijfelbaar vastgesteld dat de
dood een gevolg was van verworging.
Een vrouw, die Jeanne Weber bij haar
eerste bevalling geholpen had, heeft aan een
verslaggever een mededeeling gedaan, die
wellicht het psychologische raadsel kan
ophelderen, dat de kindermoordenares op
levert. Zij verklaarde dat Jeanne toen een
brave vrouw was, die op goeden voet met
haar man leefde. Het was een vredig
huishouden. Zij voedde het kind zelf, doch
in zijn elfde maand stierf het aan stuipen.
De vrouw verklaarde, dat zij nooit zulk
een smart gezien had als Jeanne Weber
toen toonde. Zij werd ziek en haar krank
zinnigheid dagteekent uit dien tijd. Dagelijks
ging zij een mandje met eetwaren naar het
graf van haar kind brengen; de duurste
vruchten, de heerlijkste gerechten, met
uiterste zorgvuldigheid toebereid, plaatste
zij bij het graf.
„Eens ontmoette ik haar", zeide de
vrouw, „toen zij van het kerkhof terugkeerde.
Wij praatten wat. Toen wij eenige kleine
kinderen rondom ons zagen stoeien, zeide
zij met verwarden blik en geheel ver
anderde stem: „De kinderen van anderen
kan ik niet zien sinds mijn kleine
Margrietje in den hemel is; ik heb lust
ze in mijn armen dood te drukken, dat
zou mij goed doen; ik kan ze niet meer
levend zien, en het doet mij goed hen
dood te zien". Daarop was zij ijlings
heengegaan".
Professor Thoinot, hoogleeraar in de
gerechtelijke geneeskunde te Parijs, heeft
tegenover een medewerker van den Temps
volgehouden, dat de geneeskundigen, die
de plotseling gestorven kinderen Weber in
1905 onderzochten, zich stellig niet ver
gist hebben. Het onderzoek heeft plaats
gehad in tegenwoordigheid van een vijf
tiental leerlingen der instelling voor
gerechtelijke geneeskunde. Geenerlei bizon-
dere verwonding werd gevonden; het was
niet aan te toonen dat de dood van deze
kinderen veroorzaakt was door misdrijf.
Ook professor Brouardel en dr. Descoust
onderschreven die conclusie.
Zijn de kindertjes Weber destijds op
misdadige wijze omgebracht, dan is dat
geschied op een wijze die de gerechtelijke
geneeskunde niet kent.
Over het later voorgekomen geval van
het kind Bazouvet zei prof. Toinot, dat
dr. Audiat, die dat kind onderzocht, wel
plekken aan den hals ontdekte, maar toch
geloofde, dat het kind een natuurlijken
dood gestorven was. Eenige dagen later
echter, na een nieuw onderzoek, verklaarden
Audiat en nog een andere geneesheer met
ernstig voorbehoud, dat het kind op ge
welddadige wijze zou zijn omgebracht.
Deze uitkomst was gecontroleerd door
Thoinot zelf, samen met twee andere
doctoren. „Wij achten de conclusie van
geweldpleging niet gewettigd, en een
nieuw onderzoek, zegt Thoinot, dat ten
slotte heeft plaats gehad in tegenwoordig
heid van mijn leerlingen, heeft tot de
'uitkomst geleid, dat er geen sporen van
geweld aanwezig waren, maar wel sporen
van typhus. Het kindje was trouwens al
vóór zijn dood ziek geweest".
DUITSCHLAND.
Uit Münster wordt geschrevenDewed.
Heines, uit Eiche, werd door krampen
overvallen, die zóó hevig werkten, dat men
de vrouw voor dood beschouwde. De
voorbereidende maatregelen tot de be
grafenis waren reeds getroffen. Men wilde
het „lijk" in de doodkist leggen, toen er
tot ontzetting der omstanders plotseling
leven in de vrouw kwam. Ze sloeg eens
klaps de oogen op en zag hare omgeving
verwonderd aan. Zoo werd de schijndoode
op het laatste oogenblik gered.
De vorige week zijn eindelijk de afge
zanten van den Marokkaanschen tegen-
sultan Moelay Hafid op het ministerie van
buitenlandsche zaken te Berlijn ontvangen
de legatie-raad Langwert von Simmern
stond hen te woord. Zij overhandigden
dezen heer een eigenhandig schrijven van
Moelay Hafid en verklaarden, dat deze
feitelijk meester was in het geheele land
met uitzondering van de kuststeden en dat
hij bovendien volgens de verklaring van
de oelama's op grond van den Koran en
de godsdienstige rechtsgebruiken moest
worden beschouwd als de eenige recht
matige sulfan van Marokko. Moelay Hafid
verklaarde zich bereid zich te houden aan
de gesloten verdragen, meer in het bizonder
aan de acte van Algeciras en alle mogend
heden op gelijken voet te behandelen. Hij
verzocht de keizerlijke regeering zich in
verbinding te stellen met het Fransche
gouvernement en de regeeringen, die de
acte hadden onderteekend, ten einde te
bewerken, dat de Fransche troepen en
schepen werden teruggeroepen en er een
einde zou komen aan den oorlog. Hij zou
dan ten spoedigste de rust in het land
herstellen en zijn bizondere aandacht
wijden aan den handel met de mogend
heden.
Natuurlijk werden de afgezanten vrijwel
met een kluitje in het riet gestuurd. Moelay
Hafid was nog geen erkende machthebber,
en daarom stond niet de plaatsvervangende
minister van buitenlandsche zaken hen te
woord, maar Langwert die deel uitmaakt
van de legatie In Tanger en daardoor met
de Marokkaansche zaken vertrouwd is. Ik
heb, zei de heer Langwert, natuurlijk geen
opdracht u iets bepaalds te beloven, maar
moet het aan de keizerlijke regeering over
laten, of en wanneer zij in uw verklaringen
aanleiding zal vinden om zich met Frankrijk
en andere mogendheden, die deel hebben
genomen aan de conferentie, in verbinding
te stellen. Dat de keizerlijke regeering er
naar streeft de acte van Algeciras te hand
haven is bekend. Haar wensch is, dat in
Marokko ten spoedigste weder een normale
toestand intreedt. Dit kan slechts geschieden,
wanneer aan den binnenlandschen oorlog
om de heerschappij over Marokko zoo
spoedig mogelijk een einde komt.
De woorden zijn voorzichtig gekozen,
en Frankrijk zal er zich weinig aan kunnen
ergeren, waarvoor in tegendeel wel reden
zou zijn, wanneer de regeering in deze
dagen gehoor gegeven had aan de
inblazingen der chauvinistische pers.
Wiesbaden, 15 Mei. Hedenmorgen is
het standbeeld van Willem I, Prins van
Oranje (het werk van prof. Walter Schott)
plechtig onthuld. Het beeld is een afgietsel
van hetzelfde gedenkteeken op het terras
van het paleis te Berlijn.
De Keizer hield een toespraak, waarin
hij op het eerlijke karakter en den helden
aard van* zijnen voorvader wees, wiens
levensschip door wilde golven ver weg
gedreven is, maar wien hier, aan de milde
bronnen van zijn geboorteland, een stand
beeld gewijd zal zijnwaaraan zijne
Nassausche landslieden altijd trouwe zorg
mogen wijden.
Na de redevoering werden de vaandels,
die het standbeeld bedekten, omhoog ge
trokken. De eere-burgemeester Von Hel
antwoordde met een woord van dank
betuiging.
De Keizer bracht vanmorgen 11 uur
een bezoek aan den Koning der Belgen,
die hier voor zijn gezondheid vertoeft.
Daarop ontving Keizer Wilhelm om 12.30 u.
in het Koninklijk paleis een bezoek van
Koning Leopold, die vervolgens ook door
de Keizerin werd ontvangen.
De Koning werd met de heeren van zijn
gevolg door het Keizerlijk echtpaar aan
de lunch genoodigd.
BELGIË.
Het Vlaamsche dorp Leupeghem, bij
Oudenaarde, heeft een aanval van lansiers
te doorstaan gehad. Een der inwoners had
een lansier mishandeld en nu kwamen
honderd mannen van zijn regiment naar
het dorp, om hun makker te wreken. Zij
sloegen vele ruiten stuk, plunderden en
vernielden wat hun voor de hand kwam.
Maar den nacht daarna werd het nog erger.
Nu kwam er een groote troep lansiers
met bijlen, houweelen en ijzeren staven
en zij vernielden het huis van Desmet, den
man, die den lansier had mishandeld.
Desmet en zijn gezin vluchtten over het
dak in naburige huizen.
Er heerscht groote ontsteltenis te Leupe
ghem en het dorp wordt door gendarmes
bewaakt.
NEDERLAND.
Enschedé, 15 Mei. Terwijl hedenmiddag
ten huize van den aannemer Ten P. aan
den Noorderhagen alhier, diens één-jarig
zoontje eenige oogenbiikken onbewaakt op
de bovenkamer was gelaten, wist het kind
bij het venster te komen, en stortte van
daaruit op straat. Met verbrijzelden schedel
werd de arme kleine opgenomen en naar
het ziekenhuis vervoerd.
Utrecht, 13 Mei. Een poelier alhier zond
eenige weken geleden ruim 3000 duiven
(levende) naar Monte-Carlo (Italië), welke v
dieren moesten dienen voor een schiet-
concours aldaar. Natuurlijk worden niet
alle het slachtoffer der schietlustigheid;
soms weten de dieren aan het schot, dat
hen van verschillende kanten bedreigt, te
ontkomen. Zoo arriveerden eergisteren bij
den vorigen eigenaar, in ons land 3 exem
plaren gezond en wel na 3 weken
onderweg te zijn geweest.
Voorwaar een zeldzaam bewijs van
duiventrouw, wanneer men den kolossalen
afstand in aanmerking neemt. i
Dinsdagavond is alhier, bij aankomst
van den laatsten trein uit Leiden, gearres
teerd de 44-jarige te Utrecht woonachtige
conducteur der posterijen, J. H. F., op
wien reeds langen tijd verdenking rustte
dat hij geldswaarde uit brieven verduisterde.
Bij de fouilleering werden geldswaarden,
ontvreemd uit een van Schiedam naar
Nunspeet verzonden en geschonden aan
gekomen aangeteekend pakket, op hem
bevonden.
De man is ter beschikking der justitie
gesteld.
Rotterdam, 13 Mei. Ten huize van mr.
P. D. Kley alhier, dijkgraaf van Schieland
en lid der Provinciale Staten, wonende
aan den Haringvliet 34, ontwaakte vannacht
halfeen één der vrouwelijke huisgenooten
en bemerkte, dat er onraad was op het plat
der derde verdieping aan den tuinkant. Zij
telefoneerde onmiddellijk om politie, terwijl
een waker van den gecontroleerden parti
culieren nachtveiligheidsdienst, dienst
doende bij de Goesche boot aan den
Haringvliet, alarm .blies, waarop de in
specteur J. de Leeuw en enkele agenten
spoedig verschenen.
Door het alarm waren intusschen ook de
inbrekers gewaarschuwd geworden; dezen
trachtten nu eerst met geweld binnen te
dringen in het huis van den heer Kley door
het verbreken van een glazen deur.
In dien tusschentijd werd echter het huis
geheel omsingeld. De inbrekers bleven
echter doorwerken en lieten zich afglijden
op een plat der tweede verdieping van
pand 32, waarin het warenpakhuis der
firma J. H. Verstegen gevestigd is. Dit
pand was aan de Haringvliet-zijde gesloten,
zoodat één der firmanten geroepen moest
worden. Door een liftkoker daalden de
inbrekers af in het benedengedeelte van
het pakhuis der firma Verstegen en kwamen
zoodoende in het pakhuis en het kantoortje. j
Daar werd alles doorsnuffeld, waarna zij,
geen uitweg ziende, zich verscholen op de
tweede verdieping van het pand. Om 3
uur werden zij aldaar door de politie en
den veiligheidsdienst gegrepen.
Het bleken te zijn drie nog jonge in
brekers, genaamd: Thomsen, Kouwen èn j
Tydeman. I
De rechter van instructie, mr. L. E.
Visser, vergezeld van den commissaris van
politie, den heer M. B. van der Hoeven,
heeft vanmorgen een uitgebreid onderzoek
ingesteld in de beide panden, waarbij de
inbreker K. tegenwoordig was tot het geven
van inlichtingen.
De politie heeft ontdekt, dat de in
brekers, die gisteren op heeterdaad werden
betrapt bij de inbraak ten huize van mr.
Kley, dezelfde zijn als de inbrekers die
verleden week hun slag hebben geslagen
bij de stuwadoorsfirma Van Coevorden,
aan de Prins Hendrikkade. Bij de huis
zoeking bij een der gearresteerden, Tomsen,
vond de politie namelijk een kistje sigaren,
van de voornoemde inbraak afkomstig.
De aanhouding van den vierden inbreker
Jan Dettingmeijer, geschiedde na een huis
zoeking ten huize van één der andere
gearresteerden, waar men drie portretten
vondin een daarvan herkende men J. D.
Alhier zijn een 84-jarige schipper en
zijn 17-jarige zoon, die op een lichter-
schip verbleven, aan meningitis overleden.
De vergadering, dezer dagen in het
Mansion House te Londen gehouden,
waar de hertogin van Albany een motor
boot aanbood aan de afdeeling Rotterdam