ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Zaterdag 28 Maart 1908.
Eerste Blad.
RECLAMES.
(SS i e r i Is. z e e s c h. e
Cour an t).
Bericht.
H.H. Winkeliers
Nu is het de tijd
Mei lotortan iep hooMelijlen omslag 1508.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
Voor het buitenland, verzending eens per week,
10,— per jaar bij vooruitbetaling.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
63ste JAARGANG. No. 8597.
Uitgever-Hoofdredacteur a A. FRANKEL,
Oude Haven D 493.
Redacteur: J. WAALE.
Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cts.,
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeurs A. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
Dit nummer
drie bladen.
bestaat uit
Zij, die zich met 1 April a.s. op ons
blad abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers gratis.
Alle Brievengaarders en Boekhande
laars nemen abonnementen aan.
De Directeur,
A. J. DE LOOZE.
1—5 regels 75 cts. Elke regel meer 15 cts.
Vraagt H. JANSEN'S
droogbfijvende Babbelaars,
in 10 verschillende soorten,
scherp concurreerende
p r ij z e n.
Koek- en Suikerbakkerij,
Poortvliet.
stalen aan te vragen en keuze te
maken voor Uwe Tapijten. Wij hebben
ontvangen een rijke en uitgebreide
keuze in Gebloemde-, Gestreepte- en
Tapestry-Tapijten, nieuwste des
sins, die zoowel in kwaliteit als prijs
boven alle anderen uitmunten. Naaien
en leggen onzer tapijten, volgens het
nieuwste systeem, geschiedt geheel
kosteloos. Aanstaande week verwach
ten wij eene groote partij Gebloemde
en Gestreepte Koehaar-Karpetten, in
de welbekende kwaliteiten. Al onze
Tapijten en Karpetten worden uit de
beste grondstoffen gefabriceerd en zijn
de kleuren beslist standhoudend. Zij,
die dit voorjaar een tapijt willen koo-
pen, zouden wij aanbevelen thans de
stalen aan te vragen en keus te maken.
De levering geschiedt geheel naar
verkiezing direct of later.
Aanbevelend HAAIJER, Tholen.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Zierikzee maken bekend, dat het primitief kohier
van den hoofdelijken omslag dezer gemeente,
over het dienstjaar 1908, op den 20 Maart j.I.
door de Gedeputeerde Staten van Zeeland is
goedgekeurd, op heden aan den Gemeente-
intvanger ter invordering is gezonden, en van
heden af gedurende vijf maanden ter Secretarie
der gemeente voor een ieder in afschrift ter
lezing ligt.
Voorts wordt in herinnering gebracht, dat
binnen twee maanden na de goedkeuring van
het kohier de aanslagbiljetten worden uitgereikt,
en binnen drie maanden n& die uitreiking de
aangeslagenen tegen hun aanslag bij den Raad
bezwaren kunnen Inbrengen, bij verzoekschrift
op ongezegeld papier; alsmede dat ieder verplicht
is zijn aanslag op den bij de Verordening op de
invordering van genoemde belasting bepaalden
voet te voldoen.
Zierikzee, den 27 Maart 1908.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Zierikzee maken bekend, dat het primitief kohier
der belasting op de honden dezer gemeente, over
het dienstjaar 1908, op den 20 Maart j.I. door de
Gedeputeerde Staten van Zeeland is goedgekeurd,
op heden aan den Gemeente-Ontvanger ter in
vordering is gezonden, en van heden af gedurende
vijf maanden ter Secretarie der gemeente voor
een ieder in afschrift ter lezing ligt.
Voorts wordt in herinnering gebracht, dat
binnen twee maanden na de goedkeuring van
het kohier de aanslagbiljetten worden uitgereikt,
en binnen drie maanden nè die uitreiking de
aangeslagenen tegen hun aanslag bij den Raad
bezwaren kunnen inbrengen, bij verzoekschrift
op ongezegeld papier; alsmede dat ieder verplicht
is zijn aanslag op den bij de Verordening op de
invordering van genoemde belasting bepaalden
voet te voldoen.
Zierikzee, den 27 Maart 1908.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De staking van de verslaggevers der
zittingen van den Duitschen Rijksdag is
geëindigd. Men weet, wat tot deze eigen
aardige, niet dagelijks voorkomende staking
aanleiding heeft gegeven. De afgevaardigde
Erzberger had in zijn rede, waarin hij de
koloniale staatknnde besprak, o. a. gezegd,
dat de inboorlingen ook menschen zijn
met een onsterfelijke ziel, en dat zij tot
dezelfde eeuwige bestemming geroepen
zijn als andere menschen. Deze woorden,
waarvan de juistheid door niemand zal
betwist worden, die uitgaat van het stand
punt, dat alle menschen voor God gelijk
zijn, wekte de lachlust van eenige op de
perstribune gezetene verslaggevers op. Dat
is zeker onbetamelijk, omdat de verslag
gever zich behoort tc onthouden van goed-
of afkeuring, zoolang hij in functie is, maar
dit gaf toch aan het rijksdagslid Gröber
niet het recht de journalisten uit te maken
voor „Saubengel" (zwijnjakken). Over deze
uitdrukking, grof en onverdiend, waren de
journalisten van de Rijksdagtribune terecht
zoodanig gegriefd, dat zij besloten niet
meer verslag van het verhandelde in de
rijksdagszitting te zullen geven, zoolang niet
Gröber zijn leedwezen over zijn grofheid had
uitgesproken. Deze was aanvankelijk daartoe
niet te bewegen, maar is ten slotte voor
den aandrang zijner medeleden gezwicht.
In den Rijksdag verzocht hij namelijk,
wanneer hij zijn verontwaardiging over
het gelach op de perstribune op onparle
mentaire wijze geuit heeft, daarvoor ver
schooning. De vergaderde journalisten
namen hierop met 70 tegen 2 stemmen
een resolutie aan, waarin zij, kennisnemend
van de verontschuldiging, die de af
gevaardigde Gröber ohder den aandrang
der partijen heeft gemaakt, verklaarden in
het belang van het land en van het
parlement hun werkzaamheden te zullen
hervatten. Hiermede is deze noch nicht
dargewesene staking geëindigd. Von Bülow
had wegens de staking zijn rede over de
buitenlandsche staatkunde uitgesteld, omdat
zij meer bestemd was door het buitenland
te worden gelezen, dan door den Rijksdag
te worden aangehoord. Nu de verslaggevers
tot hun arbeid waren teruggekeerd, hield
hij zijn rede, die in hoofdzaak besprak
den bekenden veelbesproken brief, welken
de Keizer aan Lord Tweedmouth geschreven
heeft, en waarover de Times een zoo
groot kabaal gemaakt had. Von Bülow
zeide, dat de brief geen regeerings-
handeling was, maar dat de Keizer dien
als privaat-persoon geschreven had.
Bij de betoogingen te Berlijn voor
invoering van algemeen kiesrecht ten
behoeve van den Pruisischen Landdag,
zijn, zooals men zich herinneren zal,
eenige opstootjes geweest, waarbij klappen
zijn gevallen. Onderscheidene manifestanten
zijn bij die gelegenheid door de politie in
hechtenis genomen. Zij zullen nu terecht
staan, niet wegens „gröber Unfug" of
wegens verzet tegen de politie, maar
wegens oproer, waarop tuchthuisstraf staat.
De Keizer is op dit oogenblik te Venetie
de gast van den Koning van Italië.
De Fransche Kamer heeft, gelijk in
dit blad reeds medegedeeld is, voor de
overbrenging van het stoffelijk overschot
van Emille Zola naar het Pantheon op 4
Juni, een crediet van 35000 fr. toegestaan.
Naar aanleiding van dit besluit heeft
Charles Lannes, baron de Montebello,
een verzoek tot de regeering gericht om
het lijk van zijn grootvader, den maarschalk
Lannes, dat ook in het Pantheon is
bijgezet, naar de begraafplaats van Mont-
martre te mogen overbrengen, aangezien
de nagedachtenis van zijn vermaarden
voorzaat, die in den oorlog met Duitsch-
land sneuvelde, door het gezelschap van
Zola zou ontwijd [worden. De regeering
zal wel afwijzend beschikken op dit
verzoek, dat een politiek bijsmaakje heeft.
Door een wet toch is maarschalk Lannes
ia het Pantheon gekomen. En nn kan een
wet niet door een ministeriële beschikking,
maar slechts door een wet worden op
geheven. Indertijd was het stoffelijk omhulsel
van graaf de Mirabean ook door een wet
in het Pantheon bijgezet. Maar toen men
later tot de ontdekking kwam, dat Mirabean
door het Hof was omgekocht, dat zijn
schulden betaald had en hem een jaargeld
had verleend, werd bij conventie-besluit
het lijk uit het Pantheon verwijderd.
De Russische Regeering heeft ten
behoeve van de uitbreiding en reorganisatie
der vloot bij de Rijksdoema het bagatelletje
van drie milliard roebeis aangevraagd. Hoe
reactionnair deze Doema ook wezen moge,
zij deinsde toch, wetend, hoeveel er aan
den strijkstok blijft hangen, hoeveel door
de ambtenaren gestolen wordt, en hoe
ontzettend door de leveranciers geknoeid
wordt, voor het toestaan van dit enorm
bedrag terug. De Rijksraad echter, die
voor geen klein geruchtje vervaard is,
bewilligde de som. Arme belastingbetalers!
Stoessel, de voormalige kommandant van
Port-Arthur, is 's nachts van zijn bed op
gelicht en naar de Peters- en Paulsvesting
overgebracht, waar hij in een cel, gelegen
naast die van admiraal Nebogatoff, is op
gesloten. Hem is de gunst toegestaan,
dat zijn vrouw de cel mag meubileeren.
Hij zal ook wel beter gevoerd worden dan
de politieke gevangenen, die in de meeste
Russische gevangenissen niet slechts schan
delijk eten ontvangen, maar ook nog op
barbaarsche wijze behandeld worden,
zoodat zij, om daaraan een einde te maken,
vaak besluiten den hongerdood te sterven.
De Peters- en Paulsvesting is één van
de ergste gevangenissen -vah Rusland. In
menige Siberische gevangenis hebben de
gevangenen het beter, dan in deze.
Maria Spiridonof, die indertijd door
Russische officieren zoo gruwzaam mishan
deld is, is uit Siberië ontvlucht.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
(Iswolsky), heeft bij den Rijksraad een wets
ontwerp ingediend tot verheffing van de
Russische legatie te Tokio tot een gezant
schap. Dit voorstel is het resultaat van
de tegenwoordig door Japan ingenomene
positie.
De Italiaansche Senaat heeft een wets
ontwerp aangenomen, waarbij de nacht
arbeid voor bakkers wordt afgevraagd.
De ex-minister Nasi, onlangs door den
Senaat veroordeeld, is door de Italiaansche
Kamer van het lidmaatschap der Kamer
vervallen verklaard.
Japan heeft de Amerikaansche Armada,
die een rondreis om de wereld doet, uit-
genoodigd tot een bezoek aan één harer
havens. De Amerikaansche regeering heeft
de uitnoodiging aangenomen.
BELGiC.
Brussel, 25 Maart. De koloniale com
missie heeft nu een definitief besluit ge
nomen betreffende het koloniale wetsontwerp
en de overeenkomst omtrent het overnemen
van den Congostaat door België.
Het wetsontwerp werd in zijn geheel
door haar aangenomen met 11 tegen I
stem en de inlijving werd aangenomen met
10 tegen 2 stemmen (1 onthouding).
NEDERLAND.
Arnhem, 26 Maart. Hedenmorgen is
vermoedelijk door onvoorzichtigheid met
vuur tijdens het schaften het in aanbouw
zijnd paviljoen der vrouwen-afdeeling van
het krankzinnigengesticht in brand geraakt
en afgebrand.
De andere paviljoenen hebben geen
schade geleden.
Bij den brand is niemand gekwetst ge
worden.
De brandweer van Oosterbeek was
aanwezig.
De schade wordt geraamd op f 15 f20,000.
De verzekering is op Beurspolis.
Terschelling, 25 Maart. Het hooge
bezoek, waarvan ons heden de eer te beurt
valt, is voor ons eiland een heugelijke
gebeurtenis. Was het reeds sedert geruimen
tijd een verblijdend nieuws, te vernemen,
dat de Staatscommissie van Toezicht op
het Reddingswezen de instellingen te dezer
plaatse van de Noord- en Zuid-Holiandsche
Reddingmaatschappij zou komen inspec-
teeren, hoeveel te meer was dit het geval,
toen het zekerheid werd, dat niemand
minder dan Z. K. H. Prins Hendrik der
Nederlanden op dit plekje grond te midden
van de zilte wateren ook voet aan land
zou zetten.
Het groot getal reddingen, door de drie
alhier gestationneerde booten der genoemde
Maatschappij verricht, is voornamelijk
aanleiding tot dit hoog bezoek.
Ouden van dagen herinneren zich nog,
dat de toenmalige Kroonprins Willem van
Oranje op nog jeugdigen leeftijd Terschelling
bezocht heeftdoch overigens weet de
geschiedenis van ons eiland een dergelijk
feit niet aan te wijzen. Geen wonder dus,
dat thans de burgerij zich beijverd heeft
om Prins Hendrik der Nederlanden een
waardige, doch niettemin feestelijke ont
vangst te bereiden.
Hedenmiddag kwam de Prins, ver
gezeld van zijn adjudant, de Staatscom
missie en acht leden van het hoofdbestuur
der Noord- en Zuid-Hollandsche Reddings
maatschappij hier aan.
Om halfvijf stoomde de „Heerenveen"
de haven binnen, waar een rijke vlaggen-
tooi het hooge gezelschap het welkom
toeriep. Een dubbel muziekkorps begroette
den Prins met het „Wilhelmus".
Op het plankier werd Z. K. H. opgewacht
door burgemeester en wethouders en volgde
de voorstelling van de leden der plaatselijke
reddingscommissie.
Daarna hield de burgemeester, de heer
F. de Wit, tot den Prins de volgende
toespraak
„Het zij mij vergund Uwe Koninklijke
Hoogheid namens de ingezetenen van dit
eiland, bij het voor het eerst betreden
daarvan een hartelijk welkom toe te roepen.
„De belangstelling van Uwe K. H. in
alles wat tot heil van het vaderland kan
strekken, blijkt ook thans weer uit de taak,
die Hoogstderzelve hier op zich heeft
genomen. Ons, kinderen van de zee, die
zoovele moeilijke en gevaarlijke reddingen
hebben meegemaakt, treft het meer dan
anderen, uwe K. H. met toewijding te zien
behartigen ook de belangen van hen, die,
zich vertrouwende op het verraderlijke
element, zonder voldoende hulp een gewisse
prooi der golven zouden zijn geworden.
„Indien mogelijk, zouden wij door dit
uw bezoek nog meer verknocht worden aan
het bij ons zoo geliefde Huis van Oranje,
dat wij als één man houw en trouw zijn
en zullen blijven. Mogen de dagen, door
uwe K. H. op dit schoonste der Wadden-
Eilanden, waar landbouw en veeteelt bloeien
doch de visscherij, waaruit het grootste
gedeelte van de bemanning der redding
booten is voortgekomen, helaas kwijnt
in ons midden doorgebracht, bij uwe K. H.
steeds in aangename herinnering blijven,
gelijk de band, welke ons aan H. M. de
Koningin en uwe K. H. bindt, door dit
hoog bezoek des te meer wordt bevestigd.
„Leve de Koningin! Leve de Prins!"
Nadat door algemeen gejuich met 's bur
gemeesters laatste woorden was ingestemd,
antwoordde de Prins ongeveer 't volgende
„Mijnheer de burgemeester; Mijn vrien
delijken dank voor uwe hartelijke woorden.
Het is mij een groot genoegen uw schoon
eiland te bezoeken en er eenigen tijd door
te brengen.
Het gezelschap begaf zich naar het ge
bouw der Zeevaartschool.
Op weg hierheen stonden op het plein
vóór de Hervormde Kerk de leerlingen der
lagere school en der bewaarschool opge
steld. Op verlangen van den Prins zongen
dezen Z. K. H. het Terschellinger Volkslied
toe, waarvan hem door één der kinderen
de woorden werden overgereikt. Met veel
belangstelling luisterde de Prins naar het
eigenaardige:
O, Skilge, mien landsje
Wat hab ik die je3f,
Wa di net ris prisst
Die fient mi toch de&f!
Onmiddellijk werd nu overgegaan tot
inspectie van de reddingboot te West-
Terschelling, hetgeen slechts weinig tijd
innam.
Na afloop daarvan bezocht de Prins
achtereenvolgens de Zeevaartschool, de
lichttoren Brandaris, de werkplaats der
machinist-leerlingen, de Ned. Hervormde
Kerk waar het orgel bespeeld werd
en het Raadhuis, alles vergezeld door de
Staatscommissie.
Des avonds halfnegen werd aan Z. K. H.
een serenade gebracht door de gezamenlijke
muziekkorpsen en de schoolkinderen. De
leider der muziekuitvoering ontving
's Prinsen persoonlijken dank.-
Donderdagochtend 7 uur vertrekt het
geheele gezelschap naar de dorpen Midsland
en Oosterend, waar de verdere proef
nemingen zullen gehouden worden.
Het voornemen bestaat, dat Z. K. H.
Vrijdagmorgen ook Vlieland zal bezoeken.
De Prins vertrekt dan van hier per torpedo
boot, en zal op de Vlieree overstappen op
de motorboot „Vlieland" van den heer
Bosman.
's-Gravenhage, 26 Maart. De wakkere
wagenbestuurder, de heer C. Reder alhier,
die door zijn oplettendheid een ernstig
ongeval, dat het Koninklijk Echtpaar in de
Parkstraat alhier, heef*, bedreigd, wist te
voorkomen, heeft Woensdagmiddag uit de
handen van den Minister van Landbouw
het hem door H. M. de Koningin toege
kende ridderkruis van de Orde van
Oranje-Nassau ontvangen.
De Minister hield daarbij een hartelijke
toespraak, er op wijzende, dat het aan de
oplettendheid van Reder te danken was,
dat de Koningin en Prins Hendrik gespaard
zijn gebleven.
Bovendien ontving hij nog van de Haag-
sche tram, die hem reeds een gratificatie
van f 25 schonk, een gouden horloge met
de inscriptie: „Ter herinnering aan 26
Februari 1908".
De wakkere bestuurder heeft deze onder
scheiding wel verdiend.
Uit Stad en Provincie.
Zierikzee, 27 Maart. Woensdagavond
vergaderde in de sociëteit „Concordia",
de Pluimvee-Vereeniging „Excelsior".
De voorzitter, de heer J. C. van der
Have, opende op het vastgestelde uur de
talrijk bezochte vergadering.
Tot zuivering der door den secretaris,
den heer Leeuwe, voorgelezen notulen,
deelde de Voorzitter me^ dat afgeweken
moest worden van het besluit der algemeene
vergadering om de jongste Pluimvee-
tentoonstelling in een zaal alhier te houden,
want, dat de deelneming' zóó groot was,
dat het Bestuur zich wel gedrongen zag
tot het doen bouwen van een tent op het
Havenplein.
De in de vorige vergadering door
dr. Van der Hoeven gegevene wenk, is
door het Bestuur ter harte genomen,
want het heeft uit de kas een bedrag
beschikbaar gesteld, ieneinde een dertig
stel broedeieren voor de verloting aan te
koopen.
Door den heer W. Ribbens werd een
keurig verslag van de gehoudene tentoon
stelling uitgebracht. De vergadering betuigde
zijn ingenomenheid er mede door een
levendig applaus.
Tot het nazien der rekening van de
tentoonstelling werden de heeren Vis en
Enzlin aangewezen. Deze bevonden haar
in orde, zoodat z j goedgekeurd werd in
ontvangst tot een bedrag van f 2297,78,
en in uitgaaf tot een som van f 2681,71,
zoodat zij met een tekort van f 383,93
sloot. De Voorzitter deelde mede, dat dit
tekort door de kas der vereeniging
gedekt is.
De Voorzitter betreurde het, dat hij
wegens ziekte de tentoonstelling niet heeft
kunnen bijwonen, maar hij acht zich
gedrongen zijn erkentelijkheid te betuigen
aan hen, die zijn taak hebben overgenomen
en zoo waardig vervuld. Een woord van
dank brengt hij aan de Commissie van
Bijstand en aan den beschermheer, die de
tentoonstelling geopend heeft. Spreker
betreurt .iet, dat wij nu den heer Vermeys
als beschermheer zullen verliezen. Ook
maakt spreker met veel waardeering gewag
van hetgeen de heeren Van Meteren en
J. W. van Oeveren voor de tentoonstelling
gedaan hebben, de laatste in zijn qualiteit
van waarnemend voorzitter der tentoon
stelling. Hij brengt hulde aan den Secretaris
en den Penningmeester voor het reuzen
werk, dat zij verricht hebben, en brengt