ZIERIKZEESCHEiÉg NIEUWSBODE.
Dinsdag 3 Maart 1908.
Eerste Blad.
MiÉetónpn lol verlioopi van
's Lands weerkracht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Uit Stad en Provincie.
(Z ierikzeesche Courant).
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
Voor het buitenland, verzending eens per week,
f 10,— per jaar bij vooruitbetaling.
De prijs per 3 maanden *is f 1,30, franco per post
f 1,60.
63ste 1 AARGANG. No. 8586.
Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL,
Oude Haven D 493.
Redacteur: J. WAALE.
Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cis.,
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
De BURGEMEESTER van Zierikzee;
Gezien een schrijven van den Commandant van
het 3e regiment infanterie, waarbij wordt te
kennen gegeven, dat dit jaar schietoefeningen tot
verhooging van 's Lands weerkracht in deze ge
meente zuilen kunnen worden gehouden, wanneer
daartoe een voldoend aantal deelnemers zich
aanmeldt;
Brengt ter kennis van miliciens- en Jandweer-
plichtigen met groot verlof, kaderreservisten met
onbepaald verlof en voorts van alle mannelijke
ingezetenen van 16—35-jarigen leeftijd, die aan
bovengenoemde schietoefeningen, welke c.q. van
1 Mei tot 1 September en minstens éénmaal per
week, zoo noodig ook op Zondagen, zullen ge
houden worden, wenschen deel te nemen, daarvan
aangifte behooren te doen ter Gemeente-Secretarie
vóór den 10 Maart e.k.
Zierikzee, den 2 Maart 1908.
De Burgemeester voornoemd,
H. C. MOOLENBURGH, Weth., l.'-B.
NEDERLAND.
Sliedrecht, 29 Febr. Thans bevestigt
ook De Standaard het bedanken van dr.
Kuyper voor de candidatuur in Sliedrecht.
Het blad meldt
„Op het gister door ons medegedeelde
telegram, door de Centrale Anti-revo
lutionaire Kiesvereeniging in het district
Sliedrecht aan dr. Kuyper gezonden, heeft
deze het volgende geantwoord:
P. Rijsdijk, Sliedrecht:
Geachte Voorzitter! Mag ik u verzoeken,
zoodra zich hiertoe de gelegenheid aanbiedt,
aan de Kiesvereeniging wel de betuiging
van mijn hartelijken dank te willen over
brengen voor het zoo eenparig in mij
gesteld vertrouwen en voor de eere van
de aanbieding der candidatuur voor Slie
drecht. Ook ik gevoel aan het district,
dat ik gedurende zeven jaar in de Tweede
Kamer vertegenwoordigen mocht, nog
altoos sterke banden, en het kost mij
daarom meer dan ik u zeggen kan, dat
ik de candidatuur niet kan noch mag aan
vaarden. Onder de bestaande omstandig
heden is mij dit, tot mijn leedwezen, op
dit oogenblik niet mogelijk, en ik zal u
daarom moeten verzoeken, althans voor
ditmaal, uw keuze op een anderen candi-
daat te vestigen. KUYPER".
Dinteloord. Onze dorpsgenoot, de heer
D. C. T. Herselman Jr., is benoemd tot
assistent van den agent der Rijksverzeke-
ringbank.
Was er voor enkele weken van hier
uit onder de werklieden een trek naar
Duitschland, om daar van de groote dag-
laonen, zoo men zei, te profiteeren, thans
hebben reeds eenigen hunner de ervaring
opgedaan, dat vlak over de oostgrens van
ons vaderland niet het land ligt over
vloeiende van melk en honig. In de af-
geloopen dagen tenminste keerden enkelen
met pak en zak huiswaarts, om de oude
werkzaamheden, die toch hier ook flink
worden beloond, weer te hervatten.
Zierikzee, 2 Maart. In de bovenzaal
van het café Adriaanse hield de Afdeeling
Zierikzee van den Bond voor Staatspension-
neering Vrijdagavond een openbare ver
gadering waarin als spreker optrad
ds. L. M. de Boer uit Hulst.
De voorzitter, de heer L. Bouter, opende
de vergadering, en leidde den spreker in.
Deze was van gevoelen, dat, waar reeds
de heidensche wijsgeer Plutarchus zelfs
aan de oude paarden en honden het
genadebrood wilde toegekend zien, wij
menschen, levende in de twintigste eeuw,
wel mogen zorgen, dat ouden van dagen,
die arm en voor werken niet meer geschikt
zijn, een staatspensioen erlangen, waardoor
zij in hunne behoeften kunnen voorzien.
Hij wijst er op, hoe menig arbeider droevig
gestemd wordt, wanneer hij denkt aan
zijn treurig vooruitzicht op den ouden dag.
Is hij op leeftijd gekomen, dan staat hij
tegenover de concurrentie van een jonger
geslacht. Zoo op iemand, dan is op hem
van toepassing het gevleugelde woord van
dr. Kuyper: „hij kan niet wachten, geen
dag en geen nacht". Er bestaat ten op
zichte van hem een leemte in onze
wetgeving, die aanvulling noodig heeft.
Hierop aan te dringen is de plicht van
allen, die hart voor hun evenmensch
hebben. De liefdadigheid is niet in staat
alle ouden van dagen te steunen, maar al
vermocht zij dat ook, wij willen voor hen
een onbezorgden ouden dag, niet als een
gunst, maar als een recht, waarop zij
aanspraak hebben. Wij vragen voor hen
geen genadebrood, maar een deel van hun
eigen levensarbeid. Wij dringen aan op de
kwijting der wanbetaling van een over-
verdiend loon, dat wij hun in het laatst
van hun leven onthouden. In het natuur
recht, en in het zedelijk recht liggen de
rechtsgronden van ons beginsel. Spreker
toont aan, dat in het vóór-historische
tijdperk de ouden van dagen recht
op verzorging hadden, wanneer zij, na
hun plicht te hebben vervuld, niet meer
aan de werkzaamheden konden deelnemen.
Zij genieten van de opbrengst van het
gemeenschappelijk bezit. In den raad der
oudsten treden zij op voor de belangen
der familie. Ten tijde van het leenstelsel
leefden de lijfeigenen en slaven, als zij
niet meer in staat waren aan den arbeid
deel te nemen, op dezelfde voorwaarden,
als zij die werkten, op het goed van hun
heer. Zij hadden een onbezorgden ouden
dag. Toen de slavernij was afgeschaft, en
de lijfeigenschap was opgeheven, legden
later de wetten van het gilde aan de
meesters den plicht op te zorgen voor
de oude werklieden. Godshuizen werden
ten behoeve van de ouden van dagen in
het leven geroepen. Dit werd echter als
een daad van. liefdadigheid opgevat, wat
reeds een stap was in de verkeerde
richting. Spreker weidt hierop uit over den
grooten ommekeer, die ten gevolge van
het stoom- en machine-wezen in de positie
der werklieden gekomen is, waardoor de
handwerksnijverheid buiten machte geraakte
de concurrentie vol te houden, en de
economische toestanden ten nadeele van
den werkman gewijzigd zijn. De werkman
wordt op vijftig-jarigen leeftijd niet meer
gevraagd, maar geduld. Vroeger bestond
er een innige band tusschen meester en
zijn ondergeschikten. De arbeider bleef
veelal tal van jaren in dienst van zijn
meester. Zonder angst zag hij zijn ouden
dag tegemoet. Hij kon er op rekenen, dat
hem levensonderhoud zou verschaft worden.
Hij was een soort van familiestuk, dat van
den vader op den zoon overging. In onze
samenleving komen de meesten weinig
met de werklieden in aanraking. Werk
gever en werknemer staan vaak als partij
thans tegenover elkaar. De oude band
tusschen patroon en werkman is ver
scheurd, zoodat gene geen belang meer
stelt in dezen, wanneer hij oud geworden
is. Zijn toestand is daardoor verslimmerd.
Daarbij komt, dat het aantal godshuizen
en hofjes, die een levendig bewijs zijn
van het liefdadigheidsgevoel onzer voor
ouders, niet zijn toegenomen in ver
houding tot de uitbreiding der bevolking.
Ook is het gevoel van eigenwaarde bij
den werkman meer ontwikkeld. Het eer
gevoel verzet zich om op den ouden dag
aan de openbare liefdadigheid te vervallen.
De nijvere bevolking, die niet meer werken
kan, heeft recht een onbezorgden ouden
dag van de gemeenschap te eischen, waar
aan zij haar krachten heeft gewijd. Iedere
werkman heeft gewerkt ten nutte van het
algemeen, dat is ten nutte van den staat,
en heeft daarom recht op staatspensioen.
Geen genadegift wordt gevraagd, maar
erkenning van het natuurrecht volgens den
gang van het menschdom in zijn geheel,
en van de maatschappij in het bizonder.
Dat recht is in onzen tijd verwaarloosd.
Wij willen het hersteld zien. Spreker toont
alsnu aan, dat de eisch op staatspensioen
voor den ouden werkman gebaseerd is
op een zedelijk recht, voortvloeit uit een
beginsel van eerlijkheid. Het is een
restitutie voor te weinig ontvangen loon,
te weinig buiten de schuld van den werk
gever. De gemeenschap profiteerde van
zijn arbeid. Hij ontving tengevolge van de
omstandigheden slechts ten deele loon
naar werken. De gemeenschap in haar
geheel, dat is de staat, -ergoede hem ten
deele althans het te weinig ontvangene.
Ook het humaniteitsgevoel, het christelijk
bewustzijn brengen mede, dat men 't recht
van den ouden werkman erkent. Tien
duizenden moeten op hoogen leeftijd nog
werken boven hun krachten, omdat zij te
veel eergevoel hebben de openbare liefdadig
heid in te roepen. Tienduizenden zien
met angst den ouderdom tegemoet. Spreker
herinnert aan het vijfde gebod en aan
Leviticus 19 vers 32. Als één lid lijdt,
lijden alle andere mede. Wat gij den
geringsten mijner hebt aangedaan, hebt
gij mij gedaan. Laten alle Nederlanders
zich van hun verantwoordelijkheidsgevoel
bewust worden, en hunne partijkwesties in
deze ter zijde stellen. Want staatspensionee-
ring voor ouden van dagen is geen partijzaak,
maar een volkszaak. Tot welke politieke
of kerkelijke partij men ook behoort, een
ieder werke mede tot het groote doel,
want wij staan in deze als broeders naast
elkander, als kinderen van hetzelfde vader
land, hetzelfde gezin. Spreker citeert Kupyer
en de Encycliek Rérum Novarum, om aan
te toonen, dat het plicht is te zorgen voor
den ouden werkman. Tua res agitur (over
uw zaak wordt gehandeld) zou Cicero ook
ons toeroepen, indien hij nog leefde. Moge
spoedig de dag aanbreken, waarop een
deel van de ellende, die geleden wordt,
voorkomen wordt.
Het was een gehaltvoile, met groote
zeggingskracht uitgesprokene rede, waar
van de historische beschouwingen uiterst
belangwekkend waren, terwijl de ontwikke
ling der rechtsgronden, waarop spreker zijn
beginsel steunde, niet naliet indruk te
maken. Wij hebben slechts zeer beknopt
de rede, rijk aan inhoud en schoon van
vorm, weergegeven. Zij verdiende door
een talrijker publiek te worden gehoord,
dan in deze openbare vergadering aan
wezig was.
De heer Brouwer kwam in debat. Hij
juichte het denkbeeld van den Bond toe,
maar meende, dat het praktisch niet uit
voerbaar was. Spreker toonde echter met
cijfers het tegendeel aan, en dat waar een
wil is, ook een weg is aan te wijzen.
De voorzitter dankte spreker veelmalen
voor zijn ook door het auditorium warm
toegejuichte rede.
Gisterenavond gaf de jeugdige
tooneelclub „Vriendenkring" alhier, in de
Concertzaal aan hare leden haren eersten
huishoudelijken avondwaarbij eenige
genoodigden waren.
Opgevoerd werd „De Onterfde Zoon",
tooneelspel in 7 tafereelen. De uitvoering
was over het algemeen zeer goedenkele
rollen werden zelfs op verdienstelijke wijze
vervuld. De hoofdrollen waren in goede
handen, en bij goede leiding, die, naar wij
vertrouwen in deze niet zal ontbreken,
kan deze jeugdige Vereeniging aan hare
leden nog menigen aangenamen avond
verschaffen.
Indien wij hieraan toevoegen, dat de
leiding was opgedragen aan den heer J. W.
Gudde, als regisseur, dan zal elk begrijpen,
dat het decoratief van verschillende tafereelen
smaakvol te noemen was.
In de tusschenpoozen gaf de muziek der
h.h. Jongmans (viool) en Schouten (piano)
eene aangename afleiding.
Gisterenavond werd door de Mannen-
zangvereeniging „Luctor et Emergo", onder
de directie van den heer J. H. Letzer, in
het „Huis van Nassau" alhier, met belang-
looze medewerking van mej. C. J. L. en
den heer A. v. d. H., een uitvoering gegeven,
die uitnemend slaagde.
De ruime bovenzaal was tot achteren toe
dicht bezet. Met groote aandacht werd
over het algemeen naar den krachtvollen,
gelijkmatigen, weiluidenden mannenzang
geluisterd. Schoon klonk het „Een man,
een woord", van Richard Hol, door de
zaal. En niet minder klankvol werd het
„Vlaggelied", van Verhulst, ten gehoore
gebracht. „Een huisje kleen", van J. Worp,
viel zóó in den smaak van het publiek,
dat door het niet ophoudend applaus, de
heeren zangers zich genoopt gevoelden,
dit melodieuse lied te herhalen. Het eere
lid van genoemde Zangvereeniging, de heer
A. v. d. H., oogstte door zijn hoogst ver
dienstelijke voordrachten op de viool,
grooten bijval. Mej. C. J. L. accompag
neerde hem daarbij meesterlijk op de
piano. Het was een hoogst aangename
avond, die met een zeer geanimeerd bal
beslofen werd. Tusschen de dansen in
werden, gelijk wij vernamen, door den
heer L. H. G. eenige komische stukjes,
waaronder „Huiselijk Geluk", „Lotje m'n
lieve pop!", „De kracht der Gewoonte" en
„Oome Kris uit Zwammerdam", met veel
talent voorgedragen, hetgeen niet weinig
de gezelligheid verhoogde.
De uitvoering werd bijgewoond door de
dames-leden van „Polyhymnia".
Wij hebben in dank ontvangen het
verslag van de Bevindingen en Handelingen
der Gezondheidscommissie, zetelende te
Zierikzee, over het jaar 1907, en zullen
daaruit later een en ander in ons blad
overnemen.
Wij vernemen, dat op de sigaren
fabriek van den heer Hogerheijde en op
die van den heer Koevoets alhier eenige
stakers het werk hervat hebben.
De officier van gez. 1ste kl. W. A. de
Looze, teruggekeerd uit Oost-lndië, is met
11 April a.s. geplaatst te Vlissingen.
Bij Kon. besluit is aan J. van den
Houten, wed. van H. ten Haaf, in leven
lichtwachter aan „De Val", een jaarlijksch
pensioen van f 104 verleend.
De heer C. P. Pieters te Middelburg
verkreeg op de te Alkmaar gehouden
pluimvee-tentoonstelling der vereeniging
„Aves" een eersten prijs voor zijn inzending
witte Angora's (rammen) en een zeer
eervolle vermelding voor een inzending
voedsters van bovengenoemd ras.
Den heer Joh. Kuhl te Zierikzee werd
een eerste- en eere-prijs toegekend voor
zijn inzending Duckwing-hennen.
De heer J. W. Willemsen te Vrouwe
polder, die op meergenoemde tentoon
stelling Vlaamsche reuzenkonijnen (voed
sters) had ingezonden, bekwam daarvoor
een geldprijs van f lfj.50.
De Zeeuwsche Zangersbond „Zang
Veredelt" heeft besloten op Woensdag
15 Juni te Goes een festival van zang
en muziekgezelschappen te houden. Aan
alle zang- en muziekgezelschappen in
Zeeland zal een uitnoodiging tot deelneming
aan het festival worden gezonden.
Iemand te Goes schreef op een
advertentie, waarin een zoo goed als
nieuwe speeldoos, ter waarde van f 40,
voor f 10 te koop werd aangeboden.
Toen het bestelde instrument thuis
kwam, bleek het tot 'smans teleurstelling
te zijn een draaiorgeltje!
De politie heeft de -zaak in handen, en
overweegt, of niet overtreding van art. 329
van het Wetboek van Strafrecht heeft
plaats gehad.
Te Aardenburg (Zeeuwsch-Vlaanderen)
is de heer J. nabij de uitspanning „De
Nachtegaal", terwijl hij wilde uitwijken
voor een hondenkar, in aanraking gekomen
met de stoomtram Breskens—Maldeghem.
Gelukkig werd hij door den machinewagen
terzijde van de trambaan op den Rijks
steenweg geworpen, zoodat hij er met den
schrik en een lichte kwetsuur afkwam.
Ellemeet, 2 Maart. Alhier zal een
bijeenkomst gehouden worden, toeganke
lijk voor alle belangstellenden, waarop de
oprichting van een Ziekenfonds voor de
arbeiders van deze gemeente en Eikerzee
zal besproken worden. In de gemeenten
Renesse, Noordwelle, Haamstede en Burgh
bestaan, gelijk men weet, reeds ettelijke
jaren ziekenfondsen, en deze stichten zeer
groot nut. Met genoegen vernemen wij,
dat de heer Dormaar van Renesse, die op
dit gebied een lange ervaring achter den
rug heeft, zich bereid heeft verklaard in
den loop van deze maand over het nut
en de noodzakelijkheid van ziekenfondsen
een voordrachi alhier te houden.
Moge het loffelijk initiatief in deze ge
nomen met een gunstig resultaat beloond
worden.
Oosterland, 1 Maart. Op 28 en 29
Februari j.l. gaf „Oosterlands Fanfare"
hare voorjaarsuitvoering, beide avonden
voor een zeer talrijk publiek. Het pro
gramma was als altijd, rijk aan variatie
blaas- en strijknummers, zang en voor
drachten. De blaasnummers waren heel
mooi dezen keer. Naast een paar ge
makkelijke kwamen echter ook andere
moeilijke nummers voor, o. a. de ouverture
Stella en „Fantaisie sur l'opéra Faust",
de laatste gearrangeerd door den directeur
N. A. Hottinga. In beide nummers hadden
alle instrumenten handen vol werk. Waar
anders piston en trombone meest altijd
de solo's te blazen hebben, kregen we
hier solo's te hooren voor het bas-ensemble,
die krachtig klonken door de ruime con
ferentiekamer. Moeilijke gedeelten kwamen
er in voor, zeer moeilijke zelfs. Ieder, die
iets van muziek weet, kent de wals uit de
Faust, en zal begrijpen, wat het zeggen
wil, deze op accurate wijze ten gehoore
te brengen.
Het strijkorkest was weer uitstekend
bezet, drie eerste en drie tweede violen,
fluit, piston, violoncel en piano, een heel
aardig corpsje dus, te aardiger waar met
al de oudere leden ook een jonge kracht
van twaalf jaar reeds een paar jaar op
flinke wijze de nummers meestrijkt. Ook
de violisten kregen zware noten te kraken,
getuige de beroemde wals van Ivanovici,
Donau-Wellen, doch ze kweten zich op
uitstekende wijze van hunne taak.
Dat de zangnummers en voordrachten
in den smaak vielen, behoeft eigenlijk
geen nader betoog. Naast de krachtige
fanfarenummers geven de zachte nummers
voor gemengd koor een aangename afwisse
ling. De voordrachten waren vijf in getal
„De gedropen Student", „De Wonderdokter".
„Naar Amerika of de ontevreden dienst
boden", „De Detectiven" en „Het Paartje
van Urk", de een al joliger dan de ander.
Dikwijls moesten de spelers een poosje
wachten met spreken, daar het publiek in
een onbedaarlijk gelach uitbarsttewel
een bewijs dus, dat de voordrachten in
den smaak vielen.
Toen het programma den eersten avond
afgewerkt was, bracht de heer J. C. v. d.
Have, burgemeester van Oosterland, een
hartelijk woord van dank aan directeur en
leden van „O. F.", en vooral ook aan de
medewerkende dames en heeren, voor den
genotvollen avond. Wederkeerig dankte
de directeur den spreker voor zijn woorden
en tevens voor den steun, dien hij steeds
aan de Vereeniging verleende.
Een geanimeerd balwaaraan door
ieder werd deelgenomen, besloot beide
keeren dit concert, dat „Oosterlands
Fanfare" j erust onder zijn prachtigste en
bestgeslaagde mag rangschikken.
St.-Filipsland, 1 Maart. De datum van
inlijving der miliciens voor deze gemeente
is bepaald op 19 Maart.
Stavenisse, 29 Febr. In de heden
Zaterdag alhier gehouden vergadering van
den dijkraad der waterkeering van den
calam. O.-K. Hofstedepolder werd vast
gesteld het dijkgeschot voor 1908/9 tot
een bedrag van f 7047.67(ongeveer
f 27,50 per H.A.). In 1907/8 was dit be
drag f 11846.23 en in 1906/7 f 13442.53.1.
De bijdrage der aangrenzende polders
werd in totaal gesteld op f 1617.99^. In
dit dienstjaar is het laatste van de leening
van 1881, in totaalsom geweest f 27.000,
noodig toentertijd voor oeveiverdegings-
werken, geheel afgelost. De omschrijving
der gewone werken werd vastgesteld tot
een bedrag van f 1087.86 en de begrooting
en ontvangst op f 10500.67 en in uitgaaf
op 33286 81, dus met een te kort van
f 22786.14, waarin Rijk en Provincie
moeten voorzien. Onder deze uitgaven is
begrepen een bedrag van f 26234.56 voor
dijksverhooging, uit te voeren in het
dienstjaar 1908/9.
Volgens den alhier vanwege het
K. N. M. Instituut te De Bilt bij Utrecht
geplaatsten regenmeter, viel er alhier in
Februari 71.6 m.M. regen (in 12 aftappingen)
tegen 56.65 in 1907 en 52.1 in 1906. De
hoogste barometerstand in de laatste maand
was 778, de laagste 741 m.M.
Tholen, 29 Febr. De verkiezing voor
een lid in den gemeenteraad alhier,
in plaats van den heer Wagtho, is bepaald
op 9 Maart a.s.
Colijnsplaat, 29 Febr. In de op gisteren
gehoudene raadsvergadering waren slechts