ZIER1KZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 15 Februari 1908. Eerste Blad. (Z i er i Is. z e e s c h. e Cour an t). Uit Stad en Provincie. Verschijnt DINSDAQDONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post 1,60. Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10,— per jaar bij vooruitbetaling. 63ste JAARGANG. No. 8579. Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL, Oude Haven D 493. Redacteur: J. WA ALE. Advertentiênvan 1—3 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags 2 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Zierikzee, 14 Februari. WEÊRKUNDIGE WAARNEMINGEN bij 's Rijkskustverlichting te Westschouwen, gedurende de maand Januari 1908. In deze maand viel alhier in 8 regen dagen 28,7 m.M. water; tegen 13regendagen met 32,7 m.M. water in Januari van het vorige jaar. In de eerste 5 dagen van Januari was het helder vriezend weerdaarna eenige dagen verandering; gevolgd van af den 18en tot den 25sten door een aanhoudenden dikken mist, gepaard met vorst. Er was gedurende die dagen zeer veel ijzel aan de boomen. 's Avonds van den 25sten trad de dooi in en begon de ijzel te vallen. De luchtgesteldheid was pCts gewijs 7 dagen helder, 9 dagen licht bewolkt, 4 dagen bewolkt, 5 dagen zwaar bewolkt, 6 dagen betrokken. Windrichting3 dagen N., 1 dag N.-O., 5 dagen Oost, 4 dagen Z.-O., 3 dagen Z., 8 dagen Z.-W., 6 dagen W., 1 dag N.-W. Het stormsein stond 4 maal bij. In de week van 5 tot met 11 Februari 1908 zijn in Zeeland voorgekomen 2 ge vallen van typhus en febris typhoidea; 7 van roodvonk en 14 van diphtheritis; te weten van typhus en febris typhoidea 1 geval te St.-Maartensdijk en 1 teYerseke; van roodvonk 1 geval te Kruiningen, 2 te Middelburg, 2 te Schoondijke, 1 te Vlissin- gen en 1 te Yerseke; van diphtheritis 1 geval te Driewegen, 2 te Goes, 3 te Graauw en Langendam, 1 te Hulst, 2 te St.-Jansteen, 1 te Neuzen, 1 te Philippine en 3 te Zierikzee. Te Veere zijn candidaat gesteld voor lid van den Raad, vacature W. Dekker, van liberale zijde de heer A. Amadio en van anti-revolutionairen kant de heer Adr. Simonse. Volgens een te Ter Neuzen ontvangen telegram heeft het Nederlandsch stoomschip „Richard" van Windau naar Ter Neuzen bestemd, dat nabij Saltholme is gestrand, slechts geringe schade geloopen en heeft het schip de reis kunnen vervolgen. Nieuwerkerk, 8 Febr. Vrijdagavond gaf de Rederijkersvereeniging „Onderling Genoegen" van Oosterland in de zaal van de Meebaal alhier een uitvoering van het tooneelspel „de Koopman van Antwerpen" en van het kluchtspel „Gesmokkeld", welke beide stukken door haar een week geleden te Oosterland gespeeld reeds door den verslaggever van dit bJad aldaar zijn besproken. Wij kunnen dus volstaan met hier mee te deelen, dat de uitvoeringen alhier, Donderdagavond voor het volk en Vrijdagavond voor betalend publiek, goed waren bezocht; dat de stukken om hun boeienden inhoud zeer goed hebben voldaan en dat de dames en heeren dilet tanten, die ze speelden, door hun vertolking blijken gaven van ernstige studie en een juiste opvatting van hun rollen. Goede krachten,zeer goede krachten zelfs bezit „Onderling Genoegen", vooral onder de dames. Het woord van dank en hulde, door den burgemeester aan het slot van den avond tot de Vereeniging gericht, was dan ook welverdiend. Dit verslag was ons tijdig toegezonden, maar kon eerst heden geplaatst worden. De Redactie. Tholen, 13 Febr. De heer J. W. Wagtho, wethouder alhier, heeft als lid van den raad bedankt. De heer A. Hollestelle werd als ambte naar van den burgerlijken stand benoemd. Oud-Vossemeer. In de jaarvergadering der vrijzinnige kiesvereeniging „Eendracht en Vrijheid" alhier werd rekening en ver antwoording gedaan over het afgeloopen jaar; hoewel de periodieke verkiezing voor lid van de Provinciale Staten nog al geld had gekost, bleek toch, dat nog een goed slot in kas werd gehouden. Tot bestuurs leden werden drie aftredenden bij acclamatie herkozen, terwijl in een vacature werd voorzien door de verkiezing van den heer A. A. Rijstenbil A.Jz. Besloten werd alsnog te blijven aangesloten bij de Centrale Vereeniging in het district Goes. Aan de verschillende dijken onder deze gemeente, die vóór den watervloed met jonge boomen waren beplant, en waarvan er zeer vele tengevolge van de overstrooming verloren gingen, is men thans bezig weer bij te planten, in de hoop, dat het jonge goed in groei zal komen. In tuinen en boomgaarden is men ook trouwens druk aan het bij planten. De muziek- en zangvereeniging hield Woensdag 1.1. een algemeene vergadering, waarbij bleek, dat de muziekafdeeling een saldo had van f 89.20, en de zangvereeni ging van f 57.94. Beide gezelschappen hebben sedert den watersnood weinig gepresteerd, en voorloopig zal dit met de muziekafdeeling wel zoo blijven. Een nieuwe zangafdeeling met 30 leden zal evenwel opnieuw worden opgericht. St.-Filipsland, 13 Febr. Heden avond trad hier als spreker op de heer Geill, kapitein der infanierie, teneinde propaganda te maken voor den „Zeeuwschen Schiet- bond". In een boeiende rede schetste de spreker doel en strekking van den Bond en gaf duidelijk aan wat de eischen zijn, om een goed. oorlogsschutter te kunnen heeten. Door het vertoonen van een serie licht beelden, ontleend aan episoden uit den oorlog in Transvaal en den krijg tusschen Rusland en Japan, werd het gesprokene aanschouwelijk gemaakt. De geachte spreker oogstte met een en ander een luid applaus van zijn toe hoorders in. 14 Febr. Ze zijn weer bezig geweest dezen nacht, onze apachen. Een ijzeren hek kromgebogen en losgerukt; een tweede dito; een 5-tal ruiten in de oude school ingedrukt; een bruggetje in een sloot ge worpen; een paar ingezetenen opgebeld, enz. Wissenkerke, 12 Febr. Heden gaf ons Muziekgezelschap „Apollo", in het lokaal van den heer Wolse alhier, zijn laatste uitvoering voor dit seizoen; de zaal was goed bezet, en op de uitvoering viel letterlijk niets aan te merken. Dank zij den directeur, den heer Flipse, waren de muzieknummers goed ingestudeerd, en het applaus, dat den uitvoerders ten deel viel, was ten volle verdiend. Nog werden opgevoerd en uitstekend vertolkt„De Notarisklerk", „De gedropen student" en „Militair onderricht in den Buffelpolder", welke stukjes de lachspieren van ieder der aanwezigen gedurig in beweging brachten. Colijnsplaat, 13 Febr. In de Woensdag avond door de afdeeling Noord-Beveland der „Maatschappij tot Nut van 't Algemeen" alhier gehouden vergadering deed de heer C. N. van der Heijde verslag van de landverhuring onder Wissenkerke. Uit dit verslag bleek, dat het Nutsland, 9 gemeten, verhuurd aan 25 huurders, had opgebracht f 170 het gemet, terwijl de pacht bedraagt f 30. Het land gepacht van het kroondomein, eveneens 9 gemeten en verhuurd aan 15 pachters, bracht f 151 op tegen een pacht van f 36. Goes, 12 Febr. Hedenmiddag had alhier een vergadering plaats van afgevaardigden van Zuid-Bevelandsche Groene Kruis verenigingen onder voorzitterschap van den heer Dominicus van Krabbendijke. Noord-Beveland was niet tegenwoordig. Opgericht werd de vereeniging Zuid- Beveland van het Groene Kruis, waarbij zich aansloten Goes, Heinkenszand, lerseke, Krabbendijke, Hoedekenskerke, Wolfaarts- dijk en Wemeldinge. De statuten van de nieuwe vereeniging werden vastgesteld. Vlissingen. Hier ter stede is opgericht „Zeelandia", Maatschappij tot Exploitatie van inrichtingen ter bestrijding en voor koming van tuberculose te Vlissingen. Commissarissen dezer Maatschappij zijn de heeren P. F. Auer, lid van den gemeente raad, cargadoor en consul der Ver. Staten J. W. Jacobse, lid van den gemeenteraad, adj.-inspecteur der Stoomv.-Maatschappij „Zeeland" M. J. Verhorst, kassier en J. P. Vermaas, arts. Als directeur treedt op dr. A. van Maanen, arts, en als administrateur de heer P. G. Jobse, ambtenaar bij de Maatschappij „Zeeland". De directeur, dr. A. van Maanen, zegt o. a. in een zoo juist verschenen prospectus: „Het moet ons, bewoners der Noordzee kust, 2eer verheugen, dat in de laatste jaren gebleken is, dat de zeelucht en wel voor namelijk de lucht der Noordzee, die ons vaderland over zoo'n enorme uitgestrektheid bespoelt, uiterst gunstigen invloed uitoefent tot genezing van tuberculose in hare onder scheidene vormen. Wat echter mij gewichtiger is dan het genezen van bestaande tuberculose is het ontstaan der ziekte. De voordeelen der zeelucht heeft ons het plan doen opvatten om te Vlissingen een gebouw te stichten, waar menschen met dergelijke ziekten kunnen worden behandeld. Het doel is dicht bij zee, op een beschutte plaats, ver van alle gewoel, dat de badplaats meebrengt, een inrichting te zetten, waar voorloopig een beperkt aanlal lijders kan worden ver pleegd, in de eerste plaats uit Walcheren en Zeeland. Deze inrichting zal geheel volgens de nieuwste eischen der hygiëne worden inge- gericht, terwijl de behandeling zoo streng mogelijk zal worden doorgevoerd. Iedere patiënt krijgt een afzonderlijke kamer, waardoor geen last van anderen wordt ondervonden. Conversatiezalen, muziek etc. zullen gemeden worden, als zijnde geheel in strijd met het hoofd-principe der behandelings-methode. Het verplegend personeel zal zoodanig worden gekozen, dat toestanden, zooals volgens geruchten in andere inrichtingen voorkomen, geheel buitengesloten zijn. Zoo spoedig mogelijk is het plan ook philantropisdi te werk te gaan, waardoor minder bedeelden eveneens van de zeelucht zullen kunnen genieten. Uitdrukkelijk wordt er op gewezen, dat de inrichting komt op een terrein, ver van de badplaats verwijderd, zoodat de belangen van beide onderling elkaar niet kunnen raken. Reeds mocht schriftelijke en mondelinge sympathie-betuiging, een toezegging van medewerking ontvangen worden van ver schillende buiten Vlissingen woonachtige medici, o. a. van de Vereeniging voor thalasso-theropie (zee-geneeswijze), secre taris dr. C. M. Hartog te 's Gravenhage prof. dr. Kouwer en prof. dr. Talir.a, beiden te Utrecht; prof. dr. Narath te Heidelberg; prof. dr. Laméris te Utrecht; prof. dr. Kan te Leiden; drs. Götte en Laar te Utrecht; C. M. Hartog en Schoonheid te's Graven hage; Berdenis van Berlekom en Schoute te Middelburg en Plugge te Souburg". Commissarissen zeggen in het prospectus dat onderhandelingen hebben plaats gehad met den heer dr. A. van Maanen, speciaal- arts voor longziekten te Vlissingen, met dat gevolg, dat die medicus de hoofdleiding op zich zal nemen. In 't algemeen heeft het publiek tegenzin in een ziekenhuis, daarom is het idéé een villa te doen verrijzen, met vroolijk en net uitzicht. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt f50.000, verdeeld in 2 serieën, elk van f25.000; iedere serie bestaat uit 50 aan- deelen, elk van f500. Ieder aandeel is splitsbaar in onderdeelen, elk van f 100. Van de eerste serie, tot de uitgifte waar toe is besloten, is reeds een gedeelte geplaatst. Tegen de oprichting van een in richting voor lijders aan tuberculose in deze gemeente, worden reeds bezwaren geopperd. Hoewel de inrichting ver van de badplaats zal verrijzen, acht men dit toch tot nadeel van de badplaats, en met het oog op een mogelijke verwacht wor dende uitbreiding van Vlissingen als bad plaats. Daarom wordt de raad gegeven de inrichting te bouwen in de duinen onder Koudekerke. Landbouw en Veeteelt. De premiekeuring van hengsten en van twee-jarige merries zal te Zierikzee ge houden worden op Vrijdag 21 Februari, des morgens acht uur. Voor deze keuring zijn aangegeven 24 merries en 9 hengsten. De keuring te St.-Philipsland, waaraan zullen deelnemen 13 twee-jarige merries en een hengst, vangt aan denzelfden dag, des namiddags te twee uur. Den daarop volgenden dagZaterdag 22 Februari, zal de keuring te St.-Maartens- dijk plaats hebben. BOEKBEOORDEELING. Van de hand van den heer A. Holle- stelle, oud-opzichter van 's Rijks Water staat en lid der Staten van Zeeland, verscheen eenige weken geleden „De Honte en het eiland Borssele, alsmede een verhandeling over de heerlijkheden, ambachten of léenen in Zeeland". In de eerste afdeeling, die over de Heydenzee of Honte handelt, bespreekt de schrijver uitvoerig den vroegeren toestand speciaal van de Noordkust van Vlaanderen en de Zuidkust van Beveland ten tijde dat de Honte nog niet was een groote arm der Schelde, en een vrijwel door- loopende duinenreeks de kusten van Vlaanderen en Walcheren vereenigde, waar binnen lag een meer of een aantal poelen en plassen, die eerst later gemeenschap met de zee kregen en bevaarbaar werden. Als van zelf sluit zich daarbij aan de tweede afdeeling, handelende over Borssele, dat uit die binnenzee is opgekomen. Deze tweede afdeeling is de grootste en belangrijkste van het werk en bevat eene waterstaatkundige, geschiedkundige en genealogische beschrijving van Borssele en al wat daarmede annex is geweest. Eerst wordt beschreven West-Borssele, tot 1376 bestaande uit zes kleine wateringen, elke heerlijkheid vormende een op zich zelf staande dijkage, doch na 1376 tot één dijkage vereenigd; de polders vroeger bestaande, thans door de zee verzwolgen en de latere aandijkingen, benevens den stormvloed van 5 Nov. 1530, waardoor West-Borssele onderliep en na 85 jaren te hebben gedreven, in 1616 weder werd bedijkt. Interessant is wat de schrijver mede deelt, dat na die bedijking in 1616 het land veel hooger bleek te zijn dan vroeger en op den ouden bodem bestaande uit zavel, een dikke laag klei zich had neder gezet, en dat na de herbedijking van Noord-Beveland iets dergelijks is gecon stateerd. Men vond toen in den bodem der slooten terug den ouden keiweg naar Emelisse. Aan deze beschrijving van West-Borssele paart zich van zelf eene verhandeling over het zeer oude geslacht der Van Borsselens, over welke talrijke familie, in allerlei staken verdeeld, die weer andere namen aannamen, de schrijver een zeer nauwkeurig en gedocumenteerd overzicht geeft, daarbij de geallieerde geslachten ook behande lende. Na aldus West-Borssele te hebben besproken, wordt op dezelfde wijze Oost-Borssele met Ellewoudsdijk, Coudorpe en Everinge behandeld en naar aanleiding van de geslachten die als ambachtsheeren daar zijn voorgekomen, ook zeer uitvoerig over de Van Renesse's gesproken. Ten slotte komt West-Baarland met BaarlandBakendorpOudeland en Stuyvesant en daarna Oost-Baarland met Hoedekenskerke, Oostende en Vinninge aan de beurt. Voor hem, die, hetzij omtrent de oude poldertoestanden, hetzij omtrent de am bachtsheerlijkheden van deze streek iets meer wil weten, bevat deze afdeeling tal van onschatbare bijzonderheden met groote vlijt en kennis uit allerlei bronnen bijeen verzameld. De zesde en laatste afdeeling is gewijd aan het leenstelsel, het ontstaan van een leen, ambachtsrechten en wat daarmede in verband staat, en is een natuurlijk besluit van het boek. De oude geschiede nis van Zeeland en hare onderdeelen is met 't leenwezen samengeweven en het is zeer begrijpelijk dat de heer Hollestelle het voor den niet deskundigen lezer wenschelijk, ja noodig vond eenige ver klaringen en ophelderingen te geven van de in 't voorgaande telkens voorkomende termen van ambachten, allodiaal, feudaal, versterfelijke en on versterfel ij ke leenen en zoovele anderen. In dat licht en als met die bedoeling geschreven moet, dunkt mij, deze laatste afdeeling beschouwd worden. In de Midd. Ct. is door den heer archivaris mr. Fruin, hierop nog al 't een en ander aangemerkt. Met allen eerbied, die men aan een speciali teit in 't archiefwezen verschuldigd is, waag ik toch de opmerking dat de heer Holle stelle niet altijd dat gezegd heeft wat de heer Fruin schrijft. Zoo zegt dezehij (H.) meent dat de ambachtsheeren in de invordering der beden een last zagen, waarvan zij ontslagen wenschten te worden, terwijl het bekend is dat deze bevoegd heid juist een groote bron van inkomsten voor hen was. Maar de heer H. zegt op bladz. 411 alleen, dat de inning der beden voor de ambachtsheeren bezwarend was, vooral in schaarsdie tijden en bij over strooming en haalt als bewijs daarvoor aan het charter van Karei graaf van Charlois van 1454. Het is voorzeker niet de bedoeling geweest van den schrijver om eene deductie van het Leenrecht met alle ab- en dependenties te leveren, maar om voor den gewonen lezer eene uitlegging te geven van vele telkens voorkomende termen. Mocht ik eene aanmerking maken, dan zou het deze wezen dat de heer Hollestelle een bijzonder vermaak schept in naam- afleidingen en daarbij soms de noodige dichterlijke vrijheid gebruikt. Zoo acht ik beslist onjuist dat men onder Haymanlanden verstaan moet, zoute en nog grootelijks met water bedekte gronden, de geliefde verblijven van „den Hayman", de zeemeeuw. Dit is zeker niet waar. Verheye van Citters meende dat Haymanlanden afkomstig is van het Fransche haye en beteekent „een tegen de zee toegesloten verblijfplaats". Deze afleiding wordt door de meeste latere schrijvers verworpen. Beekman, Het dijk en waterschapsrecht in Nederland, I dl. bl. 747, zegt dat de afleiding van dit woord tot heden een raadsel is, maar dat het met den Hayman of zeemeeuw in verband gebracht wordt, heb ik nog nergens aangetroffen. Wel zijn de geleerden het er over eens, dat men Haymanlanden vindt genoemd, landen in de kreken en kanalen tusschen wateringen opgewassen, en dat het dus landen zijn die aan hun ligging de vrijheid van dijkslasten te danken hebben. Ten opzichte van het door hem op bladz. 415 en 441 medegedeelde omtrent vroonen, merk ik nog op, dat daarbij niet genoeg uitkomt dat de meeste vroonen hun ontstaan te danken hebben aan een contract tusschen de eigenaars van schorren of aanwassen en de bedijkers. Zoo werd bij het uitgeven ter bedijking van Noord- gouwe in 1373 bedongen, dat de eigenaar van den aanwas voor zich en zijne nakomelingen het vijfde gemet vrij van alle onkosten zou behouden. Noordgouwe is groot 1382 gemeten en daarvan of 276 gemeten zijn nog heden vroonen. Aan dergelijke overeenkomsten heeft de overgroote meerderheid der vroonlanden in Zeeland hun ontstaan te danken. Moge de schrijver het bovenstaande alleen beschouwen als een bewijs van de attentie, waarmede ik zijn werk heb gelezen. De heer Hollestellle, die reeds onze litteratuur verrijkt heeft met een door wrochte verhandeling over het eiland Tholen, en een dergelijke over Noord- Beveland, mag m. i. ook op dit nieuwe werk met trots neerzien als een bewijs van een op zijn leeftijd bewonderings- waardigen werklust, van grooten ijver en werkkracht. Alleen hij, die dit zelf ook wel eens heeft gedaan, weet hoevele uren arbeids het doorlezen en nofeeren van oude folianten en rekeningen kost, en hoeveel naspeuren vereischt is eer men tot een samenhangend geheel kan komeri. Als een bijzonderheid mag er nog wel op gewezen worden dat het werk niet is, zooals men allicht zou denken, taai en droog om te lezen, maar integendeel in een aangenamen, vloeienden stijl is geschreven, die hier en daar zelfs iets gemoedelijks heeft. Het boek, 476 bladzijden dik, versierd met een paar kaarten en eenige welge slaagde teekeningen, is gedrukt bij den heer Pot te Tholen, die van de uitvoering, papier en lettertype alle eer heeft. Dat het werk van den heer Hollestelle vele lezers moge krijgen en dat de geachte schrijver van zijn otium cum dignitate nog vele jaren hetzelfde nuttig en waardig gebruik zal mogen maken, is mijn hartelijke wensch. Mr. A. J. F. FOKKER.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1908 | | pagina 1