ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 23 Januari 1908. (25 ierik.2seesclie Oour an t). Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Voor het buitenland, verzending eens per week, f 10,— per jaar bij vooruitbetaling. 63ste JAARGANG. - No. 8569. Uitgever-Hoofdredacteur: A. FRANKEL, Oude Haven D 493. Redacteur: J. WAALE. Advertentiênvan 1—3 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags 2 ure bezorgd worden. Grootc letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten geschieden bij den Directeur: A. I. DE LOOZEHoek Schuithaven, Zierikzee. Het Kantoor is geopend eiken werkdag van 's morgens 9 tot 's avonds 9 ure. In Nederland verkeeren wij nog schijn baar in de periode der ministeriëele crisis; in werkelijkheid echter niet, want de oplossing er van is blijkbaar reeds ge vonden, al is nog niet algemeen bekend, uit welke leden der rechterzijde het nieuwe ministerie is samengesteld. Dit kan als vaststaande worden aangenomen, dat de samensteller er van, mr. Heemskerk, met het minister-presidentschap zal worden belast. Zoo is dan eindelijk het werk gelukt, naar de totstandkoming waarvan van het oogenblik af dat dit liberaal Ministerie de teugels van het bewind in handen nam, door de rechterzijde gestreefd is. Men trachtte van den aanvang af de liberalen het regeeren moeilijk, onmogelijk te makenteneinde zoodoende voor de mannen der rechterzijde den weg tot de regeering te effenen. De heeren der reactie kunnen thans tevreden zijn. De Pruisische Landdag heeft bij de derde lezing het wetsontwerp tot verster king van het Duitsche bestanddeel in de provincies Polen en West-Pruisen aange nomen. De Staat krijgt daardoor het recht 70.000 Hectaren grond, toebehoorende aan Poolsche landeigenaarsen gelegen in genoemde provincies, voor een prijs aan te koopen, dien hij zelf zal bepalen. Dit is een schromelijke inbreuk op het eigen domsrecht, en tevens een schending van het grondwettig artikel, waarbij alle burgers van den Staat gelijk voor de wet worden verklaard. De Polen zijn staatsburgers, en elke wet, die een uitzonderingsmaatregel voor hen in het leven roept, is in twee strijd met de Grondwet, die hen met de andere staatsburgers gelijkstelt. De 86-jarige Poolsche afgevaardigde, Szuman, protes teerde in waardige en krachtvolle taal vóór de eindstemming tegen de rechts- schennis. Hij zeide: „Tegenover een wetsontwerp als dit, dat in strijd is met de Grondwet, en de rechtsbeginselen in Pruisen, en in het Duitsche rijk, en tot een meedoogenlooze overweldiging van de Poolsche bevolking in Pruisen leidt; dat die bevolking in hare verhevenste en edelste gevoelens van aanhankelijkheid aan de plek van hare bakermat ten diepste en gevoeligste treft en krenkt; dat de eerste rechten van de burgersamenleving en de grondslagen van elke maatschappelijke orde, en van eiken geordenden staat schokt en onder mijnt; weigeren wij, verder aan de beraadslaging deel te nemen. „Wij verheffen hier, en voor de gansche beschaafde wereld plechtig onze stem, en teekenen plechtig verzet aan tegen de gewelddaad, die in dit ontwerp belichaamd is. Het bittere en onmeedoogende onrecht, dat de regeering en de meerderheid van dit Huis op het punt staan een weerlooze minderheid in dezen staat aan te doen, zal, en moet zich aan zijn geestelijke vaders en bevorderaars van zelf wreken. Wij zuilen, met ongetemden moed, den thans aangekondigden strijd voor onzen vaderlijken grond, waarin het gebeente van onze vaderen rust, en waaraan de herinneringen van ons geschiedkundig verleden verbonden zijn, aanvaarden. Het bewustzijn voor een goede, edele en recht vaardige zaak te strijden, en het vertrouwen op het bestier van een Goddelijke Voor zienigheid, welke boven de machthebbers dezer wereld staat, zullen ons kracht en moed schenken, om ook dezen nieuwen onspoed zegerijk te overwinnen. Wat wij als volk zijn, willen en zullen wij blijven". (Levendige toejuichingen bij de Polen). De reactionaire regeeringsverklaring in den Pruisischen Landdag ten opzichte van het kiesrecht vindt in de vrijzinnige kringen van geheel Duitschland een heftige be strijding. Het regeeringsblok heeft door die verklaring een geduchten schok gekregen, zoodat het wel niet lang meer duren zal, of de liberalen zullen den rijkskanselier duidelijk maken, dat zij hem niet langer steunen kunnen. Te Kassei vergaderde de Duitsche vloot- vereeniging. Het was een zeer ontstuimige vergadering, waarvan het resultaat was, dat de voorzitter, generaal Keim, en het geheele bestuur hun demissie namen. Hierop werd met groote meerderheid van stemmen een motie aangenomen, waarbij vertrouwen in het afgetreden bestuur werd uitgesproken. De kwestie was, dat generaal Keim ter gelegenheid van de jongste verkiezingen voor den Rijksdag tegen de candidaten van het Centrum was opgetreden. Een tijd geleden werd de generaal door de Duitsche vloot vereen (ging tot haar voorzitter gekozen. Prins Rupprecht van Beieren, eerelid van genoemde vereeniging, zag in die keuze een partij kiezen voor een bepaalde politieke richting en nam daarom als zoodanig zijn ontslag. Deze daad van protest werd door niemand min der dan door den Keizer in eigen persoon goedgekeurd, hetgeen ten gevolge had, dat de generaal en het geheele bestuur hun ontslag namen. De dames in Engeland, die ijveren voor de toekenning van het kiesrecht aan de vrouw, kiezen om te betoogen zonderlinge middelen. Toen zij vernomen hadden, dat in Dowingstreet in het gebouw van het Ministerie een kabinetsraad zoude gehouden worden, begaven zij zich ijlings derwaarts, kettingen medenemend, niet van goud om haar blanke, zachte halzen te tooien, maar van ijzer, teneinde met behulp van sloten zich aan het hek van het departements gebouw vast te ketenen, zoodat zij niet konden verwijderd worden. De stoute politie liet echter de kettingen doorvijlen, zoodat zij loskwamenmedegenomen werden, en in de gevangenis een gastvrij onderdak vonden. Te Newton-Abbot zijn de strijdsters voor het kiesrecht geslagen. De te hoop geloopene bevolking wierp met bedorven eieren, en sloeg er op los, zoodat zij zich genoodzaakt zagen in een kruidenierswinkel te vluchten. Toen zij er uit kwamen, wachtte het gepeupel hen op, en maakte zich toen aan ergerlijke mis handelingen jegens hen schuldig, totdat de politie er een einde aan maakte. Een Franschman, Lemoire genaamd, beweert het middel te hebben gevonden om diamant te maken. Met Wernher van de Beers-company kwam hij overeen diamant te vervaardigen in een door Wernher in gericht laboratorium. Zijn recept deponeerde hij bij een Londensche bank, met de uit drukkelijke bepaling, dat het geheim der bereiding eerst na zijn dood bekend mocl\t worden gemaakt. Voor de inrichting van 't laboratorium en voor het bedrijfskapitaal heeft Wernher reeds twee millioen geofferd. Maar Lemoine is met dit bagatel nog niet tevreden. Hij verlangt meer en steeds meer geld, hetgeen Wernher wegens de geringe resultaten, die hij zag, geweigerd heeft te geven. Ja, Wernher heeft hem zelfs van oplichterij aangeklaagd, hetgeen de justitie aanleiding gaf Lemoire achter slot en grendel te zetten. De zaak dient nu voor het gerecht. Lemoire wil een proef afleggen, dat hij diamant fabriceeren kan, maar stelt als voorwaarde daarvoor zijn onmiddellijke invrijheidsstelling. Stössel, die wegens de overgave van Port-Arthur voor den krijgsraad terecht staat, heeft in een telegram aan den Czar den krijgsraad van partijdigheid beschuldigd. De Czar heeft tot bijwoning der zittingen van den krijgsraad zijn vleugel-adjudant gezonden, die over zijn bevindingen rapport moet uitbrengen. Op het graf van den bekenden comman dant uit den Transvaalschen oorlog, Danie Theron, te Eikenhof aan de Kliprivier nabij Johannesburg, is in tegenwoordighe:d van 700 belangstellenden, waaronder zich ook bevonden Louis Botha en generaal Jan Smuts, een eenvoudig gedenkteeken ge plaatst. In den steen staat het volgend vers gebeiteld: Niet hier, nog steeds voert hij hen aan, De jonge strijders van zoo meen'gen slag, En aan de spits der helden zal hij staan Wanneer verrijzen zal de lang verbeide dag. INDIË. Men schrijft uit Penampaan, d.d. 8 Dec. aan het N. v. d. Dag voor Ned.-Indië: Een patrouille van Penampaan (Gajoe Loeos), onder commando van den sergeant Stoop, wilde den 27en Nov. j.l. naar haar bivak terugkeeren en nam daartoe haren weg over den z.g. Boer-ni-Gadja. Plotseling werd de patrouille geattaqueerd door een reusachtigen olifant, welke door de kudde uitgeworpen was. Toen de sol daten, die eerst uit elkander gestoven waren, zich weer verzameld hadden, miste men den Menadoneeschen korporaal Supit, no. 60479. Na een oogenblik gezocht te hebben, vond men achtereenvolgens het geweer, den veldzak en de veldflesch van den korporaal. Verder het spoor, door het dier gemaakt, volgende, vond de patrouille het bij het bekken afgerukte rechterbeen van den man. Men kan zich voorstellen, welken indruk deze vondst op commandant en manschappen maakte. Daar lang dralen op de plaats hoogst gevaarlijk kon worden voor de overigen, vervolgde men den marsch, de gevonden voorwerpen meevoerende. Het been werd den volgenden dag op het kerkhof te Penampaan begraven, terwijl een nieuwe patrouille uitging om het overige gedeelte van het lijk op te zoeken. AUSTRALIË. Voortdurend is het hier smoorheet. In Adelaide en Melbourne is het eiken dag warmer dan 100 graden in de schaduw. Er zijn 32 menschen aan zonnesteek bezweken. AMERIKA. New-York, 20 Jan. Een telegram uit Rio de Janeiro meldt, dat aldaar drie Italianen zijn gearresteerd, als zijnde leden van een anarchistenbende, georganiseerd met het doel, de Amerikaansche oorlogs schepen, op weg naar den stillen Oceaan, in de lucht te laten vliegen. Men gelooft, dat de bende nog twee andere Italianen, een Kanadees en twee Duitschers telde. Uit de stad Ely, in den Amerikaan- schen staat Nevada, komt het bericht van de buitengewone redding van een aantal mijnwerkers, die sedert zes weken waren begraven. Op 4 December had een instorting plaats in een goudmijn, waardoor ver scheidene arbeiders werden bedolven. Drie mannen waren op meer dan 300 meter diepte begraven, maar soort zinken bekapping beschermde hen, en belette, dat zij verpletterd werden. De redders ontdekten bij het sondeeren deze holte en vernamen geluiden, die er op wezen, dat er nog levende arbeiders in de ingewanden der aarde zich ophielden. Van dat oogenblik werden de mijnwerkers met behulp van een buis van levens middelen voorzien. Het reddingswerk werd met de grootste zorgvuldigheid voortgezet, en eerst na zes weken zwaren arbeid, zagen de begraven werklieden deze week gezond en wel het daglicht weder. Bij een mijn-gasontploffing in de nabijheid van Pittsburg (Pennsylvaniê) zijn 40 mijnwerkers begraven. Waarschijnlijk zijn zij nog in leven, maar men heeft weinig hoop hen te kunnen redden, daar er tegelijkertijd brand in de mijn is ont staan. Een reddingsbrigade van twintig man is afgedaald, en niet weder te voor schijn gekomen, zoodat men vreest, dat ook deze mannen omgekomen zijn. TURKIJE. Constantinopel, 19 Jan. Een bacteoro- logisch onderzoek heeft aan het licht gebracht, dat een zevende verdacht geval van cholera werkelijk die ziekte bleek te zijn. Een achtste verdacht geval heeft zich voorgedaan in één der voorsteden. Op 16 Januari had de cholera te Mekka en Medina 338 slachtoffers gemaakt. Den 18en deden zich 501 gevallen van cholera voor te Djeddah, alsmede 1 pestgeval. RUSLAND. Uit Sewastopol worden nadere bizonder- heden bericht omtrent het revolutionair komplot tot vernielen van de Zwartezee- vloot. Het blijkt, dat er twee plannen bestonden. Volgens het ééne zou men zich meester moeten maken van de oorlogsschepen, de forten en het arsenaal, met behulp van de mariniers, de artilleristen en een bataljon van het Brest-regiment. Volgens het tweede zou men de spoorwegbrug vernielen, welke het Schiereiland De Krim met het vasteland van Tauris verbindt, en daarna over het geheele Schiereiland de republiek uitroepen. De samenzweerders moesten echter die grootsche plannen opgeven, en zij be paalden zich tot het voorbereiden van de vernieling der vloot, hetwelk nu ook is verijdeld. Te Lodz is de fabrikant Jacob Rosen blatt bij het verlaten zijner woning door een onbekende neergeschoten. De generaals Stössel en Smyrnoff hebben Zaterdag tijdens de zitting van de rechtbank elkander den mantel eens uit geveegd. Generaal Smyrnoff verklaarde: „Generaal Stössel heeft aan geen enkel gevecht noch aan de verdediging deel genomen. Zijn eenige bezigheid bestond in het uitdeelen van niet op te volgen bevelen en van eerekruizen. Ik ben ervan overtuigd, dat hij mij van mijn plaats ver drong, alleen om te capituleeren". Toen stond generaal Stössel op en zeide: „generaal Smyrnoff, je liegt het!" Het kostte moeite de beide heeren tot bedaren te brengen. ENGELAND. Den 24en Februari komen, zoo wordt gemeld, koning Edward en koningin Alexandra te Parijs, waar zij eenige dagen blijven. De aankomst te Christiania schijnt op 10 Februari vastgesteld. De koning en de koningin van Engeland zouden op Voxen- kollen intrek nemen. Uit Londen wordt aan den Matin bericht, dat de koning en de koningin van Engeland op 29 Februari uit Londen zullen vertrekken voor een kruistocht door de Middellandsche Zee en bij die gelegenheid een bezoek zullen brengen aan het Portugeesche hof. De gestolen kroonjuweelen. Volgens berichten uit Dublin is men in Iersche kringen zeer ontstemd over het geheime onderzoek, in zake de gestolen kroon juweelen. De door de Iersche regeering benoemde commissie Is thans met haar bijeenkomsten gereed en zal een bericht hierover aan den lord-luitenant doen toekomen. Of dit gepubliceerd zal worden is nog niet bekend. 't Is vrij duidelijk, dat de geheele zaak op touw gezet werd tegen den bewaker der kroonjuweelen, den wapenkoning van Ulster, sir Arthur Vicar, uit wiens bureau, in het slot te Dublin, zooals men zich herinneren zal, de kroonjuweelen en zijn eigen familie-kostbaarheden gestolen werden. Sir Arthur Vicar stelt de politie, die de sleutels van het bureau had voor den dieistal, verantwoordelijk. Daar hij het benoemen eener geheime commissie niet goedkeurde en geen getuigenis voor haar wilde afleggen, zal haar werk weinig resultaat opleveren. Sir Vicar verlangt een openlijk onder zoek door een commissie, die van de rechtbank de bevoegdheid erlangt, getuigen onder eede op te roepen. Invloedrijke Iersche kringen steunen hem in dezen. Men zegt, dat Iersche afgevaardigden de zaak, zoodra het parlement weer bijeen komt in het Lagerhuis, ter sprake zullen brengen. De Iersche pairs willen er in het Hoogerhuis over interpelleeren. De Iersche nationalisten zijn van plan den staats secretaris voor Ierland, Birrell, wegens het verleenen zijner toestemming, tot het bijeenroepen eener geheime commissie aan te vallen. De ridders van de orde van den heiligen Patrick zonden den lord-luitenant een verzoekschrift voor koning Edward, waarin verzocht wordt, de zaak in het openbaar te behandelen. De lord-luitenant zond de petitie terug. Ze zal den koning thans langs anderen weg worden aangeboden. Te Dublin verkeert men nog steeds in de grootste opgewondenheid over het geval. FRANKRIJK. De Parijsche politie heeft aan het Noorderstation twee Russische terroristen een man en een vrouw gevangen genomen, die vermoedelijk medeplichtig zijn aan den roofaanval op een wagen met geld te Tiflis, in Juli 1907, waarbij een som van 250.0C0 roe bel in goud en bank biljetten gestolen of, volgens de terroristen „onteigend" werd en 35 menschen werden gedood. Opgaven van de nummers der bank biljetten werden door de Russische politie naar het buitenland gezonden, en met behulp daarvan heeft nu de Parijsche politie deze twee terroristen opgespoord een journalist of student, Detiarick of Wallah Meer genaamd want hij moet verschillende namen hebben gedragen en zijn vriendin, Fanny Janpolska, studente in de medicijnen. De politie te Parijs had al twee maanden geleden op Detiarick „geloerd"; maar hij was toen plotseling verdwenen. Hij kwam échter terug te Parijs, en Zaterdagavond werd hij met zijn vriendin gevat aan het Noorderstation, op het oogenblik, dat zij met den sneltrein naar Brussel wilden vertrekken. Bij Detiarick werden een paar der ge stolen bankbiljetten gevonden, bij Fanny Janpolska vond men niets. Beiden worden nu in verzekerde bewaring gehouden, en het moet nog worden uitgemaakt of zij tot de plegers van den geldroof behooren, in welk geval zij aan Rusland uitgeleverd zullen worden, dan wel, of zij alleen als helers van de gestolen bankbiljetten te Parijs terecht moeten staan. DUITSCHLAND. Berlijn, 21 Jan. Hedennamiddag kwart over vieren kwam het op de Schiffbauer- damm, tegenover het Rijksdaggebouw, tot een botsing tusschen werkloozen en politie, die van den in aanbouw zijnden schouw burg met steenen werd geworpen. Politie, te voet en te paard, ging met de blanke sabel op de menigte in, waarbij een aantal menschen hoofdwonden beliepen. BELGIË. Het Belgische dorpje Quaregnon is Zondagmorgen in de vroegte opgeschrikt door het gerucht van een vreeselijke mijn ramp, alweder te wijten aan het verrader lijke mijngas. Tegen vier uur in den morgen had een ontzettende ontploffing plaats in de op 800 meter diepte gelegen schacht van de steenkolenmijn der maatschappij Couchant- du-Flénu, waar op dat oogenblik 19 arbeiders aan het werk waren. Twaalf anderen bevonden zich in de schacht op 736 meter diepte. Deze laatsten voelden een geweldigen schok en werden met kracht tegen den wand van de galerij geslingerd. Één der mannen, behulpzaam bij den liftdienst, die juist één keer had gescheld om 2 arbeiders te doen ophalen, haastte zich, twee keer fe schellen, als teeken, dat er een ongeluk was gebeurd. Onmiddellijk nadat hij met de lift naar boven was gebracht, maakte de man alarm, en begon men het reddingswerk, dat op tallooze moeilijkheden stuitte, zoodat men eerst om 11 uur het laatste der zes lijken had opgehaald. Alle slachtoffers moeten gestikt zijn. Hun gelaat en handen waren bedekt met brand won den, als gevolg van de ontbranding van het gas. De gewonden zijn allen zwaar gekwetst, en hun leven is in gevaar. Omtrent de oorzaak van deze ramp tast men nog in het duister. Men schrijft haar natuurlijk toe aan het mijngas, maar men weet niet, of de ont ploffing is teweeggebracht door een onvoorzichtig ontbloote mijnlamp, of door een z.g. „vulkaan", die gebarsten is, ten gevolge van de sterke barometrische depressie dezer laatste dagen. Het aantal dooden bij de ramp is thans vastgesteld op 10; dat der gewonden op 28. NEDERLAND. Amsterdam, 20 Jan. Men herinnert zich het langdurige proces over het kind Vermij, dat in het Binnen-Gasthuis „ver wisseld" zou zijn geworden, hetgeen, zooals ten slotte in hoogste instantie werd uit gemaakt, onwaar is gebleken. Wij deelden reeds mede, dat inmiddels de echtefieden Vermij overleden zijn en een achtenswaardige familie uit de Jan Luykenstraat het kind tot zich genomen had. Deze heeft thans aan de Koningin toestemming verzocht om het kind ook haren geslachtsnaam te mogen geven. Vermeldenswaardig is, dat dit echtpaar, dat tien jaren kinderloos gebleven is en om die reden het kindje als het zijne aannam, eenigen tijd daarna verblijd werd met de geboorte van een dochtertje. In 't Israëlietisch Ziekenhuis aan de Keizersgracht alhier, is gisterennacht een brutale diefstal gepleegd. Uit den aard toch is er in deze inrich ting dag en nacht personeel op de been, hoofdzakelijk echter op de ziekenzalen. De portiers slapen des nachts om slechts op te staan als er gebeld wordt. Door deze omstandigheid begunstigd, heeft een dief beide groote koperen collecte bussen, die bij den ingang aan de Keizers gracht en Kerkstraat hangen, opengebroken en den inhoud ontvreemd. Gisterenmorgen vond men beide bussen, die van zware sloten waren voorzien, ver nield en ledig. De inhoud was natuurlijk niet bekend, maar, gezien de offervaardig heid der bezoekers, moet de dief een aanzienlijk bedrag hebben buitgemaakt.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1908 | | pagina 1