Coza Institute,
Van een Congres-week.
ADVERTENT
AUG. VAN DYCK
stijgen tot che( der onderneming. Mij
genoot bij ieder het meest-onbegrensde
vertrouwen. En geen wonder! Waar de
meeste opkomelingen hoogmoedig worden
en door blague trachten te bedekken, dat
eigen kundigheid hen deed opklimmen,
daar blééf hij de eenvoudige man.
Daar blééf hij wonen op 'n eenvoudige
huurkamer, verkeerend met de lieden, uit
wier midden hij was voortgekomen. Sim
peler levenslust is wel haast ondenkbaar.
Luxe was hem geheel en al vreemd. Een
gezin bezat hij niet. En hij speelde, spéélde.
Met den dollen hartstocht van 'n bezetene,
óm te spelen. En zijn laatste levensjaren
vertoonen die geweldige tragiek van 'n
geldman, die zich redden wil uit een poel
van malversaties, 's Morgens om acht uur
zat hij reeds op zijn kantoor, 's Avonds
laat zag men hem nóg aan z'n lessenaar.
En ook op den wekelijkschen rustdag trof
men hem immer daar. Maar toen was het
pleit voor reddeloos verloren. En zoo
eindigt, door blinde passie, een leven van
zwoegen in de duisternis der ballingschap.
Men begrijpt: zonder invloed blijven
gebeurtenissen als de Arnhemsche niet.
Eenige weken geledendadelijk na de
Krach, bracht de verpachting der plaatsen
in den schouwburg f 1100 op. Dat is
f 1600 minder dan in 't vorig jaar. En
men hakt geen hout, of er vallen spaanders
Maar toch is onze eind-indruk niet, dat
de crisis zich zal uitbreiden, of chronisch
worden zal. Veeleer is men bezig, zich te
herstellen van den schrik.
Ingezonden Mededeelingen.
(Onder verantwoordelijkheid van den inzender).
Van 1 —5 regels f 1,elke regel meer f 0,20.
Een Middelburgsch bewijs voor Zierikzee.
Mejuffrouw J. BOUWENS, Vlissingschestraal
K 48 te Middelburg, meldt ons: Gedurende acht
maanden leed ik onophoudelijk aan een vreeselijke
pijn in het benedengedeelte van den rug en in
de lendenen. Het ergste was het wanneer ik
bukken moest en als ik mij daarna oprichtte,
scheen het wel alsof ik door den grond zou gaan;
zelfs wanneer ik van mijn stoel opstond, had ik
veel pijn. Ik had ook veel last van duizelingen
en schemeringen voor de oogen, en kreeg zwee
tingen, welke onmiddellijk door huiveringen
gevolgd werden. Allerlei geneesmiddelen hier
voor aangewend, brachten mij geen baat, totdat
ik ten slotte kennis maakte met Foster's Rugpijn
Nierenpillen en het is mij een vreugde u te kunnen
berichten, dat ik hierdoor een groote verlichting
bekomen heb, en toen ik twee doozen gebruikt
had, was mijn pijn zoo goed als geheel verdwenen.
Uit dankbaarheid zal ik ze steeds andere lijders
aanbevelen.
Ik ondergeteekende verklaar dat het boven
staande waar is en machtig u het publiek te
maken op elke wijze die u goeddunkt.
De échte Foster's Rugpijn Nierenpillen geven
geleidelijk genezing aan het teere nieren-organisme,
daal* ze de nieren helpen om het bloed te zuiveren
en den vloeibaren afval uit het lichaam te ver
wijderen, die rugpijn, rheumatiek, onregelmatige
waterloozing, graveel en steen in de blaas ver
oorzaken.
Foster's Rugpijn Nierenpillen zijn de pillen,
die u zullen genezen, laat u niet overhalen iets
anders te probeeren.
Zij zijn te Zierikzee verkrijgbaar bij den Heer
M. S. POLAK, gedipl. Drogist, en te Tholen
bfl den Heer W. POTTER, filiaal Apotheek
„Coronoe", Stoofstraat. Toezending geschiedt
franco na ontvangst van postwissel h f 1,75 voor
één of f 10,— voor 6 doozen.
Dronkenschap
bestaat niet meer.
Een monster van het merk
waardige Coza poeder wordt
gratis toegezonden.
Kan ingegeven worden in Koffie,
TheeMelk, Likeur, Absint, Bier,
Water of in het voedsel, zonder
dat het noodlgis, dat de dronkaard
er iets van af weet.
Het COZA POEDER bezit de
wonderbareeigenschapom tegen
zin tot het drinken van sterken
drank (bier, wijn, absint enz.) bij
den dronkaard op te wekken.
Het COZA POEDER werkt zoo
onopgemerkt en zeker, dat de
echtgenoote, de zuster of de
dochter van den verslaafde het
hem toe kan dienen, zonder zijn
medeweten, en zonder dat het
noodig is, dat de patiënt ooit behoeft te weten
waaraan hij zijne redding te danken heeft.
Het COZA POEDER heeft het huiselijk geluk
van duizenden gezinnen hersteld, duizenden per
sonen van schaamte en oneer gered, en deze
personen tot levenslustige en nuttige leden der
maatschappij herschapen; het heeft menig jong
persoon op den rechten weg teruggebracht en
gelukkig gemaakt en het leven van talloozen met
menig jaar verlengd.
Het Instituut, waardoor dit ongeëvenaard poeder
verspreid wordt, zendt gratis aan hen, die daartoe
aanvraag doen, een boek met dankbetuigingen en
een monster. Het poeder wordt gewaarborgd
volkomen onschadelijk te zijn. Correspondentie
in alle talen der wereld.
Het echte Coza Poeder is verkrijgbaar in alle
Apotheken en in het volgende Depót te Zierikzee:
Drogisterij „Het Roode Kruis", Schuithaven.
Tholen: W. POTTER, Kerkstraat.
Onze Depóthouder reikt het attestenboek gratis
uit aan hen, die er aanvraag voor doen, maar
geeft geen gratis proeven. Om deze te bekomen,
wendt u direct naar Londen.
Wacht U voor namaaksels.
Het Coza Poeder is het eenige afdoend middel
tegen dronkenschap.
Canada en het Heilsleger.
Een groot land, een geheimzinnig land,
dat Canada. Velen meenen het fe kennen,
weinigen kennen het. Maar dit staat bij
ons, na alles wat we gehoord hebben,
vast: 'tis geen luilekkerland, al schijnt
het tegenwoordig ook 't modeland voor
emigranten te zijn. De heer Schuilwerve,
een jong maar pienter stafkapitein van het
Leger des Heils, is er geweest; heeft er
landverhuizers heen gebracht, en met de
menschen, die er al eenigen tijd woonden,
gesproken en gecorrespondeerd. Hij gaf
van zijn reis en bevindingen uitvoerig
verslag. Velen hebben dat gehoord, doch
't kan zijn nut hebben, dat nog meerderen
het lezen. Daarom hier een verslag van
dat verslag.
De indrukken van den kapitein waren
nog tamelijk versch, daar hij pas een paar
maanden geleden van de reis was terug
gekomen. Zijn gezelschap bestond bij het
vertrek uit goed 70 mannen, vrouwen en
kinderen. Doch voor de spreker ons aan
boord bracht, deed hij eenige mededeelingen
over het land in 't algemeen. Canada is
nog iets grooter dan de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika en bijna zoo groot als
geheel Europa. De bevolking is slechts
weinig talrijker dan die van Nederland.
Hierbij dient in aanmerking genomen, dat
een groot deel van het uitgestrekte gebied
onbewoonbaar of bijna onbewoonbaar is.
Er zijn vijf godsdiensten of liever,
vormen van godsdienst die de overhand
hebben: Ie de methodisten (een soort
heilsoldaten); 2e de presbyterianen; 3e
de roomsch-katholieken4e de Engelsche
Staatskerk; 5e de baptisten. Er heerscht
op dit gebied volkomen vrijheid. Het onder
wijs is ginds wel niet zoo goed als in
Holland; maar even goed als in Engeland,
zoodat men alle mogelijke kans heeft, zich
behoorlijk te ontwikkelen.
Het emigratie-werk van 't Leger des Heils
dateert van de laatste vijf k zes jaren.
Het hoofdkwartier te Londen is er mee
begonnen, en de omstandigheden leidden
er van zelve toe. Reeds nu zijn de aan
vragen bij het hoofdkwartier zóó talrijk,
dat men te Londen voor dezen arbeid een
afzonderlijk Departement moest vormen.
Eindelijk werd er ook uit ons land
de zorg, om de landverhuizers goed terecht
te brengen was zoowel hier als daar de
drijfveer bij het hoofdkwartier aangeklopt.
Men vroeg: kunt ge niet even goed Hollanders
als Engelschen te hulp komen? En liet
antwoord was: geen bezwaar, als de men
schen werken willen en zelf op de een of
andere wijze voor hunne reiskosten zorgen.
Nu, met f 120 a f 130 komt men al aardig
ver.
Ramp „Berlin".
Zaterdagmiddag is op het Noorderhoofd
een in vergevorderden staat van ont
binding verkeerend lijk gevonden van het
mannelijk geslacht.
Men vermoedt, dat het één der slacht
offers van de „Berlin" is.
Op het lijk zijn gevonden: een zilveren
cylinder-horloge met ketting, waaraan een
medaillon hangt met het portret van een
kind; ook was er aan den ketting een
ledig gelddoosje.
Brieven uit Berlijn.
Van onzen Correspondent).
Berlijn, 26 Sept. '07.
Hoe groot mag wel het percentage der syste
matisch het gansche verloop van de verhandelingen
eener natie en der algemeene vergaderingen
volgende deelnemers zijn onder de duizenden,
wier namen voorkomen in de lange lijst van
binnen- en buitenlanders, die zich voor het sinds
eenige dagen in het Rijkdagsgebouw vergaderende
internationale Congres voor Hygiene en Demo-
graphie (statistische volksbeschrijving) deden
inschrijven
Naar rato, vrees ik, kan het niet hoog zijn.
Wanneer buiten bij goddelijk constant herfstweêr
de warme zon lacht, en behalve de tallooze
congres-genoegens van allerlei aard zooveel
bezienswaardigs geboden wordt in de voor velen
nog nieuwe wereldstad, moet de belangstelling
voor een speciaal onderwerp van het uitvoerige
program wel bizonder groot zijn, dat op den duur
aan de velerlei van het eigenlijke doel der reis
afleidende verlokkingen kan worden weerstand
geboden. Met het meer en meer specialiseeren
der verschillende takken van wetenschap, gaat de
toenemende splitsing in tal van elk voor zich
opnieuw een bizondere tak van wetenschap
behandelende ondersecties der internationale
wetenschappelijke congressen hand in hand. De
opzet van elk volgend congres is gewoonlijk veel-
omvattender dan het voorafgaande, tengevolge
waarvan naar rato het aantal dergenen vermindert,
die in staat zijn zich een beeld te vormen van
het samenvattend resultaat der beraadslagingen.
Er behoort een flinke dosis organiseerend talent
en stalen zenuwen toe om een acht dagen ver
gaderend congres van den omvang van het nu
het gansche Rijksdaggebouw in beslag nemende
14e Intern. Congres voor Hygiene „in elkaar te
zetten Dat daarbij ook flaters begaan worden
is volstrekt niet te verwonderen.
In vroeger jaren was het voldoende, wanneer
een degelijk werkprogram werd opgesteld; bleef
er tijd voor ontspanning over, la bonheur, men
was evenmin een „kostverachter" als tegenwoordig,
doch de amusementen namen nog niet zulk een
voorname plaats in op het program van actie.
Naarmate echter het percentage der „meeloopers",
die een buitenlandsch congres in de eerste plaats
als een verzetje beschouwen, als een welkome
gelegenheid om „Land und Leute" in den vreemde
te leeren kennen en zich te amuseeren, toenam,
werd men ook in dezelfde verhouding veel
eischender ten opzichte van den aard der genoegens
en attracties voor de tallooze „meeloopers", dames
en heerenmet een stereotyp feestbanket of
souper kan niet meer worden volstaan. De groote
„men" onder de hedendaagsche congressisten
wil worden „bezig gehouden".
Daaraan wordt dezer dagen ruimschoots tege
moetgekomen. Niet alleen vraagt de gelijktijdig
geopende zeer interessante tentoonstelling van
Hygiene in alle wandelgangen, corridors, anti
chambres, lees- en schrijfzalen van de eerste ver
dieping van het Rijksdagsgebouw, waar zich in
het midden de groote zittingszaal bevindt, de
aandacht van belangstellende deskundigen en
leeken, doch eiken voor- en namiddag bestaat
gelegenheid onder deskundige leiding tot het
bezichtigen van allerlei instellingen in Berlijn en
daarbuiten, terwijl de talrijke dames, onder leiding
van toongevende Berlijnschcdames, musea, parken,
waarenhuizenkinderziekenhuizen„crèches",
vrouwenclubs bezoeken of uitstapjes in de heer
lijke omstreken ondernemen, waartoe het ver
rukkelijke herfstweer zoo uitmuntend medewerkt.
Daar straks passeerden twee, zoowel van binnen-
als bovenop geheel gevulde auto-omnibussen met
(voornamelijk) dames-congressisten mijn venster,
op weg naar den Grunewald.
Terwijl voor Dinsdag een concert in de Hoch-
schule fiir Muziek, des avonds een banket ten
raadhuize, voor gisteren concert en feestmaal in
de Kunstausstellung, voor heden offlciüele diners
ten Hove van den Kroonprins, en in het gebouw
der Kaiser-Wilhelm-Akademie (internaat der
toekomstige officieren van gezondheid), en gala
voorstellingen in de Koninklijke Opera en het
Schauspielhaus op het programma staan, wordeu
morgennamiddag tochten naar Postdam en Grünau
ondernomen, gevolgd door een souper in Berlijn';
nieuwste bezienswaardigheid op het restaurant-
gebied, het gelijktijdig aan 4000 personen zit
plaatsen biedende wijnrestaurant Chenigold.
Zaterdag heeft een ontvangst vanwege de Berlijn-
sche artsen plaats, en Zondag na sluiting van het
congres splitst zich het leger der congressisten
in drie partijen, waarvan 500 zich als gasten van
den Senaat der Vrije Hansestad Hamburg naar
de grootste stedelijke republiek begeven; een
tweede „bataillon" bezoekt dien dag de in Beelitz
(Mark Brandenburg) gelegen Sanatoria voor
tuberkuleuzen, en het derde de Roode-Kruis-
Sanatoria voor kinderen in Hogenlychen, even
eens in de Mark gelegen.
Tusschendoor een groote verscheidenheid in
particuliere diners en soupers bij verschillende
corypheeën der Berlijnsche wetenschap, waarvan
sommigen als de joviale schatrijke professor
Lassar bij dergelijke gelegenheden een gastvrijheid
op groote schaal aan den dag leggen.
Professor Lassar, een reeds bejaarde, gedrongen,
kerngezonde persoonlijkheid, met sneeuwwitten
baard en blozend uiterlijk, is behalve door zijn
enorme dermatologische praktijk ook als sport
man een bekende Berlijnsche persoonlijkheid.
Gevolgd door zijn rijknecht, reed de levenslustige
geleerde, een stevige vijftiger, kortgeleden te
paard naar Dresden, ter bijwoning van het congres
der „Deutsche Naturforscher und Aerzte", en
keerde na afloop ook weer te paard naar Berlijn
terug.
Met het arrangeeren van kolossale congressen
als het onderhavige zijn groote sommen gemoeid.
Doch de regeering laat zich gewoonlijk niet
onbetuigd. De staat behoort op waardige wijze
te representeeren, evenals hij dit van zijne hooge
ambtenaren en opperofficieren verlangt, die daar
toe jaarlijks van staats- of rijkswege groote
subsidies genieten (de Pruisische Ministers b.v.
elk mk. 24.000, alleen door representatie). Daar
het internationale congres voor Hygiene en
Demographie voor het eerst in de hoofdstad van
het Duitsche rijk bijeenkomt, deed het rijk een
bizondere „duit" in het zakje, en stelde vanwege
het Reichsambt des Innern de aardige som van
70.000 mk. (bijna de helft der door de Neder-
landsche Staten-Generaal voor de ontvangst van
het Tweede Wereld-Vredes-Congres bewilligde
bedrag) ter beschikking van het organisatiecomité
als bijdragen in de kosten van het congres, welke
op mk. 180.000 worden geschat, waarvan een
bedrag van mk. 60.000 uit bijdragen der deel
nemers wordt gedekt.
Of de regeering In den aanstaanden herfst ook
diep in den buidel zal tasten, en een flinke bij
drage zal verleenen voor de kosten van het
internationale congres der journalisten, der
„commandeerende generaals", dat dan voor het
eerst te Berlijn bijeen zal komen? Aan die
luisterrijke officiëele feestelijkheden zal het ook
dan wel evenmin ontbreken, welke echter evenals
de prachtige feesten in het afgeloopen voorjaar
ter eere van het bezoek der Engelsche journalisten
wel wat zullen contrasteeren met de Assepoesrol
welke men de binnenlandsche „commandeerende
generaals" nog al eens laat spelen.
Een plotselinge toevloed van 4000 vreemde
lingen is zelfs in een 3 millioens-wereldstad als
Berlijn merkbaar, waar de stroom van inter
nationale reizigers gedurende de laatste jaren
enorm is toegenomen. Er heerscht bepaald een
manko aan goede prijswaardige hotels. Daaren
tegen is aan lucratieve millionnairs- en milliar-
dairshotels geen gebrek, nu het gunstig aan het
Wilhelmsplein gelegen Kaiserhofhotel inwendig
geheel werd verbouwd in den trant van Waldorf-
Astoria, en het nieuwe Allon-hote! hoek Linden-
en Pariser-Platz op de plek waar te voren zich
het deftige paleis van den geruïneerden graaf
Rekern verhief, zoo goed als voltooid is en
spoedig geopend zal worden. Men vertelt wonderen
omtrent de enorme luxe van het interieur, dat
zoowel door zijn schitterende inrichting als zijn
geweldige prijzen aan het naburige Bristol-hotel
Under den Linden een leelijke concurrentie zal aan
doen. Want de Amerikaansche dollar-millionnairs
zullen natuurlijk aan Allon de voorkeur geven.
Gewone stervelingen en daartoe behooren de
„Durchschnitts"-deelnemers aan wetenschappelijke
congressen stellen zich met bescheidene
interieurs en hotels of pensions tevreden. Vooral
het aantal der laatsten is in de laatste jaren
geweldig gestegen en beloopt tegenwoordig ver
over de duizend. Tot één der allereerste behoort
het gerenommeerde pension van Keuchelum,
eigendom van twee bejaarde zusters, weduwen
van Hollanders, die kort geleden een eigen, nieuw
speciaal als pension ingericht gebouw hebben
betrokken, waarop ik bij gelegenheid nader
terugkom. K.
Gemengd Nieuws.
Bij de jongst gehouden loting voor
de nationale militie te Velsen is ook ge
loot voor twee personen uit IJmuiden,
die al sinds eenige jaren overleden zijn.
Voor den een werd een vrij, voor den
ander een dienstplichtig nummer getrokken.
Of nu de loting nietig verklaard zal
worden, is nog niet bekend.
In Drente zijn sedert 1 Januari
ongeveer 3000 bewijzen van Nederlander
schap afgegeven, hoofdzakelijk voor per
sonen, die tijdelijk in Duitschland gaan
werken.
Niets trekt zoo als zijn vaderland!
Een leerling-muzikant van het le regiment,
die 2 Juni uit Assen deserteerde, en zich
de vorige week weder aanmeldde, is van
Assen naar Leeuwarden overgebracht om
voor den krijgsraad terecht te staan.
Hij schijnt niet erg veel pleizier van zijn
zwerftocht gehad te hebben!
Naar men aan de Ass. Crt. mededeelde,
was hij eerst naar Duitschland uitgeweken
en had daar getracht aan den kost te komen
als boerenknecht. Het koeienmelken ging
hem echter niet handig af, en hij kreeg als
onbruikbaar zijn congé. Als koetsier kwam
hij daarna in aanraking met een anderen
Hollander, en zij kwamen overeen naar
Amerika te gaan. Dit gelukte, de vluchteling
maakte in de qualitcit van musicus den
overtocht over dun Oceaan mede. In het
beloofde land beviel 't hem echter zóó
slecht, dat hij blij was weder te kunnen
gaan.
Te Amsterdam aangekomen, begaf hij zich
naar Leeuwarden, waar hij zich aanmeldde
met het bekende gevolg.
Een geheimzinnige zaak. Dezer
dagen werd uit Geleen naar het gesticht
Calvariënberg, te Maastricht, overgebracht
een man, die door revolverschoten in den
rug door een hem onbekend persoon zeer
ernstig was verwond. De politie heeft ge
tracht een tipje van den geheimzinnigen
sluier, die deze geheimzinnige zaak bedekt,
op te lichten.
De zaak heeft zich als volgt toegedragen
Zondag 22 September was het kermis te
Krawinkel, een gehucht onder Geleen. Op
de kermis bevond zich ook zekere Bovens,
arbeider aldaar. Het schijnt, dat B. dien
dag nogal een flink glas bier verorberd
heeft, want in den laten avond van dien
dag, circa elf uur, geraakte hij verzeild in
de huisweide van de wed. B. Toen hij
tot aan het bakhuis gekomen was, kreeg
hij, volgens zijne verklaring, een revolver
schot in den rug, ter hoogte van de nier
streek, en zag toen een man en een jonge
vrouw staanden eersten herkende hij als
den inwonenden zoon der wed. B.
Verder heeft hij verklaard, na het vallen
van het eerste schot, de vrouw tot den
man te hebben hooren zeggenSchiet
nog eens, dan is hij kapot, de smeerlap.
Onmiddellijk knalde een tweede schot,
waardoor B. voor de tweede maal werd
getroffen, ter hoogte van het eerste schot.
B. verborg zich daarna achter een in zijn
nabijheid staanden schansenhoop, en na
geruimen tijd aldaar te hebben gelegen,
tot alles stil was, is hij door een opening
in de doornenhaag aan de achterzijde der
weide gekropen en gevlucht, hoewel hem
het loopen bijna onmogelijk was, en hij
hevige pijnen leed.
Dat iemand, die twee schoten in het lijf
krijgt, de kluts kwijt raakt, is te begrijpen;
daaraan wordt het dan ook toegeschreven,
dat B., toen hij tegen 1J uur 's avonds
door een persoon uit Neerbeek langs den
weg werd aangetroffen, in een toestand
verkeerde, dat hij onmogelijk wist wat
met hem gebeurd was. Zijn geheugen
liet hem geheel en al in den steek. Toe
vallig is het, dat niemand der huisgenooten
van de wed. B. dien nacht heeft hooren
schieten, terwijl hare buren verklaren, dat
zij meerdere schoten hebben hooren vallen.
Nog steeds bevindt de verwonde B. zich
in het gesticht Calvariënberg; zijn toestand
is verre van gunstig. Voor eenige dagen
heeft de brigadier der rijksveldwacht een
zoon der wed. B. met den getroffene ge
confronteerd; deze herkende in hem zijn
aanrander. De verdachte ontkent evenwel
ten stelligste alle schuld. Nader verneemt
men nog, dat ten huize der wed. B. reeds
een 3-tal revolvers in beslag zijn genomen.
Het algemeen vermoeden bestaat, dat de
getroffene niet de persoon is, voor wien
de revolverschoten bestemd waren.
25 mitlioen bruidschat. Te New-
York zal binnenkort miss Gladys Vanderbilt,
de jongste dochter van wijlen Cornelius
Vanderbilt, in het huwelijk treden met
graaf Laszlo Szechenyi uit Boedapest. De
jongedame krijgt een bruidschat van 25
miltioen gulden mee.
De georganiseerde meisjes van Forst.
De inkwartiering bij de laatste manoeuvres
in Forst had grimmige jaloezie gewekt bij
de jongelingschap van Forst. De beproefde
methode, anders steeds bij vreemdelingen
toegepast, om ze er uit te ranselen, kwam
hun blijkbaar ten opzichte van de stoere
mannen van het 142e wat gevaarlijk voor,
en dus zonnen zij op een ander plan.
In de plaatselijke courant deden zij een
advertentie opnemen, waarbij zij de meisjes
„die zich verslingerden aan een soldaat"
bedreigden met een vreeselijke straf. Op
de eerstvolgende Kirchweih zouden dezulken
muurbloempje blijven.
Dat werd een oorzaak voor de jonge
dames van Forst, doordrongen van het
eendracht is macht" om zich te organi-
seeren. De eerste daad der organisatie was
een tegen-advertentie, vyaarin medegedeeld
werd, dat alle meisjes van Forst, ook die
zich niet verslingerd hadden aan een
soldaat" (zooals de jongelui dat noemden)
kennis genomen hebbende van der jonge
lingen besluit, zich solidair verklaarden
met de gedisqualificeerden en besloten
hadden de soldaten van het 142e regiment,
die in Forst ingekwartierd waren, uit te
noodigen de Kirchweih in Forst mede te
maken. Zij konden den jongelingen de
verheugende mededeeling doen, dat reeds
meer geïnviteerden de uitnoodiging hadden
aangenomen dan, gezien het aantal meisjes,
noodig was. Verder had men besloten de
Forster jongelui te boycotten, omdat men
niet inzag, waarom men de soldaten minder
achten moest dan de Forster jongelui, daar
de eersten immers „God, den Koning en
het Vaderland" dienden.
De advertentie was onderteekend: „In
naam der georganiseerde meisjes van Forst",
(volgden eenige handteekeningen).
Zeetijdingen. Zierikzee.
INGEKLAARD:
17 Oct. Het stoomschip „Dana", kapt.
D. B. Alstrand, van Karlstadt
(Zweden) met hout voor de firma
I. de Broekert alhier.
Ingezonden Stuk
DE TERUGKOM
„Hoor, hoe klagend huilt de wi
Spreekt de moeder tot haar kin
„Zie, hoe plast de regen neer!
„Welk een ruw, onstuimig weer
„Zie mij' niet zoo droevig aan!
„Is je vaders schip vergaan?
„'t Is als hoor ik daar zijn stem
„Kindje, kindje, bid voor hem!!'
Huiv'rend zet de vrouw zich ne
Angstig luist'rend naar het wee
Sprekend tot het domm'lig wich
Van wat haar op 't harte ligt:
„Op een zonnig, mooien dag
„Moest hij mij verlaten, ach
„Gij waart toen nog niet gebore
„Nog klinkt mij zijn stem in d'o
„Lena, heeft hij toen gezegd,
„'t Schip is klein, maar sterk en
„'tKan den felsten storm trotsei
„Spoedig hoop ik weer te keerei
„Lena, Lena, lieve vrouw,
„Blijf mij eeuwig, eeuwig trouw
„En ik heb mijn woord gegeven
„En ik ben hem trouw gebleven
„Maar het scheepje en mijn Gee
„Zijn nog niet teruggekeerd.
„Maanden zijn voorbij gegaan
„Bange tijden breken aan.
„Angst en zorg, verdriet en sma
„Pijnigen mijn moederhart,
„Nog is 't kindje dik en rond,
„Vroolijk, dartel en gezond,
„'t Kent geen honger nog en pijt
„Maar zal dat nog lang zoo zijn
„O! wat is mijn jongske schoon
„Geerte had zoo graag een zoon
„Wat zou hij gelukkig wezen
„Met een jongen, zooals dezen!
„Hemel, hoor die storm eens raz
„Regen klettert op de glazen!
„Hagelsteenen vallen neer!
„Kindje, kindje, wat een weer!!
„Waarom is mijn goede Geert
„Heden nog niet weergekeerd?
„Zwerft hij aan het verre strand
„Is zijn scheepje nooit geland,
„Rust hij in den Oceaan
„Wordt mijn smartkreet nooit ve
Het knaapje sluimert aan haar b
En lescht al slapende zijn dorst.
Gelukkig kind, dat nog niet wee
Van aardsche smart en moeders
Zij zit versuft, die arme vrouw,
Het hart vervuld van zorg en ro
Maar eensklaps schrikt zij angst
Zij hoort een zacht, herhaald ge
Is dat geen speling van den wir
Die rukt aan venster, balk of bi
Men klopt opnieuwEen luide
Die „Lena" roept. Herkent zij he
„O, Godhij is hetHij 1 mijn
„Dus eindelijk teruggekeerd!?"
Dédr staat de man, zoo lang vei
Zoo diep betreurdReeds dood
Zóó staan zij daar, geruime pool
Elkaar omarmend, sprakeloos
Maar eind'Iijk fluistert Geert ver
„O, vrouwtje, vrouwtje, wat een
Nu toont zij hem het lieve wich|
Dat slapend in zijn wiegje ligt,
En Geerte treedt eerbiedig nadei
„Mijn kindmijn zoonHier is
„Hier knielt hij voor je bedje n
„Heb dank! heb innig dank, o,
De stormwind blijft geweldig gil
En houdt niet op met razen, tier
Maar in het hart der visschersvr|
Geen spoor meer van verdriet e
Opnieuw vereend, met dank in
Vergeten beiden, angst en smart
Bruinisse. Mevr. ARNOL
Burgerlijke Stand van Zon
3e kwartaal 1907.
•GEBOREN:
6 Juli. Pieter, zoon van J. Koorei
van As.
13 Jacoba, dochter van W. v. N
en L. Nuijens.
27 Jakobus Komelis, zoon van
en J. van As.
1 Aug. Johannes, zoon van H. Slag
van Felius.
3 Hendrina Pieternella, doch
Almkerk en J. Fondse.
15 Sept. Marina Adriana, dochter v;
M. Malipaard.
GEHUWD:
Geen.
overleden:
13 Sept. Maatje Boogerd, oud 72
J. der Weduwen.
Burgerlijke Stand van St.-F
September 1907.
Geboren:
Meeuwis Leendert, z. van H. D. Mol
Janna Cornelia, d. van W. Meijer en iy|
Maria Cornelia, d. van M. P. Neele
Abraham Marinus, z. van J. Noo:
Wagemaker.
Adriaantje Janna, d. van A. Filii
Reijngoudt.
Johannis en Cornelis, zoons van I
en K. Quist.
Johanna Catharina, d. van H. Kaa
van Poperen.
Overleden:
Cornelis Andries, 2 m., z. van
M. Verwijs.
Cornelis, 16 m., z. van C. Quist et
Ondertrouw d:
JAN BAZEN Jzn.
Rijk
en
JOHANNA JANNA OP DEb
Beroen-op-Zoom
16 Octo
St.-Maartensdijk,
Magazijn va
Grafmonumenten
en marmeren Schoorsteen
Steenhouwerij, Marmer, Hare
Bruggen, Sluizen en Gebouw|j
steenen en Straatkeien.
Stationstraat L 5 en 6, Bergen-