Coza Institute, Van een Congres-week. ADVERTENT AUG. VAN DYCK stijgen tot che( der onderneming. Mij genoot bij ieder het meest-onbegrensde vertrouwen. En geen wonder! Waar de meeste opkomelingen hoogmoedig worden en door blague trachten te bedekken, dat eigen kundigheid hen deed opklimmen, daar blééf hij de eenvoudige man. Daar blééf hij wonen op 'n eenvoudige huurkamer, verkeerend met de lieden, uit wier midden hij was voortgekomen. Sim peler levenslust is wel haast ondenkbaar. Luxe was hem geheel en al vreemd. Een gezin bezat hij niet. En hij speelde, spéélde. Met den dollen hartstocht van 'n bezetene, óm te spelen. En zijn laatste levensjaren vertoonen die geweldige tragiek van 'n geldman, die zich redden wil uit een poel van malversaties, 's Morgens om acht uur zat hij reeds op zijn kantoor, 's Avonds laat zag men hem nóg aan z'n lessenaar. En ook op den wekelijkschen rustdag trof men hem immer daar. Maar toen was het pleit voor reddeloos verloren. En zoo eindigt, door blinde passie, een leven van zwoegen in de duisternis der ballingschap. Men begrijpt: zonder invloed blijven gebeurtenissen als de Arnhemsche niet. Eenige weken geledendadelijk na de Krach, bracht de verpachting der plaatsen in den schouwburg f 1100 op. Dat is f 1600 minder dan in 't vorig jaar. En men hakt geen hout, of er vallen spaanders Maar toch is onze eind-indruk niet, dat de crisis zich zal uitbreiden, of chronisch worden zal. Veeleer is men bezig, zich te herstellen van den schrik. Ingezonden Mededeelingen. (Onder verantwoordelijkheid van den inzender). Van 1 —5 regels f 1,elke regel meer f 0,20. Een Middelburgsch bewijs voor Zierikzee. Mejuffrouw J. BOUWENS, Vlissingschestraal K 48 te Middelburg, meldt ons: Gedurende acht maanden leed ik onophoudelijk aan een vreeselijke pijn in het benedengedeelte van den rug en in de lendenen. Het ergste was het wanneer ik bukken moest en als ik mij daarna oprichtte, scheen het wel alsof ik door den grond zou gaan; zelfs wanneer ik van mijn stoel opstond, had ik veel pijn. Ik had ook veel last van duizelingen en schemeringen voor de oogen, en kreeg zwee tingen, welke onmiddellijk door huiveringen gevolgd werden. Allerlei geneesmiddelen hier voor aangewend, brachten mij geen baat, totdat ik ten slotte kennis maakte met Foster's Rugpijn Nierenpillen en het is mij een vreugde u te kunnen berichten, dat ik hierdoor een groote verlichting bekomen heb, en toen ik twee doozen gebruikt had, was mijn pijn zoo goed als geheel verdwenen. Uit dankbaarheid zal ik ze steeds andere lijders aanbevelen. Ik ondergeteekende verklaar dat het boven staande waar is en machtig u het publiek te maken op elke wijze die u goeddunkt. De échte Foster's Rugpijn Nierenpillen geven geleidelijk genezing aan het teere nieren-organisme, daal* ze de nieren helpen om het bloed te zuiveren en den vloeibaren afval uit het lichaam te ver wijderen, die rugpijn, rheumatiek, onregelmatige waterloozing, graveel en steen in de blaas ver oorzaken. Foster's Rugpijn Nierenpillen zijn de pillen, die u zullen genezen, laat u niet overhalen iets anders te probeeren. Zij zijn te Zierikzee verkrijgbaar bij den Heer M. S. POLAK, gedipl. Drogist, en te Tholen bfl den Heer W. POTTER, filiaal Apotheek „Coronoe", Stoofstraat. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel h f 1,75 voor één of f 10,— voor 6 doozen. Dronkenschap bestaat niet meer. Een monster van het merk waardige Coza poeder wordt gratis toegezonden. Kan ingegeven worden in Koffie, TheeMelk, Likeur, Absint, Bier, Water of in het voedsel, zonder dat het noodlgis, dat de dronkaard er iets van af weet. Het COZA POEDER bezit de wonderbareeigenschapom tegen zin tot het drinken van sterken drank (bier, wijn, absint enz.) bij den dronkaard op te wekken. Het COZA POEDER werkt zoo onopgemerkt en zeker, dat de echtgenoote, de zuster of de dochter van den verslaafde het hem toe kan dienen, zonder zijn medeweten, en zonder dat het noodig is, dat de patiënt ooit behoeft te weten waaraan hij zijne redding te danken heeft. Het COZA POEDER heeft het huiselijk geluk van duizenden gezinnen hersteld, duizenden per sonen van schaamte en oneer gered, en deze personen tot levenslustige en nuttige leden der maatschappij herschapen; het heeft menig jong persoon op den rechten weg teruggebracht en gelukkig gemaakt en het leven van talloozen met menig jaar verlengd. Het Instituut, waardoor dit ongeëvenaard poeder verspreid wordt, zendt gratis aan hen, die daartoe aanvraag doen, een boek met dankbetuigingen en een monster. Het poeder wordt gewaarborgd volkomen onschadelijk te zijn. Correspondentie in alle talen der wereld. Het echte Coza Poeder is verkrijgbaar in alle Apotheken en in het volgende Depót te Zierikzee: Drogisterij „Het Roode Kruis", Schuithaven. Tholen: W. POTTER, Kerkstraat. Onze Depóthouder reikt het attestenboek gratis uit aan hen, die er aanvraag voor doen, maar geeft geen gratis proeven. Om deze te bekomen, wendt u direct naar Londen. Wacht U voor namaaksels. Het Coza Poeder is het eenige afdoend middel tegen dronkenschap. Canada en het Heilsleger. Een groot land, een geheimzinnig land, dat Canada. Velen meenen het fe kennen, weinigen kennen het. Maar dit staat bij ons, na alles wat we gehoord hebben, vast: 'tis geen luilekkerland, al schijnt het tegenwoordig ook 't modeland voor emigranten te zijn. De heer Schuilwerve, een jong maar pienter stafkapitein van het Leger des Heils, is er geweest; heeft er landverhuizers heen gebracht, en met de menschen, die er al eenigen tijd woonden, gesproken en gecorrespondeerd. Hij gaf van zijn reis en bevindingen uitvoerig verslag. Velen hebben dat gehoord, doch 't kan zijn nut hebben, dat nog meerderen het lezen. Daarom hier een verslag van dat verslag. De indrukken van den kapitein waren nog tamelijk versch, daar hij pas een paar maanden geleden van de reis was terug gekomen. Zijn gezelschap bestond bij het vertrek uit goed 70 mannen, vrouwen en kinderen. Doch voor de spreker ons aan boord bracht, deed hij eenige mededeelingen over het land in 't algemeen. Canada is nog iets grooter dan de Vereenigde Staten van Noord-Amerika en bijna zoo groot als geheel Europa. De bevolking is slechts weinig talrijker dan die van Nederland. Hierbij dient in aanmerking genomen, dat een groot deel van het uitgestrekte gebied onbewoonbaar of bijna onbewoonbaar is. Er zijn vijf godsdiensten of liever, vormen van godsdienst die de overhand hebben: Ie de methodisten (een soort heilsoldaten); 2e de presbyterianen; 3e de roomsch-katholieken4e de Engelsche Staatskerk; 5e de baptisten. Er heerscht op dit gebied volkomen vrijheid. Het onder wijs is ginds wel niet zoo goed als in Holland; maar even goed als in Engeland, zoodat men alle mogelijke kans heeft, zich behoorlijk te ontwikkelen. Het emigratie-werk van 't Leger des Heils dateert van de laatste vijf k zes jaren. Het hoofdkwartier te Londen is er mee begonnen, en de omstandigheden leidden er van zelve toe. Reeds nu zijn de aan vragen bij het hoofdkwartier zóó talrijk, dat men te Londen voor dezen arbeid een afzonderlijk Departement moest vormen. Eindelijk werd er ook uit ons land de zorg, om de landverhuizers goed terecht te brengen was zoowel hier als daar de drijfveer bij het hoofdkwartier aangeklopt. Men vroeg: kunt ge niet even goed Hollanders als Engelschen te hulp komen? En liet antwoord was: geen bezwaar, als de men schen werken willen en zelf op de een of andere wijze voor hunne reiskosten zorgen. Nu, met f 120 a f 130 komt men al aardig ver. Ramp „Berlin". Zaterdagmiddag is op het Noorderhoofd een in vergevorderden staat van ont binding verkeerend lijk gevonden van het mannelijk geslacht. Men vermoedt, dat het één der slacht offers van de „Berlin" is. Op het lijk zijn gevonden: een zilveren cylinder-horloge met ketting, waaraan een medaillon hangt met het portret van een kind; ook was er aan den ketting een ledig gelddoosje. Brieven uit Berlijn. Van onzen Correspondent). Berlijn, 26 Sept. '07. Hoe groot mag wel het percentage der syste matisch het gansche verloop van de verhandelingen eener natie en der algemeene vergaderingen volgende deelnemers zijn onder de duizenden, wier namen voorkomen in de lange lijst van binnen- en buitenlanders, die zich voor het sinds eenige dagen in het Rijkdagsgebouw vergaderende internationale Congres voor Hygiene en Demo- graphie (statistische volksbeschrijving) deden inschrijven Naar rato, vrees ik, kan het niet hoog zijn. Wanneer buiten bij goddelijk constant herfstweêr de warme zon lacht, en behalve de tallooze congres-genoegens van allerlei aard zooveel bezienswaardigs geboden wordt in de voor velen nog nieuwe wereldstad, moet de belangstelling voor een speciaal onderwerp van het uitvoerige program wel bizonder groot zijn, dat op den duur aan de velerlei van het eigenlijke doel der reis afleidende verlokkingen kan worden weerstand geboden. Met het meer en meer specialiseeren der verschillende takken van wetenschap, gaat de toenemende splitsing in tal van elk voor zich opnieuw een bizondere tak van wetenschap behandelende ondersecties der internationale wetenschappelijke congressen hand in hand. De opzet van elk volgend congres is gewoonlijk veel- omvattender dan het voorafgaande, tengevolge waarvan naar rato het aantal dergenen vermindert, die in staat zijn zich een beeld te vormen van het samenvattend resultaat der beraadslagingen. Er behoort een flinke dosis organiseerend talent en stalen zenuwen toe om een acht dagen ver gaderend congres van den omvang van het nu het gansche Rijksdaggebouw in beslag nemende 14e Intern. Congres voor Hygiene „in elkaar te zetten Dat daarbij ook flaters begaan worden is volstrekt niet te verwonderen. In vroeger jaren was het voldoende, wanneer een degelijk werkprogram werd opgesteld; bleef er tijd voor ontspanning over, la bonheur, men was evenmin een „kostverachter" als tegenwoordig, doch de amusementen namen nog niet zulk een voorname plaats in op het program van actie. Naarmate echter het percentage der „meeloopers", die een buitenlandsch congres in de eerste plaats als een verzetje beschouwen, als een welkome gelegenheid om „Land und Leute" in den vreemde te leeren kennen en zich te amuseeren, toenam, werd men ook in dezelfde verhouding veel eischender ten opzichte van den aard der genoegens en attracties voor de tallooze „meeloopers", dames en heerenmet een stereotyp feestbanket of souper kan niet meer worden volstaan. De groote „men" onder de hedendaagsche congressisten wil worden „bezig gehouden". Daaraan wordt dezer dagen ruimschoots tege moetgekomen. Niet alleen vraagt de gelijktijdig geopende zeer interessante tentoonstelling van Hygiene in alle wandelgangen, corridors, anti chambres, lees- en schrijfzalen van de eerste ver dieping van het Rijksdagsgebouw, waar zich in het midden de groote zittingszaal bevindt, de aandacht van belangstellende deskundigen en leeken, doch eiken voor- en namiddag bestaat gelegenheid onder deskundige leiding tot het bezichtigen van allerlei instellingen in Berlijn en daarbuiten, terwijl de talrijke dames, onder leiding van toongevende Berlijnschcdames, musea, parken, waarenhuizenkinderziekenhuizen„crèches", vrouwenclubs bezoeken of uitstapjes in de heer lijke omstreken ondernemen, waartoe het ver rukkelijke herfstweer zoo uitmuntend medewerkt. Daar straks passeerden twee, zoowel van binnen- als bovenop geheel gevulde auto-omnibussen met (voornamelijk) dames-congressisten mijn venster, op weg naar den Grunewald. Terwijl voor Dinsdag een concert in de Hoch- schule fiir Muziek, des avonds een banket ten raadhuize, voor gisteren concert en feestmaal in de Kunstausstellung, voor heden offlciüele diners ten Hove van den Kroonprins, en in het gebouw der Kaiser-Wilhelm-Akademie (internaat der toekomstige officieren van gezondheid), en gala voorstellingen in de Koninklijke Opera en het Schauspielhaus op het programma staan, wordeu morgennamiddag tochten naar Postdam en Grünau ondernomen, gevolgd door een souper in Berlijn'; nieuwste bezienswaardigheid op het restaurant- gebied, het gelijktijdig aan 4000 personen zit plaatsen biedende wijnrestaurant Chenigold. Zaterdag heeft een ontvangst vanwege de Berlijn- sche artsen plaats, en Zondag na sluiting van het congres splitst zich het leger der congressisten in drie partijen, waarvan 500 zich als gasten van den Senaat der Vrije Hansestad Hamburg naar de grootste stedelijke republiek begeven; een tweede „bataillon" bezoekt dien dag de in Beelitz (Mark Brandenburg) gelegen Sanatoria voor tuberkuleuzen, en het derde de Roode-Kruis- Sanatoria voor kinderen in Hogenlychen, even eens in de Mark gelegen. Tusschendoor een groote verscheidenheid in particuliere diners en soupers bij verschillende corypheeën der Berlijnsche wetenschap, waarvan sommigen als de joviale schatrijke professor Lassar bij dergelijke gelegenheden een gastvrijheid op groote schaal aan den dag leggen. Professor Lassar, een reeds bejaarde, gedrongen, kerngezonde persoonlijkheid, met sneeuwwitten baard en blozend uiterlijk, is behalve door zijn enorme dermatologische praktijk ook als sport man een bekende Berlijnsche persoonlijkheid. Gevolgd door zijn rijknecht, reed de levenslustige geleerde, een stevige vijftiger, kortgeleden te paard naar Dresden, ter bijwoning van het congres der „Deutsche Naturforscher und Aerzte", en keerde na afloop ook weer te paard naar Berlijn terug. Met het arrangeeren van kolossale congressen als het onderhavige zijn groote sommen gemoeid. Doch de regeering laat zich gewoonlijk niet onbetuigd. De staat behoort op waardige wijze te representeeren, evenals hij dit van zijne hooge ambtenaren en opperofficieren verlangt, die daar toe jaarlijks van staats- of rijkswege groote subsidies genieten (de Pruisische Ministers b.v. elk mk. 24.000, alleen door representatie). Daar het internationale congres voor Hygiene en Demographie voor het eerst in de hoofdstad van het Duitsche rijk bijeenkomt, deed het rijk een bizondere „duit" in het zakje, en stelde vanwege het Reichsambt des Innern de aardige som van 70.000 mk. (bijna de helft der door de Neder- landsche Staten-Generaal voor de ontvangst van het Tweede Wereld-Vredes-Congres bewilligde bedrag) ter beschikking van het organisatiecomité als bijdragen in de kosten van het congres, welke op mk. 180.000 worden geschat, waarvan een bedrag van mk. 60.000 uit bijdragen der deel nemers wordt gedekt. Of de regeering In den aanstaanden herfst ook diep in den buidel zal tasten, en een flinke bij drage zal verleenen voor de kosten van het internationale congres der journalisten, der „commandeerende generaals", dat dan voor het eerst te Berlijn bijeen zal komen? Aan die luisterrijke officiëele feestelijkheden zal het ook dan wel evenmin ontbreken, welke echter evenals de prachtige feesten in het afgeloopen voorjaar ter eere van het bezoek der Engelsche journalisten wel wat zullen contrasteeren met de Assepoesrol welke men de binnenlandsche „commandeerende generaals" nog al eens laat spelen. Een plotselinge toevloed van 4000 vreemde lingen is zelfs in een 3 millioens-wereldstad als Berlijn merkbaar, waar de stroom van inter nationale reizigers gedurende de laatste jaren enorm is toegenomen. Er heerscht bepaald een manko aan goede prijswaardige hotels. Daaren tegen is aan lucratieve millionnairs- en milliar- dairshotels geen gebrek, nu het gunstig aan het Wilhelmsplein gelegen Kaiserhofhotel inwendig geheel werd verbouwd in den trant van Waldorf- Astoria, en het nieuwe Allon-hote! hoek Linden- en Pariser-Platz op de plek waar te voren zich het deftige paleis van den geruïneerden graaf Rekern verhief, zoo goed als voltooid is en spoedig geopend zal worden. Men vertelt wonderen omtrent de enorme luxe van het interieur, dat zoowel door zijn schitterende inrichting als zijn geweldige prijzen aan het naburige Bristol-hotel Under den Linden een leelijke concurrentie zal aan doen. Want de Amerikaansche dollar-millionnairs zullen natuurlijk aan Allon de voorkeur geven. Gewone stervelingen en daartoe behooren de „Durchschnitts"-deelnemers aan wetenschappelijke congressen stellen zich met bescheidene interieurs en hotels of pensions tevreden. Vooral het aantal der laatsten is in de laatste jaren geweldig gestegen en beloopt tegenwoordig ver over de duizend. Tot één der allereerste behoort het gerenommeerde pension van Keuchelum, eigendom van twee bejaarde zusters, weduwen van Hollanders, die kort geleden een eigen, nieuw speciaal als pension ingericht gebouw hebben betrokken, waarop ik bij gelegenheid nader terugkom. K. Gemengd Nieuws. Bij de jongst gehouden loting voor de nationale militie te Velsen is ook ge loot voor twee personen uit IJmuiden, die al sinds eenige jaren overleden zijn. Voor den een werd een vrij, voor den ander een dienstplichtig nummer getrokken. Of nu de loting nietig verklaard zal worden, is nog niet bekend. In Drente zijn sedert 1 Januari ongeveer 3000 bewijzen van Nederlander schap afgegeven, hoofdzakelijk voor per sonen, die tijdelijk in Duitschland gaan werken. Niets trekt zoo als zijn vaderland! Een leerling-muzikant van het le regiment, die 2 Juni uit Assen deserteerde, en zich de vorige week weder aanmeldde, is van Assen naar Leeuwarden overgebracht om voor den krijgsraad terecht te staan. Hij schijnt niet erg veel pleizier van zijn zwerftocht gehad te hebben! Naar men aan de Ass. Crt. mededeelde, was hij eerst naar Duitschland uitgeweken en had daar getracht aan den kost te komen als boerenknecht. Het koeienmelken ging hem echter niet handig af, en hij kreeg als onbruikbaar zijn congé. Als koetsier kwam hij daarna in aanraking met een anderen Hollander, en zij kwamen overeen naar Amerika te gaan. Dit gelukte, de vluchteling maakte in de qualitcit van musicus den overtocht over dun Oceaan mede. In het beloofde land beviel 't hem echter zóó slecht, dat hij blij was weder te kunnen gaan. Te Amsterdam aangekomen, begaf hij zich naar Leeuwarden, waar hij zich aanmeldde met het bekende gevolg. Een geheimzinnige zaak. Dezer dagen werd uit Geleen naar het gesticht Calvariënberg, te Maastricht, overgebracht een man, die door revolverschoten in den rug door een hem onbekend persoon zeer ernstig was verwond. De politie heeft ge tracht een tipje van den geheimzinnigen sluier, die deze geheimzinnige zaak bedekt, op te lichten. De zaak heeft zich als volgt toegedragen Zondag 22 September was het kermis te Krawinkel, een gehucht onder Geleen. Op de kermis bevond zich ook zekere Bovens, arbeider aldaar. Het schijnt, dat B. dien dag nogal een flink glas bier verorberd heeft, want in den laten avond van dien dag, circa elf uur, geraakte hij verzeild in de huisweide van de wed. B. Toen hij tot aan het bakhuis gekomen was, kreeg hij, volgens zijne verklaring, een revolver schot in den rug, ter hoogte van de nier streek, en zag toen een man en een jonge vrouw staanden eersten herkende hij als den inwonenden zoon der wed. B. Verder heeft hij verklaard, na het vallen van het eerste schot, de vrouw tot den man te hebben hooren zeggenSchiet nog eens, dan is hij kapot, de smeerlap. Onmiddellijk knalde een tweede schot, waardoor B. voor de tweede maal werd getroffen, ter hoogte van het eerste schot. B. verborg zich daarna achter een in zijn nabijheid staanden schansenhoop, en na geruimen tijd aldaar te hebben gelegen, tot alles stil was, is hij door een opening in de doornenhaag aan de achterzijde der weide gekropen en gevlucht, hoewel hem het loopen bijna onmogelijk was, en hij hevige pijnen leed. Dat iemand, die twee schoten in het lijf krijgt, de kluts kwijt raakt, is te begrijpen; daaraan wordt het dan ook toegeschreven, dat B., toen hij tegen 1J uur 's avonds door een persoon uit Neerbeek langs den weg werd aangetroffen, in een toestand verkeerde, dat hij onmogelijk wist wat met hem gebeurd was. Zijn geheugen liet hem geheel en al in den steek. Toe vallig is het, dat niemand der huisgenooten van de wed. B. dien nacht heeft hooren schieten, terwijl hare buren verklaren, dat zij meerdere schoten hebben hooren vallen. Nog steeds bevindt de verwonde B. zich in het gesticht Calvariënberg; zijn toestand is verre van gunstig. Voor eenige dagen heeft de brigadier der rijksveldwacht een zoon der wed. B. met den getroffene ge confronteerd; deze herkende in hem zijn aanrander. De verdachte ontkent evenwel ten stelligste alle schuld. Nader verneemt men nog, dat ten huize der wed. B. reeds een 3-tal revolvers in beslag zijn genomen. Het algemeen vermoeden bestaat, dat de getroffene niet de persoon is, voor wien de revolverschoten bestemd waren. 25 mitlioen bruidschat. Te New- York zal binnenkort miss Gladys Vanderbilt, de jongste dochter van wijlen Cornelius Vanderbilt, in het huwelijk treden met graaf Laszlo Szechenyi uit Boedapest. De jongedame krijgt een bruidschat van 25 miltioen gulden mee. De georganiseerde meisjes van Forst. De inkwartiering bij de laatste manoeuvres in Forst had grimmige jaloezie gewekt bij de jongelingschap van Forst. De beproefde methode, anders steeds bij vreemdelingen toegepast, om ze er uit te ranselen, kwam hun blijkbaar ten opzichte van de stoere mannen van het 142e wat gevaarlijk voor, en dus zonnen zij op een ander plan. In de plaatselijke courant deden zij een advertentie opnemen, waarbij zij de meisjes „die zich verslingerden aan een soldaat" bedreigden met een vreeselijke straf. Op de eerstvolgende Kirchweih zouden dezulken muurbloempje blijven. Dat werd een oorzaak voor de jonge dames van Forst, doordrongen van het eendracht is macht" om zich te organi- seeren. De eerste daad der organisatie was een tegen-advertentie, vyaarin medegedeeld werd, dat alle meisjes van Forst, ook die zich niet verslingerd hadden aan een soldaat" (zooals de jongelui dat noemden) kennis genomen hebbende van der jonge lingen besluit, zich solidair verklaarden met de gedisqualificeerden en besloten hadden de soldaten van het 142e regiment, die in Forst ingekwartierd waren, uit te noodigen de Kirchweih in Forst mede te maken. Zij konden den jongelingen de verheugende mededeeling doen, dat reeds meer geïnviteerden de uitnoodiging hadden aangenomen dan, gezien het aantal meisjes, noodig was. Verder had men besloten de Forster jongelui te boycotten, omdat men niet inzag, waarom men de soldaten minder achten moest dan de Forster jongelui, daar de eersten immers „God, den Koning en het Vaderland" dienden. De advertentie was onderteekend: „In naam der georganiseerde meisjes van Forst", (volgden eenige handteekeningen). Zeetijdingen. Zierikzee. INGEKLAARD: 17 Oct. Het stoomschip „Dana", kapt. D. B. Alstrand, van Karlstadt (Zweden) met hout voor de firma I. de Broekert alhier. Ingezonden Stuk DE TERUGKOM „Hoor, hoe klagend huilt de wi Spreekt de moeder tot haar kin „Zie, hoe plast de regen neer! „Welk een ruw, onstuimig weer „Zie mij' niet zoo droevig aan! „Is je vaders schip vergaan? „'t Is als hoor ik daar zijn stem „Kindje, kindje, bid voor hem!!' Huiv'rend zet de vrouw zich ne Angstig luist'rend naar het wee Sprekend tot het domm'lig wich Van wat haar op 't harte ligt: „Op een zonnig, mooien dag „Moest hij mij verlaten, ach „Gij waart toen nog niet gebore „Nog klinkt mij zijn stem in d'o „Lena, heeft hij toen gezegd, „'t Schip is klein, maar sterk en „'tKan den felsten storm trotsei „Spoedig hoop ik weer te keerei „Lena, Lena, lieve vrouw, „Blijf mij eeuwig, eeuwig trouw „En ik heb mijn woord gegeven „En ik ben hem trouw gebleven „Maar het scheepje en mijn Gee „Zijn nog niet teruggekeerd. „Maanden zijn voorbij gegaan „Bange tijden breken aan. „Angst en zorg, verdriet en sma „Pijnigen mijn moederhart, „Nog is 't kindje dik en rond, „Vroolijk, dartel en gezond, „'t Kent geen honger nog en pijt „Maar zal dat nog lang zoo zijn „O! wat is mijn jongske schoon „Geerte had zoo graag een zoon „Wat zou hij gelukkig wezen „Met een jongen, zooals dezen! „Hemel, hoor die storm eens raz „Regen klettert op de glazen! „Hagelsteenen vallen neer! „Kindje, kindje, wat een weer!! „Waarom is mijn goede Geert „Heden nog niet weergekeerd? „Zwerft hij aan het verre strand „Is zijn scheepje nooit geland, „Rust hij in den Oceaan „Wordt mijn smartkreet nooit ve Het knaapje sluimert aan haar b En lescht al slapende zijn dorst. Gelukkig kind, dat nog niet wee Van aardsche smart en moeders Zij zit versuft, die arme vrouw, Het hart vervuld van zorg en ro Maar eensklaps schrikt zij angst Zij hoort een zacht, herhaald ge Is dat geen speling van den wir Die rukt aan venster, balk of bi Men klopt opnieuwEen luide Die „Lena" roept. Herkent zij he „O, Godhij is hetHij 1 mijn „Dus eindelijk teruggekeerd!?" Dédr staat de man, zoo lang vei Zoo diep betreurdReeds dood Zóó staan zij daar, geruime pool Elkaar omarmend, sprakeloos Maar eind'Iijk fluistert Geert ver „O, vrouwtje, vrouwtje, wat een Nu toont zij hem het lieve wich| Dat slapend in zijn wiegje ligt, En Geerte treedt eerbiedig nadei „Mijn kindmijn zoonHier is „Hier knielt hij voor je bedje n „Heb dank! heb innig dank, o, De stormwind blijft geweldig gil En houdt niet op met razen, tier Maar in het hart der visschersvr| Geen spoor meer van verdriet e Opnieuw vereend, met dank in Vergeten beiden, angst en smart Bruinisse. Mevr. ARNOL Burgerlijke Stand van Zon 3e kwartaal 1907. •GEBOREN: 6 Juli. Pieter, zoon van J. Koorei van As. 13 Jacoba, dochter van W. v. N en L. Nuijens. 27 Jakobus Komelis, zoon van en J. van As. 1 Aug. Johannes, zoon van H. Slag van Felius. 3 Hendrina Pieternella, doch Almkerk en J. Fondse. 15 Sept. Marina Adriana, dochter v; M. Malipaard. GEHUWD: Geen. overleden: 13 Sept. Maatje Boogerd, oud 72 J. der Weduwen. Burgerlijke Stand van St.-F September 1907. Geboren: Meeuwis Leendert, z. van H. D. Mol Janna Cornelia, d. van W. Meijer en iy| Maria Cornelia, d. van M. P. Neele Abraham Marinus, z. van J. Noo: Wagemaker. Adriaantje Janna, d. van A. Filii Reijngoudt. Johannis en Cornelis, zoons van I en K. Quist. Johanna Catharina, d. van H. Kaa van Poperen. Overleden: Cornelis Andries, 2 m., z. van M. Verwijs. Cornelis, 16 m., z. van C. Quist et Ondertrouw d: JAN BAZEN Jzn. Rijk en JOHANNA JANNA OP DEb Beroen-op-Zoom 16 Octo St.-Maartensdijk, Magazijn va Grafmonumenten en marmeren Schoorsteen Steenhouwerij, Marmer, Hare Bruggen, Sluizen en Gebouw|j steenen en Straatkeien. Stationstraat L 5 en 6, Bergen-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1907 | | pagina 2