Zaterdag 19 October 1907.
Tweede Blad.
(25 ieriltzeesclie
Cour an t).
NIEUWSTIJDINGEN.
ZIERIKZEESCHEiH NIEUWSBODE.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
1,60.
Voor het buitenland, verzending eens per week,
10,— per jaar bij vooruitbetaling.
63ste JAARGANG. No. 8528.
Directeur: A. I. DE LOOZE.
Uitgever-Redacteur: A. FrSnkel.
Redacteur: J. Waale, alleen voor het binnen- en buitenlandsch nieuws.
Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cts.,
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FRANKEL, Oude Haven D 493, Zierikzee.
istelooze Koepokinenting en
Herinenting,
Zaterdag den 19 October e.k., des
middags te 2 uur, in het gebouw voor
Iers aan besmettelijke ziekten, staande
de Sint-Antonie- of Manhuisstraat, wijk
no. 80.
.oting voor den dienst der
Brandweer.
e BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
RIKZEE
MAKEN BEKEND:
de jaarlijksche loting voor den dienst der
indweer, die volgens de bestaande Verordening
de daarvoor benoembare ingezetenen moet
.chieden, zal plaats hebben in het openbaar
liet Raadhuis, ter Kamer van Burgemeester en
fthouders, op Woensdag den 23 October e.k.,
beginnen des voormiddags te 11 uur
tij noodigen de ingezetenen, die op de lijst
benoemL aren zijn geplaatst, uit, bij de loting
enwoordig te zijn, en herinneren hun, dat zij
ht hebben zelve hun lot uit de bus te nemen,
dat voor de afwezigen door een der leden
het Dagelijksch Bestuur zal worden geloot.
Iierikzee, den 16 October 1907.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEI!S, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
AMERIKA.
en romantische geschiedenis van een
w-Yorksche millionnairsdochter, Helen
loney, wekt groot opzien in Amerika,
ss Helen huwde dezer dagen in 't geheim
t den Engelschman Clarkson en ging
t hem naar Montreal en van daar ver-
edelijk naar Engeland. De vader der
gedame, Martin Maloney, een der leden
de Petroleumtrust, laat zoowel in
nada als in Engeland zoeken naar de
chtelingen.
ntusschen is er nu een tweede echtge-
ot der jongedame of eigenlijk een
ste opgetreden, namelijk de student
borne, die verklaart, dat hij ongeveer
e jaren geleden met Heien Maloney is
rouwd. De jongedame ging terstond
de huwelijksplechtigheid naar huis en
hebben nooit samen gewoond. Vrienden
familie Maloney verklaren echter, dat
huwelijk niet meer was dan een „grap",
het nooit als ernst werd beschouwd
de advocaat, die getuige was bij het
welijk van Miss Helen en Clarkson,
klaart door de bruid gemachtigd te zijn
tegen te spreken, dat zij met Osborne
het huwelijk werd verbonden.
SPANJE.
Jit verschillende streken in Spanje,
oral uit de provinciën Valencia en
rtosa, worden hevige stortregens en
rstroomingen gemeld. Het dorp Prat
rondom in het water.
ENGELAND.
Bij het reeds gemelde noodlottige
orwegongeluk te Shrewsbury zijn
Igens de laatste berichten 19 menschen
Jood en ongeveer 40 gewond. Er is
enoeg niemand in den trein ongedeerd
rleven. De machinist en de stoker
rden gedood; men vond hunne lichamen
rlijk verminkt en verbrand terug.
Het ongeluk is waarschijnlijk te wijten
overmatig snel rijden want de
in was wat laat of aan weigeren
de remtoestellen. De vernielde trein
erde een ontzettend schouwspel op.
wagens lagen op, over en in elkaar,
voorste personenwagen en de post-
gen waren boven op de omgevallen
omotief gevlogen en de overblijfselen
ïgen daar half in de lucht.
Er was spoedig hulp ook genees-
ndige ter plaatse; maar het ging
ak zeer moeilijk, de jammerlijk kermende
wonden te bevrijden uit de wagendeelen,
iartusschen zij beklemd zaten. Eene
me, die slechts licht geschramd was,
:lp in de eerste oogenblikken dapper
arbij mee, en zij scheurde zelfs stukken
i haar ondergoed af, om de gekwetsten
verbinden.
Het ongeluk gebeurde 's nachts tusschen
;n 3 uur en het was stikdonker, zoodat
men, om wat licht te hebben, vuren aan
legde van hout der verbrijzelde wagens.
Een begin van brand in den vernielden
trein ontstaan werd spoedig gebluscht.
Een der weinige ongedeerd geblevenen
is een postbeambte, die in den postwagen
door den schok onder een tafel werd ge
worpen en daar veilig beschut lag, terwijl
drie zijner mede-beambten werden gedood
en een vierde zwaar gewond werd.
FRANKRIJK.
Een bescheiden renteniertje te Parijs,
monsieur Crepard genaamd, kwam, eenigen
tijd geleden, van zijn wandeling terug en
ontdekte tot zijn grooten schrik, dat zijn
betere helft aan de stijlen van het ledikant
was vastgebonden, terwijl hun tweejarig
dochtertje geblinddoekt en met een prop
in den mond op den grond lag. Bovendien
was de brandkast opengebroken en alle
daarin aanwezige effecten en contanten,
ter waarde van 20.000 francs, verdwenen.
Tevergeefs stelde de politie alles in het
werk om de brutale dieven op het spoor
te komen.
Dezer dagen nu ontving monsieur
Crepard een aangeteekend pakket, waaruit
tot zijn groote vreugde de verloren
gewaande effecten te voorschijn kwamen,
benevens een banknoot van 10 francs.
In een begeleidend schrijven werd hem
namens de dieven medegedeeld, dat men
zich in zijn persoon vergist had. De
heeren dreven alleen zaken met rijke lui,
en keurden monsieur Crepard voorloopig
nog niet de eer waardig met hen in
relaties te staan.
De tien francs dienden voor tegemoet
koming in de reparatiekosten der brandkast-
slóten.
RELGIË.
Wat we verwachten is gebeurd: De
Antwerpsche havenarbeiders hebben in hun
Woensdagavond gehouden vergadering met
algemeene stemmen besloten de beslissing
te aanvaarden der beroepsvereeniging, maar
tevens stappen aan te wenden bij den
burgemeester, opdat door zijn invloed de
datum van I December voor vaststelling
van het loon voor laadbooten zou vervroegd
worden.
Een eigenaardig verschijnsel doet
zich voor bij de meeste Belgische hooge-
scholen: al maar meer vreemdelingen
laten zich als studenten inschrijven en
daarbij zijn tal van Russen. Te Luik
begint het leerjaar met 1299 Belgische en
1094 vreemde studenten. Er zijn 71 vrouwen
onder, van wie 43 Russische!
NEDERLAND.
Rotterdam, 17 Oct. Naar wij van de
best ingelichte zijde vernemen, kan het
einde van de beweging in onze haven
worden tegemoet gezien. Er heeft n.l. een
conferentie plaats gehad tusschen den
voorzitter der Scheepvaartvereeniging, den
heer W. A. Engeibrecht en de bestuurs
leden der werkliedenorganisaties. Daar
bleek de geneigdheid der arbeiders om
het werk weer te hervatten.
De Scheepvaartvereeniging stelde inder
tijd den eisch dat niemand weer zou worden
aangenomen, tenzij men zich hoofd voor
hoofd schriftelijk verbond allen arbeid te
verrichten die werd opgedragen, dus geen
onderscheid te maken voor bepaalde ont
vangers van lading. Tegenover de voor-
loopige bereidverklaring van de besturen
om den arbeid te hervatten, heeft de heer
Engeibrecht beloofd aan zijne vereeniging
voor te stellen van dezen eisch af te zien
en er zich tevreden mee te stellen als zij
de schriftelijke bevestiging kreeg van de
besturen der organisaties namens de werk
lieden. Bij bedoelde bespreking is tevens
te kennen gegeven, dat aan loonsver-
hooging niet werd gedacht.
De Scheepvaartvereeniging heeft nog
gisteren officieel medegedeeld, dat zij het
door den heer Engeibrecht overgebrachte
voorstel aanneemt. De werklieden hebben
gisterenavond huiselijk vergaderd. Hun
besluit zal heden aan de Scheepvaartver
eeniging worden medegedeeld. Inmiddels
wijzen alle teekenen er op, dat een vergelijk
inderdaad zal tot stand komen.
Een agent van politie alhier deed
een griezelige vondst op een open terrein
nabij den overweg achter Diergaarde en
Stationssingel. Het was een lijk. De politie-
geneesheer werd gewaarschuwd, want men
dacht aan het lijk van een op afschuwe
lijke wijze vermoord mensch.
Na schouwing bleek het evenwel te zijn
het lijk van een van zijn vel ontdane
Chimpansé, uit de Diergaarde afkomstig,
en daar maar nedergewoipen
Uit Stad en Provincie.
Men schrijft ons
Eenigen tijd geleden werd in uw blad
mededeeling gedaan, dat in sommige deelen
van Zeeland, met name Walcheren, een
wespenplaag heerschte. De gewone wesp
(Vespavulgaris) zal dit wel geweest zijn
en die kan werkelijk voor de hoveniers,
oofltelers en bijenhouders een ware plaag
zijn.
Doorgaans, zoo vinden wij omtrent dit
insect vermeld, denkt men eerst aan de
middelen van vernieling, wanneer men die
rooversbenden de eerste vruchten ziet
aanvallen. Het is omdat men hare levens
wijze en voortplanting maar gebrekkig
kent, waarom men in het begin van 't jaar
zich weinig bekommert om de enkele
wespen, die men aantreft.
De wespen maken slechts jaarlijksche
koloniën uit, geen blijvende, gelijk bijen.
De mannetjes overleven de bevruchting
niet lang, de arbeidsters sterven bij de
eerste koude. De wijfjes alleen overleven,
en blijven voor haar winterslaap in boom
holten en muurspleten. In het voorjaar
bouwt elk wijfje haar cel, legt eieren, be
zorgt en voedt hare larven, die zeer spoedig
volkomen insecten worden; maar het zijn
alleen arbeidsters, die werken, en het nest
vergrooten.
De moederwesp wij willen dit hoofd
der roovers niet met den naam koningin
vereeren legt nu wederom eieren,
waarvan de larven allemaal ,'ullen verzorgd
worden door de arbeidsters van den eersten
broei.
Verschillende nesten van arbeidsters
komen alzoo gedurende het jaar uit. Het
is alleen in Juli, dat de moeder eieren van
mannetjes en wijfjes legt. Wanneer deze
zijn uitgekomen, bevruchten de mannetjes
de wijfjes en zooals boven reeds ge
zegd de eerste sterven en een deel der
anderen overwintert.
Begrijpt men nu, dat met iedere wesp,
die men in het voor- of najaar doodt, een
geheele kolonie dezer stoute roovers ver
nielt, en vanwaar die talrijke nesten komen,
die men in sommige jaren vindt? Men
begrijpt licht, dat bij zulke snelle voort
planting de gewone middelen, zooals
wespenvangen met honigwater of vruchten
stukjes, ontoereikend zijn.
Tarwe in 190 8.
De larwe is altijd een geliefkoosd ge
was geweest bij onze landbouwers, en het
is slechts noodig, dat zij het een of ander
jaar er minder van uitzaaien dan zij vroeger
gewoon waren. Maar nood dwingt wet.
Als de prijs der tarwe laag is, en er geen
bizondere reden is, om te veronderstel
len, dat de markt omhoog zal gaan; als
er andere gewassen zijn, die beloven meer
gewin te geven, en die men even goed
kan verbouwen, zij het ook met minder
voorliefde, dan moeten de boeren wel min
der tarwe zaaien. In den loop van 1907
is de tarwe buiten verwachting zeer in
prijs gestegen. Te bezien is het, dat dit
najaar, juist met het oog op de gunstige
markt, het aantal met tarwe uit te zaaien
Hectaren belangrijk grooter zai zijn dan
de voorafgaande jaren. En het mag daarom
zeker niet overbodig heeten, onze lezers
met een enkel woord nog eens te her
inneren aan de maatregelen, die zij te
nemen hebben, om den oogst in 1908 zoo
gunstig mogelijk te doen zijn.
Bij een grooteren uitzaai heeft men te
meer belang bij het welslagen van den
oogst. De voorwaarden, waarbij het ge
lukken van den oogst zooveel mogelijk
verzekerd is, zijn: 1". eene goede toebe
reiding van den bodem bij een juiste keuze
der te bezaaien perceelen, 2°. uitstekend
zaad, zoonoodig van elders aangevoerd,
3°. met verstand zaaien en 4°. een oor
deelkundige bemesting. Laat ik over elk
dezer voorwaarden een enkel woord
zeggen.
1°. Men kieze die perceelen, waar weinig
onkruid groeit. Men verkruimele den grond
niet te veel door dikwijls ploegen en
eggen; als de grond niet te veel onkruid
bevat, is eenmaal ploegen van de voor de
tarwe bestemde stoppels voldoende. Om
de stoppels goed onder te brengen wordt
getweevoord of men voorziet de ploeg
van een voorschaar. Alvorens te zaaien,
wacht men eenigen tijd tot de grond zich
weder gezet heeft. 2". Welke tarwe-varië-
teit men ook wil zaaien, hetzij gladde
Essex-, hetzij Bordeaux-tarwe of Wilhel-
mina-tarwe of witte dikkop, (eenige ver
andering, ook in variëteit en het nemen
van proeven op dit gebied is ten sterkste
aan te raden), men moet in ieder geval
van tijd tot tijd het zaad vernieuwen,
m. a. w. nieuw zaad van elders laten komen.
Het zaaizaad moet aan de hoogste eischen
van zuiverheid voldoen. Alle sporen van
brand en andere tarweziekten moeten
afwezig zijn. Behandeling van het zaai
zaad met koper-vitriool is met het oog
daarop zeer aan te raden. 3®. Het zaaien
moet met het oog op een niet te dichten
stand, in verband met de bemesting, op
rijen geschieden. Men zaait met de machine
en gebruikt dan ongeveer 1,5 H.L. zaai
zaad per Hectare. 4°. Men verbouwt tarwe
liever niet na een versche bemesting met
stalmest. Zij groeit dan vaak te geil, stoelt
te veel uit, geeft wel stroo, maar geen
zaad. Tarwe wordt veel gezaaid na erwten
en vlas, ook wel op den klaverstoppel,
maar vooral veel na suikerbieten, in al
deze gevallen is een bemesting met kunst
mest een gebiedende eisch. En die be
mesting met kunstmest moet een volledige
bemesting zijn, d. i. zij moet stikstof, phos-
phorzuur en kali bevatten. Moet er in den
herfst Chili-salpeter op tarweland gezaaid
worden? Mij dunkt ja. Waarom? Om de
opkomst te verzekeren, om den groei der
tarwe vóór den winter nog zooveel moge
lijk te bevorderen. Het geil groeien en in
den volgenden zomer het legeren der tarwe
is een gevolg van een éénzijdige bemes
ting of van te dichten stand, of van den
lossen, soms te veel verschen humus be-
vattenden bodem.
En juist om dat geil groeien of legeren
te voorkomen maar daarom niet alleen I
moet kali en phosphorzuur gegeven wor
den. Daarom niet alleen. Immers om ons
alleen tot de kali te bepalen, de tarwe-
grond is door de voorvrucht van het te
zaaien gewas gewoonlijk óf kali-arm óf
in 't geheel van kali ontbloot (na suiker
bieten). Sommige boeren bezaaien het
tarweland wel met Chili, maar geven geen
super noch kali. Wanneer dan hun tarwe
te geil groeit, gemakkelijk omvergaat,
wijten ze dat aan de Chili-bemesting.
Neen, de Chili was op haar plaats. Maar
de twee anderen ontbraken. Vandaar, dat
we het tarweland moeten bemesten in het
najaar met 300 a 500 K.G. superphos-
phaat en 200 a 300 K.G. patent-kali
(resp. 400 a 600 K.G. kaïniet per H.A.)
Deze beide meststoffen moeten eenige
dagen vóór het zaaien der tarwe worden
ingeëgd. Tegelijk met het zaaien der
tarwe geve men 100 K.G. Chili-salpeter
per H.A. In het voorjaar wordt nog 100
K.G. of meer gegeven al naar omstandig
heden. Op lichtere gronden (zavel- en lichte
kleigronden) moet de kali-bemesting het
zwaarst zijn.
ik twijfel niet, of vooral dit jaar zal van
de tarwe veel werk gemaakt worden. De
tarweboeren, vooral zij, die gewoon zijn
veel bieten te zaaien, denken nu niet, dat
hun tarweland geen kali noodig heeft,
want dan komen ze bedrogen uit.
HYPOTHEEKBANKEN.
In den vierden jaargang van het hand
boekje ten dienste van hypotheekbanken,
hypotheeknemers, pandbriefhouders, enz.
enz., door W. P. de Vries, getiteld Hypo
theekbanken, komt een jaar-overzicht voor
over 1906. Aan dal jaar-overzicht ontleenen
wij het volgende:
„Het jaar 1906 is in de geschiedenis
van het bedrijf der hypotheekbanken een
eigenaardig tijdvak geweest, een tijdvak,
dat, zoo het al ooit geheel juist beoordeeld
kan worden, althans nu nog niet voor een
zuiver overzicht vatbaar is. De oorzaak
daarvan ligt voor de handtwee machtige
factoren hebben blijkbaar in één en dezelfde
richting gewerkt. Dat maakt het zoo uiterst
moeilijk om te beoordeelen in hoeverre
elk hunner zijn invloed deed gelden.
„Van de reeds in 1905 gebleken en.
helaas, in 1906 nog met een verder voorval
aangevulde malversatiën bij enkele instel
lingen, verwachtte men een slechten invloed
op het bedrijf der overige banken.
„In tiet vorige jaar-overzicht werd dit
reeds geschreven, maar, doordien dezerzijds
de vrees voor dien invloed niet zoo heel
groot was, daaraan direct toegevoegd, dat,
wat reeds door de hypotheekbanken bereikt
waskrachtig genoeg zou blijken om
spoedig weer de gevolgen der gebeurte
nissen, die het bedrijf schokten, te boven
te komen.
„Hadde dus geen andere nadeelige invloed
zich doen gelden, dan waren nu, nu de
cijfers over 1906 alie bekend zijn, de ge
volgen van die gebeurtenissen zuiver te
bepalen geweest. Het is anders geloopen.
„Een abnormaal hooge rentestand heeft
in zeer zeker niet geringe mate bijgedragen
om den pandbrieven-omzet der banken en
als noodzakelijk gevolg daarvan het sluiten
van leeningen belangrijk te beperken. Men
behoeft, otn dat te zien, het volgende
staatje slechts even te raadplegen.
4.COO
oo <_o r~-
c OltO
ta io O)
t— -3"
H
iO o co
CO '-D LO
CM LD
cd CN LD
CO CO CD
O"
CO iO GO
CO t-~ t—
O CM
LO" CM
LD 07
kft O
LD CO
LD iO
rf l-T
m co
co co m
O) f- LD
Ol Tf
f^CïO
LD
in
CO Oï 00
CM f*" LD
Ol ©CM
vri o"
LD CD
T
if) O)
LD CO LD
LO 00
cm" CM
CIIO "t
O) LD
lOOCO
co co co
in t-T o*"
OiTO
O" iO
C- iO
of cm"
m
t- oo
t- o
LD CM
co"
CM
r co
ic 73
3 Q-
O. to
4> O)
oo
i
O Q.
2 C
„o oj <u
cu c
OJ
J2 o sz
Cl 3 _o
J.ËS- I s
E u s a:
O
5 H
o B
O
„Zooals gezegd, het is, door het samen
werken van meer dan één oorzaak, niet moge
lijk zuiver te bepalen, welke zich meer, welke
zich minder deed gelden. Een persoonlijk
inzicht kan natuurlijk bestaan en dan ben ik
voor mij geneigd den grootsten invloed
toe te kennen aan den hoogeren rentestand.
Immers, hoe ernstig ook de andere feiten
geweest mogen zijn, het geldbeleggend
publiek heeft toch nog niet anders onder
vonden, dan dat het geld, in pandbrieven
belegd, steeds veilig was: door pandbrief
houders werden geene verliezen geleden".
De financiëele toestand te Arnhem.
Het kraakt allerwege te Arnhem, werd
gezegd. Meerdere faillissementt.. zouden
niet uitblijven. Reeds waren er 29 aan
vragen, volgens sommigen zelfs 35 bij de
Rechtbank ingekomen.
„Kijker van De Tel. is op die booze
geruchten eens op onderzoek uitgegaan.
Allereerst is hem gebleken, dat de
voorstelling onjuist is als zou de Arnhemsche
débacle bovenal noodlottig zijn voor de
kleine luyden. integendeel, men heeft hier
voornamelijk met een „rijkelui's-crisis" te
doen. Voornamelijk de zéér-gefortuneerden
stonden in relatie met de Arnhemsche
Bankvereenigingen die zijn met hun
vertrouwen veel te ver gegaan. Enkelen
hadden zelfs hun gansche vermogen bij
de bank in bewaring gegeven.
Dat de kleine luyden in vele opzichten
behoed zijn gebleven voor gevoelige klap
pen, komt door de uitstekende werking
der „Gemeentelijke Spaarkas" te Arnhem.
Deze instelling, welke in gestadigen bloei
verkeert en voor millioenen heeft uitstaan,
is de redding geweest voor de minder-rijke
klasse der stad en niet minder voor den
omwonenden boerenstand. Wat men elders
bij groote faillissementen dikwijls zag:
lijsten, van vele pagina's lang, waarop
crediteuren verschenen voor bedragen van
f 400, f 500 h f 1000, zal men dan ook
thans vrijwel zien achterwege blijven.
Blinde speelzucht was het weer, wat in
deze treurige geschiedenis de hoofdrol
heeft gespeeld.
De directeur Lincker kwam als jonge
man aan de bank, als eenvoudig bediende.
Groote ijver en bekwaamheid deden hem