Aan de Koningin
RECLAMES.
Welkomstgroet.
FEESTZANG.
bij Haar bezoek te Zierikzee9
Oranje boven!/ZmSZ
Igemc
13 September 1907.
BEKENDMAKING.
Koninklijk bezoek aan Zeeland.
Welkom, hooggeplaatste Vrouwe,
Hier op Duiveland en Schouwe!
Welkom, dierbaar Koningspaar!
Ziet ons juichen met elkaar!
Hoort die jubelkreten klinken!
Ziet die vreugdetranen blinken
In het oog der grijze liên,
Die hun Koninginne zien
Weken, maanden van te voren
Zijn wij in de weer geweest,
Om de vreugde, ons beschoren,
Te volmaken door een feest!
Armen, rijken alle standen
Deelen in die vreugde mee,
Koningin der Nederlanden,
Bij Uw komst in 't Land-der-Zee
Ziet, hoe feest'lijk uitgedost
Zijn Uw trouwe onderdanen!
Waar G' Uw blik ook henen wendt:
Bloemen en Oranjevanen!
Hoort, hoe weer 't „Oranje-boven"
Vroolijk klinkt van mond tot mond!
Harten, die U trouw beloven
Tot den laatsten levensstond!
Noode zien w' U van ons gaan;
Hooren 't uur des afscheids slaan!
O, Koningin! o, Prins-Gemaal!
Dat 's Heeren zegen op U daal!
Dat Hij U steeds gelukkig make
En voor Uw beider welzijn wake!
Neemt ook bij Uw henengaan
Onze dank'bre hulde aan!
Mevr. ARNOLD BOERS,
Bruinisse.
Wijze: Wien Neérlandsch bloed.
Hoe klopt het hart van onze stad
Zoo luid en heftig thans!
Hoe straalt uit ieders oogen nu
Een blijde vreugdeglans!
Hoe klinkt alom het feestgezang,
En galmt het luid „hoezee!"
Nu 't Vorstenpaar zijn intocht doet
In 't oude Zierikzee!
Vergeten is, wat kort geleên
Nog velen hield vervreemd.
Geen stembusleus of kiezerslied
Houdt langer ons verdeeld.
Maar ieder voelt zich één van zin
En heft het oude lied,
Waarin ons volk zijn Koningin
Steeds weer zijn hulde biedt.
Zoo zingt de buurt, zoo zingt de stad,
Zoo zingt elk dorp in 't land,
Waar zich met bloemen rijk getooid
De groene eer'boog spant.
En heel de stad is thans één boog
Van vlaggen, bloemen, licht,
Het Vorstelijk bezoek ter eer
Vol geestdrift opgericht!
Hoe klopt het hart van onze stad
Zoo luid en heftig thans!
Bij 't wapperen van d' Oranjevaan
Van huis en torentrans
Bij 't schallen van 't Oranjelied,
„'t Wilhelmus van Nassau",
Zweert het op nieuw zijn Koningin
Onwankelbare trouw.
Wees ons gegroet! o bloeiend land der Zeeuwen,
Dat immer nog, ten spijt van d'oceaan,
Den moed behoudt, de kracht van vroeger eeuwen,
In d'ongelijke worstling pal te staan.
Uw erfgrond, van de wilde zee besprongen,
Verdeeld, bedreigd met ongetoomde kracht,
Liet d' Almacht U; de wateren, bedwongen,
Ten bondgenoot, waar 's vreemden heerschers macht
Dien grond te knechten zocht, uw weerstand te overmannen,
Van akker en landouw de vrijheid te verbannen.
Bij vrijheid en vrede:
Oranje, hoezee!
Van stranden en reede.
De feestmuziek schal' met de duizenden mede:
Voor Oranje, hoezee!
Van verre en nabij is een blijmaar' vernomen,
Zoo vreugdvol, zoo welkom, als immer weerklonk,
Door dorpen en steêh, langs uw bruisende stroomen
Waar 't hart zij in d' edelsten geestdrift ontvonk'.
De blijmaar'Oranje verschijnt op Uw waatren,
Wekt gloed in den boezem, en schittring in 'toog;
Hoort, hoe allerweeg', vreugde en feestzangen schaatren,
Hoe darilen de golven in 't kielzog omhoog
En de wind stort zich speelziek in 't leger der baren
En zendt ons den kostbaren Last tegemoet
Wie maalt ons de vreugd, als 't gejuich veler scharen,
Te lang reeds beproefd, haar Vorstinne begroet?
Nog toeft Zij de Jongste in de rij der gekroonden,
Gekroond door een volk, aan zijn eeden getrouw
Waar volken de kroon met omwenteling hoonden,
Bleef Neerland, Uw Neerland, in voorspoed en rouw.
Bij vrijheid en vrede:
Oranje, hoezee!
Van stranden en reede.
De feestmuziek schal' met de duizenden mede:
Voor Oranje! hoezee!
Wees ons gegroet! o lang verwachte stonde!
Gegroet, Oranjetelg, in 't midden van uw volk!
Als steeds bezielend, zij het lied van Aldegonde
Van dankbre trouw welsprekend onze tolk,
Oranje hoog! en 't bloed ontgloeit in d'aderen,
Gebiedster! daar ons oog Uw zonnig beeld aanschouwt;
Zij rijzen op, de Schimmen Uwer Vadren,
Grondvesters van den Staat, van hen beschermd, gebouwd!
Zie! waar Uw oog straalt, waar Uw stem spreekt, ruischt het: Vrede!
Waar Gij Uw voeten zet, daar daal' de zegen Gods;
Uw heil is onze vreugd, Uw voorspoed onze bede,
Van U scheidt ons geen vrees, geen wrok, geen vorstentrots.
Waak op, Zierikzee! ge zult Haar ontvangen
Met liedren en zangen
Vol feestlijken zin.
Laat vroolijk zich 't smetteloos dundoek ontplooien,
En stulp en paleis met gebloemte zich tooien,
Oranje vrij waaien van toren en tin:
Uw komst stemt zoo blijde, gevierde Vorstin!
Wilmina van Nassouwe
Ben ik van Neérlandsch bloed;
Het Vaderland getrouwe,
Blijf ik tot in den dood.
Maar God zal mij regeeren,
Als een goed instrument!
Blijf ik Hem obedieeren -)
In mijnen regiment. 3)
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt
ter kennis van de ingezetenen, dat wegens het
aanstaand Koninklijk Bezoek ten Raadhuize,
de Secretarie der gemeente zal zijn gesloten
van af Donderdag 12 September a.s., des
middags 12 ure, tot Zaterdag 14 September d.a.v.
des middags 12 ure, met uitzondering van des
Vrijdags 13 September a.s., 's voormiddags van
9 tot 10 ure, uitsluitend voor het doen van aan
giften den Burgerlijken Stand betreffende.
zierikzee, den 10 September 1907.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
l-v-5 regels 75 ets. Elke regel meer 15 ets.
zijn bij R. IV. J. OCHTMANMop de
Appelmarkt, verkrijgbaar de pMitbrief-
kaarten van de Feestelijke Versie/mg onzer
stad en een paar dagen later die van den
Koninklijken Stoet.
Wilhelmus v. N.
Zierikzee.
gehoorzamen.
3) regeeringsambt.
v. U.
Middelburg, 12 September.
Zoo is dan heden de dag aangebroken
door velen met groote vreugde verbeid;
de dag, waarop het Kon. echtpaar met de
geheele Zeeuwsche bevolking, die zoozeer
aan den Oranjestam is gehecht, nader kennis
wil maken. Ruim 13 jaren zijn heengevlogen,
sinds H. M. de Koningin, toen vergezeld
van Hare Koninklijke Moeder, ons gewest
bezocht. Toen gold het bezoek echter
slechts uitsluitend het eiland Walcheren,
nu evenwel wordt onze provincie door
kruist.
Dat het bezoek door de Zeeuwen ge
waardeerd wordt, daarvan legden de voor
bereidende maatregelendie allerwege
getroffen zijn om de geliefde Vorstin met
haar Gemaal een waardige ontvangst te
bereiden, de ondubbelzinnigste blijken af.
Niet zoodra toch was de komst officieel
bekend, of de ééne gemeente al meer dan
de andere wilde zorgdragen, dat het Vor
stelijk echtpaar tot de overtuiging moet
komen, dat der Zeeuwen hart, de oude
Oranjeklanten, nog steeds warm klopt voor
de nazaten van den Grooten Zwijger.
De omvang, dien ons verslag reeds nu
zal aannemen, laat niet toe van al de
trouwe blijken van verknochtheid tot in
bizonderheden melding te maken, en wij
volstaan daarom met de mededeeling, dat
zoowel Middelburg als Goes, Oostburg,
Hulst en Zierikzee in een feestelijk gewaad
zijn gestoken. Daarnaast zijn in tal van ge
meenten, die de Koninklijke trein passeert,
eveneens versieringen aangebracht, als
zoovele uitingen van vreugde die de bevol
king bezielt.
Moesten we in bizonderheden afdalen,
wij zouden zeker niet nalaten te wijzen op
de openbare uiting van geestdrift voor het
hooge bezoek, die uit zoovele versieringen
blijkt, doch wij herhalen, dat wij hiervan
moeten afzien. Er is reeds zooveel plaats
voor het essentiëele, dat wij daarmede moeten
volstaan.
Hedenmorgen vroeg reeds werd aller
wegen in de stad de driekleur uitgestoken,
wat reeds dadelijk een prettigë, opgewekte
stemming tengevolge had. Hier en daar
waren bedrijvige handen nog bezig de
laatste hand aan de versiering te slaan, en
tusschen ai deze bedrijvigheid bewogen
zich reeds honderden feestgangers, allen
met oranje getooid, die zich geleidelijk
opmaakten om een goed plaatsje machtig
te worden tijdens den intocht van het Kon.
paar. Overal zag men den menschen zich
opstellenen waar maar een geschikt
plaatsje te vinden was, werd dit dadelijk
in beslag genomen.
Inmiddels begaven de verschillende
autoriteiten, die ex officio bij de aankomst
tegenwoordig moesten zijn, naar het station
en daar was het reeds geruimen tijd vóór
de trein moest arriveeren eveneens buiten
gewoon druk.
De Commissaris der Koningin was ver
gezeld van den heer W. A. graaf van
Lijnden, Kamerheer in buitengewonen
dienst, naar Rilland gegaan, en daar op
den Koninklijken trein gestapt, zoodat de
eerste begroeting op den Zeeuwschen
bodem reeds had plaats gehad.
Nadat de trein hier was binnengeloopen,
steeg onmiddellijk uit de menschenzee een
luid gejuich op, dat zich steeds voortplantte
en was hierdoor het sein gegeven, dat de
hooge gasten waren aangekomen.
Op het perron werden de vorstelijke
personen met eenige hartelijke woorden
welkom geheeten door den burgemeester
van Middelhurg, den heer jhr. mr. L. Schorer,
waarvoor H. M. vriendelijk dankzegde.
Onder de verdere autoriteiten, die hier tegen
woordig waren, noemen wij den heer jhr.
mr. A. van Reigersberg Versluys, Kamerheer
in buitengewonen dienst, leden van Ged.
Staten en voorts verschillende autoriteiten.
Freule de Casembroot, dochter van
den heer jhr. mr. E. A. O. de Casembroot,
lid van Ged. Staten, bood H. M. een
bouquet aan.
Na een kort oponthoud in de eerste
klasae wachtkamer, wandelden de Hooge
bezoekers naar de gereedstaande hofrijtuigen
en nauwelijks waren de Koningin en de Prins
nu zichtbaar, of een donderend gejubel
steeg wederom op, waarvoor de vorstelijke
personen vriendelijk dank zegden.
Dadelijk daarop werd door een groot
gedeelte der stad naar het gouvernements-
hötel in de Abdij gereden; overal langs
den weg, hadden de Koningin zoowel als
de Prins huldebetuigingen in ontvangst te
nemen.
Even nadat het Vorstelijk Echtpaar in
de woning van den commissaris was aan
gekomen, werd daar de lunch gebruikt,
waaraan behalve het gevolg enkele ge-
noodigden aanzaten.
Tijdens den lunch werden de 1700
kinderen opgesteld, die moesten deelnemen
aan de cantatine „Welkom", woorden van
W. H. Hasselbach, muziek van Jan Morks.
Behalve deze 1700 schoolkinderen werkten
aan deze uitvoering nog mede leerlingen
der volkszangschool en van de zangschool
der zangvereeniging „Hosanna"250
werkende leden van de zangvereertigingen
„Oefening en Uitspanning", „Hosanna",
„Advendo", „Soli Deo Gloria" en „Middel-
burgsch Mannenkoor" en 80 leerlingen
van de Rijkskweekschool van Onderwijzers
te Middelburg. De begeleiding was opge
dragen aan het „Middelburgsch Muziek
corps", terwijl de componist dirigeerde.
Indrukwekkend en pakkend was dit
„Welkom" en in deze aloude Abdij werd
de hartverheffende stemming, die het geheel
maakte, nog verhoogd, en men kon zien,
dat deze cantatine, zoowel op de Koningin
als op den Prins indruk hadden gemaakt.
Minder ernstig wasde Marcia Castagnole"
(klappermarsch), welke werd uitgevoerd
door p.m. 1000 kinderen. Deze klapper
marsch klonk zeer aardig; wat klapperden
die kleinen er lustig op los, en men kon
merken, dat deze marsch er goed in zat,
want het geheel was zeer regelmatig.
Toen deze marsch was afgeloopen,
kwamen de hofrijtuigen weer voor, en werd
door een ander gedeelte der stad gereden
naar den Koudekerkschen straatweg, om over
Koudekerke waar enkele minuten werd
stilgehouden en de gemeenteraad werd
voorgesteld naar Vlissingen te gaan, in
de eerste plaats voor het bezoek aan de
werf der Kon. Maatsch. „de Schelde",
Bij de Badhuisstraat, waar een eerepoort
was opgesteld, werden de vorstelijke
bezoekers ontvangen door den burgemeester
van Vlissingen en werd toen naar „de
Schelde" gereden. Voor het Burgerwees
huis aan de Badhuisstraat werd even
stilgehouden en werd daar door één der
verpleegden, het weesmeisje Clara van der
Ploeg, een bloemruiker aan H.M. aangeboden.
Langs de Badhuisstraat en Aagje Deken
straat, waarlangs de Koninklijke stoet trok
naar de werf „de Schelde", stonden overal
duizenden menschen, die voortdurend luide
juichtonen lieten hooren.
Bij aankomst op de werf „de Schelde"
werden H. H. M. M., onder een aan den ingang
der fabriek opgerichte eerepoort ontvangen
door den heer Arie Smit, president-com
missaris en Jos van Raalte, directeur der
Maatschappij.
Door het jongste dochtertje van den
hoofd-ingenieur der fabriek, den heer W. H.
Martin, werd aan H. M. een bouquet aan
geboden.
Vervolgens werden Hunne Majesteiten
geleid aan boord van het mailstoomschip
„Kawi". In de keurig en smaakvol versierde
salons waren daar aanwezig de commis
sarissen en hoofd-ambtenaren der maat
schappij.
Nadat H. H. M. M. hadden plaats genomen
werden zij toegeproken door den heer Arie
Smit, president-commissaris, die ongeveer
het volgende zeide:
Mevrouw! Koninklijke Hoogheid!
Het is mij vergund Uwe Majesteit en
Haar Koninklijken Gemaal op deze plaats
eerbiedig en uit den grond mijns harten
welkom te heeten en dank te betuigen voor
de hooge eer, door Uw hooggewaardeerd
bezoek aan de Koninklijke Maatschappij
„De Schelde".
Veroorloof mij een kleine historische
herinhering.
Toen Uwer Majesteits onvergetelijke
Vader, onze beminde Koning, wijlen Willem
III,'in 1873 deze gemeente bezocht, om de
voltooide havenwerken in te wijden, ver
blijdde hij de bevolking in zeer hooge
mate door zijn Koninklijken raadde Oude
verlaten Marinewerf zal weder in gebruik
gesteld wordenik wensch dat een groote
scheepsbouwinrichting en werktuigenfabriek
hier wordt tot stand gebracht.
In overleg met wijlen den hoofdingenieur
dr. B. J. Tideman, werd mij door den
hoogvereerden Vorst de moeilijke taak op
gedragen zijn wensch tot verwezenlijking
te brengen.
Gesterkt door dit blijk van Koninklijk
vertrouwen toog, ik aan het werk, en met
den steun van regeering en volksvertegen
woordiging kwam een overeenkomst tot
stand, waarbij mij de voormalige Marine
werf met aanhoorigheden in erfpacht werd
afgestaan.
De uitvoering van dit erfpachtcontract,
overgedragen aan de door mij opgerichte
Naamlooze Vennootschap „De Schelde"
heeft, naar ik hoop, aan de verwachting
van den Koninklijken stichter voldaan.
Met het predicaat van „Koninklijke" ver
eert, is de onderneming opgegroeid tot één
der belangrijkste instellingen op scheeps-
bouwgebied in Uwer Majesteits Rijk.
De grootste schepen voor marine en
koopvaardij zijn gedurende de jaren van
het bestaan dezer instelling, van Tiaar hel
lingen te water gelaten, en het feit, dat ik
in deze ure het voorrecht mag hebben Uwe
Majesteit en Uwe Koninklijke Hoogheid te
ontvangen aan boord van één onzer
schoonste mailstoomersgetuigt van wat
„De Schelde" vermag.
Bij het aanschouwen van deze nieuw
gebouwde mailboot, vervult ons de dank
bare gedachte, dat de Koninklijke wensch,
door wijlen onzen Koning geuit, ten volle
in vervulling is gekomen.
Het stoomschip „Kawi" van de Rotter-
damsche Lloyd, bestemd om binnenkort
deel te nemen aan den geregelden dienst
tusschen Nederland en Oost-Indië, werd
door de goedgunstige beschikking van de
directie der Rotterdamsche Lloyd nog
eenigen tijd onder onze hoede gelaten om
Uwe Majesteit en Haar Koninklijken Gemaal
daarop te kunnen ontvangen, en om U bij
het bezoek aan „De Schelde" terstond een
bewijs te kunnen geven èn van de vorde
ringen onzer nationale scheepsbouw-nijver-
heid èn van de hoogte, waartoe de directie
der Rotterdamsche Lloyd de eischen van
comfort, veiligheid en goeden smaak op
haar mailbooten heeft opgevoerd.
Maar de historische terugblik, dien ik
mij veroorloofde, heeft een dieper beteekenis.
Het is een hoogst verblijdende gebeur
tenis, en voor mij persoonlijk een bron van
de grootste voldoening, dat ik op 't oogen-
blik op het terrein der werkzaamheid,
waartoe Uw Koninklijke Vader mij riep,
Hoogstdeszelfs Dochter en den Prins der
Nederlanden ontvangen en rondleiden mag.
Dit gewichtig moment in mijn leven zal
mij onvergetelijk blijven, en wordt door mij
gewaardeerd als één der aangenaamste
vruchten van mijn langdurigen arbeid.
Het zij mij vergund, aan dit zeer kort
overzicht toe te voegen, de kleine bizonder-
heid, dat na een werkzaamheid van 32
jaren (van het begin dezer maatschappij
tot op heden met mij, onafgebroken in haar
dienst zijn: de directeur en de beide hoofd
ingenieurs, die ik Uwe Majesteit eerbiedig
verzoek zoo straks aan U te mogen voor
stellen.
De tijd, dien Uwe Majesteit en Koninklijke
Hoogheid hebben kunnen bestemmen voor
de bezichtiging dezer instelling is kort
te kort om alle afdeelingen te bezoeken.
Een vluchtige blik in de voornaamste
ateliers, èn op het terrein èn op de scheeps
hellingen zal Uwe Majesteit en Uwe Kon.
Hoogheid evenwel een denkbeeld kunnen
geven van hetgeen in deze fabriek wordt
gewrocht.
Teneinde de herinnering aan dit bezoek
zoo mogelijk levendig te houden, heeft
onze directeur, de heer Van Raalte, in een
kort geschrift met eenige illustraties, eenige
bizonderheden te boek gesteld, en ik hoop,
Mevrouw, dat het Uwe Majesteit wel zal
gelieven te behagen, dit album van den
directeur te aanvaarden.
Ook veroorloof ik mij, Uwe Majesteit
nederig vergunning te vragen Haar nog een
ander en eigenaardig souvenir aan te bieden:
het kunstig bewerkt model van de eerste
onderzeesche torpedoboot, door de maat
schappij „De Schelde" ten vorigen jare
ten behoeve van Uwer Majesteits Marine
afgeleverd.
Majesteit, Koninklijke Hoogheid!
De 1600 werklieden, aan de fabriek ver
bonden, die eveneens met groote ingenomen
heid kennis namen van dit Uw bezoek,
wachten, ik ben daarvan innig overtuigd,
met ongeduld op de omwandeling, om ook
hunne warme hulde en toegenegenheid te
toonen.
En thans, gelieven Uwe Majesteit en Hare
Koninklijke Hoogheid mij toe te staan
de commissarissen, de directie en hoofd
ambtenaren van de Maatschappij voor te
stellen.
Voorgesteld werden nu de commissarissen
de heerenJan Smit V, scheepsbouwmeester
te Kinderdijk; mr. F. J. Sprenger, griffier
van den polder Walcheren; C. R. C.Wibaut,
financier; mr. F. S. van Nierop, directeur
der Amsterdamsche Bank; Bern. E. Buijs,
directeur der Rotterdamsche Lloyd.
Directie en hoofdambtenarenJos. van
Raalte, directeur; mr. J. Smit Azn. adjunct
directeur; W. H. Martin, hoofd-ingenieur;
J. Janszen Jr., scheepsbouwkundige, chef
der afd. scheepsbouw; W. B. Fulton, werk
tuigkundige, chef der teekenkamer, L. J. K.
van Waveren, scheepsbouwk. ingenieur;
I. A. G. Job, werktuigk. ingenieur; H. J. v.
Poelvoorde, procuratiehouder, chef der
administratie; W. G. Beker, chef der afd-
havenwerken.
Bovendien werden nog als afgevaardigden
der werklieden voorgesteld: J. D. Fregeres,
J. Ph. Scheers en G. Bijlaardt.
Vervolgens verlieten Hunne Majesteiten
de „Kawi" en vingen hun rondwandeling in
de fabriek aan. Het eerst werd het kantoor
gebouw gepasseerd, waar de ambtenaren
der administratie en der verschillende teeken-
bureaux waren opgesteld.
Daarna begaven de Vorstelijke bezoekers
zich naar de ketelmakerij, die geheel door-
loopen werd. De werktuigen waren allen
in beweging en de werklieden, voor zoover
zij niet bij de werktuigen behooren, waren
rechts van den weg opgesteld. Op dezelfde
wijze werden hierna de machinefabriek en
bankwerkerij doorloopen.
Na het verlaten dér machinefabriek
kwamen de Vorstelijke bezoekers aan de
scheepshellingen en werd onder de beide
in aanbouw zijnde schepen doorgewandeld,
zijnde de „Tabanan", mailstoomschip van
de Rotterdamsche Lloyd en de „Sumatra",
vrachtstoomschip van de stoomvaart-maat
schappij Nederland.
Voor aan de hellingen werd de nieuw
gebouwde smederij doorgewandeld.
^rna werden
.^werkplaats
eepsmakerij ei
erschiliende werl
verden, zijnde ijze
dagerij, timmerlui
iers, sloepenmaki
Na het veriater
lUw-werkplaats
aouw
leiten
over,een fi
__r. staande
eele|enheid was
te zien.
Na het verlatei
^|s no. 1 past
een houti
Joopte houten
r de voormalij
j,et gros der wei
cr getuigen van
rtoor den voorz
^ging aan H
reboden.
lierna verliet
iek, en. werd
het raadhu
[verschillende bk
De burgemees
H raad met
tegenwoordig, e
^*iolgende we
iajesteit, Kt
waardeer
die op mij.
om Uwe
feenteraad
jsingen, wel
stad, en
zekering te gei
deelname van
Maart gevierd-
stèds een aan
•óel'aren, wij U
heden op den
waardeeren ah
.Majesteits belar
■De ingezetene
te|enwoordigeri
zijn ten allen tij
oin uiting te
enl oprechte tri
■efd stamhu
de| geestdrift, v
Hare Koninkli;
wmer zijn geh
deloude liefde
ggHssingen Uwe
als de Vorstin
vopr alles, wa
onderdanen kaï
)ns aller w
ze Majestei
^ogheid tot
.Jiren, en een
«vai zegen van
ENa de recep
Souburg naar
enj te Souburg
argesteld.
")e dochter
2r P. S.
boiuquet aan,
.een welkomstl
1
indien het
gftnschenliefdi
gldrongen zij
slechts van c
olk in het Ier
dl kwestie vai
Dan zou de
ol zwart is, c
zlreert bij JV
-Jgfearheen hij i
r|l|i. Maar nu
géval. Het is i
^Alifornië ziji
sfoot. Met wel
de toegang I
yhad een derj
B grond van
«staan geha<
Ign eenenma
m Couver
nada, gebe
'migranten
|en de huize
te er reeds v
'n hen plur
1 mishande
'noodzaakt
'orzien, ter
rdedigen,
'n Gouvern
ering van
|e vlammen
iker van
teekent
ievolking.
[eest, die zc
'ude Were!
■nropa, rotu
e erkenter
'aarop de vc
'enschenliel
'°g verre
nderen Ru
►ewijs. Wa
fgen gebe
er overhei
eenjt, om
'°nd van h
ordt gehot
'ndanks de
:en stuk pu
;en rapport
iebracht, h