Aan de Koningin RECLAMES. Welkomstgroet. FEESTZANG. bij Haar bezoek te Zierikzee9 Oranje boven!/ZmSZ Igemc 13 September 1907. BEKENDMAKING. Koninklijk bezoek aan Zeeland. Welkom, hooggeplaatste Vrouwe, Hier op Duiveland en Schouwe! Welkom, dierbaar Koningspaar! Ziet ons juichen met elkaar! Hoort die jubelkreten klinken! Ziet die vreugdetranen blinken In het oog der grijze liên, Die hun Koninginne zien Weken, maanden van te voren Zijn wij in de weer geweest, Om de vreugde, ons beschoren, Te volmaken door een feest! Armen, rijken alle standen Deelen in die vreugde mee, Koningin der Nederlanden, Bij Uw komst in 't Land-der-Zee Ziet, hoe feest'lijk uitgedost Zijn Uw trouwe onderdanen! Waar G' Uw blik ook henen wendt: Bloemen en Oranjevanen! Hoort, hoe weer 't „Oranje-boven" Vroolijk klinkt van mond tot mond! Harten, die U trouw beloven Tot den laatsten levensstond! Noode zien w' U van ons gaan; Hooren 't uur des afscheids slaan! O, Koningin! o, Prins-Gemaal! Dat 's Heeren zegen op U daal! Dat Hij U steeds gelukkig make En voor Uw beider welzijn wake! Neemt ook bij Uw henengaan Onze dank'bre hulde aan! Mevr. ARNOLD BOERS, Bruinisse. Wijze: Wien Neérlandsch bloed. Hoe klopt het hart van onze stad Zoo luid en heftig thans! Hoe straalt uit ieders oogen nu Een blijde vreugdeglans! Hoe klinkt alom het feestgezang, En galmt het luid „hoezee!" Nu 't Vorstenpaar zijn intocht doet In 't oude Zierikzee! Vergeten is, wat kort geleên Nog velen hield vervreemd. Geen stembusleus of kiezerslied Houdt langer ons verdeeld. Maar ieder voelt zich één van zin En heft het oude lied, Waarin ons volk zijn Koningin Steeds weer zijn hulde biedt. Zoo zingt de buurt, zoo zingt de stad, Zoo zingt elk dorp in 't land, Waar zich met bloemen rijk getooid De groene eer'boog spant. En heel de stad is thans één boog Van vlaggen, bloemen, licht, Het Vorstelijk bezoek ter eer Vol geestdrift opgericht! Hoe klopt het hart van onze stad Zoo luid en heftig thans! Bij 't wapperen van d' Oranjevaan Van huis en torentrans Bij 't schallen van 't Oranjelied, „'t Wilhelmus van Nassau", Zweert het op nieuw zijn Koningin Onwankelbare trouw. Wees ons gegroet! o bloeiend land der Zeeuwen, Dat immer nog, ten spijt van d'oceaan, Den moed behoudt, de kracht van vroeger eeuwen, In d'ongelijke worstling pal te staan. Uw erfgrond, van de wilde zee besprongen, Verdeeld, bedreigd met ongetoomde kracht, Liet d' Almacht U; de wateren, bedwongen, Ten bondgenoot, waar 's vreemden heerschers macht Dien grond te knechten zocht, uw weerstand te overmannen, Van akker en landouw de vrijheid te verbannen. Bij vrijheid en vrede: Oranje, hoezee! Van stranden en reede. De feestmuziek schal' met de duizenden mede: Voor Oranje, hoezee! Van verre en nabij is een blijmaar' vernomen, Zoo vreugdvol, zoo welkom, als immer weerklonk, Door dorpen en steêh, langs uw bruisende stroomen Waar 't hart zij in d' edelsten geestdrift ontvonk'. De blijmaar'Oranje verschijnt op Uw waatren, Wekt gloed in den boezem, en schittring in 'toog; Hoort, hoe allerweeg', vreugde en feestzangen schaatren, Hoe darilen de golven in 't kielzog omhoog En de wind stort zich speelziek in 't leger der baren En zendt ons den kostbaren Last tegemoet Wie maalt ons de vreugd, als 't gejuich veler scharen, Te lang reeds beproefd, haar Vorstinne begroet? Nog toeft Zij de Jongste in de rij der gekroonden, Gekroond door een volk, aan zijn eeden getrouw Waar volken de kroon met omwenteling hoonden, Bleef Neerland, Uw Neerland, in voorspoed en rouw. Bij vrijheid en vrede: Oranje, hoezee! Van stranden en reede. De feestmuziek schal' met de duizenden mede: Voor Oranje! hoezee! Wees ons gegroet! o lang verwachte stonde! Gegroet, Oranjetelg, in 't midden van uw volk! Als steeds bezielend, zij het lied van Aldegonde Van dankbre trouw welsprekend onze tolk, Oranje hoog! en 't bloed ontgloeit in d'aderen, Gebiedster! daar ons oog Uw zonnig beeld aanschouwt; Zij rijzen op, de Schimmen Uwer Vadren, Grondvesters van den Staat, van hen beschermd, gebouwd! Zie! waar Uw oog straalt, waar Uw stem spreekt, ruischt het: Vrede! Waar Gij Uw voeten zet, daar daal' de zegen Gods; Uw heil is onze vreugd, Uw voorspoed onze bede, Van U scheidt ons geen vrees, geen wrok, geen vorstentrots. Waak op, Zierikzee! ge zult Haar ontvangen Met liedren en zangen Vol feestlijken zin. Laat vroolijk zich 't smetteloos dundoek ontplooien, En stulp en paleis met gebloemte zich tooien, Oranje vrij waaien van toren en tin: Uw komst stemt zoo blijde, gevierde Vorstin! Wilmina van Nassouwe Ben ik van Neérlandsch bloed; Het Vaderland getrouwe, Blijf ik tot in den dood. Maar God zal mij regeeren, Als een goed instrument! Blijf ik Hem obedieeren -) In mijnen regiment. 3) De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van de ingezetenen, dat wegens het aanstaand Koninklijk Bezoek ten Raadhuize, de Secretarie der gemeente zal zijn gesloten van af Donderdag 12 September a.s., des middags 12 ure, tot Zaterdag 14 September d.a.v. des middags 12 ure, met uitzondering van des Vrijdags 13 September a.s., 's voormiddags van 9 tot 10 ure, uitsluitend voor het doen van aan giften den Burgerlijken Stand betreffende. zierikzee, den 10 September 1907. De Burgemeester voornoemd, CH. W. VERMEIJS. l-v-5 regels 75 ets. Elke regel meer 15 ets. zijn bij R. IV. J. OCHTMANMop de Appelmarkt, verkrijgbaar de pMitbrief- kaarten van de Feestelijke Versie/mg onzer stad en een paar dagen later die van den Koninklijken Stoet. Wilhelmus v. N. Zierikzee. gehoorzamen. 3) regeeringsambt. v. U. Middelburg, 12 September. Zoo is dan heden de dag aangebroken door velen met groote vreugde verbeid; de dag, waarop het Kon. echtpaar met de geheele Zeeuwsche bevolking, die zoozeer aan den Oranjestam is gehecht, nader kennis wil maken. Ruim 13 jaren zijn heengevlogen, sinds H. M. de Koningin, toen vergezeld van Hare Koninklijke Moeder, ons gewest bezocht. Toen gold het bezoek echter slechts uitsluitend het eiland Walcheren, nu evenwel wordt onze provincie door kruist. Dat het bezoek door de Zeeuwen ge waardeerd wordt, daarvan legden de voor bereidende maatregelendie allerwege getroffen zijn om de geliefde Vorstin met haar Gemaal een waardige ontvangst te bereiden, de ondubbelzinnigste blijken af. Niet zoodra toch was de komst officieel bekend, of de ééne gemeente al meer dan de andere wilde zorgdragen, dat het Vor stelijk echtpaar tot de overtuiging moet komen, dat der Zeeuwen hart, de oude Oranjeklanten, nog steeds warm klopt voor de nazaten van den Grooten Zwijger. De omvang, dien ons verslag reeds nu zal aannemen, laat niet toe van al de trouwe blijken van verknochtheid tot in bizonderheden melding te maken, en wij volstaan daarom met de mededeeling, dat zoowel Middelburg als Goes, Oostburg, Hulst en Zierikzee in een feestelijk gewaad zijn gestoken. Daarnaast zijn in tal van ge meenten, die de Koninklijke trein passeert, eveneens versieringen aangebracht, als zoovele uitingen van vreugde die de bevol king bezielt. Moesten we in bizonderheden afdalen, wij zouden zeker niet nalaten te wijzen op de openbare uiting van geestdrift voor het hooge bezoek, die uit zoovele versieringen blijkt, doch wij herhalen, dat wij hiervan moeten afzien. Er is reeds zooveel plaats voor het essentiëele, dat wij daarmede moeten volstaan. Hedenmorgen vroeg reeds werd aller wegen in de stad de driekleur uitgestoken, wat reeds dadelijk een prettigë, opgewekte stemming tengevolge had. Hier en daar waren bedrijvige handen nog bezig de laatste hand aan de versiering te slaan, en tusschen ai deze bedrijvigheid bewogen zich reeds honderden feestgangers, allen met oranje getooid, die zich geleidelijk opmaakten om een goed plaatsje machtig te worden tijdens den intocht van het Kon. paar. Overal zag men den menschen zich opstellenen waar maar een geschikt plaatsje te vinden was, werd dit dadelijk in beslag genomen. Inmiddels begaven de verschillende autoriteiten, die ex officio bij de aankomst tegenwoordig moesten zijn, naar het station en daar was het reeds geruimen tijd vóór de trein moest arriveeren eveneens buiten gewoon druk. De Commissaris der Koningin was ver gezeld van den heer W. A. graaf van Lijnden, Kamerheer in buitengewonen dienst, naar Rilland gegaan, en daar op den Koninklijken trein gestapt, zoodat de eerste begroeting op den Zeeuwschen bodem reeds had plaats gehad. Nadat de trein hier was binnengeloopen, steeg onmiddellijk uit de menschenzee een luid gejuich op, dat zich steeds voortplantte en was hierdoor het sein gegeven, dat de hooge gasten waren aangekomen. Op het perron werden de vorstelijke personen met eenige hartelijke woorden welkom geheeten door den burgemeester van Middelhurg, den heer jhr. mr. L. Schorer, waarvoor H. M. vriendelijk dankzegde. Onder de verdere autoriteiten, die hier tegen woordig waren, noemen wij den heer jhr. mr. A. van Reigersberg Versluys, Kamerheer in buitengewonen dienst, leden van Ged. Staten en voorts verschillende autoriteiten. Freule de Casembroot, dochter van den heer jhr. mr. E. A. O. de Casembroot, lid van Ged. Staten, bood H. M. een bouquet aan. Na een kort oponthoud in de eerste klasae wachtkamer, wandelden de Hooge bezoekers naar de gereedstaande hofrijtuigen en nauwelijks waren de Koningin en de Prins nu zichtbaar, of een donderend gejubel steeg wederom op, waarvoor de vorstelijke personen vriendelijk dank zegden. Dadelijk daarop werd door een groot gedeelte der stad naar het gouvernements- hötel in de Abdij gereden; overal langs den weg, hadden de Koningin zoowel als de Prins huldebetuigingen in ontvangst te nemen. Even nadat het Vorstelijk Echtpaar in de woning van den commissaris was aan gekomen, werd daar de lunch gebruikt, waaraan behalve het gevolg enkele ge- noodigden aanzaten. Tijdens den lunch werden de 1700 kinderen opgesteld, die moesten deelnemen aan de cantatine „Welkom", woorden van W. H. Hasselbach, muziek van Jan Morks. Behalve deze 1700 schoolkinderen werkten aan deze uitvoering nog mede leerlingen der volkszangschool en van de zangschool der zangvereeniging „Hosanna"250 werkende leden van de zangvereertigingen „Oefening en Uitspanning", „Hosanna", „Advendo", „Soli Deo Gloria" en „Middel- burgsch Mannenkoor" en 80 leerlingen van de Rijkskweekschool van Onderwijzers te Middelburg. De begeleiding was opge dragen aan het „Middelburgsch Muziek corps", terwijl de componist dirigeerde. Indrukwekkend en pakkend was dit „Welkom" en in deze aloude Abdij werd de hartverheffende stemming, die het geheel maakte, nog verhoogd, en men kon zien, dat deze cantatine, zoowel op de Koningin als op den Prins indruk hadden gemaakt. Minder ernstig wasde Marcia Castagnole" (klappermarsch), welke werd uitgevoerd door p.m. 1000 kinderen. Deze klapper marsch klonk zeer aardig; wat klapperden die kleinen er lustig op los, en men kon merken, dat deze marsch er goed in zat, want het geheel was zeer regelmatig. Toen deze marsch was afgeloopen, kwamen de hofrijtuigen weer voor, en werd door een ander gedeelte der stad gereden naar den Koudekerkschen straatweg, om over Koudekerke waar enkele minuten werd stilgehouden en de gemeenteraad werd voorgesteld naar Vlissingen te gaan, in de eerste plaats voor het bezoek aan de werf der Kon. Maatsch. „de Schelde", Bij de Badhuisstraat, waar een eerepoort was opgesteld, werden de vorstelijke bezoekers ontvangen door den burgemeester van Vlissingen en werd toen naar „de Schelde" gereden. Voor het Burgerwees huis aan de Badhuisstraat werd even stilgehouden en werd daar door één der verpleegden, het weesmeisje Clara van der Ploeg, een bloemruiker aan H.M. aangeboden. Langs de Badhuisstraat en Aagje Deken straat, waarlangs de Koninklijke stoet trok naar de werf „de Schelde", stonden overal duizenden menschen, die voortdurend luide juichtonen lieten hooren. Bij aankomst op de werf „de Schelde" werden H. H. M. M., onder een aan den ingang der fabriek opgerichte eerepoort ontvangen door den heer Arie Smit, president-com missaris en Jos van Raalte, directeur der Maatschappij. Door het jongste dochtertje van den hoofd-ingenieur der fabriek, den heer W. H. Martin, werd aan H. M. een bouquet aan geboden. Vervolgens werden Hunne Majesteiten geleid aan boord van het mailstoomschip „Kawi". In de keurig en smaakvol versierde salons waren daar aanwezig de commis sarissen en hoofd-ambtenaren der maat schappij. Nadat H. H. M. M. hadden plaats genomen werden zij toegeproken door den heer Arie Smit, president-commissaris, die ongeveer het volgende zeide: Mevrouw! Koninklijke Hoogheid! Het is mij vergund Uwe Majesteit en Haar Koninklijken Gemaal op deze plaats eerbiedig en uit den grond mijns harten welkom te heeten en dank te betuigen voor de hooge eer, door Uw hooggewaardeerd bezoek aan de Koninklijke Maatschappij „De Schelde". Veroorloof mij een kleine historische herinhering. Toen Uwer Majesteits onvergetelijke Vader, onze beminde Koning, wijlen Willem III,'in 1873 deze gemeente bezocht, om de voltooide havenwerken in te wijden, ver blijdde hij de bevolking in zeer hooge mate door zijn Koninklijken raadde Oude verlaten Marinewerf zal weder in gebruik gesteld wordenik wensch dat een groote scheepsbouwinrichting en werktuigenfabriek hier wordt tot stand gebracht. In overleg met wijlen den hoofdingenieur dr. B. J. Tideman, werd mij door den hoogvereerden Vorst de moeilijke taak op gedragen zijn wensch tot verwezenlijking te brengen. Gesterkt door dit blijk van Koninklijk vertrouwen toog, ik aan het werk, en met den steun van regeering en volksvertegen woordiging kwam een overeenkomst tot stand, waarbij mij de voormalige Marine werf met aanhoorigheden in erfpacht werd afgestaan. De uitvoering van dit erfpachtcontract, overgedragen aan de door mij opgerichte Naamlooze Vennootschap „De Schelde" heeft, naar ik hoop, aan de verwachting van den Koninklijken stichter voldaan. Met het predicaat van „Koninklijke" ver eert, is de onderneming opgegroeid tot één der belangrijkste instellingen op scheeps- bouwgebied in Uwer Majesteits Rijk. De grootste schepen voor marine en koopvaardij zijn gedurende de jaren van het bestaan dezer instelling, van Tiaar hel lingen te water gelaten, en het feit, dat ik in deze ure het voorrecht mag hebben Uwe Majesteit en Uwe Koninklijke Hoogheid te ontvangen aan boord van één onzer schoonste mailstoomersgetuigt van wat „De Schelde" vermag. Bij het aanschouwen van deze nieuw gebouwde mailboot, vervult ons de dank bare gedachte, dat de Koninklijke wensch, door wijlen onzen Koning geuit, ten volle in vervulling is gekomen. Het stoomschip „Kawi" van de Rotter- damsche Lloyd, bestemd om binnenkort deel te nemen aan den geregelden dienst tusschen Nederland en Oost-Indië, werd door de goedgunstige beschikking van de directie der Rotterdamsche Lloyd nog eenigen tijd onder onze hoede gelaten om Uwe Majesteit en Haar Koninklijken Gemaal daarop te kunnen ontvangen, en om U bij het bezoek aan „De Schelde" terstond een bewijs te kunnen geven èn van de vorde ringen onzer nationale scheepsbouw-nijver- heid èn van de hoogte, waartoe de directie der Rotterdamsche Lloyd de eischen van comfort, veiligheid en goeden smaak op haar mailbooten heeft opgevoerd. Maar de historische terugblik, dien ik mij veroorloofde, heeft een dieper beteekenis. Het is een hoogst verblijdende gebeur tenis, en voor mij persoonlijk een bron van de grootste voldoening, dat ik op 't oogen- blik op het terrein der werkzaamheid, waartoe Uw Koninklijke Vader mij riep, Hoogstdeszelfs Dochter en den Prins der Nederlanden ontvangen en rondleiden mag. Dit gewichtig moment in mijn leven zal mij onvergetelijk blijven, en wordt door mij gewaardeerd als één der aangenaamste vruchten van mijn langdurigen arbeid. Het zij mij vergund, aan dit zeer kort overzicht toe te voegen, de kleine bizonder- heid, dat na een werkzaamheid van 32 jaren (van het begin dezer maatschappij tot op heden met mij, onafgebroken in haar dienst zijn: de directeur en de beide hoofd ingenieurs, die ik Uwe Majesteit eerbiedig verzoek zoo straks aan U te mogen voor stellen. De tijd, dien Uwe Majesteit en Koninklijke Hoogheid hebben kunnen bestemmen voor de bezichtiging dezer instelling is kort te kort om alle afdeelingen te bezoeken. Een vluchtige blik in de voornaamste ateliers, èn op het terrein èn op de scheeps hellingen zal Uwe Majesteit en Uwe Kon. Hoogheid evenwel een denkbeeld kunnen geven van hetgeen in deze fabriek wordt gewrocht. Teneinde de herinnering aan dit bezoek zoo mogelijk levendig te houden, heeft onze directeur, de heer Van Raalte, in een kort geschrift met eenige illustraties, eenige bizonderheden te boek gesteld, en ik hoop, Mevrouw, dat het Uwe Majesteit wel zal gelieven te behagen, dit album van den directeur te aanvaarden. Ook veroorloof ik mij, Uwe Majesteit nederig vergunning te vragen Haar nog een ander en eigenaardig souvenir aan te bieden: het kunstig bewerkt model van de eerste onderzeesche torpedoboot, door de maat schappij „De Schelde" ten vorigen jare ten behoeve van Uwer Majesteits Marine afgeleverd. Majesteit, Koninklijke Hoogheid! De 1600 werklieden, aan de fabriek ver bonden, die eveneens met groote ingenomen heid kennis namen van dit Uw bezoek, wachten, ik ben daarvan innig overtuigd, met ongeduld op de omwandeling, om ook hunne warme hulde en toegenegenheid te toonen. En thans, gelieven Uwe Majesteit en Hare Koninklijke Hoogheid mij toe te staan de commissarissen, de directie en hoofd ambtenaren van de Maatschappij voor te stellen. Voorgesteld werden nu de commissarissen de heerenJan Smit V, scheepsbouwmeester te Kinderdijk; mr. F. J. Sprenger, griffier van den polder Walcheren; C. R. C.Wibaut, financier; mr. F. S. van Nierop, directeur der Amsterdamsche Bank; Bern. E. Buijs, directeur der Rotterdamsche Lloyd. Directie en hoofdambtenarenJos. van Raalte, directeur; mr. J. Smit Azn. adjunct directeur; W. H. Martin, hoofd-ingenieur; J. Janszen Jr., scheepsbouwkundige, chef der afd. scheepsbouw; W. B. Fulton, werk tuigkundige, chef der teekenkamer, L. J. K. van Waveren, scheepsbouwk. ingenieur; I. A. G. Job, werktuigk. ingenieur; H. J. v. Poelvoorde, procuratiehouder, chef der administratie; W. G. Beker, chef der afd- havenwerken. Bovendien werden nog als afgevaardigden der werklieden voorgesteld: J. D. Fregeres, J. Ph. Scheers en G. Bijlaardt. Vervolgens verlieten Hunne Majesteiten de „Kawi" en vingen hun rondwandeling in de fabriek aan. Het eerst werd het kantoor gebouw gepasseerd, waar de ambtenaren der administratie en der verschillende teeken- bureaux waren opgesteld. Daarna begaven de Vorstelijke bezoekers zich naar de ketelmakerij, die geheel door- loopen werd. De werktuigen waren allen in beweging en de werklieden, voor zoover zij niet bij de werktuigen behooren, waren rechts van den weg opgesteld. Op dezelfde wijze werden hierna de machinefabriek en bankwerkerij doorloopen. Na het verlaten dér machinefabriek kwamen de Vorstelijke bezoekers aan de scheepshellingen en werd onder de beide in aanbouw zijnde schepen doorgewandeld, zijnde de „Tabanan", mailstoomschip van de Rotterdamsche Lloyd en de „Sumatra", vrachtstoomschip van de stoomvaart-maat schappij Nederland. Voor aan de hellingen werd de nieuw gebouwde smederij doorgewandeld. ^rna werden .^werkplaats eepsmakerij ei erschiliende werl verden, zijnde ijze dagerij, timmerlui iers, sloepenmaki Na het veriater lUw-werkplaats aouw leiten over,een fi __r. staande eele|enheid was te zien. Na het verlatei ^|s no. 1 past een houti Joopte houten r de voormalij j,et gros der wei cr getuigen van rtoor den voorz ^ging aan H reboden. lierna verliet iek, en. werd het raadhu [verschillende bk De burgemees H raad met tegenwoordig, e ^*iolgende we iajesteit, Kt waardeer die op mij. om Uwe feenteraad jsingen, wel stad, en zekering te gei deelname van Maart gevierd- stèds een aan •óel'aren, wij U heden op den waardeeren ah .Majesteits belar ■De ingezetene te|enwoordigeri zijn ten allen tij oin uiting te enl oprechte tri ■efd stamhu de| geestdrift, v Hare Koninkli; wmer zijn geh deloude liefde ggHssingen Uwe als de Vorstin vopr alles, wa onderdanen kaï )ns aller w ze Majestei ^ogheid tot .Jiren, en een «vai zegen van ENa de recep Souburg naar enj te Souburg argesteld. ")e dochter 2r P. S. boiuquet aan, .een welkomstl 1 indien het gftnschenliefdi gldrongen zij slechts van c olk in het Ier dl kwestie vai Dan zou de ol zwart is, c zlreert bij JV -Jgfearheen hij i r|l|i. Maar nu géval. Het is i ^Alifornië ziji sfoot. Met wel de toegang I yhad een derj B grond van «staan geha< Ign eenenma m Couver nada, gebe 'migranten |en de huize te er reeds v 'n hen plur 1 mishande 'noodzaakt 'orzien, ter rdedigen, 'n Gouvern ering van |e vlammen iker van teekent ievolking. [eest, die zc 'ude Were! ■nropa, rotu e erkenter 'aarop de vc 'enschenliel '°g verre nderen Ru ►ewijs. Wa fgen gebe er overhei eenjt, om '°nd van h ordt gehot 'ndanks de :en stuk pu ;en rapport iebracht, h

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1907 | | pagina 2