Kris en Kras door Zweden van het Vreemdelingenverkeer" te Sneek. Het boekske, in een smakelijk gewaad gehuld, prijkt op het titelblad, met de vermaarde waterpoort, een oud kunstwerk, dat, toen wij eerfTge jaren geleden Sneek bezochten, in hooge mate onze bewondering wekte. Tijdens ons bezoek verkregen wij van dit Friesche schilderachtig gelegen stadje, waar in de zestiende eeuw de beroemde krijgsheld „Graete Pier" heeft gewoond, een zeer aangenamen indruk, zoodat wij aan hen, die het Noorden van ons land mochten bezoeken, bepaald aan raden ook Sneek aan te doen. De komeet van Daniel is nu 's morgens in de vroegte goed te zien. ledereen, die op een helderen nacht tusschen twee en drie uur den oostelijken hemel beschouwt, zal haar gemakkelijk opmerken tamelijk dicht bij den horizon. Zij heeft het voor komen van een ster der tweede grootte, door een nevel omgeven. De lichtsterkte der komeet zal voorloopig nog toenemen, hoewel zij zich reeds weer van de aarde verwijdert. Doch zij nadert daarentegen den perihelium-standen de ervaring leert, dat kometen bij het dichter naderen tot de zon aan glans winnen. Voor hen, die nooit een komeet met duidelijken staart hebben gezien, maar die toch in dit opzicht hun weetlust willen bevredigen, is de kans nu gunstig. Maar men moet niet te lang wachten. De komeet van Daniel zal binnen niet al te langen tijd, door de Tweelingen (waarin zij op 't oogenblik staat, betrekkelijk dicht bij gamma), binnen het bereik komen van den lichtglans der zon en daarin verdwijnen. Vermoedelijk zal zij dan echter zelfs overdag met kijkers te zien zijn. De minister van binnenlandsche zaken brengt in de St. Crt. (no. 188) ter algemeene kennis, dat op 23 September en volgende dagen te Leiden, te Utrecht, te Groningen en te Amsterdam gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van de practische examens van arts, alsmede te Utrecht tot het afleggen van de practische examens van tandmeester, bedoeld in artikel 8 der gemelde wet. Men zie bizon- derheden in de St. Crt Noordgouwe. Maandag geraakte een span paarden met een voer gerst van den landbouwer Ganzeman in een nauwe vrij diepe sloot. Met veel moeite werden de paarden, die gelukkig geen letsel hadden bekomen, op den kant getrokken. Last van vliegen moet de oorzaak zijn, dat de paar den in de sloot terecht kwamen. Brouwershaven. De Heer H. Huisman, civiel-ingenieur alhier, is met ingang van 1 September a.s. door het Waterschap Hunzingo te Groningen belast met de leiding van betonwerken. Tevens is aan genoemden ingenieur opdracht gegeven tot het ontwerpen van belangrijke betonwer ken, uit te voeren in 1908 aldaar. Haamstede, 12 Aug. Ook hier had de heer Bolier van Bruinisse succes met zijne lezing over het doel en de strekking van „Volksweerbaarheid". Op zijn voorstel om ook in deze ge meente eene afdeeling van Volksweerbaar heid op te richten, meldden zich een 50-tal personen uit Haamstede en Burgh aan, welke binnenkort samen zullen komen om de afdeeling definitief op te richten en een bestuur te benoemen, lntusschen kunnen zich nog nieuwe leden aanmelden. Bruinisse, 14 Aug. Eenige werklieden, alhier woonachtig, vertrokken verleden week van hier, om te gaan werken te Bork in Duitschland. Zij hadden het adres op een briefkaart, die evenwel zóó slecht geschreven was, dat men er van maakte Borken in Westfalen. Toen zij daar aankwamen, was er geen werk voor hen. Zij moesten dus onver richter zake naar hun woonplaats terug- keeren. Twee hunner hadden echter geen geld genoeg voor de geheele terugreis. Zij be reikten per spoor Venlo, en wandelden vandaar naar Steenbergen, alwaar zij van eten en reisgeld voorzien werden. Thans zijn zij weder naar Venlo ver trokken, waar zij nu afgehaald worden. Goes. Zekere P. M., eene juffrouw die hier tijdelijk vertoeft, zou op den 's Heer Hendrikskinderendijk leeren fietsrijden. Haar vriendin was daar Maandag tegen den avond behulpzaam bij. Op eens verliest de rijdende haar evenwicht, stort den dijk af en ontwricht bij dien val haar arm, en wel zoo ernstig dat twee doctoren noodig waren dien te zetten. De door de vereeniging Handels belangen te Goes georganiseerde tentoon stelling van reclamemiddelen zal Maandag 26 Augustus officiëel worden geopend en 4 dagen duren. Vlissingen, 14 Aug. Hedennacht kwam het koninklijk Engelsch jacht „Victoria and Albert" met den Koning van Engeland aan boordop de haven. Nadat het jacht gemeerd was, begaf de heer P. L. de Bruyne, consul van Groot-Brittannië, zich aan boord ter begroeting van den Koning. Kort vóór het vertrek van den extra- trein begaf de Koning zich van boord, waarna de trein om ongeveer 3 uur van hier vertrok. Als gewoonlijk waren weer uitgebreide voorzorgsmaatregelen genomenen de terreinen rondom de haven en het station waren dan ook alle door rijks- en gemeente politie afgezet. RECHTSZAKEN. De brievenbesteller V. de G., die op een avond in de maand Juni belast was met het overbrengen van de postzakken per Hollandsche spoortrein naar Delft en Schiedam, en uit den postzak voor Delft een aangeteekenden brief had weggenomen, inhoudende *17 bankbiljetten van f 1000, twee van f 300 en één van f 100, afge zonden door het filiaal Den Haag der Nederlandsche Bank, aan het adres van de firma Scheurleer Zoon te Delft, stond Dinsdag j.l. voor de Haagsche rechtbank terecht. Over het plegen van dit misdrijf is indertijd uitvoerig bericht, zoodat kan worden volstaan met mede te deelen, dat uit het getuigenverhoor bleek, dat de bekl. tot vóór eenigen tijd, voordat hij het misdrijf pleegde, tot groote tevredenheid der post-administratie werkzaam was; dat hij indertijd belast was met den spoordienst (wat volgens de verklaring van gehoorde postambtenaren door de bestellers be schouwd wordt als een minder pleizierig baantje), en dat bekl. daarin gezien had een straf, althans een achteruitzetting; dat bekl. toen aan het drinken is geraakt en na dien tijd ook eens is gestraft wegens het in beschonken toestand dienst doen. Bekl., die ter terechtzitting in hoogst zenuwachtigen toestand verkeerde, en her haaldelijk in tranen uitbarstte, verklaarde nog geschrokken te zijn, toen hij zag, hoe groot het bedrag was, dat in den door hem geopenden brief was verzonden, en dat hij het stellige voornemen had, de bankbiljetten bij Scheurleer in de bus te stoppen. Subst.-officier van justitie, mr. Van Lookeren Campagne, wees er op, dat men hier te doen heeft met een hoogst treurige zaak: hier staat voor een ernstig feit terecht een bekl., over wien, zooals uit het getuigenverhoor bleek, de post-admi nistratie tevreden was. En al twijfelt men niet aan de oprechtheid van bekl.'s ver zekering, dat hij het geld wilde teruggeven, en dat het zijn plan niet was een zoo groot bedrag weg te nemen, men mag verwachten, dat een ambtenaar, wien stukken worden toevertrouwd, en nog wel aangeteekende pakketten, dat vertrouwen niet beschaamt. Waar men hier dus heeft een laakbaar en zeer ernstig feit, ook al neemt men in aanmerking het gunstig verleden van den bekl., daar meende het O. M., dat hier moest schuldigverklaring worden uitgesproken aan verduistering door een ambtenaar van stukken, aan zijn zorg toevertrouwd. Subst.-officier eischte tegen bekl. één jaar en 3 maanden gevangenisstraf. Bekl.'s verdediger, mr. J. F. Hijmans, ving zijn pleidooi aan met te zeggen, dat, waar de tenlastelegging door de bekentenis van bekl. en de gehoorde getuigen bewezen mag geacht worden, hij daarvoor weinig zeggen zal. We hebben hier weer te doen, aldus pleiter, met een slachtoffer van den drank, een waarschuwend voorbeeld voor anderen vooral voor hen, die hem tot drinken hebben verleid. Zijn verleden was tot dien ongeluksdag vlekkeloos. Hij was wegens het voeren van oppositie (volgens bekl. ten onrechte hiervan beschuldigd) verplaatst, waardoor hij financieel nadeel ondervond. Toen is hij aan 't drinken gegaan, doch paste den laatster) tijd goed op, zóó' zelfs, dat de directeur van het postkantoor bekl. had beloofd, dat hij binnenkort weer als besteller dienst zou doen. De vrouw met haar vier kinderen, terwijl nog vergrooting van het gezin in het vooruitzicht is, kon, blijkens geneeskundige verklaring, niet verschijnen, anders zou zij bekl.'s verklaring kunnen bevestigen, dat hij haar daags na het plegen van het misdrijf had gezegd, toen zij vroeg, wat voor geld het was, dat zoo in zijn zak rammelde: „Dat is geen geld van jou en ook niet van mij". Voorts betoogde pleiter, dat bekl., toen hij het feit pleegde, niet toerekenbaar was. Bekl. verkeerde toch onder (Jen invloed van sterken drank, was in den trein onder den indruk gekomen van de ellende, die hij zag in de woonwagens, waarlangs de trein stoomde. Hij was toen in een toestand van waanzin geraakt, waaruit hij eerst tot zichzelven kwam, toen hij zag, wat hij eigenlijk gedaan had. Pleiter concludeerde dus tot ontslag van rechtsvervolging. Mocht de rechtbank echter van een andere meening zijn en bekl. wél schuldig achten, dan beval pleiter zijn cliënt aan in de clementie van de rechtbank. O N D E R W IJ S. Prof. dr. W. Nolen zal op 16 Aug. a.s. de waardigheid van rector-magnificus overdragen aan zijn ambtgenoot, prof. dr. J. Hartman en te dier gelegenheid in het groot-auditorium van het academiegebouw te Leiden, in voldoening in zoo verre aan art. 115 der wet H. O. verslag uitbrengen van de lotgevallen der Leidsche Universiteit over het afgeloopen dienstjaar. KERKNIEUWS. Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te Nieuw-Vosmeer ds. G. A. Lolcama te Bergen-op-Zoom. Bedankt voor het beroep naar de Ned. Herv. Gem. te Ierseke door ds. B. G. C. Steenbeek te Arnetnuiden. Beroepen bij de Ger. Gemeente te Stellendam, ds. G. de Jager te Bruinisse. De Geref. kerken onder 't Kruis en de kerken voortgekomen uit de actie van ds. Ledeboer, zijn na een voorloopige ver gadering te Middelburg op 5 Juni jl. op een vergadering te Rotterdam op 24 en 25 Juli tot één kerkengroep vereenigd o.ider den naam Gereformeerde Gemeenten. Koninklijk bezoek aan Zeeland. De visschers te Philippine zullen, naar de Middetb. Crt. meldt, niet deelnemen aan de vlootrevue in het Engelschegat op 13 September, maar hun hulde aan II. M. de Koningin brengen op Zaterdag 14 September, aan het einde van het kanaal te Philippine, bij gelegenheid dat H. M. passeert naar Terneuzen. Alle visschers hebben toegezegd daar tegenwoordig te zullen zijn. Aangaande het huldeblijk, dat Belgen voornemens zijn op 14 September aan onze Koningin aan te bieden, meldt men van de Belgische grenzen nader: De burgemeesters, volksvertegenwoor digers en senatoren in ambtskostuum zullen op het stadhuis te Hulst aan H. M. namens de Belgische grensbewoners aan bieden een grooten gouden gedenkpenning, waarop door één der voornaamste Belgische kunstenaars het wapen van het Land van Waes gegrift is. Deze gedenkpenning zal worden overhandigd door den heer Van Naemen, burgemeester van St.-Nicolaas, omdat vooral deze stad veel verplicht is aan het Huis van Oranje. Door toedoen toch van Koning Willem I werd te St.- Nicolaas gesticht een Nederlandsche Handelmaatschappij, die rijkdom bracht niet alleen in St.-Nicolaas, maar ook in de omliggende gemeenten. In verband met het bezoek, dat het Koninklijk echtpaar aan de werf der Koninklijke Maatschappij „De Schelde" te Vlissingen zal brengen, zal aan den hoofd ingang van genoemde fabriek een eerepoort worden gemaakt. De Tramaanleg op het eiland Flakkee. Naar aanleiding van de klachten, door het lid Warner in de Provinciale Staten van Zuid-Holland geuit, over de vertraging die de aanleg "van de stoomtram op hel eiland Flakkee ondervindt, heeft het week blad Vooruit een boos entrefilet tegen de R. T. M. „Het verheugt ons, aldus het blad, dat een officieel college er eens ronduit op is gewezen, hoe treurig in dezen de houding der Rotterdamsche Tramwegmaatschappij is, van maand tot maand, neen van jaar tot jaar, is de exploitatie der Flakkeesche lijn verschoven. Volgens de oorspronkelijke concessievoorwaarden moest de tram reeds meer dan een jaar geleden zijn beginnen te rijden!! Het is eenvoudig onzin, dat een maatschappij als de Rotterdamsche met eenigen goeden wil reeds niet lang had kunnen zorgen, dat de aanleg op tijd in orde gekomen zou zijn. Er zijn hooge belangen met de exploitatie gemoeid, al was het alleen maar het belang der Ambachtsschool. Immers het aantal leer lingen zou zeer zeker belangrijk hooger zijn geweest in de laatste jaren, als de tram op tijd was beginnen te rijden. Naar men zegt is de vrees, dat de Flakkeesche lijn niet zal rendeeren, de oorzaak, waarom de aanleg wordt vertraagd. Dat is haast niet aan te nemen. Een maatschappij, die op andere lijnen zooveel winst maakt als de Rotterdamsche, mag om een mogelijk minder loonende opbrengst van een hoogst noodige lijn de exploitatie daarvan niet vertragen. Dat strijdt tegen het algemeen belang, waarvoor het belang eener maat schappij, die duizenden en duizenden aan rijks- en provinciale subsidie aanneemt, geen gewicht in de schaal legt. Zij heeft immers van te voren geweten, welke ver plichtingen zij op zich nam. Het is te hopen, dat er in de Tweede Kamer even eens krachtig op worde aangedrongen, dat het noodeloos uitstellen der exploitatie onzer Flakkeesche tram eindelijk eens ophoude en de maatschappij tot spoedigen aanvang wordt genoopt". Hoewel in deze beschouwing slechts beweerd wordt, zonder eenig bewijs en hoewel de eenige op een argument lijkende beschouwing, dat de R. T. M. de exploitatie op Flakkee opzettelijk verschuift, omdat zij daarvan slechts verlies verwacht, tastbaar onjuist is, wijl integendeel de R. T. M. na de voltooiing van haar net, dat één geheel is, een meer winstgevende exploitatie dan thans in alle geval te wachten heeft, hebben wij toch gemeend goed te doen de R. T. M. eens te gaan vragen, waarom de tramaanleg op Flakkee zóó inderdaad bedenkelijke vertraging ondervindt. De directeur was bereidwillig om onze vragen te beantwoorden. Kort samengevat is dit de feitelijke stand der Flakkeesche tramaangelegenheid Er werd bij wet van 23 Mei 1899 en bij provinciaal besluit van 4 December 1900 subsidie verleend voor den aanleg van het tramwegnet complex Flakkee, waartoe behooren a. de zijtakken Hoekschc Waard en RotterdamSpijkenisse b. Voorne en Putten; c. Flakkee. In deze volgorde had de R. T. M. ze zejve geschikter moet nu eenmaal één der aan te leggen lijnen een laatste zijn en bovendien was deze volgorde geboden, wijl eerst na de voltooiing van de lijn naar Hellevoetsluis, van waar een boot op Middelharnis zal varen, het eiland in exploitatie is te brengen. Bovendien stelde 't provinciaal subsidie den eisch, dat eerst Middeldijk—Zwijndrecht zou worden aan gelegd. De overeenkomsten zijn toen gesloten 27 Juni2 Juli 1901 en met den bouw kon worden begonnen. Gelijktijdige aan vatting van den bouw is uit den aard onmogelijk, omdat zich daartegen adminis tratieve bezwaren verzettenomdat het bureau te omvangrijk zou zijn en omdat toch geen geoefend personeel voor 't in exploitatie brengen voorradig zou wezen. Er is intusschen niet gewacht op het tot stand komen der overeenkomsten, want de indiening der stukken voor het vast stellen der richting had plaats: voorn, op 19 Mei; voor b. op 10 Augustus 1899 en voor c. op 2 November 1900. Daarop volgde de curieuse administratieve rompslomp, die de wet nu eenmaal eischt; de indiening der stukken ter verkrijging van onteigening geschiedde voor a. op 9 Febr. 1900; voor b. op 8 Sept. 1900 en voor c. op 21 Maart 1902. De eerste ter-visie-ligging had plaats voor a. in JuliAugustus 1900; voor b. in FebruariMaart 1901 en voor c. in September—October 1902. De wetten tot verklaring van het algemeen nut dateeren: o. 28 Mei 1901; b. 9 Mei 1902; c. 27 April 1904. De tweede ter-visis-ligging geschiedde toen: a. 916 Januari 1902; b. 2730 Mei 1903 en c. 10—13 Mei 1905. De eindaanwijzing der perceelen ge beurde: a. 20 Augustus 1902; b. 18 December 1903 en c. 26 Januari 1906. Ten behoeve van de werken werden Ier onteigening aangewezen: voor a. 620 perceelen van 310 eigenaars; voor b. 940 perceelen van 220 eigenaars en voor c. 680 perceelen van 225 eigenaars. Er is dus wel geregeld doorgewerkt, de data kunnen dat bewijzen. Het zou van weinig nut wezen en te omslachtig zijn, om nu in details den aanleg der gerced- zijnde lijnen na te gaan. Slechts zij nog vermeld, dat een nieuwe subsidie-aanvrage noodig bleek, die de wet verleende op 24 Juni 1901 en de Staten op 22 Juli 1901, tengevolge waarvan op 5 October—24 Augustus 1903 een gewijzigde overeen komst met rijk en provincie moest worden gesloten. Inmiddels werden de lijnen geopend Oud-Beijerland—Goudswaard 1 Mei 1903. Blaakschedijk—Strijen 15 Juli 1904. Middeldijk—Zwijndrecht 1 October 1904. RotterdamHoogvliet 1 October 1904. Spijkenisse—Hellevoetsluis 1 November 1905. Spijkenisse—Oostvoorne 1 September 1906. Het slation en de Centrale werkplaatsen werden in gebruik genomen in November 1904. Terwijl de noodzakelijke uitbreiding van het emplacement te Feijenoord, na lang durige onderhandelingen niet de gemeente Rotterdam, einde 1906 en begin 1907 kon worden voltooid. Voor Flakkee in het bijzonder geschiedde het minnelijk aanbod: voor het westelijk deel Februari 19Ö6; voor het oostelijk deel Juli 1906. Dat het in 't belang der R. T. M. is, spoedig te gaan exploiteeren, blijkt nog uit het feit, dat zij hier ruim een half inillioen gulden uitbetaalde, welk bedrag dus sinds ruim een half jaar renteloos is. Zoo spoedig mogelijk na het aanbod wefd aangevangen met het transport, doch dit is afhankelijk van tal van moeilijkheden met het kadaster om de hypotheken, om autorisatie, om gecompliceerde boedels enz., doch wat getransporteerd kon worden was in de eerste helft van 1907 in 't bezit der R. T. M. Thans zijn de gerechtelijke onteigeningen aanhangig gemaakt. Met het werk werd inmiddels niet gewacht: op 23 Februari 1907 werden de kunstwerken en het station Middelharnis aanbesteed en men is daaraan druk bezig, de dwarsliggers werden aangevoerd, de rails worden gewalst bij Cockerill, de wissels zijn in aanmaak bij Enthoven, de locomotieven en het verder materiaal komen binnen enkele maanden gereed. Nu is er echter een quaestie gerezen met het polderbestuur de „generale Dijkagie van Stellendam", tengevolge waarvan de baanaanleg Middelharnis—Ouddorp nog niet kan worden uitgevoerd, al is dit baanbestek goedgekeurd. Het baanbestek Middelharnis—Ooltgensplaat komt dezer dagen ter inzending gereed en ook d. moeten enkele onteigeningen plaats hebb In elk geval moet echter eerst Ouddorp Middelharnis gereed komen, omdat Ouddorp de eenige gelegenheid op Flakl is, tot aanleg van de waterleiding, die R. T. M. noodig heeft en die aan behoefte voor de tram over het gehe eiland kan voldoen. Uitvoerig hebben wij den, in elk ge we! merkwaardigen voorarbeid gesches die aan de uitvoering van een tramaan voorafgaat. Maar wij kregen den stellig indruk dat de R. T. M. aan al dat opo houd niet één oogenblik schuld had. L zij trouwens zelve den zoo langen bouwl niet had verwacht, blijkt hieruit, dat zij Februari 1901 met Cockerill contrac sloot voor de levering der rails, en a. 1901, ft. 1902 en c. 1903. Bereidwillig stelde deze firma de leveri uit, naarmate de behoefte alweer mol worden uitgesteld. Doch thans wordt laatste levering gewalst. Met al het uitstel, door dat administa gedoe geboden door wetten, verordeniip usanciën, enz., veroorzaakt, is, tegeif d wensch en tegen het belang der R. T naar ons uitdrukkelijk werd verzet de aanleg vertry^a^pfpf^Hr—pS het volgend jaar in October gereed komen, doch ook dit is thans nog twijf achtig, voornamelijk door de quaestie n het polderbestuur. (Reisbrieven van onzen Berlijnschen Correspondent). IV. De stad aan het Malarmeer. I. Stockholm, 29 Juli 1907 In de eerste dagen van hooimaand werd ml heel kort in de hoofdstad vertoefd, welke tcj slechts als een „doorgangshuis" werd beschouv waar even diende te worden gepauseerd c I daarna met frissche krachten de reis per Laplar expres naar het hooge Noorden te vervolgen. Na ruim 3 weken in Lapland, Aengermanlai Iamtland en Dalarne (Daluarlie) het hart hebben opgehaald aan de heerlijke natuurschoc heden, welke NorrLand, het noordelijk! derde gedeelte, van Zweden (middelgedeel S v e a, zuidelijk gedeelte: Schonen) den o vankelijken zwerver in zoo groote verscheidenht te genieten geeft, ben ik dezer dagen voor tweede maal in Stockholm gearriveerd, ditmaal nader met de heerlijk gelegen stad hare bewoners kennis te maken. Een tweedaagse tocht naar V i s b y, de oude Hansa-stad met h; grootsche ruïnen op het eiland Gotland, st; vervolgens op het program, waarna ten de via het Göta-kanaal en de „Zuiderzeesche" mei V e n e r n en W e 11 e r n, ten deele per „ijzer weg" de reis zuidwaarts door Svea en Schon naar Göleborg zal worden vervolgd. Ofschoon Amsterdam of Kopenhagen bij dubbel zooveel inwoners tellen als de hoofdsi van Zweden, behoort Stockholm toch beslist de eerste rij der groote hoofdsteden. Hó interessant verleden, haar bloeiend heden, hó toekomst geven haar recht op een bevoorrecl j plaats, niet het minst hare verrukkelijke liggit op eilanden en rotsen in de blauwe wateren v het Malermeer en den Saltsjön met hunne vi bochten en inhammen. Waar men zich ook plaatst, telkens wordt I oog verrast door verrassende kijkjes op dc rotsen en majestueuze gebouwen omlijste ruil j havens, boezems, meren en rivierarmen, aankomende en vertrekkende groote stoomboott op vele haven- en veerbootjes, welke j rappe jagertjes in alle richtingen de bree watervlakken doorklieven. Wat schilderachti l'gg'n8 betreft, kunnen weinig steden n Stockholm wedijveren, zelfs Amsterdam ni Want afgezien van hare ongeëvenaarde water rotspartijen, heeft ook Stockholm haar historis j stadsgedeelte, het aan alle zijden door bree watervlakken begrensde centrale eiland „S t a d e 11 welks naar de buitenkanten (nu drukke havei I afloopende nauwe straten en stegen niet ha vele eeuwenoude smalle hooge huizen ïevenc aan de schilderachtige gedeelten van Amsterda herinneren. In het hedendaagsche Stockholm beslaat c oudste gedeelte Stad en nog niet het tien gedeelte; zoowel aan gene zijde der noordelij als aan de zuidelijke oevers van het Malarme en den Saltsjön strekken zich uitgebreide stad gedeelten uit; zelfs de drie voornaamste druk winkelstraten: Wasa Gatan, Drottninggatan Regerungsgatan, in een rechten hoek monden aan den Norr-ström, één der pittoreske havé bekkens, welke Staden insluiten, doorloopen noordelijke richting het middelste gedeelte v de halvemaansvormige noordelijke stadswijk, ma toch beheerscht ook nu nog het kleine Stad met zijn verbazend drukke „buitenkante Skeppsbron, Glussen (sluizen) en Mun bro, zijn schilderachtige markten en aanle plaatsen en tal van historische hoekjes j gebouwen het stadsbeeld volkomen. Want daar verheft zich op de plaats waar de middeleeuwen een versterkt kasteel stond d het eiland en zijn omgeving volkomen beheersch indrukwekkend van lijnen, hoog boven het druk stads- en havengewocl uitstekend, het tw eeuwen geleden door den Hollander Tessijn g bouwde kolossale Koninklijk paleis, het „Kongeli Slottet", een enorm kwadraat naar alle zijd uitziende op den stroom. Het kon terecht op d naam „Koninklijk" aanspraak maken, zooals h daar ligt met den door bronzen leeuwen gefla keerden grootschen oprit aan de zijde van h nieuwe prachtige rijksdaggebouw en de parall loopende breede Norrbro (noordbrug). Waar in andere oude steden een statij kathedraal het middelpunt vormde, waaromhei zich in oude tijden de smalle huizen der nauv kronkelende straatjes en stegen verdrongen a de schapen om den herder, wordt hier die plaa ingenomen door het imposant Koninklijk Slotte Wel verheft zich vlak daar naast de ouc kroningskerk Storkyrkan en iets verder aan gei zijde van Riddarholms kanalen op het eiland Riddarholmen te Ridderholmskyrkan, doch get van beiden nemen in zoo hooge mate et domineerende plaats in hare omgeving in als eJ Notre Dame op de Parijsche cité of een St.-Gudu in Brussel. Het koninklijk slot, dat daar zoo rustig e statig ligt, trekt onmiddellijk de aandacht va eiken bezoeker, niettegenstaande de gehee

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1907 | | pagina 2