Kris en Kras door Zweden
van het Vreemdelingenverkeer" te Sneek.
Het boekske, in een smakelijk gewaad
gehuld, prijkt op het titelblad, met de
vermaarde waterpoort, een oud kunstwerk,
dat, toen wij eerfTge jaren geleden Sneek
bezochten, in hooge mate onze bewondering
wekte. Tijdens ons bezoek verkregen wij
van dit Friesche schilderachtig gelegen
stadje, waar in de zestiende eeuw de
beroemde krijgsheld „Graete Pier" heeft
gewoond, een zeer aangenamen indruk,
zoodat wij aan hen, die het Noorden van
ons land mochten bezoeken, bepaald aan
raden ook Sneek aan te doen.
De komeet van Daniel is nu 's morgens
in de vroegte goed te zien. ledereen, die
op een helderen nacht tusschen twee en
drie uur den oostelijken hemel beschouwt,
zal haar gemakkelijk opmerken tamelijk
dicht bij den horizon. Zij heeft het voor
komen van een ster der tweede grootte,
door een nevel omgeven.
De lichtsterkte der komeet zal voorloopig
nog toenemen, hoewel zij zich reeds weer
van de aarde verwijdert. Doch zij nadert
daarentegen den perihelium-standen de
ervaring leert, dat kometen bij het dichter
naderen tot de zon aan glans winnen.
Voor hen, die nooit een komeet met
duidelijken staart hebben gezien, maar die
toch in dit opzicht hun weetlust willen
bevredigen, is de kans nu gunstig. Maar
men moet niet te lang wachten. De komeet
van Daniel zal binnen niet al te langen
tijd, door de Tweelingen (waarin zij op
't oogenblik staat, betrekkelijk dicht bij
gamma), binnen het bereik komen van den
lichtglans der zon en daarin verdwijnen.
Vermoedelijk zal zij dan echter zelfs
overdag met kijkers te zien zijn.
De minister van binnenlandsche
zaken brengt in de St. Crt. (no. 188) ter
algemeene kennis, dat op 23 September
en volgende dagen te Leiden, te Utrecht,
te Groningen en te Amsterdam gelegenheid
zal worden gegeven tot het afleggen van
de practische examens van arts, alsmede
te Utrecht tot het afleggen van de practische
examens van tandmeester, bedoeld in
artikel 8 der gemelde wet. Men zie bizon-
derheden in de St. Crt
Noordgouwe. Maandag geraakte een
span paarden met een voer gerst van den
landbouwer Ganzeman in een nauwe vrij
diepe sloot. Met veel moeite werden de
paarden, die gelukkig geen letsel hadden
bekomen, op den kant getrokken. Last van
vliegen moet de oorzaak zijn, dat de paar
den in de sloot terecht kwamen.
Brouwershaven. De Heer H. Huisman,
civiel-ingenieur alhier, is met ingang van
1 September a.s. door het Waterschap
Hunzingo te Groningen belast met de
leiding van betonwerken. Tevens is aan
genoemden ingenieur opdracht gegeven tot
het ontwerpen van belangrijke betonwer
ken, uit te voeren in 1908 aldaar.
Haamstede, 12 Aug. Ook hier had de
heer Bolier van Bruinisse succes met zijne
lezing over het doel en de strekking van
„Volksweerbaarheid".
Op zijn voorstel om ook in deze ge
meente eene afdeeling van Volksweerbaar
heid op te richten, meldden zich een 50-tal
personen uit Haamstede en Burgh aan,
welke binnenkort samen zullen komen om
de afdeeling definitief op te richten en een
bestuur te benoemen, lntusschen kunnen
zich nog nieuwe leden aanmelden.
Bruinisse, 14 Aug. Eenige werklieden,
alhier woonachtig, vertrokken verleden
week van hier, om te gaan werken te
Bork in Duitschland.
Zij hadden het adres op een briefkaart,
die evenwel zóó slecht geschreven was,
dat men er van maakte Borken in Westfalen.
Toen zij daar aankwamen, was er geen
werk voor hen. Zij moesten dus onver
richter zake naar hun woonplaats terug-
keeren.
Twee hunner hadden echter geen geld
genoeg voor de geheele terugreis. Zij be
reikten per spoor Venlo, en wandelden
vandaar naar Steenbergen, alwaar zij van
eten en reisgeld voorzien werden.
Thans zijn zij weder naar Venlo ver
trokken, waar zij nu afgehaald worden.
Goes. Zekere P. M., eene juffrouw die
hier tijdelijk vertoeft, zou op den 's Heer
Hendrikskinderendijk leeren fietsrijden.
Haar vriendin was daar Maandag tegen
den avond behulpzaam bij. Op eens verliest
de rijdende haar evenwicht, stort den dijk
af en ontwricht bij dien val haar arm, en
wel zoo ernstig dat twee doctoren noodig
waren dien te zetten.
De door de vereeniging Handels
belangen te Goes georganiseerde tentoon
stelling van reclamemiddelen zal Maandag
26 Augustus officiëel worden geopend
en 4 dagen duren.
Vlissingen, 14 Aug. Hedennacht kwam
het koninklijk Engelsch jacht „Victoria and
Albert" met den Koning van Engeland aan
boordop de haven. Nadat het jacht
gemeerd was, begaf de heer P. L. de
Bruyne, consul van Groot-Brittannië, zich
aan boord ter begroeting van den Koning.
Kort vóór het vertrek van den extra-
trein begaf de Koning zich van boord,
waarna de trein om ongeveer 3 uur van
hier vertrok.
Als gewoonlijk waren weer uitgebreide
voorzorgsmaatregelen genomenen de
terreinen rondom de haven en het station
waren dan ook alle door rijks- en gemeente
politie afgezet.
RECHTSZAKEN.
De brievenbesteller V. de G., die op
een avond in de maand Juni belast was
met het overbrengen van de postzakken
per Hollandsche spoortrein naar Delft en
Schiedam, en uit den postzak voor Delft
een aangeteekenden brief had weggenomen,
inhoudende *17 bankbiljetten van f 1000,
twee van f 300 en één van f 100, afge
zonden door het filiaal Den Haag der
Nederlandsche Bank, aan het adres van
de firma Scheurleer Zoon te Delft,
stond Dinsdag j.l. voor de Haagsche
rechtbank terecht.
Over het plegen van dit misdrijf is
indertijd uitvoerig bericht, zoodat kan
worden volstaan met mede te deelen,
dat uit het getuigenverhoor bleek, dat de
bekl. tot vóór eenigen tijd, voordat hij het
misdrijf pleegde, tot groote tevredenheid
der post-administratie werkzaam was; dat
hij indertijd belast was met den spoordienst
(wat volgens de verklaring van gehoorde
postambtenaren door de bestellers be
schouwd wordt als een minder pleizierig
baantje), en dat bekl. daarin gezien had
een straf, althans een achteruitzetting; dat
bekl. toen aan het drinken is geraakt en
na dien tijd ook eens is gestraft wegens
het in beschonken toestand dienst doen.
Bekl., die ter terechtzitting in hoogst
zenuwachtigen toestand verkeerde, en her
haaldelijk in tranen uitbarstte, verklaarde
nog geschrokken te zijn, toen hij zag, hoe
groot het bedrag was, dat in den door
hem geopenden brief was verzonden, en
dat hij het stellige voornemen had, de
bankbiljetten bij Scheurleer in de bus te
stoppen.
Subst.-officier van justitie, mr. Van
Lookeren Campagne, wees er op, dat men
hier te doen heeft met een hoogst treurige
zaak: hier staat voor een ernstig feit
terecht een bekl., over wien, zooals uit
het getuigenverhoor bleek, de post-admi
nistratie tevreden was. En al twijfelt men
niet aan de oprechtheid van bekl.'s ver
zekering, dat hij het geld wilde teruggeven,
en dat het zijn plan niet was een zoo
groot bedrag weg te nemen, men mag
verwachten, dat een ambtenaar, wien
stukken worden toevertrouwd, en nog wel
aangeteekende pakketten, dat vertrouwen
niet beschaamt. Waar men hier dus heeft
een laakbaar en zeer ernstig feit, ook al
neemt men in aanmerking het gunstig
verleden van den bekl., daar meende het
O. M., dat hier moest schuldigverklaring
worden uitgesproken aan verduistering
door een ambtenaar van stukken, aan zijn
zorg toevertrouwd.
Subst.-officier eischte tegen bekl. één
jaar en 3 maanden gevangenisstraf.
Bekl.'s verdediger, mr. J. F. Hijmans,
ving zijn pleidooi aan met te zeggen, dat,
waar de tenlastelegging door de bekentenis
van bekl. en de gehoorde getuigen bewezen
mag geacht worden, hij daarvoor weinig
zeggen zal. We hebben hier weer te doen,
aldus pleiter, met een slachtoffer van den
drank, een waarschuwend voorbeeld voor
anderen vooral voor hen, die hem tot
drinken hebben verleid. Zijn verleden was
tot dien ongeluksdag vlekkeloos. Hij was
wegens het voeren van oppositie (volgens
bekl. ten onrechte hiervan beschuldigd)
verplaatst, waardoor hij financieel nadeel
ondervond. Toen is hij aan 't drinken
gegaan, doch paste den laatster) tijd goed
op, zóó' zelfs, dat de directeur van het
postkantoor bekl. had beloofd, dat hij
binnenkort weer als besteller dienst zou
doen.
De vrouw met haar vier kinderen, terwijl
nog vergrooting van het gezin in het
vooruitzicht is, kon, blijkens geneeskundige
verklaring, niet verschijnen, anders zou zij
bekl.'s verklaring kunnen bevestigen, dat
hij haar daags na het plegen van het
misdrijf had gezegd, toen zij vroeg, wat
voor geld het was, dat zoo in zijn zak
rammelde: „Dat is geen geld van jou en
ook niet van mij".
Voorts betoogde pleiter, dat bekl., toen
hij het feit pleegde, niet toerekenbaar was.
Bekl. verkeerde toch onder (Jen invloed
van sterken drank, was in den trein onder
den indruk gekomen van de ellende, die
hij zag in de woonwagens, waarlangs de
trein stoomde. Hij was toen in een toestand
van waanzin geraakt, waaruit hij eerst
tot zichzelven kwam, toen hij zag, wat hij
eigenlijk gedaan had. Pleiter concludeerde
dus tot ontslag van rechtsvervolging.
Mocht de rechtbank echter van een
andere meening zijn en bekl. wél schuldig
achten, dan beval pleiter zijn cliënt aan
in de clementie van de rechtbank.
O N D E R W IJ S.
Prof. dr. W. Nolen zal op 16 Aug. a.s.
de waardigheid van rector-magnificus
overdragen aan zijn ambtgenoot, prof. dr.
J. Hartman en te dier gelegenheid in het
groot-auditorium van het academiegebouw
te Leiden, in voldoening in zoo verre aan
art. 115 der wet H. O. verslag uitbrengen
van de lotgevallen der Leidsche Universiteit
over het afgeloopen dienstjaar.
KERKNIEUWS.
Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te
Nieuw-Vosmeer ds. G. A. Lolcama te
Bergen-op-Zoom.
Bedankt voor het beroep naar de Ned.
Herv. Gem. te Ierseke door ds. B. G. C.
Steenbeek te Arnetnuiden.
Beroepen bij de Ger. Gemeente te
Stellendam, ds. G. de Jager te Bruinisse.
De Geref. kerken onder 't Kruis en de
kerken voortgekomen uit de actie van ds.
Ledeboer, zijn na een voorloopige ver
gadering te Middelburg op 5 Juni jl. op
een vergadering te Rotterdam op 24 en 25
Juli tot één kerkengroep vereenigd o.ider
den naam Gereformeerde Gemeenten.
Koninklijk bezoek aan Zeeland.
De visschers te Philippine zullen, naar
de Middetb. Crt. meldt, niet deelnemen
aan de vlootrevue in het Engelschegat op
13 September, maar hun hulde aan II. M.
de Koningin brengen op Zaterdag 14
September, aan het einde van het kanaal
te Philippine, bij gelegenheid dat H. M.
passeert naar Terneuzen. Alle visschers
hebben toegezegd daar tegenwoordig te
zullen zijn.
Aangaande het huldeblijk, dat Belgen
voornemens zijn op 14 September aan
onze Koningin aan te bieden, meldt men
van de Belgische grenzen nader:
De burgemeesters, volksvertegenwoor
digers en senatoren in ambtskostuum
zullen op het stadhuis te Hulst aan H. M.
namens de Belgische grensbewoners aan
bieden een grooten gouden gedenkpenning,
waarop door één der voornaamste Belgische
kunstenaars het wapen van het Land van
Waes gegrift is. Deze gedenkpenning zal
worden overhandigd door den heer Van
Naemen, burgemeester van St.-Nicolaas,
omdat vooral deze stad veel verplicht is
aan het Huis van Oranje. Door toedoen
toch van Koning Willem I werd te St.-
Nicolaas gesticht een Nederlandsche
Handelmaatschappij, die rijkdom bracht
niet alleen in St.-Nicolaas, maar ook in
de omliggende gemeenten.
In verband met het bezoek, dat het
Koninklijk echtpaar aan de werf der
Koninklijke Maatschappij „De Schelde" te
Vlissingen zal brengen, zal aan den hoofd
ingang van genoemde fabriek een eerepoort
worden gemaakt.
De Tramaanleg op het eiland
Flakkee.
Naar aanleiding van de klachten, door
het lid Warner in de Provinciale Staten
van Zuid-Holland geuit, over de vertraging
die de aanleg "van de stoomtram op hel
eiland Flakkee ondervindt, heeft het week
blad Vooruit een boos entrefilet tegen de
R. T. M.
„Het verheugt ons, aldus het blad, dat
een officieel college er eens ronduit op is
gewezen, hoe treurig in dezen de houding
der Rotterdamsche Tramwegmaatschappij
is, van maand tot maand, neen van jaar
tot jaar, is de exploitatie der Flakkeesche
lijn verschoven. Volgens de oorspronkelijke
concessievoorwaarden moest de tram reeds
meer dan een jaar geleden zijn beginnen
te rijden!! Het is eenvoudig onzin, dat
een maatschappij als de Rotterdamsche
met eenigen goeden wil reeds niet lang
had kunnen zorgen, dat de aanleg op tijd
in orde gekomen zou zijn. Er zijn hooge
belangen met de exploitatie gemoeid, al
was het alleen maar het belang der
Ambachtsschool. Immers het aantal leer
lingen zou zeer zeker belangrijk hooger
zijn geweest in de laatste jaren, als de
tram op tijd was beginnen te rijden. Naar
men zegt is de vrees, dat de Flakkeesche
lijn niet zal rendeeren, de oorzaak, waarom
de aanleg wordt vertraagd. Dat is haast
niet aan te nemen. Een maatschappij, die
op andere lijnen zooveel winst maakt als
de Rotterdamsche, mag om een mogelijk
minder loonende opbrengst van een hoogst
noodige lijn de exploitatie daarvan niet
vertragen. Dat strijdt tegen het algemeen
belang, waarvoor het belang eener maat
schappij, die duizenden en duizenden aan
rijks- en provinciale subsidie aanneemt,
geen gewicht in de schaal legt. Zij heeft
immers van te voren geweten, welke ver
plichtingen zij op zich nam. Het is te
hopen, dat er in de Tweede Kamer even
eens krachtig op worde aangedrongen, dat
het noodeloos uitstellen der exploitatie
onzer Flakkeesche tram eindelijk eens
ophoude en de maatschappij tot spoedigen
aanvang wordt genoopt".
Hoewel in deze beschouwing slechts
beweerd wordt, zonder eenig bewijs en
hoewel de eenige op een argument
lijkende beschouwing, dat de R. T. M. de
exploitatie op Flakkee opzettelijk verschuift,
omdat zij daarvan slechts verlies verwacht,
tastbaar onjuist is, wijl integendeel de
R. T. M. na de voltooiing van haar net,
dat één geheel is, een meer winstgevende
exploitatie dan thans in alle geval te
wachten heeft, hebben wij toch gemeend
goed te doen de R. T. M. eens te gaan
vragen, waarom de tramaanleg op Flakkee
zóó inderdaad bedenkelijke vertraging
ondervindt.
De directeur was bereidwillig om onze
vragen te beantwoorden. Kort samengevat
is dit de feitelijke stand der Flakkeesche
tramaangelegenheid
Er werd bij wet van 23 Mei 1899 en bij
provinciaal besluit van 4 December 1900
subsidie verleend voor den aanleg van het
tramwegnet complex Flakkee, waartoe
behooren
a. de zijtakken Hoekschc Waard en
RotterdamSpijkenisse
b. Voorne en Putten;
c. Flakkee.
In deze volgorde had de R. T. M. ze
zejve geschikter moet nu eenmaal één
der aan te leggen lijnen een laatste zijn
en bovendien was deze volgorde geboden,
wijl eerst na de voltooiing van de lijn naar
Hellevoetsluis, van waar een boot op
Middelharnis zal varen, het eiland in
exploitatie is te brengen. Bovendien stelde
't provinciaal subsidie den eisch, dat eerst
Middeldijk—Zwijndrecht zou worden aan
gelegd.
De overeenkomsten zijn toen gesloten
27 Juni2 Juli 1901 en met den bouw
kon worden begonnen. Gelijktijdige aan
vatting van den bouw is uit den aard
onmogelijk, omdat zich daartegen adminis
tratieve bezwaren verzettenomdat het
bureau te omvangrijk zou zijn en omdat
toch geen geoefend personeel voor 't in
exploitatie brengen voorradig zou wezen.
Er is intusschen niet gewacht op het
tot stand komen der overeenkomsten, want
de indiening der stukken voor het vast
stellen der richting had plaats: voorn, op
19 Mei; voor b. op 10 Augustus 1899 en
voor c. op 2 November 1900.
Daarop volgde de curieuse administratieve
rompslomp, die de wet nu eenmaal eischt;
de indiening der stukken ter verkrijging
van onteigening geschiedde voor a. op
9 Febr. 1900; voor b. op 8 Sept. 1900
en voor c. op 21 Maart 1902.
De eerste ter-visie-ligging had plaats
voor a. in JuliAugustus 1900; voor b. in
FebruariMaart 1901 en voor c. in
September—October 1902.
De wetten tot verklaring van het algemeen
nut dateeren: o. 28 Mei 1901; b. 9 Mei
1902; c. 27 April 1904.
De tweede ter-visis-ligging geschiedde
toen: a. 916 Januari 1902; b. 2730 Mei
1903 en c. 10—13 Mei 1905.
De eindaanwijzing der perceelen ge
beurde: a. 20 Augustus 1902; b. 18
December 1903 en c. 26 Januari 1906.
Ten behoeve van de werken werden Ier
onteigening aangewezen: voor a. 620
perceelen van 310 eigenaars; voor b. 940
perceelen van 220 eigenaars en voor c.
680 perceelen van 225 eigenaars.
Er is dus wel geregeld doorgewerkt, de
data kunnen dat bewijzen. Het zou van
weinig nut wezen en te omslachtig zijn,
om nu in details den aanleg der gerced-
zijnde lijnen na te gaan. Slechts zij nog
vermeld, dat een nieuwe subsidie-aanvrage
noodig bleek, die de wet verleende op
24 Juni 1901 en de Staten op 22 Juli 1901,
tengevolge waarvan op 5 October—24
Augustus 1903 een gewijzigde overeen
komst met rijk en provincie moest worden
gesloten.
Inmiddels werden de lijnen geopend
Oud-Beijerland—Goudswaard 1 Mei 1903.
Blaakschedijk—Strijen 15 Juli 1904.
Middeldijk—Zwijndrecht 1 October 1904.
RotterdamHoogvliet 1 October 1904.
Spijkenisse—Hellevoetsluis 1 November
1905.
Spijkenisse—Oostvoorne 1 September
1906.
Het slation en de Centrale werkplaatsen
werden in gebruik genomen in November
1904.
Terwijl de noodzakelijke uitbreiding van
het emplacement te Feijenoord, na lang
durige onderhandelingen niet de gemeente
Rotterdam, einde 1906 en begin 1907 kon
worden voltooid.
Voor Flakkee in het bijzonder geschiedde
het minnelijk aanbod:
voor het westelijk deel Februari 19Ö6;
voor het oostelijk deel Juli 1906.
Dat het in 't belang der R. T. M. is,
spoedig te gaan exploiteeren, blijkt nog
uit het feit, dat zij hier ruim een half
inillioen gulden uitbetaalde, welk bedrag
dus sinds ruim een half jaar renteloos is.
Zoo spoedig mogelijk na het aanbod
wefd aangevangen met het transport, doch
dit is afhankelijk van tal van moeilijkheden
met het kadaster om de hypotheken, om
autorisatie, om gecompliceerde boedels
enz., doch wat getransporteerd kon worden
was in de eerste helft van 1907 in 't bezit
der R. T. M.
Thans zijn de gerechtelijke onteigeningen
aanhangig gemaakt.
Met het werk werd inmiddels niet
gewacht: op 23 Februari 1907 werden de
kunstwerken en het station Middelharnis
aanbesteed en men is daaraan druk bezig,
de dwarsliggers werden aangevoerd, de
rails worden gewalst bij Cockerill, de
wissels zijn in aanmaak bij Enthoven, de
locomotieven en het verder materiaal
komen binnen enkele maanden gereed.
Nu is er echter een quaestie gerezen
met het polderbestuur de „generale Dijkagie
van Stellendam", tengevolge waarvan de
baanaanleg Middelharnis—Ouddorp nog
niet kan worden uitgevoerd, al is dit
baanbestek goedgekeurd. Het baanbestek
Middelharnis—Ooltgensplaat komt dezer
dagen ter inzending gereed en ook d.
moeten enkele onteigeningen plaats hebb
In elk geval moet echter eerst Ouddorp
Middelharnis gereed komen, omdat
Ouddorp de eenige gelegenheid op Flakl
is, tot aanleg van de waterleiding, die
R. T. M. noodig heeft en die aan
behoefte voor de tram over het gehe
eiland kan voldoen.
Uitvoerig hebben wij den, in elk ge
we! merkwaardigen voorarbeid gesches
die aan de uitvoering van een tramaan
voorafgaat. Maar wij kregen den stellig
indruk dat de R. T. M. aan al dat opo
houd niet één oogenblik schuld had. L
zij trouwens zelve den zoo langen bouwl
niet had verwacht, blijkt hieruit, dat zij
Februari 1901 met Cockerill contrac
sloot voor de levering der rails, en
a. 1901, ft. 1902 en c. 1903.
Bereidwillig stelde deze firma de leveri
uit, naarmate de behoefte alweer mol
worden uitgesteld. Doch thans wordt
laatste levering gewalst.
Met al het uitstel, door dat administa
gedoe geboden door wetten, verordeniip
usanciën, enz., veroorzaakt, is, tegeif d
wensch en tegen het belang der R. T
naar ons uitdrukkelijk werd verzet
de aanleg vertry^a^pfpf^Hr—pS
het volgend jaar in October gereed
komen, doch ook dit is thans nog twijf
achtig, voornamelijk door de quaestie n
het polderbestuur.
(Reisbrieven van onzen Berlijnschen
Correspondent).
IV.
De stad aan het Malarmeer.
I.
Stockholm, 29 Juli 1907
In de eerste dagen van hooimaand werd ml
heel kort in de hoofdstad vertoefd, welke tcj
slechts als een „doorgangshuis" werd beschouv
waar even diende te worden gepauseerd c I
daarna met frissche krachten de reis per Laplar
expres naar het hooge Noorden te vervolgen.
Na ruim 3 weken in Lapland, Aengermanlai
Iamtland en Dalarne (Daluarlie) het hart
hebben opgehaald aan de heerlijke natuurschoc
heden, welke NorrLand, het noordelijk!
derde gedeelte, van Zweden (middelgedeel
S v e a, zuidelijk gedeelte: Schonen) den o
vankelijken zwerver in zoo groote verscheidenht
te genieten geeft, ben ik dezer dagen voor
tweede maal in Stockholm gearriveerd,
ditmaal nader met de heerlijk gelegen stad
hare bewoners kennis te maken. Een tweedaagse
tocht naar V i s b y, de oude Hansa-stad met h;
grootsche ruïnen op het eiland Gotland, st;
vervolgens op het program, waarna ten de
via het Göta-kanaal en de „Zuiderzeesche" mei
V e n e r n en W e 11 e r n, ten deele per „ijzer
weg" de reis zuidwaarts door Svea en Schon
naar Göleborg zal worden vervolgd.
Ofschoon Amsterdam of Kopenhagen bij
dubbel zooveel inwoners tellen als de hoofdsi
van Zweden, behoort Stockholm toch beslist
de eerste rij der groote hoofdsteden. Hó
interessant verleden, haar bloeiend heden, hó
toekomst geven haar recht op een bevoorrecl j
plaats, niet het minst hare verrukkelijke liggit
op eilanden en rotsen in de blauwe wateren v
het Malermeer en den Saltsjön met hunne vi
bochten en inhammen.
Waar men zich ook plaatst, telkens wordt I
oog verrast door verrassende kijkjes op dc
rotsen en majestueuze gebouwen omlijste ruil j
havens, boezems, meren en rivierarmen,
aankomende en vertrekkende groote stoomboott
op vele haven- en veerbootjes, welke j
rappe jagertjes in alle richtingen de bree
watervlakken doorklieven. Wat schilderachti
l'gg'n8 betreft, kunnen weinig steden n
Stockholm wedijveren, zelfs Amsterdam ni
Want afgezien van hare ongeëvenaarde water
rotspartijen, heeft ook Stockholm haar historis j
stadsgedeelte, het aan alle zijden door bree
watervlakken begrensde centrale eiland „S t a d e 11
welks naar de buitenkanten (nu drukke havei I
afloopende nauwe straten en stegen niet ha
vele eeuwenoude smalle hooge huizen ïevenc
aan de schilderachtige gedeelten van Amsterda
herinneren.
In het hedendaagsche Stockholm beslaat c
oudste gedeelte Stad en nog niet het tien
gedeelte; zoowel aan gene zijde der noordelij
als aan de zuidelijke oevers van het Malarme
en den Saltsjön strekken zich uitgebreide stad
gedeelten uit; zelfs de drie voornaamste druk
winkelstraten: Wasa Gatan, Drottninggatan
Regerungsgatan, in een rechten hoek monden
aan den Norr-ström, één der pittoreske havé
bekkens, welke Staden insluiten, doorloopen
noordelijke richting het middelste gedeelte v
de halvemaansvormige noordelijke stadswijk, ma
toch beheerscht ook nu nog het kleine Stad
met zijn verbazend drukke „buitenkante
Skeppsbron, Glussen (sluizen) en Mun
bro, zijn schilderachtige markten en aanle
plaatsen en tal van historische hoekjes j
gebouwen het stadsbeeld volkomen.
Want daar verheft zich op de plaats waar
de middeleeuwen een versterkt kasteel stond d
het eiland en zijn omgeving volkomen beheersch
indrukwekkend van lijnen, hoog boven het druk
stads- en havengewocl uitstekend, het tw
eeuwen geleden door den Hollander Tessijn g
bouwde kolossale Koninklijk paleis, het „Kongeli
Slottet", een enorm kwadraat naar alle zijd
uitziende op den stroom. Het kon terecht op d
naam „Koninklijk" aanspraak maken, zooals h
daar ligt met den door bronzen leeuwen gefla
keerden grootschen oprit aan de zijde van h
nieuwe prachtige rijksdaggebouw en de parall
loopende breede Norrbro (noordbrug).
Waar in andere oude steden een statij
kathedraal het middelpunt vormde, waaromhei
zich in oude tijden de smalle huizen der nauv
kronkelende straatjes en stegen verdrongen a
de schapen om den herder, wordt hier die plaa
ingenomen door het imposant Koninklijk Slotte
Wel verheft zich vlak daar naast de ouc
kroningskerk Storkyrkan en iets verder aan gei
zijde van Riddarholms kanalen op het eiland
Riddarholmen te Ridderholmskyrkan, doch get
van beiden nemen in zoo hooge mate et
domineerende plaats in hare omgeving in als eJ
Notre Dame op de Parijsche cité of een St.-Gudu
in Brussel.
Het koninklijk slot, dat daar zoo rustig e
statig ligt, trekt onmiddellijk de aandacht va
eiken bezoeker, niettegenstaande de gehee