ZIEIUKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 9 Mei 1907. (Z i e r i It z e e s c b. e Cour an "t). KENNISGEVING. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post 1,60. Voor het buitenland, verzending eens per week, 10,— per jaar bij vooruitbetaling. 63ste JAARGANG. No. 8459. Directeur: A. J. DE LOOZE. Uitgever-Redacteur: A. FRaNKEL. Redacteur: J. Waale, alleen voor het binnen- en buitenlandsch nieuws. Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags 2 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FRANKEL, Oude Haven D 493, Zierikzee. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt kennis van de Ingezetenen, dat er op -ij dag den 10 Mei e.k., des namiddags 2'/., uur, op het Raadhuis, eene openbare rgadering van den Gemeenteraad zal gehouden >rden, waarin de volgende zaken ter tafel Hen worden gebracht, t. w. Resumtie notulen. Brief van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot af- en overschrijving van - en op posten der gemeentebegrooting voor 1906. Voorstel van Burgem. en Weth. om bij den keuringsdienst een gediplomeerd assistent keurmeester van vee en vleesch te benoemen, en tot regeling van de jaarwedde van den assistent en van den keurmeester. Benoeming van leden en plaatsverv. leden in de stembureaux voor de eventueel noodige stemming en herstemming voor de verkiezing van drie leden der Staten van Zeeland voor het kiesdistrict Zierikzee. Brief van Ged. Staten, houdende verzoek om bericht in hoeverre de Gemeenteraad verhoo ging der jaarwedde van den Ontvanger dezer gemeente wenschelijk acht. Enz. Zierikzee, den 7 Mei 1907. De Burgemeester, CH. W. VERMEIJS. INDIË. Het Advertentieblad van Atjeh van April meldt: Door verschillende trouilles in Pidië werden gedood 6 anden, bij ongeluk 1 vrouw, en ge resteerd 2 vijanden. Buit: 1 Beaumont, voorlader en 1 donderbus. Onbeduidend wond werden een inlandsch sergeant een infanterist le klasse. Een patrouille uil Lam Meulo aooaue 2 landen en verwondde bij ongeluk 1 vrouw; iit: 3 Beaumonts. Eene patrouille doodde in II Moekim aenong 2 vijanden: buit: 1 donderbus. JAPAN. Gedachtig aan - de eeuwenlange onder- nding, dat legers, die uit den oorlog rugkeeren, dikwijls epidemiën doen ont- aan, heeft de Japansche regeering de 0,000 mannen, die uit Mantjoerije terug Ijn gekomen, degelijk doen ontsmetten. Hen moesten zich geheel ontkleeden en :n warm bad nemen, waarop zij in lange idmantels wachtten, totdat hun kleederen, ,e ieder in een zak had gestopt, waren ltsmet. Hun wapenen en sieraden werden et formol behandeld, hun bankpapier >or nieuw ingewisseld, leder soldaat was ijf kwartier in behandeling. CHINA. Aan de Standard wordt uit Tientsin ericht, d.d. 2 Mei: In de inlanderswijk Ihier zijn de deuren met bloed besmeerd, venals tijdens het laatste boksersoproer. ie bevolking verkeert in groote onrust n de inlandsche pers waarschuwt de utoriteiten voor het groote gevaar voor lerleving der bokseroproeren, wanneer aan et bovengenoemd gebruik niet ten poedigste een einde wordt gemaakt. AMERIKA. Een Oostenrijker van zeer aanzienlijke kmilie is te Willows, in Californië, op ragische wijze om het leven gekomen. Hij was schamel gekleed, en daardoor verdacht" van voorkomen, op weg van en goudzoekerskamp naar San-Francisco, jen hij werd aangehouden door een politie- latrouillle, die hem aanzag voor een door aar gezochten moordenaar, en die hij oor een rooversbende hield. Hij schoot op ijn vermeende aanvallers; deze schoten erug en de arme man werd gedood. Eerst later ontdekte men, dat hij niet de ;ezochte moordenaar was geweest, maar jraaf Otto von Waldstein, die zes jaren ;eleden wegens een liefdesgeschiedenis uit Oostenrijk vertrok, in Zuid-Afrika aan de ijde der Engelschen streed, en zich later laar Amerika begaf, waar hij met handen- rbeid zijn brood verdiende en een armoedig lestaan leidde. New-York, 6 Mei. De werkstaking der lavenarbeiders begint ernstige verhoudingen ;an te nemen. Ongeveer 4000 man, in dienst van de .Norddeutsche Lloyd", de „Scandinavische", .American-", „Holland-Amerika-" en „Phe- nix"-lijnen voegden zich bij de stakers; zij eischen 40 cents (Am.) per uur, voor geregeld werk, 60 cents voor overwerk en 80 cents op feestdagen, hetgeen overeen komt met een verhooging van 33J pCt. dezer loonen. Reuter seinde Dinsdag 1.1. uit New- York: De havenarbeiders zeggen, dat 48 uren lang geen havenarbeider zal werken, behalve voor maatschappijen, die de eischen der stakers inwilligden. De maat schappijen verklaren, dat zij niet aan de eischen voldoen, en dat ondertusschen scheepslieden, hofmeesters en stokers de schepen laden en lossen. De dokbestuurders zeggen, dat zij reeds mannen aan 't werk hebben en weldra voldoende van arbeidskrachten voorzien zullen zijn. Wegens de bedreigingen met geweld dadigheden is een sterke politiemacht naar de dokken van Hoboken gezonden om de orde te handhaven. TURKIJE. Constantinopel, 5 Mei. Het Engelsche gezantschap heeft de Porte een nota aangeboden ten bedrage van 15.000Turksche ponden, zijnde het bedrag, dat als losprijs betaald is voor de uitlevering van den door roovers gevangen genomen onderdaan in Salonika. RUSLAND. Volgens de New-York Herald heeft de Czaar ter gelegenheid van het Paaschfeest een groot aantal politieke gevangenen de vrijheid gegeven. De president van de Doema, Golowin, schijnt zich op het oogenbiik te mogen verheugen in de blakende gunst van het hof. Tot ff'""'1' «"IrlArtnlnrr iron ollon op het voortbestaan van de Doema hopen, is hij uitgenoodigd te Czarskoje Selo de godsdienstige plechtigheden ter gelegenheid van het Paaschfeest te komen bijwonen. Nog een ander teeken van den veranderden koers is dit: het is den werklieden vergund op den eersten Meidag (oude stijl) vrijaf te nemen; de politie heeft ten taak overal met gematigdheid op te treden. Te Petersburg gleed Zaterdagavond een jonge werkman uit: onmiddellijk volgde een ontploffing. Hij had namelijk een bom in zijn zak gehad. De onvoor zichtige is doodelijk gekwetst. De aanvraag voor den afstand van één millioen morgen (450,000 hectaren) land voor een nederzetting van Russische Joden, is door de Regeering van West- Australië afgewezen. Op de lijn Lawyn-Loechaja is een spoorwegbeambte, die 60,000 roebel ver voerde, in de buurt van het station Walkof door verschillende gewapenden overvallen en beroofd. FRANKRIJK. Een vreeselijke ontdekking, die men ver geefs heeft trachten te smoren, is in het gehucht Sarbazan gedaan, een plaatsje van 700 inwoners. Op 29 April overleed daar althans dat moet haar omgeving hebben gemeend na een kortstondig ziekbed, een jonge vrouw, Escoubet geheeten, en eerst 30 jaar oud. De teraardebestelling had twee dagen later, op 1 Mei, plaats. Nu wilde het geval, dat een inwoner van het plaatsje, die toevallig langs het nog niet geheel gevulde graf liep, waar de jonge vrouw haar laatste rustplaats had gevonden, doffe slagen vernam, welke van onder den grond kwamen. Verschrikt stond hij stil, knielde bij den kuil neer en luisterde aandachtig: het kloppen herhaalde zich, en op hetzelfde oogenbiik drongen zwakke hulpkreten tot hem door. Het hart door een onzegbare ontroering toegenepen, ijlde de man naar den burge meester en deelde hem de ontzettende ontdekking mede, welke hij zooeven had gedaan. Vergezeld van een dokter, begaf het gemeentehoofd zich onmiddellijk naar het kerkhof. Op zijn bevel, werd de kist uitgegraven en geopend. Toen bleek de afschuwelijke waarheid aan de aanwezigen; het lijkkleed, waarin de jonge vrouw was gewikkeld geweest, was in stukken gereten, door de in doods angst om zich heen grijpende vingers. De dokter boog zich over de doodge waande heen en constateerde, dat het hart nog klopte. Onmiddellijk werden nog pogingen gedaan om de schijndoode te redden, maar het was te laat. Zij richtte zich nog een weinig op, gaf een golf bloed op, en blies den laatsten adem uit. Parijs, 7 Mei. Het ministerie van buiten- landsche zaken bevestigt, dat in Tokio tusschen Frankrijk en Japan onderhande lingen aan den gang zijn, die voor Frankrijk door den Franschen gezant worden gevoerd. De onderhandelingen hebben ten doel de speciale belangen van Frankrijk in het verre Oosten door Japan te laten erkennen. Maar al hebben de onderhandelingen ook goeden voortgang, het einde er van is in den eersten tijd nog niet te verwachten. DUITSCHLAND. Er zijn 30 onderwijzers te Dusseldorf verplaatst naar de oostelijke provinciën. Dat zal wel in verband staan met de Polenpolitiek. Een sterk staaltje van de wijze waarop de autoriteiten te keer gaan om het nationale leven der Polen te ver nietigen, wordt uit Holsterhausen gemeld. Poolsche ouders hadden daar op het graf van hun kind een steen laten plaatsen met een Poolsch opschrift. De overheid gelastte verwijdering van dien steen, en toen de ouders daar geen zin in hadden, werd dat vanwege de overheid zelf gedaan! Zaterdag brak in de haven te Bremen een vreeselijke brand uit, die één der groote staatsloodsen, welke 7000 balen katoen bevatte, geheel in de asch legde. Ook andere gebouwen werden verwoest. De katoen en 4000 vaten olie. De brandweer stond machteloos tegenover de vlammenzee. De schade is enorm, en voorloopig nog niet te schattenzeker is, dat ze minstens 5 millioen mark bedraagt. Allerlei omstandigheden doen denken aan brandstichting. De politie heeft 1000 mark belooning uitgeloofd aan dengene, die aanwijzingen hieromtrent kan doen. Latere berichten melden, dat de brand bedwongen is. In Bremen worden vele kooplieden zwaar door deze ramp getroffen. BELGIË. Brussel, 7 Mei. De nieuwe ministers woonden de heropende zitting, die zeer stormachtig was, bij. Een heftig debat ontspon zich na de interpellatie van Furnemont, die vroeg, waarom de president en het bureau gedurende een geheele bijeenkomst over het wetsontwerp omtrent den mijnarbeid hadden laten debatteeren, terwijl dit toch reeds den vorigen dag was ingetrokken. De president beweerde, dat alles in den vorm geschiedde. De leden maakten daarna door hun helsch lawaai een verdere discussie onmogelijk, zoodat de president zich genoodzaakt zag de zitting te schorsen. De verdere bijeenkomst blijft onder den indruk van het incident, door de inter- pellatie-Furnemont veroorzaakt. Minister De Trooz slaagt er niet in de ministerieeie verklaring voor te lezen, evenmin gelukt het hem inlichtingen te geven, daar men hem voortdurend in de rede valt. In de bijeenkomst, die om 4 uur 40 werd opgeheven, heerschte onafgebroken een opgewonden stemming. De deskundigen, door 't parket te Antwerpen benoemd tot een onderzoek naar de oorzaken van den ondergang van het schoolschip „De Smet de Naeyer", besluiten aldus hun rapport De dood van de 33 man der equipage moet toegeschreven worden aan de omstandigheid, dat geen doeltreffende middelen waren genomen voor het te water laten van de reddings sloep en aan den gebrekkigen staat van de apparaten, die bij het uitzetten van de reddingsboot moeten dienen, en welke men niet beproefde voordat men zee koos. Één van de deskundigen besluit zijn ver klaring met als zijn oordeel mee te deelen, dat de commandant Fourcault verant woordelijk moet worden gesteld voor het gebeurde. NEDERLAND. Maastricht, 6 Mei. Sinds eenige jaren woonde op den Brusselschen Steenweg, (gemeente Oud-Vroenhoven) een vrouw, die door haar zonderlinge manieren en hare ouderwetsche kleeding de eergenoot de belangstelling te trekken der straatjeugd. In den regel was zij bij hare verschijning op straat aan den spotlust, vooral van de kinderen, blootgesteld. Bij de inwoners ging zij door voor iemand, die hard moest tobben om door de wereld te komen, zoodat, toen zij bij den gemeenteraad een verzoek deed tot vermindering van den aanslag in den Hoofdelijken Omslag, haar verzoek werd ingewilligd. Vóór eenige dagen kreeg de 68-jarige juffrouw A. L. zoo heette ze een beroerte, en kort daarna gaf zij den geest. Zij bewoonde een klein huisje, waarin het krioelde van een zeker soort vuil, dat wegloopt, als men het aanraakt. Na hare begrafenis werd het huisje ont smet, en een visitatie gehouden over den aanwezigen huisraad. Met het verplaatsen van een grooten koffer had men nog al veel last: zóó zwaar woog die. Bij een nauwkeurige inspectie bleek, dat in den koffer talrijke zakjes stonden, bijna alle gevuld met effecten, bankpapier en zilveren munten. Nadat de inhoud van alle zakjes en kistjes was geledigd, kwam men tot de zeer merk waardige ontdekking,, dat de overledene vrouw een erfenis had nagelaten van ruim tienduizend gulden. Een der zakjes droeg het opschrift: „In het jaar 1860 heb ik deze rijksdaalders hierin gedaan". Aangezien de overledene in Duitschland geboren is, zij geen testament heeft nage laten, en er zich tot nu toe geen erfgenamen voor de bij advertentie opgeroepen nalaten schap hebben aangemeld, is het niet on- gelds aan den Staat der Nededanden zal vervallen. Zóó stierf een rijke vrouw, in de diepste ellende en armoede, in de grootste on reinheid. Assen, 6 Mei. Volgens officiëele bekend making komen de Koningin en de Prins van 4—6 Juli in deze provincie. Op 4 Juli is de aankomst te Coevorden bepaald; na een bezoek aan Waltherveen, zal het Koninklijk Echtpaar te Assen aankomen. Meppel, 7 Mei. Gisterenmorgen stond zekere Hermanus van Bruggen, een 39-jarig zwerver, aan de Pijlbrug alhier. De brugwachter, die verkouden was, hoestte. Van Bruggen, meenende, dat hij uit gelachen werd, riep hem toe: „Als de brug dicht is zal ik je leeren lachen". Zoodra de brug dicht was vloog Van B. met een mes op hem toe, doch een zekere Gerrit Clot kwam tusschenbeide met een stok, die echter brak. Van Bruggen had toen den tijd om den brugwachter een steek in het onderlijf toe te brengen. De man, die een vrouw en 3 kinderen heeft, kon nog naar huis loopen en viel daar in de keuken bezwijmd neder. Thans is hij stervende. De wachtmeester De Jonge trof weldra den dader aan, die hem toeriep: „Zoek je mij, ik ben de dader. Leen mij je revolver, dan schiet ik mezelf dood". De man werd gevat en in verzekerde bewaring gesteld. Arnhem, 6 Mei. Een eigenaardig incident, waarbij „de sterke arm" hef moest afleggen, deed zich dezer dagen alhier voor. Zekere K., een Duitscher, wonende aan den Apel- doornschen weg, was door den kanton rechter veroordeeld tot betaling eener vordering, met machtiging bij niet betaling het verschuldigde door inbeslagneming te verhalen. Donderdag vervoegde zich een deur waarder, vergezeld van twee politie-ambte- naren in burgerkleeding, aan K.'s woning, teneinde beslag op de roerende goederen te leggen. Niet zoodra echter hadden zij het doel van hun komst medegedeeld, of de dochter van den schuldenaar, die de mannen der wet te woord stond, smeet hun tot antwoord de deur voor den neus dicht. Noch vrien delijke woorden, noch dreigementen ver mochten des schuldenaars deur te openen. Ten slotte kreeg de juffrouw blijkbaar medelijden met de voor de deur, in regen en wind verblijvende mannen, die natuurlijk reeds de nieuwsgierigheid van ettelijke toeschouwers hadden opgewekt, en deelde hun door het geopende deur raampje mede, dat hun moeite vruchteloos was, daar „vader hier niet meer woonde", en dat overigens „alles in huis haar per soonlijk eigendom was"zij ried hun dan ook in gemoede aan, zich niet langer vruchteloos aan weer en wind bloot te stellen. Na gemeen overleg werd dan ook spoedig de aftocht geblazen, en voor ditmaal werd de „sterke arm" dus niet uilgestoken. Naar we vernemen, mag slechts in een dergelijk geval de deur met geweld worden geopend in tegenwoordigheid van een hulp-officier van justitie (commissaris van politie of wachtmeester der marechaussee). Vrijdagmiddag herhaalde zich de geschie denis; nu echter waren de politiemannen, blijkbaar om meer effect te maken, in uniform en was bij voorbaat reeds een smid met de noodige breekwerktuigen gerequireerd en een stevige man, die misschien als bewaarder van den boedel zou optreden. De juffrouw weer achter de stevig ge sloten deur. De deurwaarder er buiten. Er was intusschen ook nu nog geen hulp officier van justitie aanwezig. Den geheelen middag werd te vergeefs naar een dergelijke autoriteit uitgezien. Wel vertoonden zich nu en dan andere schuldeischers. Dat duurde zoo eenige uren. Eindelijk verliet men mopperend het operatie-terrein. Naar bij informatie gebleken is, schijnt het, dat niet duidelijk blijkt, wie bewoner van het huis is, de schuldenaar K. of wel diens dochter, en is het om die reden, dat te vergeefs op een hulp-offfcier van justitie werd gewacht. In het laatste geval toch is de justitie niet bevoegd, de woning met kómen i/T ift3f"fél„f.n is de iutfrouw vol- Den Helder, 6 Mei. Dezer dagen over leed alhier op 67-jarigen leeftijd, de heer Coenraad Bot, een eenvoudig visscherman, maar die bij zijn plaatsgenooten in aanzien stond door zijn groote bereidwilligheid, om in tijd van nood met de reddingsboot in zee te gaan. In zijn leven heeft hij niet minder dan 180 menschen van in nood verkeerende schepen gered. Amsterdam, 6 Mei. Hedenmiddag heeft in perceel 30 van de le Jan Steenstraat, bij de Ferdinand Bolstraat, een felle brand gewoed, waardoor alle drie de verdiepingen van het huis zoo goed als geheel zijn uitgebrand en eenige bewoners in groot levensgevaar verkeerd hebben. De brand ontstond op de eerste ver dieping, welke bewoond werd door zekere Van Eeuwen, die aldaar een behangers- en bekleederszaakje uitoefende. Tijdens de afwezigheid van de bewoners, schijnt een hoop krullen vlam gevat te hebben. Zoo snel greep het vuur om zich heen, dat bijna dadelijk de vlammen ook de hoogere étages hadden aangetast en den bewoonsters van de derde verdieping den weg naar beneden was afgesneden. Nog vóór de brandweer aanwezig kon zijn, zag men aan den voorkant van deze verdieping twee vrouwen, die, blijkens hare gebaren, in groot gevaar verkeerden. De buurt liep voor het brandende huis te hoop en het was een angstig oogenbiik van spanning, toen men daar hoog in de lucht het radelooze gedrag van het tweetal gadesloeg. Gelukkig kwam een der om standers op een goeden inval. Van het hijschblok van het aangrenzende perceel hing een hijschtouw afdit werd gegrepen en in schuinsche richting getrokken tot voor de plek waar de vrouwen zich bevonden en van onderen stevig vastge houden. Men beduidde haar dat zij zich langs dat touw naar omlaag moesten laten zakken en een van de twee had de cor- daatheid dat te doen en kwam op die wijze heelhuids beneden, met geen andere blessure, dan eenige ontvellingen aan de handen. De tweede had den moed niet haar voorbeeld te volgen en zeker zou zij haar aarzeling duur hebben moeten bekoopen, als niet toen juist de brandweer was gekomen, die in allerijl een springzeil uitspreidde. Nog durfde zij den sprong niet wagen, maar aangevuurd door van alle kanten opstijgende kreten, ging zij er

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1907 | | pagina 1