Zaterdag 27 April 1907.
Derde Blad.
(25 ier ils-zeesolie
Cour an t).
NIEUWSTIJDINGEN.
ZIERIKZEESCHE
NIEIWSRODE.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post
1,60.
Voor het buitenland, verzending eens per week,
10,— per jaar bij vooruitbetaling.
63ste JAARGANG. No. 8454.
Directeur: A. J. DE LOOZE.
Uitgever-Redacteur: A. FRaNKEL.
Redacteur: J. Waale, alleen voor het binnen- en buitenlandsch nieuws.
Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags-, Woensdags- en Vrijdags-middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FRANKEL, Oude Haven D 493, Zierikzee.
Primitief Kohier der belasting op de
Honden voor 1907.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Zierikzee maken bekend, dat het primitief kohier
der belasting op de honden dezer gemeente, over
het dienstjaar 1907, op den 19 April j.l. door de
Gedeputeerde Staten van Zeeland is goedgekeurd,
op heden aan den Gemeente-Ontvanger ter in
vordering is gezonden, en van heden af gedurende
vijf maanden ter Secretarie der gemeente voor
een ieder in afschrift ter lezing ligt;
Voorts wordt in herinnering gebracht, dat binnen
twee maanden na de goedkeuring van het kohier
de aanslagbiljetten worden uitgereikt, en binnen
drie maanden n& die uitreiking de aangeslagenen
tegen hun aanslag bij den Raad bezwaren kunnen
inbrengen, bij verzoekschrift op ongezegeld papier;
alsmede dat ieder verplicht is zijn aanslag op
den bij de Verordening op de invordering van
genoemde belasting bepaalden voet te voldoen.
Zierikzee, den 26 April 1907.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
AZIË.
De pest woedt in Engelsch-Indië nog
immer met hevigheid, in de laatste bericht-
week zijn er 75.000 menschen aan de
verschrikkelijke ziekte ten offer gevallen,
van welk totaal aantal slachtoffers 70.000
alleen in de provinciën Bengalen en Pund-
jab. In October van het jaar 1897 deed
de gevreesde ziekte zich het eerst voor in
Pundjab en sinds zijn er in het geheel
anderhalf millioen menschen aan overleden.
JAPAN.
Generaal Booth, van het Leger des Heils,
is door den Engelschen zaakgelastigde aan
den Mikado voorgesteld en heeft met hem
een gesprek gehad over zijn werk.
Te Tokio heeft generaal Booth het plan
ontworpen voor een gasthuis voor de
armen. Men moet er hem een som van
240,000 gulden voor toegezegd hebben.
INDIË.
Een handelshuis te Soerabaja, dat op
denzelfden dag naar Bandjermasin voor
twaalfhonderd en naar Ampenan voor vijf
duizend gulden aan souvereins per post,
goed verzegeld, aangeteekend en geassureerd
verzond, ontving, zoo seint men aan de
Locomotief van Bandjermasin, van den
geadresseerde bericht, dat in het pakket
slechts centen aanwezig waren. Een
onderzoek aan het postkantoor was zonder
succes.
Dezer dagen werd in het dwang
arbeiderskwartier te Semarang binnen
gebracht een inlander, die achttien jaren
geleden een straf had ondergaan. De
assistent-resident van Poerwokerto ver
keerde in de meening, dat deze man
indertijd uit de gevangenis was ontvlucht
en zond hem nu „ter herkenning" naar
Semarang. De man werd alvast in het
dwangarbeiderspak gestoken, en is in
't geheel tien dagen aangehouden. Te
Semarang bleek, zegt de Loc., dat hij
destijds zijne straf ten volle had uitgezeten,
en dat er van ontvluchting dus geen sprake
was. Overigens zou een „herkenning" na
18 jaren wel een onmogelijkheid geweest
zijn. Indien men schriftelijke informatie had
genomen, en intusschen den man te
Poerwokerto onder politietoezicht had
gesteld, zou de inlander niet tien dagen
uit zijn werk zijn gehaald en niet zonder
eenige reden opnieuw het gevangenispak
hebben behoeven te dragen. Op de
bovenaangeduide manier maakt men zich
den inlander niet te vriend, besluit het blad.
De vier hoofdaanleggers van den
aanslag op den administrateur van de
landbouwvereeniging Huygen de Raat, den
heer Ch. Perelaer, zijn gesnapt, meldt de
Locomotief. Het zijn twee dessahoofden, een
panghoeloe en een gecommitteerde (een
soort van mantri), die 4 kerels gehuurd
hadden om den heer P. te dooden.
Door den assistent-wedono van Batoe
is de revolver gevonden, waarmede het
schot gelost is.
AMERIKA.
Een zeer bemiddeld koopman uit Phila
delphia, die op aanklacht, oneerbare
handelingen te hebben gepleegd, te New-
York in hechtenis was genomen, deed later
een poging tot zelfmoord onder gruwelijke
omstandigheden. Hij was weer uit de
hechtenis ontslagen, maar durfde niet naar
huis te gaan. In een hotel poogde hij toen,
zich met gas te bedwelmenmaar toen dit
niet snel genoeg lukte, sloeg hij een water
karaf stuk en sneed zich met de scherven
den hals open.
Stervende werd de ongelukkige naar een
hospitaal gebracht.
ITALIË.
De koning en de koningin van Engeland
wilden op hun Italiaansche reis ook de
kerk van Santa Chiera bij Napels bezoeken,
doch deze was gesloten, en de monniken,
die haar bewaken, zaten aan hun middag
maal. Op herhaald kloppen opende de
sacristijn de deur, en riep, denkende met
bedelaars te doen te hebben, den koning
en de koningin van het machtigste rijk
der wereld toe: „Gaat door; er is niets
voor u hier". Koning Eduard had ver
bazende pret en schaterde het uit. Één der
leden van het gevolg legde toen uit, dat
men de kerk wilde bezichtigen. Maar de
sacristijn raakte daardoor nog meer uit
zijn humeur en riep boos: „Zanikt niet!
Op 't oogenblik kan men de kerk niet zien".
Gelukkig voor den koning passeerde
generaal Salsa, die, de koninklijke gasten
herkennende, den sacristijn sommeerde de
deur te openen. Men kan zich zijn verbazing
begrijpen, toen hij ontdekte, wie de per
sonen waren, die hij voor bedelaars had
gehouden!
ZWITSERLAND.
Uit Zurich vertrokken 6 toeristen om
den 6415 voet hoogen Speer te beklimmen.
Zonder ongelukken bereikten zij den top
en keerden langs de helling aan de zijde
van Weesen, die minder steil is, op sleden
terug. Twee hunner raakten daarbij echter
hun stuur kwijt en stortten in een 100 M,
diepen afgrond. Te Weesen aangekomen,
gaven de 4 anderen kennis van het gebeurde,
en keerden met eenige gidsen in het ge
bergte terug. Tegen den avond vond men
de 2 vermorzelde lijken.
Een toerist uit Weenen viel in de
Finster-Vallei, bij het plukken van Alpen-
bloemen, van een 80 M. hoogen rotswand.
Ook hij was terstond dood.
RUSLAND.
St.-Petersburg, 23 April. In de Rijks-
Doema werd de interpellatie over de
gebeurtenissen te Riga in behandeling
genomen. De afgevaardigde Pergament
las een nota van de commissie voor,
waarin de volgende zinsnede voorkwam:
tegelijk met de strafexpedities in de
Baltische provincies, begonnen ook de
folteringen van gevangenen, om hun een
bekentenis af te persen, die voldoenden
grond op zou leveren om ze te laten
doodschieten.
Aan de administratieve ambtenaren, den
procureur-generaal en de gendarmerie
oversten, waren de martelingen en
folteringen, waaraan de gevangenen onder
worpen waren, bekend.
Dan somt de nota een aantal onwettig
toegepaste folteringen op, welke door de
medewerkers van den minister van
binnenlandsche zaken Markarof voor het
meerendeel werden toegegeven.
De minister heeft een onderzoek gelast,
om de schuldigen te bestraffen.
Een paar staaltjes van mishandelingen
in de gevangenis te Riga, waarover in de
Doema is geïnterpelleerd en die door de
regeering niet zijn tegengesproken. Een
gevangene werd door een commissaris van
politie neergeworpen en daarna sprong deze
commissaris herhaaldelijk op de borst van
den gevangene tot alle ribben van het
slachtoffer gebroken waren. De man leefde
nog eenige dagen onder helsche pijnen en
kon geen voedsel tot zich nemen. Eerst
na eenige dagen werd de ongelukkige door
een revolverschot uit zijn lijden verlost.
Een andere werd zoolang met een stok
tegen de kuiten geslagen, totdat het laatste
spoor van vleesch los was van het kuitbeen
Vrouwen poogde men tot bekentenis te
brengen door haar de nagels van vingers
en teenen te rukken en de haren bij bundels
uit te trekken. Hielp ook dat niet, dan brak
men haar armen en beenen.
Een onderwijzer was beschuldigd van
moord op een politiebeambte. De bloedigste
folteringen konden hem niet dwingen tot
een bekentenis. Het bleek later, dat hij de
daad niet kon hebben gepleegd. Toen
haalde men hem opnieuw uit de gevan
genis en dwong hem door worgen en
slagen met caoutchoucknuppels tot de be
wering, dat hij medeplichtig was aan de
berooving van de Moskousche bank.
In de bloedende wonden van sommigen
werd suiker gestrooid, bij weer anderen
wreef men de "rauwgeslagen plekken met
zout in. Een man werd op een bank
gelegd, een plank over zijn rug gelegd
diende als wip voor twee politiemannen,
tot de ruggegraat gebroken was.
ENGELAND.
De arbeiders van Woolwich zijn in
plechtstatigen optocht van circa 6000
mannen en vrouwen naar Londen geloopen;
muziekkorpsen gingen voorop en midden
in den stoet werd een groot aantal vaandels
meegevoerd.
Twintig van de mannen hadden een
gesprek met Campbell Bannerman, den
Premier, en Haldane, den Minister van
Oorlog. Zooals te denken was leverde het
niet veel op, de Ministers verklaarden,
dat zij veel medelijden met de ontslagen
werklui hadden, dat zij zoo min mogelijk
zouden ontslaan, maar dat zij het niet
tegenover de belastingbetalers konden
verantwoorden meer werkkrachten te ge
bruiken dan strikt noodzakelijk was.
Te Croydon heeft aan het station
een eigenaardig ongeluk plaats gehad,
helaas met doodelijken afloop.
De eigenaar van een kinematograaf had
voor zijn toestel met toestemming van den
stationschef „een trelnaanvaT'georganiseerd.
Een Duitscher, zekere Wilhelm Zeitz
werd daarbij gebonden op de rails gelegd
en moest, natuurlijk even voor de trein
hem verpletterde, gered worden. Maar
ditmaal reed de trein, doordat de rem
onvoldoende werkte, een klein eindje te
ver en wondde Zeitz zóó ernstig, dat hij
aan de gevolgen is overleden.
Botha moet op de koloniale conferentie
hebben voorgesteld een Transvaalsch leger
op de been te brengen, op den grondslag
van een zelfstandige landweer met rijdende
artillerie en cavalerie, hetgeen een aan
zienlijke bezuiniging zou beteekenen voor
Engeland, omdat daardoor een aanzienlijk
deel der Britsche troepen uit de kolonie
kon worden teruggeroepen.
De Britsche regeering zou voorgesteld
hebben, dat elke kolonie zorgt voor een
leger, overeenkomende met de bevolking
van het land: Canada 45.000 man, Australië
205.000, Nieuw-Zeeland 100.000, Transvaal
11.000, en de andere naar rato.
De conferentie nam Dinsdag het voor
stel tot instelling van een centralen
algemeenen staf voor de verdediging van
moederland en koloniën aan.
De premiers zijn beu van al de feest
maaltijden. Zij nemen nu geen uitnoodi-
gingen voor het een of andere „Fest fressen'
meer aan. Of De Wet ook gelijk gehad
heeft, toen hij voorspelde, dat Botha meer
eten zou in Londen, dan nuttig werk
verrichten
Een groot banket werd heden door
het Engelsche Parlement in de historische
Westminster Hall aan de koloniale premiers
aangeboden. Minister Campbell Bannerman
riep in een rede den gasten een hartelijk
welkom toe en begroette speciaal den
„nieuwen vriend Botha".
Balfour verklaarde volkomen met de
rede van Bannerman mede te gaan.
Botha stelde toen een dronk in op het
Engelsche Parlement en sprak uitvoerig
over de elasticiteit en het aanpassings
vermogen van de Engelsche constitutie,
waarvoor alle kolonies dankbaar zijn. De
kolonies, zoo geloofde Botha, zouden dat
voorbeeld volgen en den roem van de
„moeder der parlementen" hoog houden
waarvan men bescherming en leiding
verwachtte.
FRANKRIJK.
Maandagnacht om 12 uur brak brand
uit in het arsenaal te Toulon, waardoor
een werkplaats, de torpedistenschool en
verscheidene magazijnen zijn vernield. De
vlammen woedden met ongewone hevigheid
en bedreigden het geheele stadsdeel. De
bewoners der omliggende huizen moesten
half gekleed vluchten. Alle troepen rukten
uit om bij de blussching behulpzaam te
zijn. Een dertigtal soldaten en matrozen
bekwamen verwondingen bij het blusschen,
18 zóó ernstig, dat zij in het hospitaal
opgenomen werden. Eerst om 11 uur Dins
dagmorgen was men 't vuur meester. Het
lokaal, waarin de parlementaire commissie
tot onderzoek van de ramp der „Jéna"
vergadert, is eveneens door het vuur aan
getast, en eenige belangrijke documenten
gingen verloren. De totale schade wordt
op eenige millioenen geschat. De oorzaak
van den brand is onbekend, maar men
denkt aan kwaadwilligheid. In één der
afgebrande localiteiten heeft men een lont
gevonden. Deze was niet in brandbaar
vocht gedrenkt, maar lag dicht bij een
kast, waarin petroleum, waskaarsen en
andere brandbare stoffen geborgen werden.
De bewoners der omliggende huizen ver
klaren, dat de vlammen gelijktijdig op
verschillende plaatsen uitsloegen. Er wordt
een gestreng onderzoek ingesteld.
BELGIË.
In het Handelsblad van Antwerpen wordt
gemeld:
Bij 't einde van zijn onderhoud met den
Koning, dat drie uren geduurd heeft, deed
De Trooz de volgende verklaring aan een
dagbladschrijver
„De Koning heeft mij gevraagd, of ik
een meerderheid had. Ik heb aan Z. M.
geantwoord, dat ik eenigen tijd noodig
had om zulks te weten, en ik daartoe
pogingen zou aanwenden".
De Trooz heeft zich tot die woorden
beperkt, uit welke men kan opmaken dat
de vorst den minister van binnenlandsche
zaken gelast heeft, een ministerie te vormen.
„Niet alleen", zegt de Brusselsche
berichtgever van de Matin, dat de koning
een andere opvatting ten aanzien van den
Congo is toegedaan dan de Kamer, maar
hij wil deze, die onnoodigerwijze de
regeering in de minderheid heeft gebracht,
een lesje geven, en daardoor zal de crisis
vermoedelijk niet vóór het einde der week
opgelost zijn.
Wat den Congo betreft, meent de Kamer,
dat haar het recht toekomt de begrooting
te behandelen en vast te stellen, zoodra
deze een Belgische kolonie zal zijn
geworden. De Koning beschouwt deze
opvatting als een bewijs van wantrouwen
van het land, aan hetwelk hij zijn geheele
leven heeft gewijd en thans nog den Congo
zal schenken, en deze opvatting wordt
door vele Belgen gedeeld, terwijl anderen
van meening zijn, dat de Koning zijn
eigen rol te zeer overschat, en wenschen
dat hij den weg blijft bewandelen, door
de grondwet aangewezen.
Dit is het voornaamste punt van geschil,
dat naar men hoopt, dank zij de bekwaam
heid van den heer De Trooz, uit den weg
zal worden geruimd.
NEDERLAND.
Zwolle, 24 April. De heer P. Ter Steeg
alhier kreeg de vorige week een bloedzweer
aan zijn hals. Hij had de onvoorzichtigheid
deze open te maken en uit te knijpen,
waardoor bloedvergiftiging is ontstaan met
doodelijk gevolg. Zaterdagavond is hij
overleden.
De heer Ter Steeg was adj.-commies
lste kl. ter provinciale griffie van Overijsel
en een zeer geacht ambtenaar.
Arnhem, 24 April. Omtrent een in de
kazerne alhier plaats gehad hebbenden
moord, vernemen wij het volgende:
De milicien S. uit Eibergen was in
't bezit van een aardig gevulde portemonnaie,
hetgeen de milicien H., die platzak was
en graag een borreltje dronk, te weten
was gekomen.
Beiden besloten, daar H. Arnhemmer
was, Zondag te zamen eens genoeglijk te
Arnhem door te brengen. Nadat zij eenigen
tijd in de stad vertoefd en verschillende
café's bezocht hadden, weigerde S. aan H.
ten slotte nog een borrel te geven, daar
H. „meer dan genoeg" had. Hierna ont
stond tusschen H. en S. een twist en
voegde H. zijn kameraad toe, dat hij hem
die weigering wel betaald zou zetten en
dat hij er als hij thuis kwam van langs
kreeg. S. ging naar de kazerne en legde
zich spoedig ter ruste.
Een half uur later, omstreeks 10 en
drie kwart uur, kwam H. ook thuis en in
plaats toen naar bed te gaan, nam hij de
bajonet uit de scheede en liep daarmede
naar de krib van S. die lag te slapen.
Plotseling bracht H. hem een steek toe.
De ander ontwaakte, wilde opstaan, doch
viel van de krib op den grond.
H. plaatste zich voor zijn slachtoffer en
zeide tegen de op de soldatenkamer aan
wezigen, dat ieder die naderde door hem
met de bajonet gestoken zou worden.
Niemand durfde aanvankelijk naderen.
H. bleef met de bajonet boven S.
zwaaien en bracht hem in dien tijd niet
minder dan zes zeven steken toe.
Ten slotte nam een der soldaten een
bank en liep daarmede naar H. toe. Het
gelukte hem H. met de bank een slag
tegen het lichaam toe te brengen, tengevolge
waarvan H. op den grond viel. De aan
wezigen sprongen toen op H. toe en zoo
werd hij overmeesterd en in arrest gesteld.
Toen men den geslagene op een krib
neerlegde, bleek hij reeds dood.
Wij vernemen, dat thans het onderzoek
van militaire zijde is afgeloopen.
Het slachtoffer wordt Donderdag van uit
het hospitaal te Arnhem met militaire eer
ter aarde besteld.
De verdachte H. is naar het Huis van
Bewaring alhier overgebracht en ter be
schikking van den krijgsraad gesteld,
S. staat als zeer goedig bekend, ook in
de plaats van waar hij gekomen is.
H. blijft hardnekkig ontkennen en zegt
zich niets meer te kunnen herinneren.
Amsterdam, 25 April. Hedenvoormiddag
verleende de Koningin de laatste audiëntie
aan particuliere personen.
Daarop verschenen enkele geridderden,
o. a. de burgemeester van 's-Gravenzande,
met wien kort gesproken werd over de
ramp aan den Hoek-van-Holland, alsmede
de bekende Neeltje Lokerse.
De Koningin-Moeder reed metgevolg
uit en bracht een bezoek aan de schilderijen
tentoonstelling in „Arti" en aan het Emma-
kinderziekenhuis in de Sarpathistraat.
's Middags reed de Koningin met Hare
Moeder en Prins Hendrik uit, waarbij het
traditioneele bezoek werd gebracht aan de
Willemstraat en den Zandhoek, in welke
beide buurten H.H. M.M. uitbundig werden
toegejuicht.
Éen 350-tal kinderen zong in de Willem
straat de vorstelijke personen toe, terwijl
ook in den Zandhoek hetzelfde geschiedde.
Hedenavond is er diner ten hove, ge
volgd door bal.
Het weêr was hedenmorgen druilig,
doch na den middag kwam het zonnetje.
De Zaankanters maken zich op om de
Koningin en den Prins Zaterdag aan de
Hembrug luisterrijk te ontvangen.
Prins Hendrik maakt gedurende het
verblijf van de Koninklijke Familie alhier
des avonds wel eens een wandeling door
de stad. Hij is dan in eenvoudige burger-
kleeding en slechts vergezeld van één der
heeren van de hofhouding.
Gisterenavond heeft een gasontplof
fing op de tweede verdieping van perceel
155 in de Warmoesstraat, bewoond door
door den heer H. Levy, handelaar in zijden
stoffen, nog al eenige verwoesting aange
richt. De heer Levy rook gaslucht en had
de onvoorzichtigheid een lucifer af te
strijken, met het gevolg, dat een ontplof
fing volgde, waardoor zijn hoofd, vooral
de haren, en één der handen verschroeid
werden en bijna ai de ruiten in den voor
gevel verbrijzeld werden. Zelfs een groote
spiegelruit in het benedenhuis, waarin de
machinehandel van den heer P. van Dijk
is gevestigd, moest 't ontgelden. Een begin
van brand, door de ontploffing veroorzaakt,
is zonder hulp van de brandweer gebluscht.
Gouda, 25 April. Door schoolgaande
kinderen van hier is op weg naar Wad
dingsveen een bedrag van f 2300 gevonden.
Het geld was verstopt onder een brug en
bestond uit 20 biljetten van f 100, en 1
biljet van f 300. Het is vermoedelijk van
diefstal afkomstig.
's-Gravenhage, 24 April. Hedenochtend
tusschen 4 en 5 uur is een felle brand
uitgebroken op den hooizolder van het
middengedeelte der cavalerie-kazerne aan
het Alexanderplein alhier, bewoond door