Donderdag 25 April 1907. (55 i e r i li z e e s c h. e Conr an t). J achtverpachtin Belasting op Bedrijfs- en andere Inkomsten. NIEUWSTIJDINGEN. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post 1,60. Voor het buitenland, verzending eens per week, 10,— per jaar bij vooruitbetaling. 63ste JAARGANG. No. 8453. Directeur: A. I. DE LOOZE. Uitgever-Redacteur: A. FrSnkel. Redacteur: J. Waale, alleen voor het binnen- en buitenlandsch nieuws. Advertentiën, van 1—3 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags 2 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FRANKEL, Oude Haven D 493, Zierikzee. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van '1er1kzee zijn voornemens, op Woensdag den Mei e.k., des namiddags te 12'/j uur, op het laadhuis, in het openbaar, aan den hoogstbiedende, oor den tijd van zeven jaren, te verpachten: de Jacht der gemeente Zierikzee, zich uitstrekkende over eene oppervlakte van ongeveer 1700 Hectaren, en een gedeelte der Jacht op de gronden en wateren, behoorende tot het gebied van de voormalige heerlijkheden Rengerskerke en Zuidiand. De voorwaarden liggen van heden af tér lezing [op de Gemeente-Secretarie, en zijn aldaar ver krijgbaar ad 10 cent. Zierikzee, den 19 April 1907. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ilerikzee; Gezien de circulaire van den heer Commissaris Ier Koningin in Zeeland van den 11 April 1907, no. 251/1, 1ste afdeeling; maken bekend: dat de aanvang van het beschrijvingswerk voor i belasting op bedrijfs- en andere inkomsten 'oor het dienstjaar 1907/8, door den Commissaris Ier Koningin is bepaald op Woensdag 1 Mei 1907, n dat het werk der commissiën van aanslag tehoort te zijn afgeloopen op 26 September laaraanvolgende; dat omdat er bezwaar zou kunnen rijzen egen regeling, na den krachtens art. 19 7 der 'et op dc bedrijfsbelasting bepaalden termijn, an aanslagen, welke niet uit de beschrijving 'oortvloeien of die om eene andere reden zijn langehouden moeten worden is bepaald, dat lie regeling moet zijn afgeloopen binnen eene naand nadat de commissie van aanslag of het :ollege van zetters door den voorzitter daartoe Kal zijn opgeroepen; en dat de voornaamste verplichtingen, welke iet publiek heeft te vervullen, zijn voorgeschreven jij de navolgende artikelen der wet van 2 October 1893 (Staatsblad no. 149), die luiden: Artikel 15. 2. Ieder die optreedt als bestuurder of be- heerend vennoot van eene hier te lande gevestigde rennootschap, onderlinge verzekering-maatschap- >ij, coöperatieve vereeniging, of van eene ver eniging of stichting, die een bedrijf of beroep litoefent, of als boekhouder eener hier te lande gevestigde reederij, is gehouden daarvan schrifte lijk binnen ééne maand kennis te geven bij het ïstuur der gemeente waar hij woont. Het gemeentebestuur handelt met deze kennis- iving op de wijze voorgeschreven in de laatste piinsnede der vorige paragraaf. Artikel 16. Hier te lande wonende beheerende vennooten van Nederlandsche vennootschappen en maat schappen, als bedoeld in art. 6 2, en van de in art. 1 b bedoelde commanditaire vennootschappen op aandeelen, bestuurders van hier te lande ge vestigde naamlooze vennootschappen, coöperatieve en andere vereenigingen, en onderlinge verzeke ringmaatschappijen, alsook boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen, waarover volgens art. 5 1 en 2 en art. 6 2 belasting verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aan gifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde belasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdee lingen of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover verschuldigde belasting is voldaan. Artikel 45. Bestuurders van de bij art. 1 b en c bedoelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve ver- lenigingen, andere vereenigingen en stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekeringmaatschappijen en sociëteiten, alsook beheerende vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandeelen en boekhouders van hier te lande gevestigde reede rijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling van balans of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan den voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 16 of 2, die den aanslag moet regelen. Artikel 47. 5. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de ver plichtingen na te komen bedoeld bij art. 15 1 eerste lid, en art. 15 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Gelijke straf wordt opgelegd in geval van over treding van art. 45. 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400. Artikel 34. Handelsreizigers, kramers en alle verdere per sonen, die hun bedrijf of beroep rondtrekkende uit oefenen, voor zoover zij behooren tot de bedoelden jij art. 1 a, h en k, zijn gehouden onverminderd hunne verplichtingen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het begin van het belastingjaar het eerst bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijkc dat zij hieraan voldaan hebben, ontvangen zij kosteloos een door of vanwege het hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op aanvraag aan ambtenaren der directe belastingen te vertoonen. Artikel 47. 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan be voegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgegeven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 150. Eindelijk vestigen zij nog de aandacht op de in art. 12 2, 2e lid 1" d, aan de ingezetenen van het Rijk verleende bevoegdheid om zich bij de aanstaande beschrijving de uitreiking van een beschrijvingsbiljet B te verzekeren, door vóór of op 13 Mei a.s. het verzoek daartoe te richten tot den Ontvanger der directe belastingen over hunne woonplaats. Zierikzee, den 23 April 1907. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. JAPAN. Tokio, 20 April. De Mikado heeft in een toespraak tot Tsoezoeki bij zijn be noeming tot afgevaardigde ter Haagsche Conferentie gezegd, dat hij altijd een voorstander van den wereldvrede was geweest. „Van u verwacht ik", zeide de Mikado, „dat gij dezen wensch zult uit voeren op de Vredes-Conferentie, waarheen ik u thans afvaardig". ZUID-AFRIKA. De Standard weet uit Johannesburg te melden, dat generaal Botha met de Engelsche regeering in onderhandeling is getreden over de openstelling van Swaziland, dat thans een zoogenaamd gesloten gebied vormt. De koningin van Swaziland heeft volgens de Standard de nieuwe Transvaalsche regeering aangeboden haar land voor mijnspeculaties en andere ondernemingen open te stellen, indien men haar een jaarlijksch inkomen van pd. st. 4000 waar borgt. 't Land is rijk aan goud, diamanten en andere mineralen, zoodat de openstelling een groote industrieele vooruitgang voor Transvaal zou wezen. AMERIKA. Een Amerikaansch zendeling, die, na een langdurig verblijf in 't noordelijk ge deelte van Alaska, te Chicago terugkwam, vertelt van een geslacht van blanke reuzen, dat hij daar ontdekte, en die grooter zijn dan eenige enormiteit, welke zich op Europeesche kermissen etc. laat bewonderen. Hun spieren zijn zóó ontwikkeld, dat ze, zonder de minste inspanning, een ejjs kunnen ontwortelen. Volgens den zendeling behooren deze Herculessen tot het Kau- kasisch-Perzische ras. RUSLAND. Hardnekkiger dan ooit zegt de Peters- burgsche berichtgever van de Times, blijven de geruchten over ontbinding der Doema aanhouden. Volgens die geruchten is de ontbinding een besliste zaak en is het eenige wat nog uitgemaakt moet worden, of Stoiypin al of niet minister president zal blijven. De ministers zijn intusschen begonnen de Doema te boy cotten. Vrijdag waren de regeeringsbanken onbezet en op zijn verzoek aan den czaar om een audiëntie, heeft de Doema-president Golowin zelfs geen antwoord gekregen. Mocht de Doema worden ontbonden, dan zal de meerderheid der boeren als oorzaak daarvan beschouwen den afkeer van de autocratie om de agrarische quaestie te regelen en dan zal, zooals een boer zich uitliet, „geen grondeigenaar het wagen zich buiten te laten zien". Bovengenoemde berichtgever is echter van meening, dat de gevolgen van veel ernstiger aard zullen zijn. Petersburg, 22 April. Bij een overtocht der Newa is een oude stoomboot met ijsschotsen in aanraking gekomen en ge zonken. Van 60 opvarenden, meest arbeiders, zijn, voor zoover bekend is, slechts elf gered. Over dit ongeluk op de Newa leest men nader het volgende: Sedert eenige dagen reeds maakten groote ijsschotsen, welke de Newa kwamen afdrijven, de vaart op die rivier zeer moei lijk. Toen nu de veerboot Zaterdag over voer, geraakte zij vast aan een enorme ijsschots. Dadelijk ontstond een lek en langzaam aan begon de boot te zinken. Het was totaal donker en de sneeuw viel met dikke vlokken, zoodat zoo goed als niets te zien was. Een grenzelooze ver warring en angst heerschten onder de 50 a 60 passagiers, die door elkander liepen, zonder iets uit te richten. Meer en meer drukte het ijs de boot stuk. Eindelijk trokken de angstkreten der opvarenden de aandacht van twee andere schepen, die terstond ter hulp snelden. Te laat! Toen zij zich een weg door het ijs hadden gebaand, was de boot met haar opvarenden in de golven verdwenen. Te midden van de dichte duisternis trachtte men nog de menschen te reddendoch dat mocht slechts met elf hunner gelukken. Lodz, 22 April. In den avond deden 20 gewapende lieden een aanval op den wagen, waarin de ontvanger van belasting zich bevond, die een som van 4925 roebels bij zich had en begeleid werd door een escorte. De aanvallers wierpen een bom, die ontplofte en vuurden met pistolen. Één soldaat werd gedood, vijf man werden gewond. Het geld werd geroofd, de daders ontkwamen. FRANKRIJK. Een man, die den Belgischen consul te Nizza te spreken had gevraagd, loste op den ondergeschikten ambtenaar drie schoten uit een revolver zonder evenwel te treffen. Daarna drong hij tot den consul zelf door, waar hij weer driemaal vergeefs schoot. Na zijn arrestatie bleek de slechte schutter een Belgisch anarchist, Van Loo, te zijn. Begin April verliet een rentenier uit Bremen, die met zijn vrouw te Parijs logeerde, zijn hotel, om zich te laten scheren. Sedert dat oogenblik is hij spoorloos verdwenen, zonder dat het de politie tot dusver gelukte ook maar iets omtrent zijn verblijfplaats te weten te komen. Er heeft in een der afgelegen wijken van Parijs weer eens een sensationeele moord plaats gehad. Een zekere madame Toloté werd met een gapende wonde achter het oor voor haar huis dood gevonden. Motief en dader(s) absoluut onbekend. De Eiffeltoren wordt opnieuw ge verfd; men heeft verschillende staaltjes kleur, loopende van helder geel tot fel rood, aangebracht, en een commissie zal nu uitmaken, welke de beste is. Dezer dagen is te Parijs een man op straat omgekomen van koude. De Parijsche gemeenteraad heeft alles in gereedheid gebracht om het Noorweegsche koningspaar den 28sten Mei feestelijk te kunnen ontvangen. DUITSCHLAND. Toen de waard Fritz Blanck te Berlijn, Vrijdagmorgen in de vroegte, na sluiting van zijn zaak, zijn verdienste natelde, hoorde hij een gerucht uit den kelder, waar zijn voorraad bewaard ligt, en be merkte door een lantaarn in de biljartzaal het schijnsel van een electrische zaklantaarn. Daar er in een jaar tijds reeds driemaal bij hem was ingebroken, riep hij behoed zaam zijn 25-jarigen zoon, terwijl hij zelf een agent en een nachtwaker ging halen. Daarop begaven zij zich in alle stilte naar de keldertrap, die zij begonnen af te dalen. De agent droeg een petroleum lamp. Onder aan de trap gekomen, zag hij den inbreker in een hoek van den kelder ineengehurkt zitten. Er viel een schot. De agent week uit en verbrijzelde daarbij de lamp tegen een pijler. De kogel had zijn doel gelukkig gemist. Onmiddellijk daarop klonk een tweede schot. De inbreker had zichzelf een kogel door den slaap gejaagd. Door den agent en den waard naar een reddingsstation ge dragen, gaf hij daar spoedig den geest. Het bleek, dat de man het niet voorzien had op den kelder, maar op de daarboven gelegen juwelierszaak; waartoe hij getracht had een gat in het plafond te maken. De zelfmoordenaar was 'n voormalig musicus, Stephan Rosch, die op het pad der misdaad was geraakt, en voor de laatste maal met 8 jaar tuchthuis was gestraft. In het circus Klapproth, te Koethen, ontsnapte een paar dagen geleden een prachtige hengst uit zijn stal. De directeur wilde het beest opvangen en weer terug brengen, maar het plotseling woedend geworden paard beet hem in den buik en trapte hem vreeselijk. Men moest twee reusachtige Deensche doggen op den hengst loslaten, die hun tanden in de beenen van het schoppende dier zetten. De hengst liet zijn slachtoffer los en galoppeerde, hinnekend van pijn, naar zijn stal. Daar begon hij de andere paarden te bijten, en wijl niemand den stal durfde binnentreden, moest men een stuk van het dak verwijderen, en slaagde er ten slotte in, met behulp van een lus het woeste dier te overmeesteren. NEDERLAND. Weesp, 22 April. De dochter van den heer H., wonende in de Nieuwstraat alhier, werd j.l. Zaterdagavond uitgezonden om bij een winkelier boodschappen te doen. Zij is aldaar geweest, en naar men zegt, heeft toen de winkelier haar eenig geld afgehouden 't welk zij schuldig was voor eenige snoeperijen, die zij gekocht had. Daardoor is zij bang geworden, althans zij is na het verlaten van den winkel niet meer gezien. Gisteren hebben haar vader en broers in de Vecht gedregd, omdat men vermoedde, dat zij zich verdronken zou hebben, doch zonder resultaat. Heden morgen was zij nog niet terecht en deed de politie ijverig onderzoek. Eindelijk mocht het deze gelukken haar spoor te vinden. Zij werd onder deze gemeente zwervende gevonden en werd bij haar ouders teruggebracht. Amsterdam, 22 April. In de Raadhuis straat bij het Singel is gisterenavond laat een man door een nog onopgehelderde oorzaak door de electrische tram naar Haarlem overreden. Beide beenen werden den ongelukkige afgereden. Omstanders verleenden de eerste hulp, maar die kon, bij gebreke aan behoorlijke verbandmidde len, slechts onvoldoende zijn, zoodat de gewonde veel bloed had verloren, toen na geruimen tijd eindelijk een raderbaar werd gebracht om hem naar het binnen-gasthuis te vervoeren. Aldaar bleek amputatie van de beenen noodzakelijk, welke ingrijpende operatie onverwijld werd verricht. In de Leidschedwarsstraat alhier wilde een agent van politie gisterenavond iemand verbaliseeren, die op een ongeoorloofde plaats aan een natuurlijke] behoefte had voldaan. De man weigerde zijn naam op te geven, en ging regelrecht één der café's in die straat binnen. Ook de agent volgde hem daarin en drong nogmaals op mede- deeling van den naam aan. Eenigen uit het publiek in het cafétje begonnen toen partij voor den overtreder te trekken, en den agent te bedreigen. De daad bij liet woord voegende, grepen zij den agent aan, en mishandelden hem zoo danig, dat hij zich in het Wilhelmina- gasthuis moest laten verbinden, De personen, die in vereeniging aan de mishandeling hebben deelgenomen, zijn door de politie gearresteerd, en in ver zekerde bewaring gesteld. Dat verzet-zaakje kan hun lang heugen I 23 April. H. M. de Koningin en de Prins zijn gisterennamiddag aan het Centraal station alhier aangekomen. De hooge gasten werden ontvangen door den burgemeester en eenige autoriteiten. De Koningin droeg een fraaie licht blauwe robe-princesse met bijbehoorende mantille en hoed; de Prins was in generaals uniform. Langs het Damrak was het zwart van de menschen, en op het stationsplein waren tal van vereenigingen geschaard, die het Koninklijk echtpaar hulde brachten. Aan de Koningin werden prachtige bouquetten aangeboden, en de hooge bezoekers werden zeer hartelijk toegejuicht. Op den Dam waren duizenden bijeen gestroomd, die, toen de Koningin en de Prins, na aan het Paleis te zijn afgestapt, zich op het bordes vertoonden, hen geest driftig begroetten. Hedenochtend bracht de Prins een bezoek aan het Eckardt-Haus op den Binnenkant, het gebouw van de „Deutsche Seemans Mission". Van middag verleende de Koningin de gebruikelijke audiënties aan militaire en civiele autoriteiten. H. M. de Koningin heeft in een hartelijk schrijven haar warmen dank betuigd voor de eerbewijzen die vanwege de Hongaarsche Hervormde Kerk aan De Ruyter zijn ge bracht bij het onlangs gevierd 300-jarig gedenkfeest. Dit schrijven is gericht aan de „Generale Synode der Hongaarsche Hervormde Kerk". Dinsdagmorgen omstreeks halftien verscheen de Prins geheel onverwacht, gekleed in admiraalsuniformaan de hoofddeur van het Paleis. Alleen vergezeld van twee adjudanten begaf Zich Z. K. H. te voet op weg om een bezoek aan de Nieuwe Kerk te brengen. Dit bezoek droeg een volkomen on-officiëel karakter; niemand van de heeren van het kerkbestuur was dan ook aanwezig en de Prins werd ontvangen door den koster der kerk, den heer F. H. Borreman, die Z. K. H. rondleidde. De Prins bleek voornamelijk gekomen te zijn om het graf van De Ruyter te zien, wijl hij tijdens de jubelfeesten voor den grooten admiraal te Vlissingeu vertoefde. Z. K. H. liet Zich den herdenkingssteen wijzen, welke aan den voet der graftombe is ingemetseld en den naam der Koningin draagt, terwijl Hij Zich verder de ver schillende kransen en andere huldebewijzen liet toonen, welke op en om De Ruyter's- graf zijn neergelegd. Ook aan het graf van Van Galen en de tombe van Van Kinsbergen bracht de Prins een kort bezoek, terwijl Hij verder de kerk bezichtigde en inzonderheid het orgel bewonderde. Utrecht, 22 April. Als verdacht van verduistering, is alhier aangehouden de heer Van 't E., secretaris-boekhouder van de Aalmtiezenierskamer. De man zou anders voorloopig nog wel op vrije voeten zijn geblevendoch hij vestigde de aandacht op zichzelf door een poging tot zelfmoord. Men vond hem badende in zijn bloed in zijn woning in de Geertstraat. Met een scheermes had hij getracht zich te dooden, hetgeen hem waarschijnlijk wel gelukt zou zijn, indien men slechts een oogenblikje later gekomen ware. Hij is thans echter naar het ziekenhuis gebracht, alwaar hij waarschijnlijk wel weer op verhaal zal komen. Het onderzoek is intusschen in vollen gang en heeft reeds heel wat aan het licht gebracht. 's-Gravenhage, 23 April. Gisterenavond is alhier, na een langdurig lijden, overleden luit.-gen. J. W. Borgesius, oud-Minister van Oorlog. Geboren tc Delft in 1836, bereikte Z.Exc. den leeftijd van 71 jaar. Van 1886—1891 was de overledene Minister van Oorlog, in het Ministerie Mackay. Na het aftreden van dit Ministerie was hij successievelijk commandant der stelling van Amsterdam, commandant van de vesting-artillerie en inspecteur der artillerie. Op 1 Augustus 1901 werd hij voor de tweede maal geroepen de portefeuille van Oorlog te aanvaarden, die hij tut den val van het Ministerie-Kuyper behield. Generaal Borgesius was een gemoedelijk eenvoudig man, doch merkwaardigschrander, die zich uit kleinen burgerkring tot de hoogste positie in den staat heeft opgewerkt. De laatste der zes pony's, welke onze Koningin, toenmaals Kroonprinses, in 1885 van Koning Willem 111 ten ge schenke ontving, is thans ook gestorven, en bij de andere in het Koninklijk Park begraven. Rotterdam, 22 April. In den nacht van Zaterdag op Zondag bemerkte een man der gemeentereiniging, H. S., die de straat veegde, op den Goudschensingel Z. Z., ter hoogte van het Geref. Burgerweeshuis, dat een verdacht sujet stond bij het „Goedkoope Zeephuis" van den heer J. Bosman aan dienzelfden singel, gevestigd in pand 122. De verdachte nam, na wat rondgekeken te hebben, een blind van een der ramen, stompte vervolgens een ruit in en klom den winkel binnen. De gemeente werkman had intusschen assistentie ge kregen van een anderen man en beiden

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1907 | | pagina 1