Het Naambordje. PREDIKf in onderstaande gemeenten van Zondag 3 Fe Qeref. Kerk te Zierikzee: 'sVoorm. tien ure en 's avonds half zes ure: ds. Laman. Cat. Zondag 20. Dinsdagavond half zeven ure: Locaal Zondags school te Schuddebeurs. SPREEKBEURT In de CONCERTZAAL, op Zondag 3 Februari, aanvang des avonds ten half zeven ure: spreker ds. Steinz van Stavenisse. Herv. Kerk te Kerkwerve: 'sVoorm. half tien ure: ds. Blankert. Herv. Kerk te Serooskerke: 'sNam. twee ure: ds. Blankert van Kerkwerve. Herv. Kerk te Burgh: 'sVoorm. half tien ure: ds. Dejagher. (Doops- bediening). Herv. Kerk te Renesse: Geen dienst. Herv. Kerk te Noordwelle: 'sNam. twee ure: ds. Schouten van Noordgouwe. Herv. Kerk te Haamstede: 'sNam. twee ure: ds. De Jagher van Burgh. Geref. Kerk te Haamstede: 'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds. Koolstra. Oud-Geref. Kerk te Haamstede: Driemaal Leeskerk. Herv. Kerk te Eikerzee: 'sVoorm. half tien ure: ds. Reus; 's nam. twee ure: de heer C. Vrooland van Ginneken (ten behoeve der zending). Geref. Kerk te Eikerzee: 'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: Leeskerk. Herv. Kerk te Brouwershaven: 'sVoorm. tien ure: ds. Van den Broek. Geref. Kerk te Brouwershaven: 'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds. Horjus. Herv. Kerk te Zonnemaire: 'sVoorm. half tien ure: ds. De Leur. Geref. Kerk te Zonnemaire: 'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: De Jonge. EURTEN Schouwen en Duiveland. bruari 190 7. Chr. Geref. Kerk te Zierikzee: 's Voorm. half tien ure, 's nam. twee ure en 'savonds zes ure: de heer Visser, theol. student. Herv. Kerk te Noordgouwe: 'sVoorm. half tien ure: ds. Schouten. Herv. Kerk te Dreischor: 'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds. v. d. Griend. Herv. Kerk te Ouwerkerk: 'sNam. twee ure: ds. Kars. Herv. Kerk te Nieuwerkerk: 'sVoorm. half tien ure: Geen dienst; 'snam. twee ure: ds. Van der Linden. Geref. Kerk te Nieuwerkerk: 'sVoorm. half tien ure, 'snam. twee ure en 'savonds zes ure: Leeskerk. Oud-Geref. Kerk te Nieuwerkerk: 'sVoorm. 9 ure, 'snam. 2 ure en 'savonds 5,15 ureLeeskerk. Herv. Kerk te Oosterland: 'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds. Ruijsch van Dugteren. (Doopsbediening). Geref. Kerk. te Oosterland: 's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ure: ds. C. Staal; 's avonds zes ure; Leeskerk. Herv. Kerk te Sirjansland: 'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds. Kamsteeg. Herv. Kerk te Bruinisse: 'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ureds. Waardenburg. Geref. Kerk te Bruinisse: 'sVoorm. half tien ure en avonds vijf ure: ds. De Jager. Oud-Geref. Kerk te Bruinisse: 'sVoorm. negen ure, 'snam. twee ure en 's avonds vijf ure: Leeskerk. Evangelisatie te Bruinisse: 'sVoorm. half tien „ure en *snam. twee ur«: Gewone dienst. Evangelisatie Jeruël II: 'sVoorm. tien ure en 'savonds half acht ure: Gewone samenkomst. ONDERWIJS. Haamstede, 29 Jan. In verband met het aantal schoolgaande kinderen op 15 Januari 1.1.zal het in den loop van het jaar noodig zijn een derde onderwijzer naast het hoofd aan de openbare lagere school in deze gemeente aan te stellen. Post en Telegrafie. Aan het postkantoor te Zierikzee en de daaronder ressorteerende hulppostkantoren werd gedurende de maand Januari 1907 in gelegd f 10956.546 en terugbetaald f3220.78. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 5701. Landbouw en Veeteelt. St.-Annaland. In 1906 zijn alhier gewogen op de weegbrug „De Waarborg" suikerbieten 5.229.510 K.Q., pulp 1.817.225 K.G., mangelwortelen 13.894 K.G., aard appels 2.352.099 K.G., ajuin 473.515 K.G., hooi en stroo 2882 K.G., steenkolen en cokes 47.713 K.G., granen 56.484 K.G., vlas 27.962 K.G., andere artikelen 55.668 K.G., samen 10.077.352 K.G., benevens 92 stuks vee. Op de weegbrug „De Concurrent": suikerbieten 4.200.314 K.G., pulp 654.659 K.G., magelworteien 83.401 K.O„ aardappelen 1.680.087 K.G., ajuin 383.868 K.G., granen 102.578 K.G., cichorei 79.488 K.G., andere artikelen 22.910 K.G., overgewogen bieten 5594 K.G., samen 7.212.899 K.G., benevens 212 stuks vee. Op de beide weegbruggen is dus een totaal gewicht gewogen van 17.290.251 K.G. Oud-Vossemeer. In de jaarsvergadering der fairbank „De Hoop" werd mede gedeeld dat in den loop van 1906 zijn gewogen 2423662 K.G. bieten425621 K.G. pulp; 48955 aardappelen8964 K.G. uien; 3196 K.G. steenkolen. Tot voorzitter werd benoemd de heer C. W. Snijder, daar de heer G. J. Ampt als zoodanig niet meer in aanmerking wenschte te komen wegens gevorderden leeftijd. De heer D. J. Ampt Gz. werd in de plaats van den heer Snijder tot bestuurslid verkozen. Haamstede, 29 Jan. Naar wij vernemen, zal binnenkort worden verkocht de sinds vele jaren buiten werking gestelde mee- stoof „De Koe" aan den straatweg tusschen Haamstede en Burgh. Tot weger der alhier opgerichte fairbank is aangesteld de heer C. Moelijker. Sinds een paar weken worden in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen veel 4- a 5-jarige paarden opgekocht ter verzending naar Duitschland via België. De flinke prijzen variëeren naar kwaliteit van f 475 tot f 675. Ongetwijfeld zijn dit prachtige verkoopprijzen voor den land bouwer, ofschoon er deze schaduwzijde aan is, dat zij hem dikwijls verlokken tot verkoop in gevallen, waarin arbeid of stal het wenschelijker 'maakte, de dieren niet van de hand te doen. Mond- en klauwzeer. Van de Belgische grens schrijft men: Dat in den St.-Albertpolder, onder de gemeente Sas-van-Gent, en dicht bij de grenzen het mond- en klauwzeer is uit gebroken, is niet te verwonderen, want aan de overzijde van de grens komen in de laatste dagen herhaaldelijk gevallen voor. In de Belgische provincie Oost- Vlaanderen is in de eerste helft van Januari de ziekte sterk toegenomen. In de andere Belgische provinciën behalve West-Vlaanderen neemt de ziekte af. Uit de Staatscourant blijkt, dat de Nederlandsche regeering ook hier reeds de noodige maatregelen genomen heeft. Schouwen, 30 Jan. Meer én meer blijkt, hoe onaangenaam menig landbouwer door de snerpende vorst der laatste week is verrast geworden. Allerwege althans ver neemt men, dat bijv. groote hoeveelheden mangels bevroren zijn. Wie zorgeloos zijn put niet had afgesloten met veel stroo, of roekeloos den ijzigen wind toegang tot zijn bergplaats verleende, moest op treurige wijze tot de ervaring komen, hoezeer zijn voedervoorraad in soms sterke mate was ingekrompen. Door schade en wordt men wijs. Koninklijk bezoek aan Zeeland. De Zeeuw moet haar bericht betreffende het Koninklijk bezoek aan Zeeland reeds herroepen. Van geachte zijde verneemt het blad tenminste, dat de mededeelingen van haar zegsman onjuist zijn. Het geschiedde in een studentenstad. Genoemde studentenstad zou, ware er geen Universiteit geweest, waarschijnlijk op den naam van „stad" geen aanspraak kunnen maken. Dan zou ieder mensch, althans iedere niet-inwoner, het kortweg een gat genoemd hebben. De stad bestond eenvoudig van de studenten. Het voor de hand liggend gevolg hiervan was, dat po litie en justitie zekere dooit oefening ver kregen gewoonte hadden om allerhande kleine misdrijven van de studeerende jongelingschap door de vingers te zien. En ieder burger vond dat heel goed, zoo lang die kleine misdrijven hemzelven niet benadeelden. In het stadje verscheen, zooals in alle stadjes, een courant. Redacteur van die courant was meneer Bergstra. Meneer Bergstra was pas verhuisd. Hè, zei meneer Bergstra op 'n avond kort vóór St. Nicolaas tot zijn vrouw, wat ons nu eigenlijk hier aan het huis nog ontbreekt is een naambordje. Die deuren hier gelijken allemaal zoo sprekend op elkaar, dat als je naam er niet op staat, je altijd kans hebt op vergissingen. ja, dat vond zijn vrouw ook. Zoo'n naambordje moesten we „eigenlijk" nog hebben. Zooals het met kort vóór St. Nicolaas uitgesproken wenschen moer gaat, deze wensch kwam in vervulling. Meneer Bergstra ontving op St. Nicolaas- avond een zwaar tablet-chocolade-vormig pakje, waaruit hij na veel papieren afwik kelen, een mooi koperen naamplaatje te voorschijn haalde. Wel twintig keer op dien avond hield meneer hel met zijn uitgestrekte armen voor zich. Hij ging er zelfs mee naar de voordeur, en hield het op de plaats, waar het bevestigd zou worden. Zijn vrouw en zijn dochter en zelfs de meid moesten kijken, of 't zoo goed stond. Daarna moest de meid het vasthouden en ging meneer op een afstand staan om het „pronkstuk" te bewonderen. Op den zesden December van het jaar 1900 en zooveel, des morgens om half zeven, stond meneer Bergstra aan zijn voordeur het koperen naamplaatje vast te schroeven, vijf minuten later moest de meid komen om het op te poetsen, want meneer had er met het vastmaken een paar vingers op gezet. Daar zat het nu blinkend en wel aan de voordeur bevestigd, en telkens als meneer thuis kwam, had hij dubbel lang werk om het sleutelgat te vinden, zoo dwaalden zijn oogen naar het koperen naamplaatje af. Het was eenige dagen later. Een paar studenten begaven zich 's nachts na een fuif in ietwat jolige stemming huiswaarts. Ze hadden onderweg al een kar in de gracht gegooid, en een bel kapot getrokken, toen één hunner het koperen naambordje van den heer Bergstra in het oog kreeg. Ongelukkigerwijze was die ééne juist zekere Jan Topp, een hartstochtelijk ver zamelaar van allerhande hem niet toekomen de voorwerpenin het bizonder van naamplaatjes. Drommels, jongens, kijk eens wat een mooie plaat! Een koperen, dat is echt ras. Die zullen we moeren! Het duurde niet lang, of de studenten stonden bij meneer Bergstra op de stoep, en een kapot zakmes deed de schroefjes van het naamplaatje lustig linksom draaien. Verduiveld, dat gaat gemakkelijk. Dat ding is er ook door een prul van een timmerman opgemaakt, zeg. De vent is waarachtig niet eens snugger genoeg ge weest om de schroeven aan den achterkant met een moertje vast te maken! Lachend en pratend over dien „leuken mop" gingen de jongelui verder en bereik ten weldra de woning van Jan Topp, waar deze de vrienden getuigen deed zijn van de plechtige uitbreiding zijner ver- zameling met het naambordje van den heer Bergstra. Den volgenden avond zaten de studee rende jongelingen op de kamer van Jan Topp. Ze dronken en terwijl ze daarmee bezig waren kwam de juffrouw binnen en bracht de courant. Zoo, daar heb je dat prul ook weer, dat vod, daar vindt je nu nooit een nieuwtje in, voor het een week oud is," bromde Jan, maar hij keek er toch maar eens in. Een poosje zat hij onverschillig naar de kolommetjes te turen. Plotseling smeet hij de courant op tafel, gaf er een geweldigen klap op met de vlakke hand, en barstte in een bulderend gelach los. Wat is er Wat bezielt je riepen de anderen. Neen maar, die is goed. Heb je ooit van zijn leven! Ze denken zeker, dat ze een onnoozel jochie voor zich hebben Ha, ha, ha! Maar wat.is er dan toch? Wat heb je? Kijk maar-eens hier! Hij vatte de krant weer op, en toonde zijn vrienden een advertentie. Waarschuwing Degene, die in den afgeloopen nacht in de Nieuwstraat een koperen naam bordje heeft gestolen, wordt in zijn eigen belang aangeraden, hetzelve bij den eigenaar terug te bezorgen. De dader is herkend. Het geheele gezelschap brulde het uit van het lachen, en een oogenblik later kwam Jan Topp's hospita een potje suiker binnen brengen. Zij dacht, dat meneer niet genoeg zou hebben, zei ze, maar de waarheid was, dat ze zoo erg graag wou weten, waarom de heeren zoo verschrikke lijk moesten lachen. Dat is dan toch wel een verduiveld mooi smoesje, zei er één. Die kerel denkt zeker, dat je daarom er in zal vliegen. Er, is immers geen sprake van, dat hij weet, wie het gedaan heeft. Hij denkt zeker, dat wij bang zullen worden. Zooveel is zeker, merkte Jan op, de advertentie slaat niet eens op mij. Daar staat in, degene, die een koperen naam bordje gestolen heeft, en ik heb het mijne eerlijk gemoerd. Bravo, lang leve het eerlijke moeren, mijne heeren. Ik ledig dit glas, pardon, dit kopje, op de gezondheid van den eer lijken moerder! De „eerlijke moerder" dacht of sprak dien dag en den volgenden niet meer over het gemoerde. Maar twee dagen later, toen hij weer mei zijn vrienden samen was, en weer de krant op zijn kamer werd gebracht, en hij weer zei, dat het zoo'n prul van een blad was, waar toch geen nieuwtjes in stonden, maar toch wéér er in ging zitten lezen, toen vond hij tot zijne groote ontsteltenis een ingezonden stukje, dat als volgt luidde: Mijnheer de Redacteur! Reeds meermalen is gewezen op de zeer onwelvoeglijke wijze, waarop sommige leden van de studeerende jongelingschap zich hier ter stede plegen te gedragen. Het is waar, men moet van een jongmensch een grapje kunnen velen, maar wanneer de grappen anderen tot schade zijn, en het karakter van misdrijven aannemen, dan, Mijnheer de Redacteur, meen ik, dat er alle reden is om met kracht tegen derge lijke „grappen" op te treden. Verleden Maandag werd van mijn deur een koperen naamplaatje gestolen. Toevallig was ik zelf getuige van deze laffe daad. Ik ben de daders, eenige studenten blijkbaar, ge volgd tot ze een woonhuis binnen gingen. Den volgenden dag aan dat huis infor- meerende, is mij gebleken, dat daar op kamers woont zekere Jan Topp, die volgens de beschrijving, die zijn hospita van hem gaf, dezelfde is, als degene, dien ik het naambordje met zakmes heb zien los schroeven. Teneinde het jonge mensch in de gelegenheid te stellen zijn fout goed te maken, heb ik den volgenden dag in uw veelgelezen blad een waarschuwing geplaatst, waarin ik het jonge mensch in zijn eigen belang aanried het gestolene terug te brengen. Aan dien wenk is echter geen gevolg gegeven. Daarom heb ik heden bij den officier van justitie tegen genoemden student een aanklacht ingediend, en ik verzoek u eenige regels ruimte in uw ge acht blad, omdat publiciteit van deze zaak me wenschelijk voorkomt. Daardoor toch kan ze als voorbeeld dienen, en wellicht tengevolge hebben, dat dergelijke diefstallen in het vervolg niet meer voorkomen. U, mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaatsruimte, Hoogachtend, A. G. B. Wat moet ik daar nou mee doen, jon gens? vroeg Jan, min of meer van zijn stuk gebracht. Ja, ik weet het niet, luidde het troostrijk antwoord. De heeren spraken nog een poosje over het gebeurde. Stuur hem zijn bordje terug, dan hoor je er nooit meer iets van, zei toen één hunner. Ja, maar hij heeft die aanklacht al in gediend. Och, wat, dat is maar bangmakerij. Ja, dat dacht je bij de advertentie ook, toen daar stond „de dader is herkend". Ik zou het er niet op wagen! Het resultaat der besprekingen was, dat Jan Topp met een beklemd gemoed en het koperen naamplaatje naar de woning van meneer A. G. Bergstra toog. Het dienstmeisje deed open. Is meneer tehuis? vroeg Jan met be nepen stem. Jawel meneer, wie mag ik zeggen, dat er is. Hier is mijn kaartje. Best, meneer. Wilt u maar binnekomen? Zij opende de deur, en Jan trad het salon binnen. Wilt u plaats nemen? Het dienstmeisje verdween, en even later verscheen voor den zondaar het goedige eenigszins schalksche gelaat van den heer Bergstra. Meneer, waaraan, dank ik de eer Er kwam nog geen antwoord, dus meneer moest zijn zin, die anders nooit voltooid wordt, ditmaal wel afmaken. van uw bezoek Meneer Bergstra, ik hm ik hm u heeft een ingezonden stukj hm over een naambordjehm A, ja, ik begrijp, viel de ander hem in de rede met een veelbeteekenden blik op het pakje in Jan's linkerhand. Ja, u be grijpt, iets dergelijks, daar moeten eens maatregelen tegen genomen worden. Die studenten denken, dat ze maar alles on gestraft doen kunnen. Ja, meneerdat moet u zoo ernstig niet opvattendat is zoo kwaad niet bedoeld ik heb het bordje hier bij me Op het gelaat van den heer Bergstra verscheen een triomfantelijk lachje. Jan Topp wist niets beters te doen dan het naamplaatje maar uit te pakken, en het aan den wettigen eigenaar ter hand te stellen. Deze nam het heel bedaard aan, legde het op tafel, en zeide: Nu, dan zal ik het maar weer aan de deur laten bevestigen, in de hoop, dat het niet weer ontstolen wordt, en zweeg verder met een gebaar, dat niet onduidelijk te kennen gaf, dat de bezoeker nu weer kon heengaan. Deze maakte echter nog geen aanstalten. Ja maar, meneerdie aanklacht. Plotseling barstte meneer Bergstra in een schaterlach uit, waar zijn bezoeker met een vrij onnoozel gezicht bij zat te kijken. Ha, ha, ha, ha, dat was een valsche uitgaaf. De student zette een gezicht als een vraagteeken. Dat was een valsche uitgaaf, meneer! Ik begrijp niet O, wacht, u heeft misschien nooit van een valsche uitgaaf gehoord. Wacht maar even, ik zal het u eens laten zien. Meneer deed de deur van de kamer open en riep: Een krant van gisteren. Even later werd het gevraagde gebracht. Kijk eens, meneer, hier heeft u nu de krant waar het ingezonden stuk in stond, en hij spreidde het blad voor den student uit. Deze keek er een oogenblik verwonderd naar, niet wetende, wat de ander bedoelde. Wijst u me nu dat ingezonden stuk aan. Jan zocht een poosje, vergeefs, en zei toen heel verbaasd Het staat er niet in Neen, meneer, het staat er ook niet in. Het stond alleen in de krant, die u ge stuurd is, en dus niet in de geheele oplage. Daarvan heb ik maar twee exemplaren laten drukken. Het ééne is aan u gezonden en dat heeft zijn uitwerking niet gemist, en het andere bewaar ik, als een herinne ring aan onze kennismaking! Het nieuwe Afrikaansche Volkslied. Het volgende „regte Afrikaansche Volks lied" is aan de Transvaler ontleend: Hul sal dit tog nie kry nie, Ons sonnig vaderland. Hul kan maar hout gerus wees, Die here van die Rand. Al hoor hui nou van „speeches", En „meetings" sonder tal. Hul sal tog nie kry nie Want hulle het ons al. Daar is wel banje praatjes, Van Nasionaliteit, Van moedertaal en kerke, Maar das maar ydelheid. Die hele volksgedoente, Is net maar natte twak. Die grote vraag vir ons is, Wat breng dit in ons sak? Ons stuur nou onse kinders (Want ons is mos loyaal). Na skool toe by die rooies, Hul leer die rooie taal. Ons eie taal kan blywe, Die kom er nie op an. 's Mens die nou nog „Duts" praat, ls geen fatsoenlik man. En daarom sal ons singe Al is ons mage hol, Ons broeke vol met lappe, Ons hoede sonder bol. Want één ding is tog seker. Vas as 'n dam zyn wal: Hul sal ons tog nie kry nie Want hulle het ons al. Gemengd Nieuws. Het lengen der dagen. 's Morgens merk je er nog niet veel van, 's avonds meer. Dat komt zóó: De 21ste December is, zooals men weet, de kortste dag, doch van dien datum af tot Nieuwjaar worden de namiddagen wel langer, doch de morgens steeds nog korter. Omdat echter de namiddagen meer lengen dan de ochtenden afnemen, worden de dagen in het geheel na 21 Dec. wel langer. Na Nieuwjaar komt ook de zon des morgens vroeger op, doch dan hebben de namiddagen in hun lengen reeds een voorsprong van tien dagen, iets, wat men nu in het laatst van Januari nog heel best kan merken. Voor de jury-rechtbank te Dortmund is een zaak behandeld, die in September veel opzien gebaard heeft. Bij een aantal oude dames had vroeg in den ochtend een man ingebroken, die één der dames half worgde en de andere bedreigde. Op het hulpgeroep kwamen de buren toesnellen die den inmiddels gevluchten inbreker aanhielden. Het bleek tot aller verbazing de suiker-, werk-fabrikant Dickman te zijn. Een revolver en een groot broodmes werden bij hem gevonden. Hij beweerde toen, dat hij zich het gebeurde slechts vaag herinnerde Hij had veel last van benauwde droomen I Dien avond had hij vrij veel alcoho I gedronken en was in een nieuwen angstiger aanval uitgetrokken. Van geld stelen was geen sprake geweest, en van de feiten de inbraak had hij geen enkele herinneringl over. De dokters, die hem onderzochten, ver- klaarden echter voor de rechtbank, dat zi. geen enkele geestesstoornis hadden kunner j bemerken. Volgens hun oordeel simuleerde?; hij dat alles. Het slot was, dat hij tot 2 jaar tuchthui! I en 5 jaar eereverlies werd veroordeeld. I TELEGRAMMEN. Middelburg, 1 Februari. Gedeputeerde Staten hebben de verkiezinp van een lid voor de Provinciale Stater in het district Middelburg, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het over lijden van den heer W. Maas, bepaald De candidaatstelling zal zijn op den 12der Maart, de stemming op den 26sten Maart en de herstemming op den 9den April. Vlissingen, 1 Februari. De gemeenteraad heeft het voorstel aan genomen om in beginsel te besluiten to de oprichting van een Hoogere Burgerschoo met driejarigen cursus, mits het Rijk eer jaarlijksche subsidie van f 7500 verleent 's-Gravenhage, 1 Februari. Eerste Kamer. De Begrooting var Justitie werd aangenomen. Minister Van Raalte wees de uitbreiding van het per soneel af, en deelde mede, dat spoedif te verwachten is een wetsvoorstel voor d' vereenvoudigde berechting voor het kanton gerecht, en een wetsvoopstel tot wijziging van het Eerste Boek van het Wetboel van Strafrecht. De candidaat-notarissen die zich met zaakwaarnemerij ophouden mogen niet tot notaris worden benoemd Tweede Kamer. Op de vraag vai den heer Schaper antwoordde de Ministe Veegens, dat hij kon verzekeren, dat lie bestuur van de Rijksverzekeringsbank alle: doet ter bevordering, dat de werkgevers die eigen risico dragen, hun verplichtinj tot het doen van aangifte behoorlij' nakomen, met dien verstande, dat die ver plichting zich niet uitstrekt tot onbeduidend' ongevallen, waarbij geen geneeskundig: hulp noodig is. Of misbruiken met vruch worden tegengegaan, kan hij niet volmondij verzekeren. Het verslag van een in f: stellen contróle dient te worden afgewacht Een nadere vraag van den heer Schape liet de Voorzitter niet toe.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1907 | | pagina 2