Het Naambordje.
PREDIKf
in onderstaande gemeenten van
Zondag 3 Fe
Qeref. Kerk te Zierikzee:
'sVoorm. tien ure en 's avonds half zes ure:
ds. Laman.
Cat. Zondag 20.
Dinsdagavond half zeven ure: Locaal Zondags
school te Schuddebeurs.
SPREEKBEURT In de CONCERTZAAL,
op Zondag 3 Februari, aanvang des avonds ten
half zeven ure: spreker ds. Steinz van Stavenisse.
Herv. Kerk te Kerkwerve:
'sVoorm. half tien ure: ds. Blankert.
Herv. Kerk te Serooskerke:
'sNam. twee ure: ds. Blankert van Kerkwerve.
Herv. Kerk te Burgh:
'sVoorm. half tien ure: ds. Dejagher. (Doops-
bediening).
Herv. Kerk te Renesse:
Geen dienst.
Herv. Kerk te Noordwelle:
'sNam. twee ure: ds. Schouten van Noordgouwe.
Herv. Kerk te Haamstede:
'sNam. twee ure: ds. De Jagher van Burgh.
Geref. Kerk te Haamstede:
'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure:
ds. Koolstra.
Oud-Geref. Kerk te Haamstede:
Driemaal Leeskerk.
Herv. Kerk te Eikerzee:
'sVoorm. half tien ure: ds. Reus; 's nam. twee
ure: de heer C. Vrooland van Ginneken (ten
behoeve der zending).
Geref. Kerk te Eikerzee:
'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure:
Leeskerk.
Herv. Kerk te Brouwershaven:
'sVoorm. tien ure: ds. Van den Broek.
Geref. Kerk te Brouwershaven:
'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure:
ds. Horjus.
Herv. Kerk te Zonnemaire:
'sVoorm. half tien ure: ds. De Leur.
Geref. Kerk te Zonnemaire:
'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure:
De Jonge.
EURTEN
Schouwen en Duiveland.
bruari 190 7.
Chr. Geref. Kerk te Zierikzee:
's Voorm. half tien ure, 's nam. twee ure en
'savonds zes ure: de heer Visser, theol. student.
Herv. Kerk te Noordgouwe:
'sVoorm. half tien ure: ds. Schouten.
Herv. Kerk te Dreischor:
'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds.
v. d. Griend.
Herv. Kerk te Ouwerkerk:
'sNam. twee ure: ds. Kars.
Herv. Kerk te Nieuwerkerk:
'sVoorm. half tien ure: Geen dienst; 'snam.
twee ure: ds. Van der Linden.
Geref. Kerk te Nieuwerkerk:
'sVoorm. half tien ure, 'snam. twee ure en
'savonds zes ure: Leeskerk.
Oud-Geref. Kerk te Nieuwerkerk:
'sVoorm. 9 ure, 'snam. 2 ure en 'savonds
5,15 ureLeeskerk.
Herv. Kerk te Oosterland:
'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds.
Ruijsch van Dugteren. (Doopsbediening).
Geref. Kerk. te Oosterland:
's Voorm. half tien ure en 's nam. twee ure:
ds. C. Staal; 's avonds zes ure; Leeskerk.
Herv. Kerk te Sirjansland:
'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ure: ds.
Kamsteeg.
Herv. Kerk te Bruinisse:
'sVoorm. half tien ure en 'snam. twee ureds.
Waardenburg.
Geref. Kerk te Bruinisse:
'sVoorm. half tien ure en avonds vijf ure:
ds. De Jager.
Oud-Geref. Kerk te Bruinisse:
'sVoorm. negen ure, 'snam. twee ure en
's avonds vijf ure: Leeskerk.
Evangelisatie te Bruinisse:
'sVoorm. half tien „ure en *snam. twee ur«:
Gewone dienst.
Evangelisatie Jeruël II:
'sVoorm. tien ure en 'savonds half acht ure:
Gewone samenkomst.
ONDERWIJS.
Haamstede, 29 Jan. In verband met
het aantal schoolgaande kinderen op 15
Januari 1.1.zal het in den loop van het
jaar noodig zijn een derde onderwijzer
naast het hoofd aan de openbare lagere
school in deze gemeente aan te stellen.
Post en Telegrafie.
Aan het postkantoor te Zierikzee en de
daaronder ressorteerende hulppostkantoren
werd gedurende de maand Januari 1907 in
gelegd f 10956.546 en terugbetaald f3220.78.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 5701.
Landbouw en Veeteelt.
St.-Annaland. In 1906 zijn alhier
gewogen op de weegbrug „De Waarborg"
suikerbieten 5.229.510 K.Q., pulp 1.817.225
K.G., mangelwortelen 13.894 K.G., aard
appels 2.352.099 K.G., ajuin 473.515 K.G.,
hooi en stroo 2882 K.G., steenkolen en
cokes 47.713 K.G., granen 56.484 K.G.,
vlas 27.962 K.G., andere artikelen 55.668
K.G., samen 10.077.352 K.G., benevens
92 stuks vee. Op de weegbrug „De
Concurrent": suikerbieten 4.200.314 K.G.,
pulp 654.659 K.G., magelworteien 83.401
K.O„ aardappelen 1.680.087 K.G., ajuin
383.868 K.G., granen 102.578 K.G., cichorei
79.488 K.G., andere artikelen 22.910 K.G.,
overgewogen bieten 5594 K.G., samen
7.212.899 K.G., benevens 212 stuks vee.
Op de beide weegbruggen is dus een
totaal gewicht gewogen van 17.290.251 K.G.
Oud-Vossemeer. In de jaarsvergadering
der fairbank „De Hoop" werd mede
gedeeld dat in den loop van 1906 zijn
gewogen 2423662 K.G. bieten425621 K.G.
pulp; 48955 aardappelen8964 K.G. uien;
3196 K.G. steenkolen.
Tot voorzitter werd benoemd de heer
C. W. Snijder, daar de heer G. J. Ampt als
zoodanig niet meer in aanmerking wenschte
te komen wegens gevorderden leeftijd.
De heer D. J. Ampt Gz. werd in de
plaats van den heer Snijder tot bestuurslid
verkozen.
Haamstede, 29 Jan. Naar wij vernemen,
zal binnenkort worden verkocht de sinds
vele jaren buiten werking gestelde mee-
stoof „De Koe" aan den straatweg tusschen
Haamstede en Burgh.
Tot weger der alhier opgerichte
fairbank is aangesteld de heer C. Moelijker.
Sinds een paar weken worden in
Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen veel 4- a
5-jarige paarden opgekocht ter verzending
naar Duitschland via België.
De flinke prijzen variëeren naar kwaliteit
van f 475 tot f 675. Ongetwijfeld zijn dit
prachtige verkoopprijzen voor den land
bouwer, ofschoon er deze schaduwzijde
aan is, dat zij hem dikwijls verlokken tot
verkoop in gevallen, waarin arbeid of stal
het wenschelijker 'maakte, de dieren niet
van de hand te doen.
Mond- en klauwzeer. Van de
Belgische grens schrijft men:
Dat in den St.-Albertpolder, onder de
gemeente Sas-van-Gent, en dicht bij de
grenzen het mond- en klauwzeer is uit
gebroken, is niet te verwonderen, want
aan de overzijde van de grens komen in
de laatste dagen herhaaldelijk gevallen
voor. In de Belgische provincie Oost-
Vlaanderen is in de eerste helft van
Januari de ziekte sterk toegenomen.
In de andere Belgische provinciën
behalve West-Vlaanderen neemt de
ziekte af.
Uit de Staatscourant blijkt, dat de
Nederlandsche regeering ook hier reeds
de noodige maatregelen genomen heeft.
Schouwen, 30 Jan. Meer én meer blijkt,
hoe onaangenaam menig landbouwer door
de snerpende vorst der laatste week is
verrast geworden. Allerwege althans ver
neemt men, dat bijv. groote hoeveelheden
mangels bevroren zijn. Wie zorgeloos zijn
put niet had afgesloten met veel stroo, of
roekeloos den ijzigen wind toegang tot
zijn bergplaats verleende, moest op treurige
wijze tot de ervaring komen, hoezeer zijn
voedervoorraad in soms sterke mate was
ingekrompen.
Door schade en wordt men wijs.
Koninklijk bezoek aan Zeeland.
De Zeeuw moet haar bericht betreffende
het Koninklijk bezoek aan Zeeland reeds
herroepen. Van geachte zijde verneemt het
blad tenminste, dat de mededeelingen van
haar zegsman onjuist zijn.
Het geschiedde in een studentenstad.
Genoemde studentenstad zou, ware er
geen Universiteit geweest, waarschijnlijk
op den naam van „stad" geen aanspraak
kunnen maken. Dan zou ieder mensch,
althans iedere niet-inwoner, het kortweg
een gat genoemd hebben. De stad bestond
eenvoudig van de studenten. Het voor de
hand liggend gevolg hiervan was, dat po
litie en justitie zekere dooit oefening ver
kregen gewoonte hadden om allerhande
kleine misdrijven van de studeerende
jongelingschap door de vingers te zien.
En ieder burger vond dat heel goed, zoo
lang die kleine misdrijven hemzelven niet
benadeelden.
In het stadje verscheen, zooals in alle
stadjes, een courant. Redacteur van die
courant was meneer Bergstra. Meneer
Bergstra was pas verhuisd.
Hè, zei meneer Bergstra op 'n avond
kort vóór St. Nicolaas tot zijn vrouw, wat
ons nu eigenlijk hier aan het huis nog
ontbreekt is een naambordje. Die deuren
hier gelijken allemaal zoo sprekend op
elkaar, dat als je naam er niet op staat,
je altijd kans hebt op vergissingen.
ja, dat vond zijn vrouw ook. Zoo'n
naambordje moesten we „eigenlijk" nog
hebben.
Zooals het met kort vóór St. Nicolaas
uitgesproken wenschen moer gaat, deze
wensch kwam in vervulling.
Meneer Bergstra ontving op St. Nicolaas-
avond een zwaar tablet-chocolade-vormig
pakje, waaruit hij na veel papieren afwik
kelen, een mooi koperen naamplaatje te
voorschijn haalde.
Wel twintig keer op dien avond hield
meneer hel met zijn uitgestrekte armen
voor zich. Hij ging er zelfs mee naar de
voordeur, en hield het op de plaats, waar
het bevestigd zou worden. Zijn vrouw en
zijn dochter en zelfs de meid moesten
kijken, of 't zoo goed stond. Daarna moest
de meid het vasthouden en ging meneer
op een afstand staan om het „pronkstuk"
te bewonderen.
Op den zesden December van het jaar
1900 en zooveel, des morgens om half
zeven, stond meneer Bergstra aan zijn
voordeur het koperen naamplaatje vast te
schroeven, vijf minuten later moest de
meid komen om het op te poetsen, want
meneer had er met het vastmaken een
paar vingers op gezet.
Daar zat het nu blinkend en wel aan
de voordeur bevestigd, en telkens als
meneer thuis kwam, had hij dubbel lang
werk om het sleutelgat te vinden, zoo
dwaalden zijn oogen naar het koperen
naamplaatje af.
Het was eenige dagen later. Een paar
studenten begaven zich 's nachts na een
fuif in ietwat jolige stemming huiswaarts.
Ze hadden onderweg al een kar in de
gracht gegooid, en een bel kapot getrokken,
toen één hunner het koperen naambordje
van den heer Bergstra in het oog kreeg.
Ongelukkigerwijze was die ééne juist
zekere Jan Topp, een hartstochtelijk ver
zamelaar van allerhande hem niet toekomen
de voorwerpenin het bizonder van
naamplaatjes.
Drommels, jongens, kijk eens wat een
mooie plaat! Een koperen, dat is echt
ras. Die zullen we moeren!
Het duurde niet lang, of de studenten
stonden bij meneer Bergstra op de stoep,
en een kapot zakmes deed de schroefjes
van het naamplaatje lustig linksom draaien.
Verduiveld, dat gaat gemakkelijk. Dat
ding is er ook door een prul van een
timmerman opgemaakt, zeg. De vent is
waarachtig niet eens snugger genoeg ge
weest om de schroeven aan den achterkant
met een moertje vast te maken!
Lachend en pratend over dien „leuken
mop" gingen de jongelui verder en bereik
ten weldra de woning van Jan Topp,
waar deze de vrienden getuigen deed zijn
van de plechtige uitbreiding zijner ver-
zameling met het naambordje van den heer
Bergstra.
Den volgenden avond zaten de studee
rende jongelingen op de kamer van Jan
Topp. Ze dronken en terwijl ze daarmee
bezig waren kwam de juffrouw binnen en
bracht de courant.
Zoo, daar heb je dat prul ook weer,
dat vod, daar vindt je nu nooit een
nieuwtje in, voor het een week oud is,"
bromde Jan, maar hij keek er toch maar
eens in.
Een poosje zat hij onverschillig naar de
kolommetjes te turen. Plotseling smeet hij
de courant op tafel, gaf er een geweldigen
klap op met de vlakke hand, en barstte in
een bulderend gelach los.
Wat is er Wat bezielt je riepen de
anderen.
Neen maar, die is goed. Heb je ooit
van zijn leven! Ze denken zeker, dat ze
een onnoozel jochie voor zich hebben
Ha, ha, ha!
Maar wat.is er dan toch? Wat heb je?
Kijk maar-eens hier! Hij vatte de krant
weer op, en toonde zijn vrienden een
advertentie.
Waarschuwing
Degene, die in den afgeloopen nacht
in de Nieuwstraat een koperen naam
bordje heeft gestolen, wordt in zijn
eigen belang aangeraden, hetzelve bij
den eigenaar terug te bezorgen. De
dader is herkend.
Het geheele gezelschap brulde het uit
van het lachen, en een oogenblik later
kwam Jan Topp's hospita een potje suiker
binnen brengen. Zij dacht, dat meneer
niet genoeg zou hebben, zei ze, maar de
waarheid was, dat ze zoo erg graag wou
weten, waarom de heeren zoo verschrikke
lijk moesten lachen.
Dat is dan toch wel een verduiveld
mooi smoesje, zei er één. Die kerel denkt
zeker, dat je daarom er in zal vliegen. Er,
is immers geen sprake van, dat hij weet,
wie het gedaan heeft. Hij denkt zeker,
dat wij bang zullen worden.
Zooveel is zeker, merkte Jan op, de
advertentie slaat niet eens op mij. Daar
staat in, degene, die een koperen naam
bordje gestolen heeft, en ik heb het mijne
eerlijk gemoerd.
Bravo, lang leve het eerlijke moeren,
mijne heeren. Ik ledig dit glas, pardon,
dit kopje, op de gezondheid van den eer
lijken moerder!
De „eerlijke moerder" dacht of sprak
dien dag en den volgenden niet meer
over het gemoerde. Maar twee dagen later,
toen hij weer mei zijn vrienden samen
was, en weer de krant op zijn kamer werd
gebracht, en hij weer zei, dat het zoo'n
prul van een blad was, waar toch geen
nieuwtjes in stonden, maar toch wéér er
in ging zitten lezen, toen vond hij tot
zijne groote ontsteltenis een ingezonden
stukje, dat als volgt luidde:
Mijnheer de Redacteur!
Reeds meermalen is gewezen op de
zeer onwelvoeglijke wijze, waarop sommige
leden van de studeerende jongelingschap
zich hier ter stede plegen te gedragen.
Het is waar, men moet van een jongmensch
een grapje kunnen velen, maar wanneer
de grappen anderen tot schade zijn, en het
karakter van misdrijven aannemen, dan,
Mijnheer de Redacteur, meen ik, dat er
alle reden is om met kracht tegen derge
lijke „grappen" op te treden. Verleden
Maandag werd van mijn deur een koperen
naamplaatje gestolen. Toevallig was ik
zelf getuige van deze laffe daad. Ik ben
de daders, eenige studenten blijkbaar, ge
volgd tot ze een woonhuis binnen gingen.
Den volgenden dag aan dat huis infor-
meerende, is mij gebleken, dat daar op
kamers woont zekere Jan Topp, die volgens
de beschrijving, die zijn hospita van hem
gaf, dezelfde is, als degene, dien ik het
naambordje met zakmes heb zien los
schroeven. Teneinde het jonge mensch
in de gelegenheid te stellen zijn fout goed
te maken, heb ik den volgenden dag in
uw veelgelezen blad een waarschuwing
geplaatst, waarin ik het jonge mensch in
zijn eigen belang aanried het gestolene
terug te brengen. Aan dien wenk is echter
geen gevolg gegeven. Daarom heb ik heden
bij den officier van justitie tegen genoemden
student een aanklacht ingediend, en ik
verzoek u eenige regels ruimte in uw ge
acht blad, omdat publiciteit van deze zaak
me wenschelijk voorkomt. Daardoor toch
kan ze als voorbeeld dienen, en wellicht
tengevolge hebben, dat dergelijke diefstallen
in het vervolg niet meer voorkomen.
U, mijnheer de Redacteur, dankend voor
de plaatsruimte, Hoogachtend,
A. G. B.
Wat moet ik daar nou mee doen, jon
gens? vroeg Jan, min of meer van zijn
stuk gebracht.
Ja, ik weet het niet, luidde het troostrijk
antwoord.
De heeren spraken nog een poosje over
het gebeurde.
Stuur hem zijn bordje terug, dan hoor
je er nooit meer iets van, zei toen één
hunner.
Ja, maar hij heeft die aanklacht al in
gediend.
Och, wat, dat is maar bangmakerij.
Ja, dat dacht je bij de advertentie ook,
toen daar stond „de dader is herkend".
Ik zou het er niet op wagen!
Het resultaat der besprekingen was, dat
Jan Topp met een beklemd gemoed en
het koperen naamplaatje naar de woning
van meneer A. G. Bergstra toog.
Het dienstmeisje deed open.
Is meneer tehuis? vroeg Jan met be
nepen stem.
Jawel meneer, wie mag ik zeggen, dat
er is.
Hier is mijn kaartje.
Best, meneer. Wilt u maar binnekomen?
Zij opende de deur, en Jan trad het
salon binnen.
Wilt u plaats nemen?
Het dienstmeisje verdween, en even later
verscheen voor den zondaar het goedige
eenigszins schalksche gelaat van den heer
Bergstra.
Meneer, waaraan, dank ik de eer
Er kwam nog geen antwoord, dus
meneer moest zijn zin, die anders nooit
voltooid wordt, ditmaal wel afmaken.
van uw bezoek
Meneer Bergstra, ik hm ik
hm u heeft een ingezonden stukj
hm over een naambordjehm
A, ja, ik begrijp, viel de ander hem in
de rede met een veelbeteekenden blik op
het pakje in Jan's linkerhand. Ja, u be
grijpt, iets dergelijks, daar moeten eens
maatregelen tegen genomen worden. Die
studenten denken, dat ze maar alles on
gestraft doen kunnen.
Ja, meneerdat moet u zoo ernstig
niet opvattendat is zoo kwaad niet
bedoeld ik heb het bordje hier bij me
Op het gelaat van den heer Bergstra
verscheen een triomfantelijk lachje.
Jan Topp wist niets beters te doen dan
het naamplaatje maar uit te pakken, en
het aan den wettigen eigenaar ter hand te
stellen. Deze nam het heel bedaard aan,
legde het op tafel, en zeide:
Nu, dan zal ik het maar weer aan de
deur laten bevestigen, in de hoop, dat het
niet weer ontstolen wordt, en zweeg verder
met een gebaar, dat niet onduidelijk te
kennen gaf, dat de bezoeker nu weer kon
heengaan.
Deze maakte echter nog geen aanstalten.
Ja maar, meneerdie aanklacht.
Plotseling barstte meneer Bergstra in
een schaterlach uit, waar zijn bezoeker
met een vrij onnoozel gezicht bij zat te
kijken.
Ha, ha, ha, ha, dat was een valsche
uitgaaf.
De student zette een gezicht als een
vraagteeken.
Dat was een valsche uitgaaf, meneer!
Ik begrijp niet
O, wacht, u heeft misschien nooit van
een valsche uitgaaf gehoord. Wacht maar
even, ik zal het u eens laten zien.
Meneer deed de deur van de kamer
open en riep:
Een krant van gisteren.
Even later werd het gevraagde gebracht.
Kijk eens, meneer, hier heeft u nu de
krant waar het ingezonden stuk in stond,
en hij spreidde het blad voor den student
uit.
Deze keek er een oogenblik verwonderd
naar, niet wetende, wat de ander bedoelde.
Wijst u me nu dat ingezonden stuk aan.
Jan zocht een poosje, vergeefs, en zei
toen heel verbaasd
Het staat er niet in
Neen, meneer, het staat er ook niet in.
Het stond alleen in de krant, die u ge
stuurd is, en dus niet in de geheele oplage.
Daarvan heb ik maar twee exemplaren
laten drukken. Het ééne is aan u gezonden
en dat heeft zijn uitwerking niet gemist,
en het andere bewaar ik, als een herinne
ring aan onze kennismaking!
Het nieuwe Afrikaansche Volkslied.
Het volgende „regte Afrikaansche Volks
lied" is aan de Transvaler ontleend:
Hul sal dit tog nie kry nie,
Ons sonnig vaderland.
Hul kan maar hout gerus wees,
Die here van die Rand.
Al hoor hui nou van „speeches",
En „meetings" sonder tal.
Hul sal tog nie kry nie
Want hulle het ons al.
Daar is wel banje praatjes,
Van Nasionaliteit,
Van moedertaal en kerke,
Maar das maar ydelheid.
Die hele volksgedoente,
Is net maar natte twak.
Die grote vraag vir ons is,
Wat breng dit in ons sak?
Ons stuur nou onse kinders
(Want ons is mos loyaal).
Na skool toe by die rooies,
Hul leer die rooie taal.
Ons eie taal kan blywe,
Die kom er nie op an.
's Mens die nou nog „Duts" praat,
ls geen fatsoenlik man.
En daarom sal ons singe
Al is ons mage hol,
Ons broeke vol met lappe,
Ons hoede sonder bol.
Want één ding is tog seker.
Vas as 'n dam zyn wal:
Hul sal ons tog nie kry nie
Want hulle het ons al.
Gemengd Nieuws.
Het lengen der dagen. 's Morgens
merk je er nog niet veel van, 's avonds
meer. Dat komt zóó:
De 21ste December is, zooals men weet,
de kortste dag, doch van dien datum af
tot Nieuwjaar worden de namiddagen wel
langer, doch de morgens steeds nog korter.
Omdat echter de namiddagen meer lengen
dan de ochtenden afnemen, worden de
dagen in het geheel na 21 Dec. wel langer.
Na Nieuwjaar komt ook de zon des morgens
vroeger op, doch dan hebben de namiddagen
in hun lengen reeds een voorsprong van
tien dagen, iets, wat men nu in het laatst
van Januari nog heel best kan merken.
Voor de jury-rechtbank te Dortmund
is een zaak behandeld, die in September
veel opzien gebaard heeft. Bij een aantal
oude dames had vroeg in den ochtend
een man ingebroken, die één der dames
half worgde en de andere bedreigde. Op
het hulpgeroep kwamen de buren toesnellen
die den inmiddels gevluchten inbreker
aanhielden.
Het bleek tot aller verbazing de suiker-,
werk-fabrikant Dickman te zijn. Een
revolver en een groot broodmes werden
bij hem gevonden. Hij beweerde toen, dat
hij zich het gebeurde slechts vaag herinnerde
Hij had veel last van benauwde droomen I
Dien avond had hij vrij veel alcoho I
gedronken en was in een nieuwen angstiger
aanval uitgetrokken. Van geld stelen was
geen sprake geweest, en van de feiten de
inbraak had hij geen enkele herinneringl
over.
De dokters, die hem onderzochten, ver-
klaarden echter voor de rechtbank, dat zi.
geen enkele geestesstoornis hadden kunner j
bemerken. Volgens hun oordeel simuleerde?;
hij dat alles.
Het slot was, dat hij tot 2 jaar tuchthui! I
en 5 jaar eereverlies werd veroordeeld. I
TELEGRAMMEN.
Middelburg, 1 Februari.
Gedeputeerde Staten hebben de verkiezinp
van een lid voor de Provinciale Stater
in het district Middelburg, ter voorziening
in de vacature, ontstaan door het over
lijden van den heer W. Maas, bepaald
De candidaatstelling zal zijn op den 12der
Maart, de stemming op den 26sten Maart
en de herstemming op den 9den April.
Vlissingen, 1 Februari.
De gemeenteraad heeft het voorstel aan
genomen om in beginsel te besluiten to
de oprichting van een Hoogere Burgerschoo
met driejarigen cursus, mits het Rijk eer
jaarlijksche subsidie van f 7500 verleent
's-Gravenhage, 1 Februari.
Eerste Kamer. De Begrooting var
Justitie werd aangenomen. Minister Van
Raalte wees de uitbreiding van het per
soneel af, en deelde mede, dat spoedif
te verwachten is een wetsvoorstel voor d'
vereenvoudigde berechting voor het kanton
gerecht, en een wetsvoopstel tot wijziging
van het Eerste Boek van het Wetboel
van Strafrecht. De candidaat-notarissen
die zich met zaakwaarnemerij ophouden
mogen niet tot notaris worden benoemd
Tweede Kamer. Op de vraag vai
den heer Schaper antwoordde de Ministe
Veegens, dat hij kon verzekeren, dat lie
bestuur van de Rijksverzekeringsbank alle:
doet ter bevordering, dat de werkgevers
die eigen risico dragen, hun verplichtinj
tot het doen van aangifte behoorlij'
nakomen, met dien verstande, dat die ver
plichting zich niet uitstrekt tot onbeduidend'
ongevallen, waarbij geen geneeskundig:
hulp noodig is. Of misbruiken met vruch
worden tegengegaan, kan hij niet volmondij
verzekeren. Het verslag van een in f:
stellen contróle dient te worden afgewacht
Een nadere vraag van den heer Schape
liet de Voorzitter niet toe.