ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 17 Januari 1907. (Z i e r i Is. z e e s c h. e C o u r a n t). Aan onze geabonneerden op het eiland Tholen Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post 1,60. Voor het buitenland, verzending eens per week, 10,per jaar bij vooruitbetaling. 63ste JAARGANG. No. 8412. Directeur: A. I. DE LOOZE. Uitgever-Redacteur: A. FRaNKEL. Redacteur: J. Waale, alleen voor het binnen- en buitenlandsch nieuws. Advertentiënvan 1—3 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags-, Woensdags- en Vrijdag-middags 2 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. DE LOOZE, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FRANKEL, Oude Haven D 493, Zierikzee. berichten wij, dat zij tengevolge van de omstandigheid, dat Dinsdagmorgen de Zuid-Nederl. tram te Rozendaal aankwam, toen de trein naar Bergen- op-Zoom reeds was vertrokken, ons blad in plaats van 's morgens pas 's avonds ontvangen hebben. Wij leven in de hoop, dat de Regeering door deze in het postverkeer telkens terugkeerende vertragingen van de noodzakelijkheid eener snellere en betere postverbinding met Tholen ten slotte zal doordrongen worden. Het is toch een onhoudbare toestand, dat brieven en couranten, die hier 's avonds vóór tien uur worden ge post, eerst den volgenden avond ten zes ure te St.-Maartensdijk aankomen, en dat geadresseerden, wonend buiten de kom der gemeente, de voor hen bestemde brieven en couranten pas den daaropvolgenden morgen ont vangen. De Directie. Postkantoor te Zierikzee. Lijst van onbekende brieven enz. over de eerste helft der maand Januari: Brieven: G. L. van der Burg, Berkel. M. C. van der Kreke, Middelburg. M. Fonteijne, Rotterdam. Mej. C. van der Klift, Rotterdam. Schipper Mallander, Briefkaarten: W. Nimrot, Rotterdam. Buitenland. Mej. Schoefellenberger, Brussel. De Shall van Perzië, Mouzaffir Eddin Mirza, heeft van het door hem in zijn rijk pas ingevoerde constitutioneele stelsel niet veel genoegen beleefd. Gedurende langen tijd reeds sukkelend, heeft hij, gezeten op een leuningstoel, en met den blik naar Mekka gekeerd, het eeuwige met het lijdelijke verwisseld. In het avonduur ont sliep hij, kalm en zacht, terwijl zijn twee zoons in zijn nabijheid waren, waarvan de oudste onder den naam van Mohammed Ali Mirza den troon thans beklommen heeft, en door het corps-diplomatique reeds als souverein erkend is. Volgens de jongste berichten zou een derde zoon van den overleden Shah in het zuiden van Perzië een legermacht verzamelen, om met behulp van deze zijn broeder van den troon te stooten, en zich zeiven er op te plaatsen. Indien een burgeroorlog mocht uitbreken dan is de mogelijkheid van een interventie der Europeesche mogendheden niet uit gesloten. Engeland en Rusland bezitten reeds door het geld, dat zij hebben voor geschoten, grooten invloed, en zullen van de ontstane verwikkelingen in het rijk allicht gebruik willen maken om hun in vloedssfeer uit te breiden. Of Duitschland, dat in Perzië ook gaarne een invloedssfeer wil bezitten, daarbij geheel passief zal blijven, is moeilijk aan te nemen. De verkiezingsstrijd voor den Rijksdag in Duitschland is thans in vollen gang. In Berlijn werd een groote kiesvergadering gehouden, die door de eerste mannen op het gebied van wetenschap, kunst en letteren werd bijgewoond. Dernburg, de Directeur der Koloniale afdeeling, die door zijn fulminante rede in den Rijksdag een populaire figuur is geworden, zette voor dit uitgelezen publiek de koloniale staat kunde der regeering op een zóó boeiende wijze uiteen, dat hij stormachtig werd toegejuicht. In de katholieke partij is een scheuring ontstaan, die een grooten omvang dreigt te verkrijgen, en daardoor voor het centrum noodlottig kan worden. Zij die zich af gescheiden hebben, en de regeering in haar koloniale staatkunde wenschen te steunen, noemen zich in tegenstelling met hen, die tegenover de regeering front gemaakt hebben, de nationale katholieken. De overleden Aartsbisschop van Posen, mgr. Van Stablenski, heeft in zijn testament, dat door de Poolsche bladen gepubliceerd wordt, het standpunt, door hem in de Poolsche kwestie ingenomen, toegelicht. „Ik „verkeerde", zóó luidt het in deze uiterste wilsbeschikking, „in de meening, dat het „staatsburgerschap en zijn consequenties „ook ruimte liet voor het nationale leven. „De instandhouding van dit nationale „leven beschouwde ik als mijn plicht en „mijn recht. Zoover het in mijn macht „stond, heb ik dat ook gedaan in de „overtuiging, dat ik tegelijkertijd de grond ruilen van ons kerkelijk religieus leven „versterkte. Met betrekking tot de nationale „tegenstellingen, in 't bizonder op het „gebied van het schoolwezen, heb ik het „mogelijke gedaan, om niet alleen den „godsdienst, maar ook de moedertaal in „het godsdienstonderricht te bewaren. De „memories, door mij aan Zijne Majesteit „gezonden, leverden daarvoor het bewijs. „Een volledige breuk met de Regeering „heb ik, als indruischend tegen de belangen „der kerk, niet willen uitlokken. Het aan schouwen van de stelselmatige wijze, „waarop mijn schaapkens door de Ansie- „delungscommission uit hun landbezit „werden verdrongen, heeft mij ten diepste „aangegrepen, en de kommer en de „weedom over deze onteigening vormen „wellicht één der oorzaken van mijn hart- „kwaal". De Ansiedelungscoinmission streeft er naar het Poolsche grondbezit zooveel mogelijk in handen der Duitschers te brengen. Zij is in haar streven tot nu toe niet erg gelukkig geweest. De Polen waren haar te slim af. De jonge man, die als soldaat verkleed generaal Pawlow, den procureur-generaal der militaire gerechtshoven te Petersburg, gedood heeft, is, zonder dat hij zijn naam heeft willen bekend maken, door den krijgsraad ter dood veroordeeld, en ter stond opgehangen. Generaal Pawlow is dezelfde, die indertijd in de Doema de doodstraf verdedigde. Toen hij had uit gesproken, deelde een afgevaardigde aan de vergadering mede, dat generaal Pawlow opzettelijk een telegram had opgehouden, waarin aan ëén der veroordeelden gratie werd verleend, zoodat deze ter dood werd gebracht. De geheele vergadering stond, nadat hij het feit erkend had, toen als één man op, en schold hem uit voor „moordenaar", „beul". „Er uit" riep men hem vol verontwaardiging toe. En Pawlow pakte zijn biezen. Sedert heeft hij, beducht voor een aanslag, zijn paleis niet durven verlaten. Toch kon hij in weerwil van voorzorgsmaatregelen zijn lot niet ontgaan. Op Dingaansdag werd ter nagedachtenis van de vrouwen en kinderen, die gedurende den Transvaalschen oorlog in de con centratiekampen het leven verloren hebben, te Brandfort een monument onthuld. Voor op het monument staat: „Voor Vrijheid en voor Recht". Ter nagedachtenis van de afgestorvenen in 't Brandfort vrouwen kamp, te Keerom, gedurende Anglo-Boeren- oorlog 1899—1902". Aan de rechterzijde van het monument staat„Uw bitter lijden, sterven en tranen mogen, kunnen en zullen nooit tot in het verste nageslacht vergeten worden". Aan de linkerzijde van het monument leest men„Zoo ik u vergeet, zoo vergete mijn rechterhand zich zelve! Uw kruis hebt ge gedragen, uw kroon reeds ontvangen". Aan de achterzijde van het monument staat: „Deze gedenksteen werd opgericht 11 Augustus 1906 door de ge meente van Brandfort, Vrienden en Bloed verwanten, met de innige overtuiging dat er nimmer te vergeefs is geleden noch gestreden. Nadat ds. Stuiting de inscriptie op de gedenksteen, die 11 voet hoog is, en op een bruin graniet voetstuk (van Tafelberg) rust, had voorgelezen, zei hij: De gedenksteen stelt voor een vrouw die een kruis draagt. Dit is een voor stelling van „het kruis", dat de moeders 'van ons volk gedragen hebben, het kruis, dat de kinders van het volk gedragen hebben. Laten we hopen, dat uit ons volk nog zulke edele moeders en kinderen ge boren worden! Voor het vrouwengeslacht moeten we allen eerbied hebben, zij hebben in den oorlog evengoed kaar opofferingen gemaakt voor onze zaak, ze zijn vernederd geworden, dieper konden ze niet vernederd worden, maar ze hebben alles met blij moedigheid gedragen. Hoe dieper de vernederingen, hoe blijmoediger ze alles droegen. Nimmer heeft het Afrikaner vrouwengeslacht zich te schamen! JAPAN. In Japan werkt men met koortsachtigen ijver in de militaire werkplaatsen. Er zijn 50.000 man bezig, zegt de Sun van New- York. Ingenieurs, die een kijkje genomen hebben in het land der opgaande zon, zeggen, dat men zich eenvoudig geen voorstelling vormen kan van de onver moeide pogingen der Japanners om Japans strijdkrachten de sterkste ter wereld te maken. AMERIKA. In Charles-City (lowa) kwamen dezer dagen de voornaamste burgers in een bidstond bijeen. Vier geestelijken en vele vrouwen namen aan de bijeenkomst deel. Na afloop begaf de schare zich naar de gevangenis en drong er de cel van een zekeren Cullers binnen, die onder ver denking stond zijn vrouw en zoon vermoord te hebben. Men sleepte den ongelukkige naar een brug buiten de stad, en dwong hem hier te knielen, om den hemel ver geving voor zijn zonden af te smeeken. Nadat dit geschied was, hing men den ongelukkige aan den naaslbijzijnden lan taarnpaal op, en begroef vervolgens het lijk onder 't zingen van godsdienstige liederen. Aldus geschiedde in de verlichte twintigste eeuw, in 'tmeest verlichte land der nieuwe wereld. New-York, 15 Jan. De „Western Union Telegraph Company" heeft berichten ont vangen, volgens welke de stad Kingston (eiland Jamaica) door een aardbeving is verwoest en een groot aantal menschen omgekomen is. SPANJE. Het Spaansche koningspaar begeeft zich den 25sten Januari naar El Pardo, waar men tot April denkt te blijven. De koningin hoopt als gelukkige moeder naar de hoofdstad terug te keeren. hl het Prado te Madrid zal een Protes- tantsche kapel geopend worden ten behoeve van prinses Beatrix van Batenberg, die voor de bevalling der koningin zal over komen. De koning zet dit door, ondanks het verzet van den hoogen adel. ITALIË. Rome, 13 Jan. Kardinaal Merry del Val heeft al drie dagen na elkaar samen- sprekingen gehouden met den Pruisischen gezant ten Vaticane. Naar men verzekert, staat dat in verband met de in beslag genomen papieren ten huize van mgr. Montagnini in Parijs. Blijkens aan het Vaticaan uit Frankrijk ontvangen berichten keurt men in de kringen der hoogere Fransche geestelijkheid de laatste encycliek des pausen onvoorwaardelijk goed. De paus heeft voorts aan de bisschoppen aanvullende instructies gezonden voor enkele bepaalde gevallen, o. a. betreffende het gedrag der seminaristen, die onder de wapens geroepen worden. Zij moeten zich onderwerpen, heet het in die instructies, maar indien de militaire reglementen zich er niet tegen verzetten, moeten zij ver volgens een protest indienen, omdat zij slechts gedwongen en tegen hun wil in de kazernes gekomen zijn. Op de vraag, of de geestelijken pastorieën en kerken in huur mogen hebben, antwoordt de paus: Ja, indien er geen andere lokalen te krijgen zijn. Maar steeds moet het onder protest gaan. De paus verklaart het niet verplichtend voor de geestelijkheid de missen te houden voor overledenen, waar voor fondsen beschikbaar zijn gesteld, welke de regeering in beslag heeft doen nemen; de verantwoordelijkheid in deze valt op de regeering. De Amerikaansche katholieken zenden nog steeds groote sommen aan het Vatikaan ten bate van de Fransche geestelijkheid. Het Vatikaan zoo beweert de corres pondent van de Temps te Rome heeft dezer dagen honderden chèques, tot een bedrag van 150.000.000 lire, bij de Duitsche katholieke bank Nast-Kolb en Schumacher aangeboden. RUSLAND. St.-Petersburg, 13 Jan. Een mede- deeling van het ministerie van financiën zegt: Tengevolge van de ontbinding der doema en de verdaging van den rijksraad kon het ontwerp der staatsbegrooting niet te rechter tijd in behandeling genomen worden. De openbaarmaking der begrooting kon niet eerder plaats hebben dan 1 Januari. Artikel 116 van de rijksgrondwet bepaalt, dat wanneer de staatsbegrooting niet voor den aanvang van het begrootings- jaar is vastgesteld, het budget van het afgeloopen jaar van kracht blijft. Dien overeenkomstig besloot de ministerraad onder overlegging van de begrooting van 1906 en op grond daarvan, de begrooting voor 1907 op rond 21 milliard vast te stellen, zijnde een verhooging van 64', millioen voor rente van leeningen in 1906 en kosten van de agrarische organisatie van de bevolking te plattenlande. Voor de eerste drie maanden van het jaar worden voor eenige takken van dienst uit die begrooting voorloopig credieten toe gewezen tot een bedrag van 643 millioen roebel. 14 Jan. Naar de Russ bericht, werd in den afgeloopen nacht de politie bij een huiszoeking in de wijk „Wassiliewsky Ostrowa" met revolverschoten ontvangen, waardoor twee hoogere politieambtenaren en een politieagent werden gedood. De politie moest zich, onder schoten door de bewoners van het huis gelost, terugtrekken. Het huis is door militairen omsingeld. In den afgeloopen nacht is ook bij eene huiszoeking in de wijk „Petersburgsky Ostrow" een politieagent doodgeschoten. ENGELAND. Te Grimsby is volgens een Engelsch blad Zaterdagavond het volgende roman tische voorval gebeurd. In één der hospitalen van die stad lag sedert eenigen tijd een oude matroos zwaar ziek aan de tering. Hij verkeerde in het laatste stadium van de ziekte. Voelende dat zijn einde naderde, verzocht David Creston, dat men iemand van de politie zou halen, aangezien hij een bekentenis te doen had over een moord op zee. Dadelijk werd aan zijn verzoek voldaan, en ambtenaren van de recherche stonden al spoedig aan zijn bed, om het getuigenis van den stervende in ontvangst te nemen. David Creston vertelde dan, dat zijn geweten hem niet met rust liet, omdat hij niet vroeger zijn bekentenis had afgelegd, maar nu verhaalde hij het volgende, dat hij als ooggetuige had bijgewoond eenige jaren geleden. Op zeker stoomschip kreeg de kapitein, ter hoogte van Vlissingen, een hevigen twist met één der opvarenden hij schoot den man dood, en wierp het lijk overboord. De namen en dagteekenin- gen, door Creston verschaft, en de redenen voor zijn langdurig stilzwijgen schenen wel betrouwbaar, maar de politie vindt het vreemd, dat van zulk een misdaad niet het een of ander vroeger uitgelekt is, en dat niemand, op wien het geval toe passelijk zijn kan, vermist wordt. Maar hoewel de matroos op sterven lag, was er geenerlei teeken, dat's mans geestvermogens gestoord waren. Te Londen is deze week op 21- jarigen leeftijd overleden Nelly Wick, een wereldkampioen ondanks haar jonge jaren. Sterker nog, ze was 't al toen zij acht jaren telde. Toen won ze den titel van vrouwelijke wereldkampioen in het snel- scheren. Zij was een dochter van professor Teddy Wiek, den bliksemscheerder. Ze kreeg het mes al in de hand, toen ze nauwelijks overeind kon staan. Op vier jarigen leeftijk trad zij voor 't eerst pp en schoor, voor het verbaasde publiek, twaalf man in vijftien minuten. Maar er zouden nog vier jaar moeten verloopen voor zij, in het Royal Aquarium, 21 man binnen de 21 minuten den baard afnam, en de kampioenslauweren verwierf. FRANKRIJK. Weer is een Fransche onderzeesche boot gezonken te Cherbourg, deze keer zonder menschen mee naar de diepte te nemen. De onderzeesche boot „Algérien" lag in het arsenaal, er was niemand aan boord. Zij is plotseling verdwenen, niemand weet hoe. Duikers hebben de drenkelinge op den bodem van het water zien liggen, overzij gevallen. Bijna gelijktijdig dat de „Algérien" gezonken is, heeft de „X" groot gevaar geloopen en wel in volle zee en met de equipage aan boord. Deze boot was Vrijdag uit Cherbourg vertrokken voor het doen van gecombineerde oefeningen met andere schepen en groot was de verbazing, toen na afloop van de manoeuvre alle schepen behoorlijk voor anker kwamen liggen, behalve de „X". Onmiddellijk werden er schepen uitge zonden om de „X" op te sporen en na vijf uren zoekens vonden deze haar in volle zee met gebroken schroef. Het mocht dezen schepen met veel moeite gelukken de boot naar de haven van Cherbourg te sleepen, gelukkig zonder dat er een enkel menschen- leven te betreuren viel. DUITSCHLAND. Omtrent den fabrieksbrand nabij Straats burg in het vorig no. reeds kortelijk gemeld, worden de volgende bizonderheden vernomenDe brand brak Vrijdagmorgen om 6 uur uit te Geispolsheim, een dorp aan den spoorweg naar Bazel, 15 K.M. van Straatsburg verwijderd, in de kachel- fabriek der Engelsche firma Hubert Co. te Londen gevestigd. De oorzaak van den brand is nog niet opgehelderd, vermoedelijk is er vuur uit den oven gevallen en heeft het een hoop afval bereikt, waarbij zeer veel celluloïd was, waardoor de vlammen terstond hoog oplaaiden. Een deel der arbeiders en arbeidsters, meest jeugdige personen, was reeds aan het werk. Het vuur bereikte al spoedig de deur en ver sperde zoodoende den arbeiders en arbeidsters, die in het lokaal waren, waar de brand uitbrak, den uitgang. Van dezen bereikten maar weinig de buitenlucht. Een meisje waagde den sprong door de vlammen en kwam met brandende klceren op de binnenplaats; haar toestand is hopeloos. De door de snel om zich heen grijpende vlammen bedreigde arbeiders slaagden er ook niet in de met tralies gesloten vensters te openen. Zij drongen zich opeen in den meest verwijderden hoek van het lokaal, waar velen, door den rook bedwelmd, ineenzonken. Een groote hoop asch, waaruit verkoolde inenschenbeenderen en schedels steken, duidt de plaats aan, waar 21 jonge menschenlevens, 15 meisjes en 6 jongens van 15 tot 18 jaren, in de vlammen ver loren gingen. Door de deur kon niemand gered worden. Uit een tegenover gelegen lokaal, van de plaats van den brand slechts door een smalle gang gescheiden, konden door het wegnemen van de tralies der vensters en van de kozijnen 6 knapen en meisjes worden gered. Het paklokaal werd ook spoedig door den brand aangetast en daar kon men de tralies niet spoedig genoeg van de vensters wegbreken. De jongens en meisjes, die daar waren, werden met geweld er tusschen door getrokken en kregen daarbij verwondingen over het geheele lichaam. De directeur Nonbrecht uit Geispolsheim bevond zich bij het uit breken van den brand nog niet in de fabriek. Hij had 2 opzichters, Dürr en Schahl, die in verhoor genomen zijn, om de verant woordelijkheid vast te stellen. Bij de afgebrande fabriek speelden zich hart roerende tooneelen af onder de ouders van de in het vuur omgekomen slachtoffers. De materieele schade bedraagt f 18.000. De Duitsche keizer heeft het leger een bericht doen toezenden, waarin den officieren aangeraden wordt eenvoudig te leven. Fransche champagne behoeven ze niet te drinken. Volgens Z. M. zijn de Duitsche wijnen goed genoeg. De keizer wenscht, dat het menu der officieren, wanneer hij hen in hun mess bezoekt, zal bestaan uit soep, visch, groenten, vleesch en kaas. Drinken aan tafel is niet noodig. De Berlijnsche katholieken hebben aan het Vaticaan 28.000 mark gezonden voor de kerk in Frankrijk.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1907 | | pagina 1