ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 22 September 1906. (Z ierilizeesche Courant). Tweede Blad B E R C H T. Opneming van de Voetpaden. NIEUWSTIJDINGEN. Verachjjnt DINSDAG, DONDERDAG ei ZATERDAG. De prijg per 3 maaiden ia f 1,30, franoo per post f 1.60. Noord-AmerikaTranavaal, Indië om. verzending ecu per week, f 10,por jaar. 63ste JAARGANG. No. 8363. Directeur» A, 7, DEI L.002SK Uitgever-Redacteur: A. FRANKEL. Redacteur: J. WAALE, alleen voor het binnen- en bnitenl. nieuws. Advertentiënvan 13 regels 30 Ots. meerdere regels 10 Cts.kannen niterlgk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 2 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek SchuilhavenZierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Frünkel, Oude Haven 493, Zierikzee. die «lek met I Ortober a t. op deae courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum vertchljnende nummert prat it. Mie brievengaardere en boekhandelaart nemen abonnementen aan. lie lilrecteur, A. .7 J1E fcflOZK De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Zierikzee bteDgen ter kennis van belanghebbenden, dat in de aanstaande week van wege de gemeente eene Algemeene Opneming zal worden gehouden van de Voetpaden. Zierikzee, den 17 September 1906. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, CH. W. VERMEUS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Amerika. New-York, 18 Sept. De Northboundtrein van de Chiosgo Rook Inland Pacifio Railway stortte in de Cimarronrivier bij de stad Okla- hems. Slechts weinige rijtuigen bleven op de rails, maar het grootste gedeelte van den trein viel in bet water. Men vreeat dat ongeveer 100 passagiers zijn omgekomen. Italië. Zaterdag hebbes ia verschillende streken van Italië aardbevingen plaats gehad, die niet veel materieele schade veroorzaakten, doch onder de bevolking een paniek te weeg brachten. In het plaateje Poggibonzi, bij Siena, daurden de schokken met tueechenpoozoc van half zes tot half negen 's morgens. Gel ijker tij-1 werden aardschokken waargenomen in de baart van Palermo. De bevolking van het stadje Termini vlaoktte ia allerijl, evonale die \an Banzina. Da stïjmograaf te Potsdam toekende Zaterdagavond tegen half zes een ernstige aardbeving op, te? afstand van 13000 K M. Ook de instrumenten te Straatsburg noteerden op denzeliden tijd een krachtige aardbevicg op verren afstand. De hertog der Abrnzzen is van zijn reis door de binnenlanden van Afrika terug. Het bljjkt dat hij na de beklimmicg van den Ro9weozori veertig dagen lang op een hoogte van 4000 meter heeft vertoefd en daar belang- rijke geografische, botanische en geologisohe waarnemingen heeft gedaan. Ia December zal hij daarover mededeelingen doen aan het aardrijkskundig genootschap te Rome. Zwitserland. Het bondsgerechtshof te Lausanne heeft bepaald, dat bet geld van den in hechtenis genomen Russischcn revolutions air Beien tsof, dat deze in Rusland geroofd had, aan de Russische regeeriog zal worden teruggegeven. Te Lausanne zijn huiszoekingen gedaan in de woning van versoheidene Ruseieche studenten, die indertijd met mejuffrouw Leontiëf, de moordenares van den heer Muller, in con- neotie stonden. Drie vrouwelijke studenten moeten sinds 'n paar dagen spoorloos verdwenen zijn. Fr aakrijk. Rond» Uig wigt dg rooheiobe te P.riju, dat er in de groote stad veel valsch goudgeld in omloop was, stukken van tien franos. Sedert Mei lag zij op do loer, legde de hand op een paar mannen, die valsoh geld uitgaven, doch kon niet te weten komen, waar en door wie het gemunt word. Thans ie het haar, na langdurige en ijverige nssporingen, gelokt. De aanvoerder der bande, die niet minder dan nit veertig mensohen bestond, ie gevangen genomGn, torwij! hij het metaal smolt voor het vervaardigon dor stukken noodig. Prachtige instrumenten, cuvetten, matrijzen, Bunsensche branders en 250 tien-franoa-stukkon werden in beslag genomen. De stokken dragon de beeltenis van Napoleon III en de jaartallen 1856 en 1857, terwgl er ook stokken gevonden werden met het jaar 190C. Do bende heeft reeds voor esn bedrog van 200,000 francs uitgegeven. Tot dusver zijn 60 personen in heobtenis genomen. De politie hesft drie werkplaatsen ontdekt, waar de valscbe munt werd ver vaardigd. Do lO-franos-stakkeu werden ge maakt ven glas, dat langs galvanoplasiischan weg met ecu duo laagje goad word bedekt. O ader de ia hechtenis genomenen, die meesi&l tot hot echuim van het Q nar tier Latin be- hooren, bevinden zich echter ook eenige vroegere studenten uit zeer geziene families. Zondagmiddag iB de bliksem geslagen in de kruitkamer van de vesting te Montfauy», bij Besargoa. Door de ontploffing werden verscheidene meoschen gedood en een groot aantal gewond. De ontploffing heeft niet alleen het fort vernield, maar ook alle toegangswegen, alleen een geblindeerde toren is blijven staan. Do opsporing der verongelukten gaat met groote moeite gepaard, daar uiteengeslagen stukken van de rots, die overal in het rond liggen, den weg versperren. H6t aantal slacht offers ie nog niet met juistheid vastgesteld. BelgiS. Een geacht Hollandsche diamantbewerker te Antwerpen, zekere M. van Embdcn, maakte 's morgens voor hij naar de fabriek giog een kop warm drinken gereed. Plotseling kwam zgo vronw achter hem en loste vier schoten uit een revolver. Doodelgk viel bij neer. De vrouw plaatste toen het wapen tegen haar hoofd en loste een schot, dat haar deed ineen zakken. Zij was onmiddellijk dood. Den man hoopt men in het leven te houden. De daderes was krankzinnig. Nederland. Rotterdam, 19 Sept. Gisteren in den vroegen morgen is alhier op de trappen van het secretariaat van de Yredes-tentoon stelling een moordaanslag gepleegd. De schoenmaker A. van Dieren leefde geruimen tijd in onmin met zgne vrouw. Nadat hg op een Zondag haar weer bedreigd had, bad zijne vronw hem verlaten en zich naar Amsterdam begeven om daar een betrekking te zoeken. Södert vervolgde bij de zuster zijner vrouw, die als werkster werkzaam was ia de kuustzaal van den heer Reekers aan bet Beursplein, in welk gebouw ook het secrotariaat der Yredes- tentoon&teliing gevestigd is, om van haar te weten te komen waar zijue vrouw zioh bevond. Thans soheen zijn geduld teu einde te zgo. Hg zocht gisterenmorgen 7 uur zijne zuster op, en toen hij weder geen inliohtiog van h&ar verkreeg, loste bij een eohot op haar. De kogel trof haar in het hoofd nabij den linkerslaap. De vrouw werd naar hot zickenfcuid over- gebraoht. De dader, die het op een loopen had gezet, werd in de Wijn straat door kolenwerkers gegrepen en naar het politie bureau aan de Pauwensteeg overgebracht. Aan het in aanbouw zijnde pand van de firmi Spierdijk, hoek Westc Wagenstraat en Sint-Lanreuestraat, was hedenmorgen in den nok aan hot werk de 38 jarige metselaar Pieter Been. Op een trapleer staande, had Been het ongeluk uit te glijden en terecht te komen op een der zolderbinten. Ernstig ge kneusd vermoedelijk viel B. op een volg6r.de bintlaag en zoo verder, totdat hij gelijkvloers van het vier verdiepingen hooge pand neer- smakte. Levensgevaarlijk gewond werd de arme man naar het Ziekenhuis overgebracht. Ten aanzien van de stiohting van een nienw post- en telegraafgcbouw te Rotterdam wordt medegedeeld, dat het denkbeeld in overweging is genomen om het tegenwoordig post- en tolegraafgebouw geheel te bestemmen voor den poetdienAt en een nieuw hoofd- telegraaf- eu telefoonkantoor te vestigen in het z.g. Oost-Indische Hais aan de Boompjes te Rotterdam, welk gebouw thans in bunr is 8fge&taan aan de gemeente Rotterdam, volgens een mededeeliog van den minister van fhauclëi», vermoedelijk met 1 Jan. 190Ö beschikbaar komt, en dat omtrent de voor waarden van afstand mot genoemden minister onderhandelingen loopende zgo. Landboiw en Veeteelt. OOGST-OVERZICHT. Verschenen is oen overzioht van den stand der late landbouwgewassen op 10 September 1906 ondor medewerking der Rghslandbouw- leeraren, samengesteld naar gegevens, verstrekt door do correspondenten van de directie van den landbouw. Ontrent oo m s u m p t1 e aardappelen wordt het volgende medegedeeld Ia tegenstelling mot hei vorige jaar, toen in het noorden dea landa de aardappeloogst uitstekend gelukte, terwgl deze in het zuiden als nagenoeg mislukt was te beschouwen, is de stand der aardappelen thans vrijwel over het geheele land vsn dien aard, dat ongeveer een gemiddelde oogst verwacht kan worden. Zal de opbrengst dus in de noordelijke provinciëa minder groot zijn dan die van 1905, in het zuiden zal de oogst aanmerkelijk beter uitvallen. Over het geheel was het weer gedurende den zomer voor den groei der aardappelen gunstig te noemen. Uit alle dcelen des lands wordt echter borioht, dat het g9was te vroeg is afgestorven, hetgeen niet anders dan nadoelig op de op brengst en qaalitcit der aardappelen heeft kunnen werken. De late soorten leden daar onder veelal het meest. De bekende ziekte trad op vele plaatsen rer.de vroeg io; het droge, zonnige weer giog eohter eone al te groote uitbreiding tegen. Vooral in het moorden des lands ie weder gebleken, dat het besproeien der aardappelen mot Bozdeauxsohe pop, op do jaiste wijze toegepast, een uit nemend middel tegen de ziekte vormt. Iu Z e o 1 a u d is de stand vrij goed. Suikerbieten, die aanvankelijk ten gevolge van het koude weer achterlijk waren, hebben van de warme, zonnige dagen ia het laatst van Augustas in hooge mate kunnen profileren. Vooral het suikergehalte is in dien tgd verbazond snel gei tegen, zooals kan blijken uit de analyses v n bictenmonsters, medegedeeld door den rij-alandbouwleeraar voor Zeeland. Het suikergehalte bedroeg op 22 Aug. 13 7, 13.9, 13 3, 12.8 en 13 8 pCt.op 5 Sept. was dat gehalte: 16.6, 16.4, 15 4, 15 8 en 16.1 pCt. Door den rijkslandbouwlecraar wordt hierbij opgemerkt, dat in de laatste 11 jaren slechts in twee jaren (1896 en 1904) in het begin van September een hooger euikorgehalte werd waargenomen dan in dit jaar. De stand der suikerbieten is overal goed, behalve in Limburg, waar zij slechts matig genoemd wordt. Iq Zeoland is de stand van oiohor ei goed. De uienoogst laat zioh niet beet aan zien. Ia Z e e 1 a n d is de stand slechts matig. Daar klaagt men over onvoldoenden groei der uien. terwgl de kroefziekte zeer sterk optrad. Het percentage groote nien zal dien tengevolge klein big ven. De jonge k a r w ij is over het geheel iets fija onder de dekvraeht voor den dag gekomen. In Zeeland is de stand vrij goed. Het droge warme weer in den nazomer heeft tengevolge, dat de late voedergewassen op de voohthoudende gronden eene flinke opbreDget zullen geven. Daarentegen lijden deze gewassen op de zandgronden, vooral in het zuiden des lands, sterk aan droogte. De stand der masgol wortelen is overal goed of zeer goed. Van koolrapen is de stand in Zee land goed. De jonge klavers zjjn over bet geheel goed aangeslagen en hebben zioh flink ont wikkeld. Voor de graslanden is de nazomer in h&t zniden des lands beslist te droog geweest, zoodat daar, vooral op de hoogere gronden, beirekkeljjk weinig gras gegroeid is, terwgl ook sommige perceelen door de zware eerste snede t8 veel waren uitgeput om nog veel gras te kunnen leveren. Daarentegen is de naweide over het geheel zfi6r goed geweest. De tweede snede hooi werd onder gunstige omstandigheden gewonnen, en is dus van goede qaaliteit. Herfstknollen en epnrrie laten zioh in het zniden dee lands vrij sleoht aan zien. De spurrie heeft sterk van de felle zon geloden, en staat fija en aohterljjk te velde, zoodot er spoedig vochtig weer moet komen, wil er nog iets van het gew&B terechtkomen De stand van de herfstknollen ia in Zee land matig. De Invloed van het Landbouwproefveld. Gij kent mijn buurmaD, niet waar? Het is niet voor de eerste maal, dat ik u over hem vertel. Zooals gg dus weet, is het een ver standig, beredeneerd man, maar iemand, die nog al stijf op zijn stuk blijft staan; iemand, die alles doet volgens een systeem, maar daarbij nog al tamelijk koppig is (de man hoort het tooh niet en ik neb het voor een enkelen keer dus maar eens ronduit gezegd). Ik zei: «koppig is", maar ik had eigenlijk moeten zeggen: //koppig was", want inderdaad, er is iets gebeurd, waaruit ik zou moeten opmaken, dat ook hij wel eens van meening kan veranderen. Laat ik u het geval mede- deelen. Mijn buurman is een boer, die voor eenige jaren alles nog in zijn bedrijf deed, zooals hij het vroeger in zijn jeugd bij zijn vader had gedaan, die een hekel had aan alle mogelijke nieuwigheden. Nu moet ge toch niet denken, dat het in alle opzichten een slechte boer was. Neen, door vlijt en stiptheid, doordat hij niet onbemiddeld was, zeer veel vee hield en buitengewoon veel stalmest maakte, bracht hij het nog tamelijk ver maar de man had het heel wat verder kunnen brengen, als hij niet zoo afkeerig was geweest van al wat de hedendaagsche toestanden eischen, van al wat de moderne landbouwwetenschap voorsohrijft, als hij wat meer met zijn tijd medeging. Om u een voorbeeld te geven: zoolang hij boerde, had hij nog nooit kunstmest gebruikt. 't Is wel vreemd, 't is haast onmogelijk, maar tooh is het zoo. Zelfs nooit chilisalpeter. Chilisalpeter was voor hem //zout". En zout smolt, liep weg, den grond en de slooten in, 't was alles weggegooid geld, 't was op zijn minst //goed geld naar kwaad geld gooien", enz. enz. Tot verleden jaar, toen kwam de verande ring. Ik zal u zeggen hoe. Ik had een proef veld in den herfst van 1905. Het waren ver schillende granentarwe, rogge, gerst, gezaaid op bietenland. Het is in den laatsten tijd zoo dikwijls gezegd, dat de wintergranen, die vóór den winter nog 50 100 K G. ohilisalpeter per H.A. krijgen, bij andere, in overigens gelijke omstandigheden verkeerende, wintergranen veel voor zijn, dat ik zelf eens wilde probeeren of het waar was. En ik bezaaide op ver- 8ohillende plaatsen zes veldjes met ohilisalpeter (2 met tarwe, 2 met rogge en 2 met gerst), waarvoor ik 80 K.G. per H.A. nam. Mijn buurman zelf ging mede en alhoewel hij ongeloovig en meewarig zijn hoofd schudde, hielp hij me tooh. En zie, toen het graan begon uit te komen, toonde buurman vreeselijk veel belangstelling. Geen dag ging voorbij, of hij wandelde eens langs de proefveldjes. Gelukkig slaagde de proef uitstekend. De met chilisalpeter bemeste graanveldjes gwaren van 't begin voor, bleven voor en toen de winter aankwam en de groei stilstond, waren het wezenlijk krachtige plantjes, vergeleken bij de andere. In het voorjaar van 1906 waren het de met ohilisalpeter bemeste velden, die het eerst den groei hervatten (dat was voor mij erg natuurlijk, maar buurman stond versteld). En stroo en graan zijn altijd voor gebleven en hebben het op het eind dan ook glansrijk gewonnen. Zelfs buurman moest bekennen, dat het verschil niet kon geloochend worden. Ik heb dit jaar mijn buurman nergens meer over gesproken, maar hem wel een beetje bestudeerd. En ik meen gezien te hebben, dat hij dit voorjaar op zijn haver ohilisalpeter gestrooid heeft; [zeker weet ik het niet, maar wat ik wèl zeker weet, is, dat hij op het oogenblik chilisalpeter besteld heeft voor zijn wintergranen. De Klipeilandengroep Christianiö, voormalig verbanningsoord voor Deensche Staatsgevangenen. (Reisherinneringen van onzen Btr- lijuBclten Correspondent). SLOT. Berlijn, 6 September '06. Wanneer ik 's avonds vóór het «bed toe gaan" even aan het venster trad van mijn hotelkamer in Gudhjem, en naar beneden staarde op de donkere zee, welke me door haar rusteloos brandingslied spoedig in slaap zou zingen, zag ik ver weg telkens gedurende enkele seconden plotseling een flikkerend fel licht opduiken in het zwarte duister, om even spoedig te verdwijnen en dan weer op nieuw te verschijnen in een nachtelijk perpetuum mobile. Het was het kustlicht der eenzame romantische klippengroep Christiansrecht tegenover Gudhjem, op ongeveer 20 K.M. afstand van het Bornnolmsohe //vasteland" gelegen, van welks granietrotsen de kleine groep als een noordelijke uitlooper in de Oostzee kan worden beschouwd. Op een mooien Woensdagmorgen in Augustus braeht ik een bezoek aan de interessante klippengroep, en bejammerde het alleen, dat het verblijf sleohts van zoo korten duur kon zijn. De Woensdagsehe //Lysttour", welke in Hammersen in aanvang neemt, waar de zomer gasten uit Hammershus, Sandoro en Allinge aan boord gaan, gunt den passagiers slechts een verblijf van twee uur op Christiansü, daar het traject tot Gudbjem ruim een uur stoomens vergt en van daar langs de Bornholmsehe kuit tot Hammeren ongeveer evenveel. Bij helder weer doet de klippengroep van Gudhjem uit gezien, aan een grauw oorlogs schip denken, dat aan den horizon schijnbaar voor anker is gegaan. Zoodra de stoomboot het //grauwe oorlogs schip" op ongeveer een kwartier varens ge naderd is, laat de kapitein bijdraaien. Ofsohoon hij Christiansü geregeld aandoet, vertrouwt hij het gevaarlijke terrein niet. Een roeibootje danst naderbij met den ervaren loods, die onmiddellijk op de kommandobrug verschijnt en het bewind overneemt. Vóór ons zien we de groep liggen, twee grootere rotseilanden met huizen, boomen en een masiale ronde vestingtoren, welke aan den Romeinsehen Eugelsburg doet denken, daar naast een lager eilandje, blijkbaar onbewoond. Tusschen de beide grootere eilanden Christiansü of Christians- holm en Frederiksholm, schijnt een haven te zijn. In plaats er recht op aan te stevenen, verandert de boot op initiatief van den loods haar koers, en beschrijft een grooten boog. (We varen om Christiansü heen op eerbiedigen afstand van de gevaarlijke als koelissen in zee geschoven grijze klippen en //scharen", waarop honderde zeemeeuwen, wilde eenden en andere zeevogels nestelen, en komen dan aan den achterkant de haven binnen. Zoodra de boot aan den wal van Christiansü heeft vastgemaakt, wordt de 26 meter lange vlot brug weer dichtgedraaid, welke het grootere hoofdeiland met het kleinere Frederiksholm verbindt en de haven in twee ongelijke bekkens verdeelt. Van //groot" kan men eigelijk ook bij het hoofdeiland niet spreken, dat in een half uurtje gemakkelijk kan worden rondgeloopen langs een klippen-klauterpad aan den voet van een vervallen zwaren vestingmuur en een opper vlakte beslaat van 700 meter lengte en 400 meter breedte. Het daarnaast ge' >gen Frederiks holm is veel kleiner, 440 meter ij 170 meter, het derde, Graesholm (graseilano^ geheel boom loos en grootendeels met klipgras bedekt, onge veer van dezelfde afmeting dooh onbewoond. Allerlei teekenen herinneren er aan, dat de eilanden in de geschiedenis der Ooatzee-rijken een rol hebben gespeeld. Vóór het midden der 17e eeuw lag de groep eenzaam en verlaten. De onherbergzame rotsen waren geheel kaal en behoorden niemand, totdat hierin in de Gulden eeuw vau Denemarken, welke met het glanstijdperk der Vereenigde Nederlanden samenvalt, door den beroemden koning Christiaan V een einde werd gemaakt. Na de vrede van Roeskilde, waarbij Denemarken de provincie Schonen aan Zweden verloor, maakte Christian zioh in 1864 van Christiansü meester en beval dat op de tot dusver verlaten eilanden krachtige verdedigingswerken zouden worden opgericht, welke nu nog grootendeels aanwezig zijn. Zware ringmuren werden op deze natuur lijke vesting van graniet opgetrokken, groote hoektorens zoowel op Christiansholm als op Frederiksholm gebouwd en de natuurlijke schansen met honderd stukken gesohut bezet. Gelijktijdig zorgde de koning er voor, dat de bijna onneembare vesting, welke tot 1855 als staatsgevangenis voor politieke misdadigers is gebezigd, bewoonbaar werd gemaakt. Onder hem en zijne opvolgers werden scheeps ladingen teelaarde nit Bornholm naar Christiansü overgebracht, waar nu verscheidene tuinen (o. a. een schilderaohtige groote boomgaard) worden aangetroffen, deels bij de huizen, deels tegen wind en koude beschut tussohen de klippen. De kanonnen van Christiansü zijn sinds geruimen tijd naar musea en arsenalen in Kopenhagen verhuisd en als vesting heeft de kleine groep geen waarde meer. De nakomelingen der grimmige vestingbewoners hebben kanon en geweer voor het visohnet verwisseld. Tegenwoordig is de bevolking, welke in den //vesting- en gevangenistijd" ongeveer 400 zielen bedroeg, tot ruim 100 zielen gereduoeerd. Aan het hoofd der dertig families staat een gepensioneerd zee-offioier, die als commandant van het kleine eilanden rijk allerlei waardigheden in één persoon vereenigt, en in een behaaglijk ingerioht ouderwetsoh stevig huis resideert. Evenals het kommandantshuis worden op het grootste eiland Christiansholm eveneens de vuurtoren, het loodsstation een eenvoudig kerkje met vrijstaand klokkenhuisje en de woning van den //praest" (den dominee) aan getroffen, die aan de ongeveer 20 kinderen der kleine gemeente in zijn woning ook gewoon lager onderwijs geeft. Terwijl deze honoratiori van het eiland evenals «de" winkelier en de tolgaarder in afzonderlijke oude gebouwen huizen, woont de //smalle" gemeente der blauwoogige visRchersbevolking in hoofdzaak in twee korte straatjes, het eene op Christiansholm, het andere op Frederiksholm, beide smal en links en rechts bezet met sombere, aan den vestingstijd herinnerende

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1906 | | pagina 1