ZIEUIKZS51SSCHE
NIEUWSBODE.
Donderdag 22 Maart 1906.
Bericlit.
bede om hulp!
De ramp op het eiland Tholen.
(525 i e r i li. z e c s c h. e
Courant).
RECLAMES.
Kazernementsfond8.
Ingezetenen van Zierikzee!
DRINGENDE
De overstrooming in Tholen.
NIEUWSTIJDINGEN.
Vereohgnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens por week, f 10,per jaar.
62ste JAARGANG. No. 8286.
Dlreoteuri A. J", 3DE1 LOOZE,
A. FRANKEL.
Redacteuren:
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buiten!, nieuws.
Ad verten tiënvan 13 regels 30 Cta.
meerdere regels 10 Cta., kannen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FbêInkei., Nieuwe Boogerdstraat 213, Zierikzee.
as i). die sstrh met t April a.s.
op deee Courant ahonneeren,
ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
Alle Brievengaarders en Boek
handelaars nemen abonnemen
ten aan.
A. J AD tflOZE,
Directeur.
1B regels 75 cta. Elke regel meer 155 ets.
Van den noodlottigen watervloed te
Oud- Vossemeer zijn photografische
Briefkaarten verkrijgbaar bij R. W.J. OCHTMAN,
§HF~ Papiermagazijn, lOT* Appelmarkt10 cent
per stuk. Einde der week verschijnen gewone
Ansichtkaarten 5 cent per stuk.
Plaatsing van Kinderen op de
School B.
ZITTING VAN COMMISSARISSEN dier School in het
Schoollokaal aan het Kerkhof (Hoofd de onderwijzer
P. VAN DER HAVE), op Zater<lagf den 31
Maart e.lt*des avonds te 7 uur, tot het ont
vangen en beoordeelen der aanzoeken om plaatsing van
Kinderen op die School.
Om als leerlingen op de School B te worden
toegelaten, moeten de Kinderen den leeftijd
van zes jaren hebben bereikt of dien vóór het
einde van het kalenderjaar bereiken.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekend, dat de Oommissie -van
l>elieer van het Hazernoments-
fonds rekeniDg en veraDtwoordiog zal doen van haar
beheer over 1905, op Dinsdag 'lea S7 Maart
o.It., des namiddags te 3 uur, in een der lokalen van
het Raadhuis, en roepen alle gerechtigden tot dit Fonds
op, daarbij tegenwoordig te zijn.
Zierikzee, den 21 Maart 1906.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De onbeschrijfelijke ramp, ons gewest
overkomen bij den jongsten stormvloed,
heeft zeker allen met diep medelijden
vervuld jegens hen, die daardoor werden
getroffen.
Vele huisgezinnen, van alles beroofd
en broodeloos geworden, wachten op
hulp in den nijpenden nood.
Eene opsomming van al de ellende,
uit die ramp voortgekomenachten
wij overbodig. Het is u meer dan ge
noeg bekend uit de herwaarts gekomen
berichten.
Zeer veel geld is er noodig, om
de getroffenen aan levensonderhoud en
bestaan te helpen.
Het algemeen fonds te Amsterdam
kan n.l. wel helpen voor den eersten
nooddoch is niet bestemd voor
schadevergoeding san de slachtoffers.
Dit laatste is echter het hoofddoel
der Provinciale Commissie, en dus ook
van ons.
Welnu dan, waar wij in onze om
geving met dankbaarheid kunnen ge
wagen, gespaard te zijn gebleven van
deze rampdie ons toch ook had
kunnen treffen, zoo komen wij met
vertrouwen tot U, om een beroep te
doen op Uwe- bekende liefdadigheid en
naastenliefde.
Wij stellen ons voor, a.s. Zaterdag,
tnsschen 11 en 2 ure, met open schalen
aan Uwe huizen aan te kloppen tot
het inzamelen van giften.
Dat een iegelijk geve naar zijn
vermogen, waarmede dan een\ daad zal
worden verricht van barmhartigheid
jegens onze lijdende medemenschen.
Ook beschikbaarstelling van kleede
ren enz. zal met dankbaarheid worden
aanvaard.
Zjj, die deze mochten weuschen af
te staan, worden beleefd verzocht ze
in den loop dezer week te doen be
zorgen in het Ziekenhuis iu de
Manhuisstraat alhier.
Eeu en ander zal aan het Provin
ciaal Watersnood-Comité te Middelburg
worden overgemaakt.
Zierikzee, den 21 Maart 190G.
De Plaatselijke Commissie,
CH. W. VERMEIJS, Voorzitter.
J. VAN DER VLIET Cz., Seeretaris-
Penniogmeester.
J. E. VAN DEN BOUT.
J. A. DE BRUYNE.
Mr. J. P. CAU.
Mr. G. W. TH. Baron VAN DEDEM.
H. VAN DUKE.
L. M. VAN DEN ENDE.
Mr. J. C. IMMINK.
A. G. KIJN.
II. W. LENDERINK.
J. H. LOEWER.
G. J. LUNENBERG Sr.
Mr. H. C. MOOLENBURGH.
C. DE H00IJ.
D. MULDER.
H. J. VAN NOUHUYS.
J. VAN OS.
M. S. POLAK.
J. E. A. POST UITERWEER.
Mr. H. POL VLIET.
Mr. W. Ridder VAN RAPPARD.
H. A. ROOTHAERT.
Jhr. J. F SCHUURBEQUE BOEIJE.
J, G. VAN SCHAIK.
M. SMITS.
A. TIMMERMAN Cz.
M. IJ. TROMPETTER.
L. I. VERWER.
M. C. VAN DER VLIET.
LandgenootenI
De 12e Maart waa voer de gemeente
OUD-YOS8EMEER een noodlottige dag.
Door vijf doorbraken in de zeedijken be
zweken ook de binnenzeedijken en werd deze
gemeente met pl.m. 1000 H.A. land overstroomd.
Velen konden zich redden op zoldera en
daken, maar han taeatand waa daar onhoud
baar. Met roeibooten moeaten de ongelukkigen,
waaraan velen van allee beroofd waren, naar
den dijk en van daar naar Tholen worden ver
voerd, waar een 500-tal opgenomen werd in
de gemeente-bewaareohool en de ondaten en
zieken in de Sooieteit «Non Semper".
Eeiiige ingezetenen van Tholen vormden
oogenblikkeljjk met het beetaar der plaatselijke
afdeeliog van het Groene Krnie een voorloopig
Comifó, waarin later eenige antoriteiten van
Ond-Voasomeer zitting namen.
In de eerste behoeften werd voorzien, maar
er ie veel noodig, want, hoewel gelukkig tot
beden geen meneohonlevena te betreuren zijn,
is de materieele eohade van velen, die weinig
of niets kannen missen, enorm groot.
Daarom doen ondergeteekenden een beroep
op Uw liefdadigheidazin. Giften worden gaarne
ontvangen door ondergeteekenden en znllen
in de bladen worden verantwoord.
Namens het Comité:
M. G. VAN 8TAPELE, Burgemeester,
Eere-Vooriitter.
Mr. J. PLET Jz Kantoor Voorzitter.
W. MOELKER, Vice-Voorzitter.
G. VERRIJ, Geref. Predikant, Secretaris
A. J. CLARIJ8, R.-K. PaBtoor,
Penningmeester.
G. J. DE GRAAFP Az., Burgemeester.
W. H. VAN GOR8EL, Voors. van het
Weezen-Armbeatuur.
J. 8. VAN BUCHEM, R.-K. Paetoor.
J. A. DE BRUIJN, Geref. Predikant.
P. DE LOOZE, Herv. Predikant.
Om oiiza lezers en lezeressen «enigszins
een beeld te geven van de rsmp, die de door
braak der djjken ia Tholen beeft veroorzaakt,
en waardoor hot welvar cde dorp Oud-
VoBBemeer geheel overstroomd ie, besloten wij
het hoofdterrein van het onheil persoonlijk ia
oogüDsohouw te nemen. Het dit doel ver
lieten wij gisteren ia het vroege ochtenduur
met de tram vau zessen het nog niet ont
waakte Zierikzee, voeren te Zijpe aaDgekomen
mot het stoombootje naar tien Anna-Jacoba-
polder, waar de gereedstaande tram one naar
Nieuw-VosGemeor braoht. la gezeleobap van
een aantal Bruisisaenaars, die, om de over
stroomde streek te zien, te Zijpe io de boot
waren gestapt, begaven wg ons in Nieuw-
Vo8semesr op weg Eaor het veer. Aan
weerskanten van den weg was het ééae
waterzee. Af en toe werden onze voeten door
hst zilte nat baspoeld. Waren wij hiervan
verschoond gebleven, wij zouden veel overeen
komst gehad hebban met d-* Israëlieten, die
indertijd, toen de wateren zioh scheidden,
droogvoets door de Roode Zeó trokken. Aan
het veer gekomen, zagen wij rechts ea licks
twee groote breuken in dsn zeedijk, die ten
gevolge hebben gehad, dat do Vogelenzangsohe
polder was ondorgeloopen. De binnendijk,
fel nu gebeukt door het bij den vloed wasssnde
water, kon de kracht daavvitn niet wierstaan.
Hij bezweek, en toen liep ook de Kerkepolder,
waarin do gemeente Oud-Vossemeer gelegen
is, onder. Vijf groote poldern werden allengs,
omdat de binnendijken voor hst geweld van
het opgestuwde wator gezwicht wareu, «en
prooi van het binnenstroomende water. Één
polder, de Hikkepolder, liep niet blank. Al
deze bizonderheden vernam in wij van den
veerme»» Qiist dk o ie met poot ovevcette.
Die pont, verhaalde bij ons, had door
don jongsten etorai avorij bekomen, maar
was door hom w* êr behoorlijk opgekalefaterd,
zoodat slechts tijdelijk op nonaotiviteit, zij nu
wier iu functie is, en door de duizenden, die
per fiats, tram of rijtuig het tooneel der
verwoesting komen bezichtigen, kan gebruikt
worden. Wij laten den veerman los om onzen
tocht te vervolgen. Daar ligt voor ons
Oud-Vossemeerdat mooie, echilderaohtige
dorpje, verzonken en begraven in het water.
Want het ie nu dood en verlaten. De
bewoners zijn het element, dat in hun
woningen drong, en al hooger en hooger
steeg, ontvlucht, en hebben in Tholen,
Poortvliet, Soherpenisse en St.-Maartensdijk
een veilig, en herbergzaem toevluchtsoord
gevonden. Slechts enkelen, waaronder de
burgemeester met zijn gezin, en de pastoor,
zijn thuisgebleven. Geen geluid drong tot ons
door. Zslfs de klok der groote kerk zwijgt,
stom van smart over het tafereel van ver
woesting, dat zioh aan haar voet heeft
afgespeeld. Van de gemeente-politie kregen
wij verlof Oud-Vosremeer te bezoeken, want
niemand mag, ter voorkoming van diefstal in
de woningen, zonder uitdrukkelijke toestemming
van haar, en zonder haar begeleiding in het
door baar streng bewaakte dorp binnenkomen.
In een door Thoolsohe schippers bestuurd
bootje, namen wij plaats, en deze roeiden ons
door de stille straten, langs de in het water
liggende particuliere huizenen publieke
gebouwen, langs soholen en kerken, waarvan
de banken en stoelen nu diep in het wator
stonden, en waarin thans geen onderricht
gegeven, geen godsdienstoefening gehouden
wordt. Wij zagen door de vensters van
menige woning meubelsbedden, dekens,
huisraad in de ondergeloopea vertrekken
drijven; en wij zagen huizen, waarvan de
dakpannen waren afgenomen of stukgeslagen,
teneinde uit de daardoor verkregene opening
de mensohen langs een ladder te redden. Bij
dat reddingswerk hebben zich vooral ver
dienstelijk gemaakt schipper C. Pipping,
veerman J. D. Quiet, en J. A. Quiat, met
zijn volk, beurtschipper op Rotterdam. In
het algemeen hebben de Thoolsohe schippers
zioh lofwaardig gedragen. Door al de straten,
die thans kanalen waren, giog de watertooht.
Zoo kwamen wij ook aan het huis van den
burgemeester, wien wij van het bootje uit
onze innige deelneming betuigden met de
groote ramp, die zijn gemeente getroffen had.
Aan het »Hof van Holland", waarvan de
eigenaar, de heer A. J. Ampt, mede tot de
weinigen behoort, die in Oud-Vossemeer
gebleven zijn, stapten wij af. Wel stond 8r
in de gelagkamer water, zoodat de tafel,
waaraan, en de stoel, waarop wij plaats
namen, op een verhevenheid stonden, maar
dit hinderde niet. Wij waren big. dat wij er
iets kouden krijgen. Niet lang echter toefden
wij er, want wij aohtten het tijd om uit
Oud-Vossemeer te vertrekken, daar wij ook
io de omstreken den toestand wilden opnemen,
en voornamelijk de werken wilden zien, die
tot afvoer van het water gomsakt werden
Nauw hadden wij, die in oolleotieven zin wel
eens de Koningin der Aarde gonoemd worden,
Oud-Voesemeer verlaten, of wij vernamen,
dat de Koningin van Nederland met Haar
Gemaal, Prins Hendrik, in een roeiboot van
sohipper Van de Zande door Oad-Vossemeer
voer, teneinde door persoonlijke waarneming
zich van den aard en omvang der ramp op
do hoogte te stellen. Het deed ons goed dit
van onze geëerbiedigde Koningin t9 vernemen,
want, wanneer men het niet zelf ziet, kan
men zioh moeilijk een juiste voorstelling
van het onheil vormen, dat de stortvloed
heeft aangerioht. Ea nu is tengevolge van
dit Koninklijk bezoek de kans aanmerkelijk
verhoogd, dat de Watersnood-Commissie,
waar ran het hoofdcomité te Amsterdam zetelt,
op meer kraohtige wijze holp zal bieden aan
de door den watervloed geteisterde streken,
voornamelijk aan Oud-Voesamesr, waar niet
bet minst de neringdoenden door bederf van
waren en stilstand van zaken een onbereken
bare schade geleden hebben.
Op den Thoolechen dijk smaakten wij het
genoegen het Koninklijke rgtuig te zien voor
bijrijden, dat omzwermd werd door een groot
aantal wielrijlera en wielrijdsters, en gevolgd
door twee rijtuigen, waarin de verslaggevers
en correspondenten van de groote binden
gezeten waren. Na eerbiedig ons saluut ge
bracht te hebben, vervolgden wij onzen tocht,
die door het wier niet begunstigd werd, want
het regende en hagelde onophoudelijk. Daarbij
kwam nogdat wij ons door de modder
moesten heenwerken, en telkens bevreesd
waren nit te glijden. De binnenwegen in
Tholen namelijk zijn niet verhard, worden
over het algemeen zeor verwaarloosd, en ver-
keeren vooral nu tengevolge van deo water
vloed in een zoodanigen toestand, dat eg
onbegaanbaar en onberijdbaar zijn. Wij hebben
menig rgtuig ontmoet, waarvan de inzittenden
uitstapte», teneinde de paarden, die niet voort
konden, aan den toom vooruit te leiden. Zoo
strompelden wij voort, hier en daar de mensohen
ijverig aan het werk ziende om de door den
vloed in de dijken geslagene gaten met zakken
aarde aan te vullen. Doodvermoeid en druip
nat landden wij eindelijk aan den aanleg vau
Katz 'weele. Het rijmpje op het houten bord
boven deo deurpost noodigde ons vriendelijk
tot binnengaan. Het luidt:
Kornt vrij io mijn lokaal,
Niemand zal u hinderen,
Want wij zijn allemaal
Koningskinderen.
Gevend met dichterlijke vrijheid aan het
begrip Koningskinderen een zeer ruime uit-
leggioga traden wij de herberg binnen, waar
de stamgasten het over het hooge water, de
sleobte wegen en dijken, en het bezoek van de
Koningin hadden. Wij mengden ons niet in het
gesprek, maar verlieten na «enigszins uitgerust
te zijn, de herberg. Eindelijk bereikten wij de
plaats, waar de werklieden bezig waren een duiker
te maken, teneinde het water der overstroomde
polders door dien duiker iu de Kreek te doen
stroomen, en door de Kreek te doen sfloopen
naar het stoomgemaal, dat het rechtstreeks
naar de zee voert. Men had den grond van
een gedeelte van den dijk tot zekere diepte
uitgegraven, en daarin een vierkante, breede
houten goot gemaakt. Is men hiermede gereed,
dan wordt de grond van het andere gedeelte
van den dijk uitgegraven, en daarmee wordt
hot gat, waarin de bonten goot reeds ligt,
gediobt. Heeft men met het uitgraven dezelfde
diepte bereikt, waarop de duiker moet liggen,
dan wordt daarin ook een houten goot gemaakt
en deze met de vorige verbonden. Dan
wordt ook het tweede gat met aarde gedicht.
Vervolgens laat men het water van de over
stroomde polders door den aldus vervaardigden
dniker in de Kreek stroomen.
Of dit werk, dat vermoedelijk hedenavond
gereed zal komen, de droogmaking van de
overstroomde polders tengevolge zal hebben,
zoodat ook Oud-Vossemetr weer watervrij
zal wordeD, is een vraag, die wij met eenige
vrijmoedigheid wel aan den aannemer van
het werk gesteld hebben, maar waarop wij
geen beslissend antwoord ontvingen. Hoo ook,
wij wenschcn levendig, dat de geteisterde
gemeenten, zoowel Oud-Voseemeer als Sint-
Annaland spoedig water vrij mogen worden,
en gestem d door de weldadigheid van de
Nedeilandsche natie in het algemeen en van
de Zeeuweohe bevolking in bet bizonder de
rampen van den watervloed allengs zuliea te
boven komen.
Amerika.
Bij het groot8 ongeluk op den Denver-
Rio Grande-epoorweg zijn vele passagiers nit
den brandenden trein ontsnapt door den
Pullman-restauratiewagen.
Het wii io vele gevallen een wanhopige
wedloop met de vlammen.
Een man, die in een verbrijzelden wagen
zat beklemd en wanhopig om hnlp riep,
moest met vrouw en kind verbranden, voor
de oogen van hen, die hem wilden helpen,
maar niet bij hem konden komen.
Nog vele anderen ondergingen hetzelfde lot.
Van een gezin, bestaande uit elf personen,
werden slechts twee gered.
De helpers deden heldhaftige pogingen om
de oogelakbigen uit de vernielde wagens te
redden. Een man redde vier paeeagiers.
Daarop wilde bij een meisje wegdragen, maar
toen dit in zijn armen stierf, legde hij haar
weder neer en redde nog een man.
Het ongeluk zoo wordt thans bericht,
moet de schuld zijn van een telegrafist, die
op zijn post was ingeslapen.
Een zware storm met overstrooming
heeft over Rio Janeiro en omstreken gewoed
en groote echade en verlies van mensohen-
levens veroorzaakt.
Rusland.
St.-Petersburg, 19 Maart. Het Petera-
burgsche Ttjlfgraufagentscbsp meldtDe re-
geuriig maakt eeu oekase openbaar van den
volgenden inbond
Ter o; deisteuoing van de eoonomisohe
grondcrediet-bank bij de taak. die haar
krachtens keizerlijk manifest van 16 November
4905 is toegewezen, en die hulpverpohaffiog
aan boeren betreft, welk) door bemiddeling
van bovengenoemde bank landeigen wensohen
te koopeD, heeft de regeering provincie- en
districtscommissies ingesteld en de opperleidirg
van de werkzaamheden dezer commissies in
banden gegeven van een grond-organisatie
comité hetwelk ter algemeen bestuur voor
landhuishoudelijke aangelegenheden in 't leven
is geroepen.
Het doel d<z?r nieuwe instellingen is het
nitroeien van verkeerde toestanden, die ten
aanzien van het eigendomsreoht en het beetnur
van landgoederen in iedere streek afzonderlijk
bestaan.
Luitenant Bcbmidt en drie matrozen zijn
hedeo in Otsohakow gefusilleerd.
Frankrijk.
Bonnes, 19 Maart. De krijgsraad veroor
deelde majoor Henry, en de kapiteins
Langavant en Spiral wegens weigering van
gehoorzaamheid eau de burgerlijke overheid
lij het inventariseeren van kerken tot gevan
genisstraf »m*t opschorting", den majoor van
een maand, do beide kapiteins van een dsg.
Nederland.
Arnhem, 19 Maart. Zaterdagavond bevond
zich een onde man, die met zijn dochter en
schoonzoon samenwoont, alhier alleen in zijn
i wooing. Zijn fchoonzoon, die hem meermalen
heeft mishandeld en dikwijls misbrnik maakt
van sterken drank, was thans weder dronken
en kwam in opgewonden toestand thuis. Hg
cisohte van den onden man eten. Toen deze
hem toevoegde »er is geen eten ga liever
werken", nam de schoonzoon een koekepan
en sloeg daarmee zijn schoonvader op bet
hoofd. Deze, die een mes in de hand had,
verdedigde zioh daarmee en braoht zijn schoon
zoon een wonde dwars over het gelaat toe,
benevens eenige wonden aan het eohterboofd.
De onde man nam de vlocht; door de boren
werd de politie gewaareohuwd, die den gewonde
naar het stedelijk ziekenhuis deed overbrengen.
De oude man is gearresteerd, maar reeds
'ti avonds weer losgelaten..
Tiel, 20 Maart. Toen Zondagochtend een
café alhier niet werd geopend, trok dit de
aandaoht der bnren. Een neef liet toen de
woning openen en vond het echtpaar bewuste
loos in de slaapkamer. De gassen, ontwikkeld
j door een gesloten vulkachel, waren er de
oorzaak vau. De man was het ledikant uit-
1 gestapt om hulp te roepen, doch bewusteloos
neergezegen. Voor het behoud van de vrouw
I vreest men den man acht men gered.