ZIERIKZEESGHE
IVIEU WSBODE.
Zaterdag !7 Maart 1106,
STRAATMEST.
(Z i e r i Is. z e e s c li e
Tweede Blad
Bericht.
Courant).
Versohgnt DINSDAG, DONDERDAG as
ZATERDAG.
Ds prys per 3 maanden ie f 1,30, franco per poet
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indiê ons. renending
eau per veek, f 10,per Jaar.
62ste JAARGANG. No. 8284.
Dlreotexiri jBl., ar. E>E LOOZB.
Redacteuren: A' FONKEL.
f J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regel» 10 Cts,, kunnen niterlgk tot de«
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
2 are bezorgd worden.
Groote Utter wordt noar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Frünkel Nieuwe Boogerdstraat 213, Zierikzee.
Tij, die alrh met t April a.s.
op deee Courant abonneeren,
ontrangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
Alle Brievengaarders en Boek
handelaars nemen abonnemen
ten aan.
A. J BB TjOOXB,
Directeur.
Zij, die slenog goed (gesor
teerde en niet beer vermengde
8TBAATJIK8T van de ge
meente Zierikzee wentellen te
knopen, knnnen zieh daartoe
schriftelijk of persoonlijk wen
den tot den Bargemeeeter.
De gasthuiskwestie te Middelburg.
Men meldt ons nit Middelburg:
Do gaethniequaottie alhier heeft heel wat
agitatie veroorzaakt, en het publiek begon
ongeduldig te worden, dat deze quaestie
binnenskamers werd afgehandeld. De raad
besloot echter in zijne jengste zitting do
stukken te publiceeren. Zij zijn thans ver
schenen en vormen een heel dossier.
Uit het eerste antwoord van het bsstuur
der gasthuizen op een door den raad gedaan
versoek om eert onderzoek in te stellen naar
de snelle wisseling van het personeel in het
gasthuis, dat daso uiaonanJsi;
gepaard is gegaan mtt allerlei minder go6de
geruchten, met name o?er de verhouding
tussohen den directeur en het verplegend
personeel of het verplegend pereoceel onderüog,
blijke het volgende: lo. dat de verstand
houding tusschen den direoteur en het ver-
plegings-bestnur (met uitzondering van die
met directrice Glaser) gunstig was; 2o. dat
de aanvankelijk goede verstandhouding tossohen
den directeur en de direotrice Glaser, ons
mede gebleken uit sohriftelijke uitingen van
de directrice zelve, eerst op 10 Juni j.l.,
tengevolge van ongepaste uitingen van haar,
vorbroken is3o. dat de onderlinge verhouding
iusachan het verplegend personeel, met uit
zondering van die met directrice Glaser, goed
was; dat de directrice Glaser, bij al hare
bekwaamheid in het vak van verpleging,
tooh Diet de tact bezat, vereiacht in haar,
die geroepen is aan het hoofd van een gesticht
te staan, waarin zieh zulk een talrijk en
jeugdig verplegiDgs-personeel bevindt, waar
mede sij dagelijks moet omgaan; 5o. dat,
lettende op den weinig belacgrgken aard
der grieven door de directrioe Glaser zelve
in haren brief aan den voorzitter van ons
bestuur te berde gebraoht, er geen grond is
om een verba d aan te nemen tussohea de
bestaan hebbende oneenigbeden en de tragische
slotgebeurtenis.
Uit de verdere correspondentie releveeren
wij, dat de handelingen van den direoteur
van het gasthuis, dr. Bijlsma, ten zeerste
worden gelaakt door twee der drie gehoorde
doctoren, n.l. dr. Meijers en dr. Sohoute,
terwijl dr. Bolle een rapport heeft ingediend,
waarin bij mededeelt niet voldoende op de
hoogte te zijn om over den inwendigen
toestand in het gasthuis betrouwbare inlich
tingen te verstrekken.
Hot rapport van dr. Sohoute vooral stelt
den directeur in een zeer ongunstig daglicht
en deze medicus tracht zijn bezwaren met
tal van feiten te bewijzen. Dr. Meijera tooat
aan, waarom hot optreden van'den direoteur
van het gasthuis door hem met wantrouwen
werd bejegend.
Een lid van het bestuur der Godshuizen,
de arts A. W. Verheijden, heeft e6n afzonder
lijke nota gepubliceerd, waarin hij dr. Bijlama
een voor hem absoluut onbetrouwbare persoon
noemt, welke bewering hij breedvoerig toelicht.
Dr. Bglsma traoht alle tegen hem inge
brachte besohuldigingon te weerleggen, en
doet dit in een zser uitvoerig rapport. Zga
laatste memorie, den 9 Februari aan het
bestuur der Godshuizen gerioht, luidt als volgt:
De gemeenteraad van Middelburg heeft
door de gasthuiszaak te behandelen in geheime
zittingen bij het publiek den indruk gewekt,
dat er in het gasthuis immoraliteit i» ge
pleegd. Daardoor is mij niet alleen groote
financieels ecbado berokkend, maar er is ook
afbrsnk gedaan aan den goeden naam van
anderen 01 van mij, terwijl ik ten slotte niet
seas weet, welke beschuldigingen in <?öf fase
tegan mij ziji uitgesproken, en wie het hebben
gedaan.
Bovendien Bchg.it da gemsanteraad niet te
hebben overwegen, dat de directrice van het
gasthuis wordt benoemd on ontslagen door
het beetuur der Q^^huizei), en dat ontslag
aan het overige personeel alleen kan worden
verleend onder goedkeuring van gecommit
teerden.
Waar ik nu de overtuiging heb, dat bet
geheole verplegend personeel mij achting toe
draagt waar het mij bekend is, dat het
bestuur der Godshuizen opnieuw zijn volle
vertrouweu in mij als direoteur heeft uitge
sproken, omdat men wel iu alle hoekeu en
gaten heeft gezocht, zelfs in mijn privaat
leven nog vóór ik gasthuis-directeur was
Bobijnt te hebben gewoeld, maar geen enkel
ernstig feit tegen mij getuigende, heeft kunnen
vindon, en sleohfs is afgegaan op allerlei
praatjes; waar het een publiek geheim is,
dat de meest ernstige leden van den gemeente
raad gelooven in do waarheidliefde en on
partijdigheid van het bestuur der Godshuizen
daar moent mijn familie te mogen eisoheft
openbaarmaking van de oonolusiea van het
bestuur der Godshuizen, maar is het haar
geheel onverschillig, of de stukken en
rapporten der et quote al of niet worden
gepubliceerd, mits bij eventueele publioatie
niets wordt verzwegen, ook niet het gesprokene
in de geheime raadszittingen en onder voor
waarde, dat die publioatie geschiede niet te
6eniger tijd, maar zoo spoedig mogelijk.
Men bedenke evenwel, aldus eindigt de
JilUilJui-, rJ-UU
om de nieuwsgierigheid van Jan Rap en zijn
maat te bevredigen en niet voor mij, maar
voor anderen het onherstelbaar leed door
een deel van den Middeiburgeohen raad
gesticht, nog zal vermeerderen, en dat voor
het gasthuis de publioatie overbodig is. Er
2ijn in geen anderhalf jaar zooveel pstiëoten
opgenomen als juist van 1 Juli—31 December
1905; er zgo nooit in één jaar zooveel vor-
pleegdageü geweest als in het jaar 1905;
nooit in ééa maand zooveel verpleegdagen
als in de maand Januari 1906; nooit zooveel
personen gelijktijdig verpleegd in ééa week
als in die van 17 Februari 19061
Het bestuur der Godshuizen wget nog in
een schrijven aan Burgem. en Weth. op de
onbillijkheid van zijn medelidden arts
A. W. Verheijden, die in zgn nota den
direoteur als leugenaar voorstelt, welk stak
voor hem, directeur, geheim is gehouden,
waardoor hem do gelegenheid is onthouden
zich tegen die besohuldiging te verdedigen.
Generaal Booth in Nederland.
Uit Rotterdam wordt dato 10 Maart gemeld
Hedenochtend had generaal Booth, de ver
tegenwoordigers der Hollasdscho bladen ten
zijnent genoodigd. Een 10-tal personen, ver
tegenwoordigende een groot aantal bladen,
hadden aan die uitnoodiging gehoor gegeven
en waren te half elf ten huize van den heer
P. R. Mees, oan de Oost-Maaslaan, waar de
generaal zou logeeren.
Daar vernam men echter, dat de generaal
de voorkeur er aan had gegeven de beeren
te ontvangen in een roetige zaal in het Maas-
hotel, omdat het loven der spoortreinen, die
onophoudelijk de Ocst-Maaslaan passeeren, een
rustig samenzijn belette.
De generaal had er oohter voor gezorgd,
dat het noodig aantal rijtuigen gereed stond
om zijne gasten naar het Maaehotel te brengen.
Toen allen door de offioieren van het Heils
leger ontvangen waren, trad de generaal met
een »good morning" de zaal binnen en nam
bij te midden zijner gasten plaats.
De generaal zag er goed uit, doch scheen
vermoeid vau bet reizen in de laatste weken,
waarbij hij dag aan dag in verschillende
plaatsen eamenkomsten van 4000 personen
leidde.
Nadat hg echter een oogenblik gezeten en
het gesprek aan don gang was, schsen het
of een nieuw leven in h6m kwam. Zgn stem
werd krachtiger, zgo houding en gebaren
werden levendiger en uit ieder woord, dat hij
uitto, sprak bezieling en overtuiging.
Al spoedig kwam hot gesprek op de emigratie
en kolonisatie van het Heilsleger io Canada
en Engeland.
Op dan voorgrond stelde de generaal, dat
het dool van het Heilsleger is de diepet ge-
zonkonec, zij het dan öoo den loop der
omstandigheden, dan wel door eigen sobuld,
de reddende band ta bied?:?*.
Wanneer het Heilsleger op zgo weg een
ongelukkige ontmoet, wordt hem eerst zonder
aanzien des p^reoots de '.alp geboden, die
direct noodig is. Hem worden, zoowel voor
zich zelf bIb voor zijn viouw en kinderen,
kieedcren verstrekt. Tevens wordt hem moed
ingesproken en tegelijkertijd onderzocht of hij
niet te lui is om te werken en voor welken
arbeid bij het meest geecbik^ is.
Wanneer nu blijkt, dat de persoon onte
vreden is met zioh zslf, wordt getraoht hem
door zaohtheid on met de kraohten der godde
lijke en menschelijko liefde tot betere gedachten
te brengon.
Inmiddels wordt gezorgd, dat hij een of
BDdere bezigheid krijgt, of op een kleine
boarder ij in zgn tigon land wordt geplaatst.
Slaagt uien daarin eobter niet, dan wordt hij
gezonden naar een land 'over zie, waar
mecsohen welkom zgn, omdat er behoefte aan
arbeidskracht is.
Was het aanvankelijk moeilijk, steeds in
die richting werkzaam te 2iji een gift van
100,000 pord sterling, welke het leger ontving
van mr. Herring te London, bracht het op
bet denkbeeld, land aan te koopen, ten einde
nu ook met de kolonisatie aan te vangen.
Daartoe werden in Engeland de eerste stappen
gedaan, terwijl ook in Canada uitgestrekte
landerijen, ter grootte van 200,000 H.A., met
zekere voorreohten, te koop zgo aangeboden
Men heeft daarvan groote verwaohtingen,
vooral ook wijl vorsohillende andere kolonisaties
in de Yereenigde Staten in de laatste 6 jaren
goed geslaagd züu.
0 feu A ivij - »eu iAOtr-g. or--wfe wwuo uo
generaal het versohil aan tGssohen emigratie
en kolonisatie en zette uiteen, hoe bij zich
een goede kolonisatie voorstelde.
Vereohillende vragen en opmerkingen, door
enkelen der aanwezigen, o m. den heer Fred,
van Eeden, gesteld, werden gaarne beantwoord
en de generaal gaf daarbij blijk, dat zgn plan
evenals hat geheele werk van het Heilsleger,
niet slcohts een opgekomen denkbeeld, maar
een ernstig, vooruit wel overwogen plan is,
zoodst op welslagen allo hoop bestaat. Dat
hiervoor eobter ruime fioauoieele steun noodig
zal zgn, ie zeker, en de generaal riep de
kraohtige hulp dor pers in, om hierop de
algemeene aandacht te vestigen.
Frans Rosier.
Uit Delft meldt men
De eigenaar van het café »De Bruinviaoh"
alhier, herinnert zich thans, dat in de dagen
tusBchen 3 en 6 Maart, een bezoeker ten
zijoent is geweest, wiens kleeding overeenkwam
met die van Frans Rosier. Daza bezoeker
had de pet diep over de oogen getrokken en
toefde bijna niet in de gelagkamer.
Hg kwam binnen, bestelde een glaasje Catz,
begaf zioh naar zekere plaats, kwam terug,
dronk zijn borrel uit, betaalde en giDg heen.
Bijna zsker houdt men dezen bezoeker voor
Frans Rosier, die in een sohoenwiokel, op
enkele rohreden afstands van het café, een
poar echoenen kocht.
Wij vernemen van betrouwbare zijde de
volgende bizonderhoden, omtrent Frans Rosier's
verblijf in Dolft en omstreken.
Zaterdagmiddag j 1. zag zekere v. d. Berg
een man wat ondergoed in de Braeserskade
(gemeente Vrijenban, bij Delft) werpen. V. d.
Berg wilde het er uit viesohen, maar de on
bekende man beduidde hem (zonder te spreken,
alleen met hoofd- en vingerbewegingen) dat
dit niet noodig was. Later zag hij den mao
steenen er op gooien. Eeo vrijend paartje
waarschuwde 's avonds den timmerman Eige-
man, dio bet goed uit het water haalde en op
last van den burgemeester bewaarde. Een
ioBpecteur van politie is uit Gouda over
gekomen en heeft op het hemd wat bloed
ontdekt en op het buis wat zwartsel, hetzelfde,
waarmede Rosier zijn haar gekleurd had.
Ongeveer 12 uur had de man bij den kteer-
koopor De Groot nieuwe kleeren gekocht,
ongeveer 3 uur ie hij bij de Brasoerskade
gezien en 'a avonds heeft hg in Delft nieuwe
Hchoenen gekooht. Ook moet hij 's nachts in
Delft gelogeerd hebben.
Zcowel v. d. Berg als De Groot, hebben
verklaard, dat het uiterlijk van den persoon,
dien zij gezien hadden, volkomen overeen
stemde met 't signalement en 't portret van
Frans Roeier. (Vad.)
Nader meldt men nog:
In een tuin aan het Begijnenhof, alhier,
werden Zondag 4 Maart een brook en vest
gevonden.
Veimoedelijk zgn deze kleediogatukken
tfkomstig van Frans Rosier, die den dag te
voren io de Bagijoesteeg is geweest, aldaar
van ooBtuom heeft verwisseld en zgo oude j
plunje over den muur in bedoelden tuin heeft
geworpen.
De winkelier, bij wien Rooier een nieuw
oostuum heeft gekocht, herkent de broek en j
het vest als vau een soortgelijke stof en kleur, j
welke Rosier aan had, toen hg zich in zijn
winkel ophield.
In het Dagbl. van Gouda staat de vol-
gende bekendmaking van den commissaris
van politie te Gouda, den heer W. N. van
Garderen
»Naar aanleiding vau de aanhouding vau 1
den inbreker Frans Rosier, die iu den naeht
van 2 op 3 dezer te Gouda diefstal en op j
eene 63 jarige weduwe geweld pleegde en j
zwaar verwondde, berioht de commissaris van j
politie to Gonda, dat F. Rosier toan gekleed
was met een donker geruit meer versleten j
pak, jookey-pet en sohoenea, deze laatste met
blauw laken tussohenzotsels, terwijl hij thans
gekleed is met een nieuw donker pak, platte j
pet met grooten ronden bol en glimmende i
klep, trijpen groan met rood bewerkte
pantoffels en fijue ohroomlederen gesp- of
knipbottines vau Engeleoh of Amerikaansoh
fabrikaat, dit af te leiden uit het No. 7, dat I
in de eohoenholte staat.
»Hjj moet zioh dus gedurende den tijd
van 3—6 dezer van die nieuwe kleeding
hebben voorzien en zgn oude plunje ergens
achtergelaten of missohien wel weggeworpen
tongëMT *Vè rïWIcnd ncirtn) gén ~ié dmYotf
gen, waar en bij wien die nieuwe kleeding
gekooht en waar die oude plunje aohtergelaten is. i
Aangezien wel het ontvreemde geld (nage
noeg de geheele eom) maar geen der gouden
sieraden bij F. Rosier zgn bevonden, is het
niet onmogelijk, dat deze zioh in of bij die
oude kleeding bevinden".
Uit Utreoht meldt men aan de N. R. Ct. j
"Wij vernamen nog iets van het verblijf
van Rosier te dezer stede, dat wij nog nergens
vermeld hebben gezien. ZoorIs hier medege
deeld is, vertoefde ook in deo nacht vau
Maandeg 26 op Dinsdag 27 Februari Roeier
onder den naam van Jaoobus Jansen uit
Weeep, in het christelijk logement Asareel,
alhier. Ia den avond heeft hg toen in de
zaal met enkele personen zitten praten0. a.
ook met een jongen, een lopus-lijder, die
daar eenigen tijd gelogeerd is. De aandaoht
viel op 't in de zaal aangeplakte bi'jet van
dc jastitie, waarop een belooning voor de
aanhouding van Rosier wordt toegezegd, en
de jongen liet zioh ontvallen»ik wou dat
ik die f 500 kon verdienen", waarop Rosier
ongeveer gezegd moet hebben»zou jij dat
doen, een kerel, die zoo glad is. aan de
justitie overleveren, neen, dat zou ik niet
doen hoor".
Hiermee ia nu voorloopig de Frans
Roeier-geschiedenis ten eiode.
Het is onbegrijpelijk, hoe een zoo sluw en
berekend persoon zich zoo dom heeft laten
vangen. Had hij wel gevaarlijker plaats
kunnen uitkiezen dan 'n barbierswinkel, waar,
als hij onder 't mes zat, da barbier hem nauw
keurig kon opnemen, de verraderlijke moedor-
vlek moist ontdekken, kon opmerken dat zgn
haar geverfd en zijn gezicht geeohminkt was
en heel zijn niterlgk kon vergelijken met het
gegeven signalement?
Wat heeft Frans, na al de bezwaren en
gevaren, al weinig genot van zgn veertien-
daageche vrijheid gehad. Veel moeito en zorg
ziet hij luttel beloond. Slim was zga overleg
tot het oogenblik zijner bevrijding, maar te
licht heeft hij getsld de moeilijkheden, die
hij toon nog te overwinnen zou hebben, en te
veel heeft bij laten aankomen op zgn vermetel
heid en het toeval.
Het tooval dat hem naar den barbiers
winkel heeft gevoerd, hem, die er juist het
meeste belang bij had, zgn haar en baard te
laten groeien, opdat hg hoe langer hoe minder
op hot signalement zou gaan gelijken.
Mon ziet hieruit, dat de stoutste en knapste
I misdadigers, over wier beleid eu slimheid de
W6reld eenige dagen verbaasd heeft gestaan,
ook de onnoczelste kaarten kunnen uitspelen,
waarover die zelfde wereld zich al eveczeor
zal verwonderen. Was dat nu de daad van
een Frais, die zgo vigheid met zoo groot
talent had veroverd eu veertien dagen larg
wi9t te behouden, hoezeer er allerwege op
hem geloord werd? Wat deed hij op straat
ea onder de menschen? Waarom zich niet
Eohuil gehouden, zoolang, tot er weinig of in
't geheel niet meer over hem gesproken zou
woiden, want die tijd naderde, en dan had
hij de wijde wereld kunnen ingaan, zonder
vrees, dat er nog zoo bizonder op hem gelet
zou werdon. Voor al zgn hongerlijden gedu
rende een paar jaren en zgo met goed sueoes
bekroonde pogingen om de vrijheid te her
overen, heeft hij nu sleobts enkele dagen een
zorgvolle vrijheid genoten, plus het voor hem
zeker streelend genoegen, dat zgn naam op
aller lippen is geweest, en bij overal vruohte-
loos werd gezooht, terwijl dan hier dan daar
psrsoneb werden aangehouden, die ganeoh
onschuldig bleken te zgn.
IN DE GEVANGENIS.
De Oader-de-Men8chen-schrijver van de N.
Rt. Ct. is eeo oud-gevangene gaan interviewen,
een ontwikkeld man, die echter wegens op
lichterij al meermalen gezeten heeft, en thans
pas weer ontslagen is.
Veel bizonders vertelt de man. Zoo 0. a. van
het leven in de oei.
Trouwens, 'n uur cel, duurt er vijf, ruim
gerekend Maar dat weten de heeren
rechters natuurlijk niet, die je de straf op
leggen, want die heeren hebben ze nooit
gezeten bewaar me I Ziet u, celstraf
da's niet zoo maar afzondering uit de wereld
niet zoo maar eenzame opsluiting van 'n
gevaarlijken burger daar komt van
allerhande bij, van de raarste diDgen en
gewaarwordingen komen er bij Nee,
13(^.(4 WAt lint* tl niof Kii ia tnmf rinnr
donkerte, en met die geluiden, en met die
stilte mee Allemaal in zoo'n léég celletje!
Kijk, de heeren rechtere leggen 't je op, en
't is hun recht en hun plicht, want de wet
zegt 't hè? en 't ffvóór wat, hoort wat" is
den mensch nu eenmaal ingeboren. Maar
't eenige waar ik wel 's over praktiseerde was
't oasueele, dat 'u rechter je straft met 'n straf,
die hij niet kent, waar ie eigenlijk niemendal
van af weet Nee, want wie kan dat nu
weteD, dat er van allerhande leelijks door de
muren van 'n cel heen komt vliegen om je
nog 's extra te koeieneeren? En niemand
krijgt 't in z'n hoofd om, als ie d'r goed en
wel uit is, bij de edelachtbare heeren president
en rechters aan te belleD, en te vertellen van
al die bavianeD, die vleermuizen, die nacht
uilen, die want als atheïst zijnde geneer
je je natuurlijk om aan spoken en wonderen
te gelooven ai ziju ze d'r tóch dat
bezweer ik 't krioelt er van maar
dan altijd in de vizioenen van je eigen hoofd, hé
Over de
b r i e f w i s e 1 i n g in de gevangenis
vertelt de man
Ook je genegenheid, je hartelijkheid, je
gevoelens voor je vrienden, je vrouw en je
kinderen moet je als gedetineerde aan den
directeur van de gevangenis voorleggen om te
hooren of 't zoo mag. Dat gebeurt door de
briefwisseling. Als je 't Dinsdags aanvraagt,
krijg je Zondags een half velletje papier, dat
voor een groot deel bedrukt is met (/Lees dit",
waaronder allerlei voorschriften staan aan
gegeven. Veel andere woorden kunnen daar
dus wel niet op, maar 't spreekt van zelf, dat
de buitenwereld moet worden gewaarschuwd,
moet weten dat die brief van een gevaDgen
misdadiger komt. Eu heb je er enkele drup
peltjes van je hart op uitgestort, dan keurt
de directie het gehalte daarvan. Staan er
klachten in over dit huis, over voeding,
behandeling of zoo iets, dan krijg je hem uit
den aard terug. Anders wordt hij voorzien
van een postzegel, die uit je verdiende loon
wordt bekostigd, en na eenige dagen door
gezonden.
Komt er dan antwoord van een verwant,
die zijn hart nog niet van je heeft afgetrokken
na je val, dan doet de directeur eerst dien
brief opeD, en daardoor gaat er veel van de
bekoriog af. Want een brief, die eerst door
vreemden is gelezen, is als een kapelletje,
dat in handen geweest is; 't ongerepte mooi
is van de vleugeltjes. En met blauwe krassen
is het wit op het papier gevuld, omdat je
anders misschien misbruik zou maken van die
open plekken. Ontdaan van het couvert, en
voorzien van je nummer, krijg je hem dan
eindelijk ook te zien
Maar op deze wijs duurt die correspondentie
wel erg lang soms. En nu lacht u, omdat een
gevangene toch waarempel geen haast heeft
Da's waar Toch, toen ik in 1892 voor
de eerste maal in de gevangenis zat, is mijn
moeder gestorveD. Acht dagen na haar sterf
dag ontving ik den brief, waarin mijn zuster
schreef, dat moeder zoo ziek was geworden.