Landbouw en Veeteelt. In de gemeente Elkerz^e ago bij den hcd- bouwer J. Flohil vier oasen aangekocht voor de aanstaando tentoonstelling te Rotterdam, voor den prijs van 1760 golden door den veekooper J. Simmers te Zierikzee. Een waarschuwing aan alle melkver- koopersl De reohtbank veroordeelde Don derdag 1.1. J. v. W melkboer te Capelle aan de IJsse), wegens vervalscbing van melk met een groote hooveelheid water, tot 2 maanden gevangenisstraf, met lust tnt openbaarmaking van het vonnis in het Rotterdamsch Nieuwsblad. St-Filipsland, 15 Maart. Bij de in Zeeland gehouden paardeDkeuriog is o.a. een aanhoudingsprr mie van 100 gld. toegekend aan de in 1904 geboren merrie »Nora" van den heer A. v. Dijke alhier. Bij beschikking van den Directeur- Generaal van den landbouw, is de adepiract- Rijkatuiobonwleeraar. A. M. Sprenger, over geplaatst naar Alkmaarteneinde den Rijketninbouwleeraar aldaar behulpzaam te zija bij het verrichten van diens werkzaam heden en hem bjj eventneele afwesigheid zoo noodig te vervaogeu. Goes Benoamd tot aseisterte aan hot Rgkalaudbouwproifatation alhier mej C. den Hollander Jd.geboren te Goes, thans apothekersbediende te Hilversum. Mej. C. den Hollander, geboren alhier, thans apothekers-assistente te Hilversum, is benoemd tot assistente aan het Rijks-landbouw proefstation. h B B a m i p w m. Goes Alhier is een Bond der Nederlandsohe Zendiogavereenigiog voor Zeeland en Noord- Brabant opgelicht. Voorzitter is ds. G Boersma, en secretaris (oa 1 April) ds. J. C. Schnller, beiden pred. bij de Herv. Gem alhier. De overige bestuursleden zija de heeren predi kanten J. J. Homburg, Groede; J. de Vorgi, St.-Annaland; F. J. J. Lm ff, Breda; J. de ViBsor, Middolburg; H. J. Couvéa, Cortgene; R. Torenbeek, Vlissingen. St.-Filipsland, 15 Maart. 25 Mei a.s, hoopt de heer G. v. d Dossen den dag te herdenken, waarop hg vóór 25 jaar aangesteld werd tot organist in de Herv. Kerk alhier. g wTi Tot onderwijzer aan eene openb. lagere school te Rotterdam is benoemd de heer B. J. Kerpeatein (van Zierikzee), thans te Maasslnis. Benoemd tot onder»ijzeres met hooid en taalakten aan cohool B te Terneuzf-n mej. J. T. de Kraker, thans to Kappellebrug, gemeente Ciioge, on tot ooderwgzeres in de handwerken aan de cohool te Sluiskil m»i Benoemd tot hoof i der r.-k. j ingens- school te Aardenburg de heer J. Setoff* te Gonda. Door den Bond van Nederlandsche Onderwijzers is met 1622 tegen 976 stemmen en 272 blanco's aangenomen een voorstel van het hoofdbestuur, waarbij de Bond als de plicht der leden uitspreekt, zoo ze lid zijn vanhetNederlandsehOaderwijzers-Genootschap, daarvoor te bedanken, en zoo ze geen lid zijn, zioh niet bij dit Genootschap aan te sluiten. Dit voorstel was gegrond op de overtuiging dat verdwijning van het Genootschap den Bond als de vakvereeniging voor de klasse- onderwijzers sterker zal maken, en dat de klasse-onderwijzers verkeerd doen, door hun lidmaatschap het totaal overbodige Genoot schap te versterken en te steuneD. Fob* Telegrafie. Bij kon. besl. is met ingang van 1 April bevorderd tut ror.nties der postergen 2 le kl de heer J. M. Henniog (geb. te Zierikzee), thans 31e kl. Meo aohrijft ons: De Etgelsche post administratie heeft geweigerd de circulaires, welke door Eogofsche bookm tfeers te Middelburg worden verzonden. Deze circulaires hebben betrekking op firaa's, die z g. d. competition- commissies" uitvoeren. De lijstenwelke verzonden worden voor do gewone paarden wedrennen, ccbgcen hieronder niet begrepen te zjjn. Watersnood ii^Zesland. Men fchrijfc ons uit den Oase: Dat de vloed van den 12 den dezer bizonder hoog is geweest, blijkt wel nit hot fait, dat het water aan don noordkant nabij don 0.89 over den djjk sloeg. Al spoedig ontwaarde men aldaar een b langrijke tcbade aan het binnenbeloop van den dijk. De ingenieur en de heide heemraden, de heeren Gavt ea Van der Weijde, waren spoedig tor plaatse aan wezig. Terwijl do vlood afnam en men de zekerheid had »e-kr»»g»n, dst in het zoo genaamde Zaodhovlj) aan den Oss? een doorbraak te verwachten was, indien het vloedpeil Tan don dag wederom word b?re!kt, toog men oogccblikkelgk aan h».t werk. Een woord van buldo post hier z-ker san den wakkeren heemraad, den heer Gast. en aan het krachtig optreden van den icgeci'ur, die persoonlijk het work leidde Des nachts vóór drie nur was do kistdam op den dijk over een lengte vac 80 Meter klaar, on Sobonwen voor ocd*rloop«n bewaard. Naar ons gemeld werd waren er ongeveer 50 man aan het werk. H t wag ceo fantastisch ge licht al die maunen aan het werk te zien bij gedempt maanlicht en brandfakkels. Ook bleek ons, dat de nieuwerwetsohe glooiingen van gewapend cement beton zich uttstekend hadieu gehouden op plaatsen, waar bij een vorigen grooten vloed de dijk veel had geleden. Deze nieuwe glooiingen liggen meer aan den znidkaut en aan Bronwersbaven. Dreiechor Maandagmiddag omstreeks 4 nnr bereikte het water in onze haven en in het Dijkwater een orgekeerde hoogte, raar men zegt ongeveer 11 c.M booger dan in 1894. Hoewel het water over de gshselo lengte over de dijken der aangrenzende pol dert jss spoelde, bleken deze toch bestand tegen de kracht van het water. Op versohillonde plaatsen in de poldertj^s stond het zeewater op de landerijen. 8t.-AiiDalaiid. De doorbraak alhier, waar van reeds meldiDg werd gemaakt, is op eeu zeer onverwachte wijze ontstaan. In de laatste maanden hadden aan den zeedijk aldaar her haaldelijk oeverafsohuivingen plaats, die zelfs ten slotte tot dijkval overgingen, doch deze zijn de oorsaak der ramp niet geworden. Daar de wind bijna volkomen Noord was, kwam er een buitengewoon hooge vloed. De zeedijk nu zou wel hoog genoeg zijn geweest om evenveel rustig water tegen te houden, maar niet om zulk een woelige zee te keeren. Bjj eiken golfslag gingen de baren op tal van plaatsen over de kruin van den dijk heen. Tegen deze aanhoudende schuring van het water bleek zij op den duur niet bestand, omdat elke zeedijk wel aan den voet, maar nimmer aan de kruin versterkt is. Omstreeks half vijf zag men aan de landzijde op twee verschillende plaatsen groote strooken grond van den top van den dijk naar beneden sohuiven, maar daardoor was zij nog niet verlaagd, omdat de kruin over de halve breedte was blijven zitten. Niet lang daarna zag men, dat het bovenvlak golving begon te krijgen, eu tegen vijf uur stroomde het water met groot geweld door het open vak in de dijkkruin, dat natuurlijk van minuut tot minuut dieper werd. Een uur later was een vruchtbare polder van ongeveer 180 gemeten met bijna honderd woniDgeD veranderd in een onstuimige zee, wier golven beukten tegen een binnendijk, die lang niet hoog en sterk genoeg is om stormvloeden als van Maandag te trot- seeren. Met den meesten spoed is men be gonnen de rijopeningen in dezen landdijk dioht te maken en de dijk op de laagste punten met kistdammen te verhoogen. Gelukkig dat de doorbraak bij dag heeft plaats gehad, daardoor kon men op een afstand van een kwartier gaans, staande op den binnen dijk, die nu waterkeering is, het gevaar gelei delijk zien aankomen. Indien het ongeluk bij nacht had plaats gehadzouden voorzeker mensohenleven8 te betreuren zijn geweest. Nu hadden alle bewoners vao den overstroomden polder ongeveer een uur tijd om hunne levende en draagbare have in veiligheid te brengen. Vele zaken echter konden niet worden geborgen, en omstreeks 10 our des avonds, toen het water voldoende was gevallen, zag men tal van men- schen weer bezig hun door zeewater geheel •a—«fcwA* wig icf uBieo een somber tooneel om te aanschouwen bij het sohijnsel van tal van handlantaarns en het geloei van storm en golven. De bewoners zelve hebben een onder komen gevonden bij hunne dorpsgenooten, want er zullen maanden verloopen, voor de huizen weer bewoonbaar zijn. Ook zijn er reeds verscheidene ingestort. Om te overzien, van welken omvang de ramp is, die onze gemeente Maandagavond heeft getroffen, moest eerst de Dinsdagmorgen worden afgewacht. Het water kwam toen ruim een Meter minder hoog dan bij het vorige getij, doordat de wind in kracht was afgenomen, en van Noord naar West was gedraaid. De land dijk, die thans waterkeering is, was juist hoog enoeg om bij zulk een getij het water te eeren. In den ondergevloeiden polder steeg het water evenwel dezen morgen hooger dan den vorigen keer, omdat de doorbraak gisteren avond eerst ontstond, toen het water al aardig gevallen was. De opening in den zeedijk is 85 Meters lang, en zóó diep, dat de voorhanden materialen onvoldoende bleken, om ze bij laag water fe peilen. Behalve deze volkomen dijk breuk vertoont de zeedijk op tal van plaatsen afschuivingen aan de landzijde langs de kruin en vele spleten en scheurenhet is dan ook de vraag, of deze dijk wel herstelbaar is en of men den polder niet aan de zee zal moeten prijsgeven. Een ganschen Dinsdag is men bezig geweest den landdijk, die thans het water keert, te verhoogen en te versterken, want mocht die bij een eventueelen storm of hoogen vloed niet voldoende blijkeD, dan zou de groote polder overstroomen, waarin het ge- heele dorp St.-Annaland en al de hofsteden liggen. Intusschen is het overstroomde gedeelte van het dorp ééa woestenijverscheidene huizen zijn geheel door wind en golven weggevaagd en vele anderen staan gehavend, tot instorten gereedvoortdurend in het waterwant de polder komt ook bij laag water niet droog. Het treurige van het tooneel is bezwaarlijk naar eisch te beschrijven; den geheelen dag ziet men de arme menschen bezig, om uit en van onder den ohaos hun armzalig boeltje op te balen. Het is van luttel waarde, wat zij bijeenbrengen, maar het is al wat zij hebben en ze waren er mede tevreden. Op het terrein van de overstrooming alhier is aan een paal een collecte aangebraoht, om de talrijke bezoekers van andere gemeenten in de gelegenheid te stellen alvast hunne gaven voor de noodlijdenden te offereD. Heden kwam te 8t,-AnnaIand de tijding, dat een volgende polder aan de St.-Annaland- sohe *ijde i8 ingeloopen, dit is nu de zesde; de vijf eerste zija samen ODgeveer 5000 ge meten groot. Van 8t.-Annaland wordt werk volk gezonden om verdere ondervloeiing van nog andere polders te voorkomen. Oud-Vosmeer. Hoe erg de toestand vzn de overstrooming te St.-Annaland ook wezen moge, ze is van kleiner omvang met hetgeen alhier is gebeurd. Maandag namiddag is ook daar een aan de zee grenzende polder over stroomd, «de Vogelenzang" geheeten, door dat de buitendijk op vier plaatsen doorbrak. Maar erger werd de toestand, toen Dinsdagmorgen bij den volgenden vloed een binnendijk be zweek, waardoor de Kerkepolder overstroomde, waarin het schoone dorp Oud-VoBmeer geheel gelegen ia. Toen uw berichtgever Dinsdag- namiddag per fiets naar de geteisterde plaats reed, kon hij het dorp Bleohts op een kwartier gaans afstand naderen, omdat het laatste ge deelte van zijn weg niet meer over een hoogen binnendijk, maar door den overstroomden polder liep, en dus wel bevaarbaar, maar niet berijd baar was. Een groote watervlakte vertoonde zich van ai zijn hoog standpunt aao zijn oog, en daar lag de bebouwde kom der gemeente met zijn drie kerken met torens, zijn twee scholen en honderden knappe woningen raidden in de plas. Geen teeken van leven was te zien of te hooren, geen joelende kinderstemmen, die anders bij het naderen van een dorp in het voorjaar den bezoeker van verre toeklinken. De meeste huizen hadden gesloten luiken, om het binnendringen van het water zooveel mo gelijk tegen te gaan. AUerwege doodsche stilte, alsof het ganache dorp was uitgestorven. Hier en daar zag men een boot met Thoolsche vis8chers en sohippers bemand, bezig met onverdroten ijver aan de woniDgen, die nog niet verlaten waren, mensohen te balen en die naar den hoogen landdijk te brengen, vanwaar ze over een volgenden polder werden geroeid, om aan boord te gaaD van in de haven gereed liggende visschersscheepjes, die ze naar Tholen zouden vervoeren. Vele meoschen waren ge durende den dag in die richting vervoerd, waar ze in het schoolgebouw en bij de burgers in kwartier werden genomen. Nog een klein getal menschen ziiten in hunne huizen op de zolders of op het gemeentehuis en in de Her vormde kerk, die wat hooger staaü, maar het spreekt van zelf, dat dat ze daar niet laDger dan uiterlijk morgen blijven kuonen, want dan zullen hun levensmiddelen verbruikt zijn, en vooral aan drinkwater zullen die geïsoleerden heel spoedig behoefte hebben. Veel vee is ver dronken, en lang6 sommige dijken liggen dan ook vele doode dieren: paarden rundvee en varkens, maar menschen zijn tot nu toe niet omgekomen. Van geen enkele aangrenzende gemeente is het dorp Oud-Vosmeer zonder vaartuig te bereiken, en tusschen deze gemeente en Tholen is zooveel overstroomd, dat de visschers over land door de doorgebroken dijk van de eene plaats naar de andere varen. In verscheiden maanden zal het dorp niet bewoon baar zijn, omdat het water uit den polder niet verwijderd kan worden, vóór de dijkbreuken gedioht zijn, en dat is een moeielijk en lang durig werk. Reeds te vier uren Maandag klonk het geroep door het dorp, dat het water in de Een dracht tot een ongekende hoogte was gestegen. Ondanks den storm trok een groote menigte menschen naar dea binnendijk van de Vogelen zangpolder, en vanlaar zag men den vreeselijken strijd van water eb land en het «Ik ontzwem" van het laatste mocht niet gehoord worden. De dijk bezweek op verschillende plaatsen. Intusschen was roen druk bezig op zwakke plaatsen den binnendijk te versterken. Nu kwam een bericht, d** de polder Slabbe- want onmiddellijk* moesten maatrefeT3ra£". nomen worden, om den Oud-Vossemeerschen polder te beveiligen, wat sleohts met zeer veel moeite is gelukt, behalve dat over den dijk veel water is gevloeid en men elk oogenblik vreesde voor iuvloeiing. Het zwakke dijkje tusschen Slabbeooorn en Oud-Kijkuit begaf het nu, en alles steeg ten top, want het dorp was ook niet veilig meer. We kunnen de ellende der arme bewoners van de hoeven «Karne- melkspot", «Oost en West-Leguit" en die van het «Boschhoofd", niet beschrijven. Het zij genoeg, dat geen raensohenlevens werden ge- eischt, dat wel dieren bezweken en dat have en goed aan het spel der golven moesten over gelaten worden. Een bange nacht braohten zij door, die op deze hoeven waren gebleven en die Dinsdag met roeibooten werden gered. Het Dijksbestuur was den naoht van Maandag op Dinsdag druk in de weer, en des morgens te vier of vijf uur klonk het: «de Zwanendijk" begeeft het. Weldra luidde de noodklok door den akeligen nacht, koud en winderig, maar toch niet meer bepaald stormaohtig. Welke gedachten op zoo'n oogenblik door een mensohenhoofd gaan, is meer dan ontzettend: «alles, alles overlaten aan het noodlot I" Ieder repte zioh om zijn goed op den zolder te bergen, en nu kwam het water; de straat loopende van den Ouden Molen naar het dorp was weldra ondergevloeid en het verkeer kon slechts plaats hebben door personen van laarzen voorzien, of door hen, die ondanks de winterkoude er in 's hemels naam alles maar aan waagden en door het vuile, drabbige zoute water heen stapten. Zij, die door lagere ligging van hun woning zich minder beveiligd achtten, gingen naar de Kring van het Dorp, waar vrienden en kennissen de menschen opnamen,, zoodat in enkele woningen 20 tot 50 menschen waren. Het gemeentehuis was ook weldra vol personen. Weldra waren Thoolsche visschers gekomen met roeibooteD, die de menschen, welke dit verlangden naar den dijk naar Tholen braohten en later op den dag werd het voor velen als het ware een vlucht. Anderen meenden te kunnen blijven, en den nacht ter plaatse te kunnen doorbrengen. Des avonds steeg al meer en meer het water en nu bleveu slechts enkele woningen in de kom van het. dorp vrij van water, enkele hadden wel meer dan 1 Meter water in huis, zoodat men op den zolder moest vertoeven. Gelukkig, dat intusschen het water kalm bleef. Naar het schijnt, heeft men Dinsdag niets of althans zeer weinig aan de djjken kunnen doen. Woensdagmorgen zijn de nog aanwezigen bijna allen vertrokken en werd in het dorp zooveel aohtergelaten, dat men toch zoo graag had willen meenemen. Het is niet ons plan de ellende te beschrijven, die verder is ontslaan. Gelukkig dat ook hier de algemeene weldadigheid zich niet verloo chent. Alle eer aan de ingezetenen van Tholen, die alles deden om het lot van honderden te verzachten en die in de weer waren om ouden van dagen, zieken, kleinen en grooteren onder dak te brengen. Eén woord van lof was het van groot tot klein, wat uw verslaggever ver nam, van hetgeen Tholen's burgerij deed om het leed te verzachten. De nood is groot! Onmiddellijk is een com missie gevormd, die gelden zal inzamelen voor verzachting van het lot der ongelukkigen. In de eerste plaats is Woensdagmorgen met volle kracht begonnen, om de aangevallen soheidingsdijk tusschen Kerke en Oud-Kijkuit weer in orde te maken, omdat daarvan het lot van het dorp afhangt. De gelegde dam hield zich Woensdagavond goed. Deze dam was gelegd op de ergste gevallen plaats; de ingang tussohen de polders Leguit en Oud-Kijkuit kon echter niet meer gedicht worden, zoodat het water heden naoht nog invloeide. Donderdagmorgen zijn te St.-Annaland 300 menschen ongeveer aao het werk getogen, om door den overstroomden polder een dam te leggen, die bijna 300 Meter lang moet wor den. liet doel is deze zoo hoog te maken, dat eeu klein gedeelte van het overstroomde land bij gewone vloeden watervrij kan worden ge maakt; mocht deze poging gelukken, dan zal de bebouwde bunrt druoggelegd kunnen worden. Reeds over de halve lengte is men met het werk gereed, eu Vrijdag hoopt men de tweede helft te voltooien. De vloed van Donderdag avond zette den dam gelukkig niet onder water. Het werkvolk verricht alle arbeid kos teloos en staat onder voortdurend opzicht van dea predikant der Hervormde kerk, die in lange laarzen en met oliejas gekleed in het gure weer geregeld op het terrein is. Intusschen is een andere ploeg werklieden ijverig in de weer om te voorkomen, dat de gebroken zee dijk nog niet verder afbrokkeltdaartoe wordt in het verdronken land een breede geul ge graven, teneinde bij ebbe den stroom een andere wending te geven, daar hij thans onop houdelijk op één der einden van de dijkbreuk inwerkt. Zoodra de bovenbedoelde dam voltooid is, zal met alle kracht worden begonnen aan de verhooging, verzwaring en bekramming van den waterkeerenden landdijk, want ook deze draagt duidelijke kenteekenen van algemeene zwakte. Nog een groote ramp, het invloeien van den grooten polder van St.-Annaland waarin het geheele dorp ligt, kan voorkomen worden, indien wind en zee maar niet te ongunstig wordeD. Tholen. Maandag steeg do vlosd op onrustbarende wijze. Nadat eerst twee gaten in den dijk van den Oesterput get lagen waren en eau groote loods vernield was, brak de djjk van den polder Slabbeooorn door. Onmiddel lijk werd van alle zjjdsn om hulp goroepen om den Schakeldijk te helpen versterken, teneinde Tholen voor overstroomicg te be- boaden. hetgeen dan ook gelukt is. Later brak de djjk tusschen bi6r en Oud-Vosmeer nog op visr plaatsen door, waardoor de geraeer.te Oad-Vosmeor zooveel water kreeg, dat de bewoners up de zolders mos?ten «luchten. Het vee liep los, doo.' allo polders been zwemmende, werd door velen gepakt en ie bij verschillende landbouwers op het eiland opgeborgen. Natuurljjk zija er ook verscheidene beesten verdronken. Dinsdag trokken de schippers van hier om de meceohen Oud-Vosmeer te helen. Hekken enz. moesten vernield worden om bij de woningen te komen. V©\on zaten met geiten, kippen, zelfi met varkens en kalveren op de zolders. Bij bekkenslag werd in Tuolea «der, die rjj'uig had, bevolen near Oud-Vosmem- te rijden, de geredden te hsleo en in veiligheid te brengen. Honderden worden hior aange braoht. De bewaarschool, het gemeentehuis, be» lokaal Non 8eroper werd door bet bestuur van 't Groene Kruis, met behulp van vele iog<zotei>Bn ia orda gebracht. Ook door vele particulieren werden de ongelnkkigen opge nomen. Door bekkenslag werden de ingezetenen wederom uitgecoodigd, bedden, dekens enz. te verstrekken, waaraan osk bereidwillig voldaan werd, en de uuDgebraohie levens middelen waren van dien aard, (fat alle oigelakkigen geholpen konden worden. Hot lokaal Non 8emp r werd gehouden voor zieken en ongelukkiger. Woensdagmorgen was het wator ia Oud-Vosmeer nog moer gestegen, zoodat cu bijna alle bewoners de gemeente verlaten babbeo. Ook nu waren het wedorom de Thoolsche schippers, die hij het redden de noodige hulp verhanden. Bij bekkenslag werdeu de ingezstecen gevraagd om balen, zikken enz., zoodat in korten tijd ruim 5 duizend bij elkander waren, toen b?goa men do gevaarlijkste plaatsen te stoppen, waarvan er één al gobeel dioht is en tegen bet water hetwelk nu niet hoog ia geweest weerstand he*fs kuonen bieden. Vele iowouors uit Oud-Vosmeer hebben Tooien weer verlaten en zija over de ver schillende dorpen op bet eiland verdeeld. De landbouwer ven den Karnemelkspot, wiens hofstede goheel ond.r water staat, heeft zijne hoeve verlaten pd ie nu bij familie buiten Tholen. Hondtrden hebben Woensdag de ruïae bezocht. Docdordigrnorgea stond hst water in Ond-Vosmeer weer eeu mjter hooger dan den vcrigeo d«g. Met alle m«oht wordt aan de gevaarlijke plekkou gewerkt. Boomen zijn ontworteld gaten in do wogen geslagen, het is ontzettend om aao lo zien. Oe schado is natuurlijk niet te bereken:n. Tholen. Dc dijk van den polder Slabbe- koren is doorgebroken. Het water stroomde over den grindweg, zoodat de landbouwers met huu vee moesten vluchten. In den weg zijn vele gaten geslagen. De dijk van deu oesterput van de firma Wagtho Co. is op twee plaatsen doorge broken. Eén der loodsen is geheel vernield; de woning van den opzichter is gelukkig blijven staan. Vele werklieden zijn terstond aan het werk gegaan om den Schakeldijk te versterken, ten einde het water uit Tholen te weren. Velen hebben hunne woningen verlaten en de meubelen op de zolders gebraoht. Scherpeniaae, 15 Maart. Io deze gemeente bevinden z:ch ook verecboidene vrouwen en en kinderen uit Oud-Vosmrer. Vermoedelijk zijn er ook wel ondor. waarvan huore mannen, die thans bijna allon aan de dijken te Oud- Voseemeer en Tolen wei kon, niet eens weten, waar vrouw en kinderen thans vertoeven. Die alhier op het gfmsentebuie, id de consis toriekamer en in de particuliere huizen ver toeven en bij families opgenomen zjjn, zgn de volgorde personen: P. van Driel, echfgen. van M Jerooisa, met 1 kind; J. de Wijze, echtgen. van P. Jeroense, met 2 kinderen B. van Driel, eehtgen. van J. v. d. Boogaard Az met 9 kinderen; w«d L van DriolB Jobte, echtgen. van J. van Houten, met 5 kinderen P. Je»o*nsr; 8 Jeroense; D. de Wgze; J. van Dijke, eohtgon. van A Gailjam, met 2 kinderenJ. Geuze, ccbtgen. van G. Plan- 806D, Diet 4 kinderenM Plantsoen, echtgen. van J. Vader, mst 1 kind; L van B«veren, eohtgon, van J. van Pooit vliet; C. J. Ry»ton- bilJ. O Rjjstenbii; M Gunst; Jan Beaufort en vrouw; M. Kunst en vrouw; L Ganst; J. de Graaf; K do Graaf; n. Romein, eohtgon. van G de Graaf; P J de Graaf; A. Kievit; C. Kievit; C. Timmers en vrouw; P. Rgstenbil en vrouw; P. Gunst; A. Gunst; J. Kievit; C. Kievit; P Jacsan. Ierneke. Een buitengewoon hooge vloed, gepaard met een feilen Noord-Westenstorm, heeft Zuid-Beveland geteisterd. Het water is hier hooger gestegen dan de meeste menschen ooit hebben beleefd. Het overslaande en over- stroomende water schuurde hier en daar geulen in de dijken en brokkelde daarvan stukken af, waardoor vrees ontstond voor doorbraak, en de bewoners van de nabijgelegen polders zich begonnen te bergen. Van de Olzende- en St.-Pieter8polders braken de dijken werkelijk door, zoodat die polders spoedig blank stonden, gelukkig zonder dat verlies van menschen of vee te betreuren valt. Het water wies zóó sterk, dat eenige vrouwen, die in eene oesterloods aan het werk waren, daardoor overvallen werden en door den vloed moesten waden om op het droge te komen. Ook een paar oesterputten zijn doorgebroken. De oesterloodsen, welke alle buitendijks staan, stonden tot de daken of de nokken onder; ongeveer tien daarvan gingen geheel verloren; alle werden min of meer beschadigd; van één zag men het dak ronddrijven. Van den oestervoorraad, in de putten opge borgen, zal ook nog al wat verloren zijn. De totale echade beloopt duizenden. Vooral de dijken hebben veel geleden. Gelukkig, dat die na 1894 verhoogd zijn. Anders zou de ramp nog veel erger geweest zijn. BUland-Batli. Ora 5 uren werden wij hier, onder het bulderen van den Noordwester storm, verschrikt, naar buiten geroepen door het luiden der dorpsklok. Van vele kanten hoorden wij weldra: «De dijken van de En- gelsche polders zijn doorgebroken en de menschen moeten haastig vluohten!" En of dit nog niet genoeg was, volgde weldra het bericht: «Ook de Scheldedijk van ucii nelj^oiil/cipolder io bocwekeo". Met een breeden stroom liep het water der Honte den polder in; doch gelukkig maar op ééa plaats; en wijl de eb weldra inviel, koes teren velen de hoop, dat de breuk, hoewel niet gering, toch zoover zal kunnen hersteld worden, dat de polder behouden blijft. De schrik zit evenwel zóó vast bij vele ingezetenen, dat allerlei voorzorgsmaatregelen zijn genomen voor den volgenden vloed. Erger dan in den Reijgersbergschen polder is het gesteld in de Engelsche polders. Toen de vloed op zijn hoogst was, zag men hier de huizen tot boven de tarnen onder water staan, en liepen de bewoners gelukkig gered, doch van alles beroofd op den binnendijk, sprakeloos van verdriet, de verwoesting aan- eohouwende. Hier zal het onmogelijk zija de doorbraak dadelijk te herstellen. De volgende vloed zal weer de polders binnenloopen en de verwoesting nog grooter maken. Reeds wuren eenige huizen ingestort en men vreesde voor nog andere. Gelukkig is niemand in den stroom omgekomenwel verdronken eenige dieren. De sohade is zeer aanzienlijk. Alle winter- vruchten zijn verloren; en de grond, indien vrij voor bewerking, is doorweekt van het zee water. De dijken van de Engelsche polders liggen aan de Ooster-8chelde. De arme ingezetenen, meerendeels katho lieken, zonder onderkomen voor den nacht, werden opgenomen in het klooster der Francis- kaner monniken. Bij den landbouwer F. Boot, wiens hofstede tegen den binnendijk der pol ders ligt, werden menschen en vee zoo goed mogelijk onder dak gebracht. De minister van waterstaat, handel en nijverheid, de commissaris der Koningin en de hoofdingenieur van Zeeland hebben heden de ramp in oogenechouw genomen. De toestand van den spoordam wordt steeds kritieker, men vreest het ergste. Honderden bij honderden komen onze ge meente bezoeken. Hedenavond zal zich een liefdadigheidscomité ter leniging van den nood vormen. Door geheel het land zal men bijdragen vragen. Meer dan 300 menschen zijn broodeloos en bijna van alles beroofd. Aan de Ooesche Crt. wordt bericht, dat er te Rilland geniesoldaten zijo aangekomen om hun hulp te verleenen aan de dijkwerken. Vlisaingen. De commissie, die zich heeft gevormd tot leniging vau den nood der door den watersnood geteisterden heeft in deze gemeente reeds tal van giften ontvangen. Van verschillende zijden wordt er een ver wijt van gemaakt dat de sluizen bij de Wester- baven Maandagmiddag niet gesloten waren. Waren deze gesloten geweest dan zou de stad ook wel gedeeltelijk zijn overstroomd, dooh dan zou men ziuh beter op den vloed hebben kunnen voorbereiden, zoo is de algemeene meening. Vooral waar deze sluizen bij vaak veel gunstiger weersgesteldheid worden gesloten, waaraan het tooh wél is toe te schrijven dat dit nu niet gebeurd is.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1906 | | pagina 2