ZIEIilkZEESCIIE
NIEUWSBODE.
Zaterdag 9 September 1905.
(25 ier ilizeesolie
Tweede Blad
HIEUWSTIJPIIIGEII.
Courant).
VerMbjjot DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
Do prijs per 3 maanden ia f 1,30, franco per poet
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal', Indië enz. verzending
eena per week, f 10,— per jaar.
62ste JAARGANG. No. 8204.
Directeur, A, S", DH LOOZE.
A. FRANKEL.
Redacteuren:
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Advertentie,]nt 1—3 regels 30 Cts.
meerdere regele 10 Cte.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Yrgdsgs middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Loozb, Hoek SchuitliavenZierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Pronk et. Nieuwe Boog'erdstraat 213, Zierikzee.
Rusland Japan.
ïle vredesvoorwaarden.
Aan den bekenden Patijsohen correspondent
van te Matin zijn wij den bier volgenden
hoofdinhoud verschuldigd van het vredes
verdrag, welken hij aan zijn blad heeft over
geseind
De inleiding zegt, dat de Vorsten van
Rusland en Japan, wenschende een einde te
maken aan den oorlog, hunne gemaohtigden
hebben benoemd en dat deze te Portsmouth
bijeengekomen, na tot overeenstemming te
zijn gekomen over den vrede, het vredes
verdrag in de volgende artikelen hebben
vastgesteld
Art. 1. In dit artikel wordt het herstel
van den vrede en de vriendschap tnesohen de
Keizers, Staten en onderdanen van Rusland
en Japan vermeld.
Art. 2. Rusland erkent, dat Japan over
wegende belangen heeft in Korea, zoowel van
politieken als van militairen en economischen
aard. Het zal zich niet verzetten tegen
maatregelen van bestuar, bescherming en
toezicht, die Japan zal noodig achten in Korea
te nemen in overeenstemming met de
Koreaansohe Regeering. De Rassisohe onder
danen en ondernemingen in Korea zullen
dezelfde voorrechten genieten als de onderdanen
en ondernemingen van andere landen.
Art. 3 geeft bepalingen omtrent de gelijk
tijdige ontruiming van Mantchonrije door de
Rassisohe en Japansobe troepen. De beide
Mogendheden staan ten opzichte van deze
ontruiming op volkomen voet van gelijkheid.
De verkregen rechten van particuliere personen
en vereenïgingen big ven onaangetast.
Art. 4 De rechten, die Rusland krachtens
het pachtverdrag heeft op Port-Arthnr, Dalny
en daaraan grenzende gronden en wateren,
gaan geheel over op Japan. De eigendommen
en rechten der Russische onderdanen worden
beschermd en ontzien.
Art. 5. Rusland en Japan verbinden zich
wederkeerig geen enkele belemmering te
brengen in de algemeene en voor alle natiëa
gelijke maatregelen, die China zou kannen
nemen voor de ontwikkeling van den handel
en de industrie in Mantchourije.
Art. 6. De Maatoboargscbe spoorweg
wordt tussohen Rusland en Japan verdeeld
met Kwang-Cheng-TBe als grenspunt. De
beide einden zullen slechts worden gebrnikt
voor handels- en nijverheidsdoeleinden, terwijl
Rusland, voor zoover zijn gedeelte betreft,
al de rechten behoudt, die het door het
verdrag met China tot het aanleggen van
dezen spoorweg heeft verkregen.
Japan verkrijgt de mijnen, die door het
stak spoorweg, dat dit land ten deel valt,
worden bediend. De reohten van particuliere
personen of ondernemingen worden evenwel
beschermd.
De beide partgen big ven volkomen vrij te
ondernemen wat haar goeddunkt op het in
haar bezit overgegaan terrein.
Art. 7. Rusland en Japan verbinden zioh
te Kwang-Cheng-Tse een verbinding tot stand
te brengen tasschen de beide spoorwegeitiden,
die in han bezit zijn.
Art. 8. De spoorwegeinden in Mantchonrije
moeten zoo worden geëxploiteerd, dat het
handelsverkeer tusscheo beiden is verzekerd
zonder tot vertragiog aanleiding te geven.
Art. 9. Rusland staat aan Japan af het
Zuidelijke deel van Saohalin tot aan den 50en
breedtegraad, met de eilanden die daarbij
behoorea. Het recht op een vrij scheepvaart
verkeer in de La Pórouse- en Tartarenstaten
wordt verzekerd.
Art. 10 zet de positie der Rassisohe onder
danen in het Zuidelijke deel van Sachalin
nader uiteen; de vrije Rassisohe kolonisten
hebben het reoht er te blijven met behoad
van hunne nationaliteit en van al hunne
reohtendaarentegen kan de Japensohe
Regeering de Rassisohe gedeporteerden nood
zaken het aan haar afgestane gebied te verlaten.
Art. 11. Rusland verbindt zioh met Japan
een verdrag te sluiten betreffende het reoht
van JapanBohe onderdanen de vischvangst uit
te oefenen in de Rassisohe territoriale wateren
in de Japansobe, de Oohotsk- en de Beringzee.
Art. 12. Beide partgen verhinden zioh
liet handelsverdrag, dat vóór den oorlog
bestond, te vernieuwen met eene kleine wijzi
ging in de bizonderheden en met de olansnle
van de meest-begnnstigde natie.
Art. 13. Rusland en Japan verbinden zioh
wederkeerig hunne krijsgevangenen uit te
leveren, tegen betaling van hunne werkelijke
onderhoudskosten met de bswgzau dienaan
gaande.
Art. 14. Het verdrag zal in twee talen
worden opgesteld, in het Fracach en in het
Eogelucbde Fraosohe tekst zal bindend zjju
voor de Russen, de fiogelsobe voor de
Japanners la geval van geschil over uitleg
zal de Fransohe tekst gelden.
Art. 15. De ratificatie van het verdrag
moet door de Souvereinen der beide Staten
onderteekend worden binnen een tijdperk van
vijftig dagen, na de onderteekening van het
verdrag. De Fransohe en Amerikaansohe
legaties zullen taasohen de Japansohe en
Russische Regeeringen dienst doen tot het
telegraphisch overbrengen van de mededeeling
van het verkrijgen der ratificatie.
Aanvulling a-artikelen.
Art. 1. De ontruimiog van Mantchonrije
door de beide legers moet voltooid zijn binnen
een tijdperk van achttien maanden, te beginnen
met ds troepen der voorhoede. Na verloop
van dezen termijn zullen de beide partgen
voor de bewakicg van den spoorweg sleohts
vijftien soldaten per kilometer mogen achter
laten.
De bizonderheden der ontruiming zullen
door de beide opperbevelhebbers worden
geregeld.
Art. 2. De grens, die de bezittingen van
Rusland en Japan op het eiland Saobaiia zal
scheiden, zal op de plaats zelve voorgoed
worden getrokken, door eene bizondere grens-
bepalingscommiiaie.
Amerika.
Uit nadere berichten omtrent den dood van
den Amerikaanschen luchtreiziger Baldwin, te
Qreenville, in Ohio, blijkt, dat Baldwin, die
door proefnomingen wilde bewijzen, van hoe
groot nat laohtreizigers in den oorlog kannen
zijn door het werpen van dynamiet naar den
vijand, uit het schuitje vau hun ballon, bij één
van die proefnemingen om het leven kwam.
Hij was opgestegen met ontploffiogsmiddelen
in zijn schuitje, en had een groote hoogte
bereikt, toen de toeschouwers iets als vuur
werk in de laoht zagen en de ballon verdween.
Het dynamiet was ontijdig ontploft, en van
ballon en luchtreiziger bleef niets meer over.
De vrouw van den luchtreiziger, die onder
de toeschouwers war, viel bewusteloos neder,
en zij verkeert in eea bedenkelgken toestand.
De beer Baldwin was de maker van een
bestuurbaar luchtschip, waarmede onlangs de
heer Knabenshue welgeslaagde proeftochten
deed.
Ook heeft hij een zeer goed valsoherm uit
gevonden.
Italië.
Er is nu te Rome op het Pauselijk gebied,
vlak bij het eigenlijke Yatikaan, een nieuw
paviljoen gebouwd, hetwelk bestemd is tot
verblijf van gehuwde beambten met hunne
gezinnen.
Dat gebouw zal een eigen ingang hebben
en voortaan zal geen enkele vrouw meer ver
blijf mogen houden in het Pauselijk paleis.
Thans wordt weder bericht, dat de Paus
zijn adellijke lijfwacht niet zal afschaffen.
Vermoedelijk ia het verzet der Romeinsche
aristooratie tegen dat bezuinigingsplan te sterk
geweest.
Engeland.
Weer heeft een rijk Eogelachman oen
groote som gelds voor weldadigheid beschik
baar gesteld. Het gehenrt zoo dikwijls, dat
men alleen van een bizonder geval melding
kan maken, en dat is 't nu zoowel door het
bedrag als de verdeeling van de gift. De
schenker is E. Q. Bawden, een Locdensch
fiaancier; de som 100.000 pd. st. Bij gaf de
som aan Edgar Speyer, met de opdraoht haar
uit te geven voor liefdadige instellingen en
voor de wetensohap in dienst van de mis-
deelden. Ziehier hoe Speyer bet geld verdeeld
heeft: 16.000 pd. st. om de som van 200.000
pd. st. vol te maken, die noodig zijn om
University Ooilege in de universiteit van
Londen op te nemen, m. a. w. om van deze
bloot examineerende tevens een dooeerende
universiteit te maken; 2000 pd. at. voor het
kunstmuseum, dat in Whiteohapel, in de
armenbuurt, voor de armen is opgericht;
1000 pd. at. aan eon tuinbouweohool te
Swanley; 3000 pd. st. aan een vereeniging
voor armenzorg; 10.000 pd. st. aan het
landverhuizersfonds in het Oosteinde; 2000
pd. st. aan een vereeniging voor vroawelijke
landverhuizers; 31.500 pd.st. aan verschillende
Londensohe gasthuizen; 10.000 pd.st. voor
vaeantie-kolonies van kinderen; 2000 pd.st.
voor hetzelfde van vrouwen2000 pd. st. om
bepaaldelijk fabrieksarbeidsters met vaeantie
naar buiten te zenden10.000 pd. st. aan
zsven herstellingsoorden en dergelijke; 10.500
pi. st. aan inriohtingen voor kinderen zonder
tehuis en voor gebrekkige kinderen.
Wij hebben de heele Ujat gegeven voor
't ge ral een rijke landgono-t met een dergelgk
plan ten bate van instellingen hier te lande
omgaat als Bawden, en nog alleen verlegen
is, in welken geest hij zija gift besteden zal.
Hij kan nu een leiddraad hebben, In Londen
zegt men dit ten slotte, dat Bawden den dag
na het sluiten van den vrede te Portsmouth,
met speculeeren ruim 2 000.000 pd. st., zegge
24 miiiioen gulden, had verdiend.
Frankrijk.
Te Parijs is men zeer onder den indrnk
van den aeifmoord van den grooten suiker-
speculant Cronier (firma Say), die nagenoeg
den geheelen beetworteloogst had opgekocht,
en, nu die tegenviel, een verlies leed en aan
anderen deed Ijjden, dat op vijftig, ja, op
honderd miiiioen franken wordt geschat, zijn
gezin in armoede achterlatende.
Volgens de Parijsohe editie van den New-
York Ilerald neemt men aan, dat de verliezen
van Cronier in het geheel loopen over een
bedrag van bijna 100 miiiioen; Daaronder
komt het particulier vermogen van Cronier
voor met fr. 20 miiiioen, de erven Hemy
Say met 33 miiiioen, de Socrerie Say met
20 miiiioen en verschillende wisselvorderingen
met 25 miiiioen.
België.
Te Wetteren, Overbeke, ging het zesjarige
zoontje van zekeren Roelenboscb naar den
zolder brandhont halen voor zijn moeder,
toen het, door een misstap, door de zolder
opening viel, en wel zoo ongelukkig, dat het
met de kin terecht kwam op een haak in den
muur, waar het bleef hangen. Slechts na tien
minuten vrceselgk lijden, hoorden de huisge-
nooten de klachten van het kind en konden
zij het arme schaap verlossen. De toestand
van het knaapje schijnt maar weinig hoop op
redding te laten.
BORNHOLMER VACANTIEDAGEN.
Van onzen Berlijnschen Correspondent).
Ruïne Hammershus op het Eiiaud Borniiolm,
24 Aug. '05.
Boven op den berg, aan den voet der zware
muren van de ruïne, in het dichte gras, waar
hoven hier en daar ronde, kale rots«kopjes"
komen uitkijken, lig ik languit voorover, het
hoofd op de handen stennende, heerlijk te
luieren, hartgrondig te «faulenxen", zooals
alleen een grootestadbewoner kan doen, die
voor eenige weken naar buiten in Gods sohoone
natuur is gevlucht, ver van alle stadsrumoer,
om eens heelemaai «uit te spannen".
Na eenige dagen van genotrijke klouter-
nsn en marschen, steeds met uitzicht op
lauwe veranderlijke zee en den wit-
8chuimenden brandingzoom, klip op en af langs
de schilderachtige, bochtige kusten, over een
smal voetpad, nu eens hoog boven aan den
rand van steile granietwanden, dan afdalend
door struikgewas, hoog opgaand hout, wilde
rozen, bloeiende erika, naar het met graniet-
blokken en grootere en kleinere rondgeslepen
steeneu bezaaide strand, waar «lündlichsiltlich"
een lekker bad genomen wordt tussohen de
klippen, lig ik weer op miin lievelingsplekje
in de schaduw der verweerde ruïaemuren, het
hoogste punt van Hammeren, van de wel
verdiende, weldadige ru3t te genieten, en zie
neer op het verrukkelijke, wijde panorama
vol afwisseling, dat zich beneden voor mij
uitspreidt.
Achter nu de dreigende, uit rotsblokken en
zware haksteenen opgetrokken muren en dak-
looze vierkante torens van de ruïae Hammershus,
een ware cyklopenvestingwelke aan een
groote bezetting huisvesting moet hebben
kunnen bieden. In de roemrijke Deensche
geschiedenis neemt eeuwenlang de sterke,
onneembare hoekvesting Hammershus met hare
vooruitgeschoven bastions en uitval torens, ter
grootte van een middeleeuwsche stad, een voor
name plaats in. Twistappel voor strijdlustige
Deensche koningen en niet minder strijdlustige
bisschoppen van Lund op het nu Zweedsohe,
toenmalige Deensohe schiereiland Schonen,
totdat ten slotte de bisschop met den buit
gaat strijken, en langen tijd, evenals zijne
opvolgers, in het ongestoorde bezit blijft. Als
deze muren eens spreken konden, gindsehe
vierkante hoektoren b.v., door welks geopende
vensteropeningen de blauwe lucht zichtbaar
is, en waar lange jaren een Deensche Konings
dochter gevangen zat, die mede moest booten
voor haar van landsverraad beschuldigden
gemaal 1
In de tweede helft der achttiende eeuw in
verval geraakt, moeBten de enorme dikke
muren van Hammershus met haar torens en
bastions gedurende langen tgd de bouwstoffen
leveren voor menig huis op het eiland. De
uitgestrekte bouwval scheen onuitputtelijk,
evenals het Romeinsche Collosseura. Tot naar
de verscheidene uren verwijderde hoofdstad
van Bornholm Rönne werden steenbrokken
van de burgt Hammershus vervoerd om als
bouwmateriaal te dienen, getuige de nog be
staande kazerne voor de eiland-militie. Maar
gelukkig kwam de Deensche regeering ten
slotte tot inkeer, en werd de verdere slooping
streng verboden.
Sedert 1825 wordt de ruïae zorgvuldig in
stand gehouden. De directeur der Deensche
staatsmusea is tevens met de instandhouding
van Hammershus belast. Op zijn initiatief kijkt
boven de gesloten onderdeur van een drie
hoekig miniatuur schilderhuisje het rimpelige,
met een groote hoornen bril gewapende, gezicht
van een ouden opiiobter, die van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat ijverig de wacht houdt,
dat geen stukken steen door toeristen-verzame
laars worden meegevoerd. Daar het eiland
echter vrijwel van Engelsche bezoekers ver
schoond bleef, is zijn post tot dusver feitelijk
een sinecure gebleven, en kon de onde man
,,im Nebenaml" over den rand van zijn
schilderhuis-onderdeur aan den gaanden en
komenden man heel wat prentbriefkaarten
slijten.
Tegen het vallen van den avond sluit de
wachter-koopman zijn zaakje om naar huis
terug te keeren. Dan wordt het eenzaam en
stil hier boven, wanneer de maan haar bleek
schijnsel over de met hoornen en struiken
begroeide binnenplaatsen, torens en kanteelen
uitgiet, en de zwarte massa van het verwilderde
slotpark tusschen de hooger gelegen poort- en
deuropeningen geheimzinnige slagschaduwen
werpt op het graniet van binnenplaatsen en
voormalige slot-interieurs. «Zauberhaft schün
und geheimnisvoll" fluisteren de Duitsche
hotelgasten elkaar toe, die tegen middernacht
een tooht naar de slapende ruïne hebben
ondernomen, en tegen een houten balustrade
geleund, beurtelings een blik slaan links op
et zilveren, rimpelige, door het maanlicht
besohenen watervlak der rustelooze zee, wier
branding men hier hoven zaohlkens hoort
murmelen, en rechts op de spookachtig, bijna
daghelder tegen den donkeren nachthemel
afstekende grilligemassieve vormen der
«slapende" burgtruïne.
Maar nu, op den zonnigen, vredigen ach
termiddag, zijn de geesten verbannen van
gevangen koningsdochters, van strijdende bis
schoppen en belegerende Deensche koningen,
van den verraderlijk vermoorden ridder, ter
wiens nsgedaohtenis in den granieten vloer
een eenvoudig kruis werd gekrast. Op klaar
lichten dag wijkt het verledene terug voor het
heden, de omgeving van voorheen voor de
omgeving van thans, welke de aandacht van
den soezenden „Favlenzen" op zijn prachtigen,
hoog gelegen uitkijk waarlijk dubbel waard
is, wiens oogen niet moe worden, te staren
naar het heerlijke wijde panorama in de
diepte.
Recht tegenover me, beneden aan gene zijde
der afgebrokkelde bastions en voorwerken en
van de steenen slotbrug liggen op een kleinen
landrug de witte gebouwen van het eenvoudige
hotel Hammershus met zijn wonderlijken,
reohthoekig op het oudste, met stroo gedekte
deel geplaoten aanwas, dat me door zijn rek
baarheid en schier onbegrensd vermogen tot
het opnemen van gasten aan het Pension Van
Dijk op den Wageniogsehen berg doet denken.
Naast het breede, nieuw opgetrokken, witte
hoofdgebouw, met het front naar de zee
gekeerd, waait aan den hoogen vlaggestok
wijd uit de trotsche „Daneborg", de roode
vlag met het groote witte kruis.
Daar achter slingert zich de weg over een
heuvelrij naar een groenen, hoog gelegen zoom,
waarachter Sandwig, de badplaats van «Kurort
Burnholm", en Allinge, één der zeven «steden"
van het eiland schuil gaan. Links klimmen de
glooiende heuvels omhoog. Op den voorgrond
in de diepte aan den voet van den ruïneberg
het dichte, donkere groen van het idyllische
«Paradijsdaldat hoogerop io het gloeiende
paars van welig bloeiende erika overgaat. Nog
hooger een afwisseling van glooiende stoppel
velden met blatende schapen en uitgestrekte
havervelden, waarop de oogst nog in vollen
gang is.
Links, recht tegenover het front van het
Hammershus, aan gene zijde van een muurtje
uit los op elkaar gestapelde rotsblokken, weer
golvende heuvels, gele korenvelden, ten deele
begrensd door het donkere groen van den
uitgestrekten Kurgarten, waarboven de Dane-
brag van het hotel Blanoh uitwappert. Door
twee kleine «zadels" van den groenen zoom
van den horizon schemert het blauw yan de
zee. Maar geheel ter linkerzijde, daar ligt het
wijde watervlak der Oostzee schijnbaar zoo
nabij, alsof men het met een steen zou kunnen
raken. Altijd veranderlijk is de groote opper
vlakte, veranderlijk van kleur, steeds in
beweging, nu eens donkerblauw met witte
krullende kuifjes, dan zilvergrijs met kleine
rimpeltjes en blanke, spiegelgladde vlakken,
alsof er olie over ware uitgegoten, of dreigend
donkerloodkleurig zwartgrijs met hooge schuim
koppen.
Verderop io de diepte, ten deele door het
groen van den uitgestrekten Kurgarten ver
borgen, de kleine haven met hare granieten
f deren, waarachter bij stormweer, zooals ver
eden week, de visschersschuiten en stoom-
booten veilig geborgen liggen, aan gene zijde
begrensd door de woesteonherbergzame
granietmassa van het voorgebergte Hammeren,
met zijn grauwen, ruigen, door een vuurtoren
bekroonden kop het geheele panorama ter
linkerzijde beheerschend. Van de haven voert
een klippen voetpad steeds aan den rand van de
wijd uitgespreide dreigende granietmassa in
ruim anderhalf uur naar de badplaats Sandwig,
welke echter aan de landzijde langs het zoet
water Hammermeer binnen een half uur te
bereiken is.
Zeldzaam klaar en dun is de lucht op het
eiland. Evenals in de Alpen hoort men ook
hier de geluiden tot op verren afstand; de
hooge ruïae-muren achter me doen dienst als
klankborden, en laten de geluiden in de reine
zuivere atmosfeer nog meer tot hun recht
komen. Duidelijk hoor ik de looomobiel op
ruim een kwartier afstandswelke bij de
raaaimachine op het haverveld van de groote
boerderij Hammerholm zucht en steunt. Het
geratel der ijzeren wagentjes van de steen
groeve op het voorgebergte Hammeren dringt
tot me door, de stemmen vau de maaiers aan
gene zijde, achter het hotel, en ik versta bijna
woord voor woord Früken Meta, de rechter
hand van Fru Schou, die beneden voor het
hotel met een paar gasten spreekt.
Daar gaat de bel voor het avondeten! Wie
kan de roepstem voor de lachende, altijd ge
willige, onvermoeide, door alle gasten, Denen,
Duitschers en last not least de twee Hollanders,
op de handen gedragen Fioke Meta weerstaan
Immers niemand! K.
BONI.
Batavia. De marseh naar Wadjo Gelok
was een zegetochtgeen enkel schot is
gevallen. De bevolking betoonde siob overal
vredelievend. De vorsten onderwerpen zioh
allen. 1300 geweren werden ingeleverd.
Atjeh.
Volgens een door de Regeering ontvangen
telegram zija bij nachtelijke aanvallen in de
Geljoo Loeos op de bivonaks Penampakan en
Paser, zoomede in twee daarop gevolgde
patrouille-geveohten gesneuveld twee Euro
pee che sergeanten, vijf inlandscbe fuseliers
en twee dwangarbeiders.
Tevens werden gewond twee luitenants,
veertien inlandsche fuseliers en twee dwang
arbeiders.
Een geweer M 95 ging verloren.
De vijand liet 41 dooden, een achterlader,
twaalf voorladers en een revolver liggen.
Volgens De Telegraaf zijn de gewonden
laitenant J. H. W. Sikman, zwaar, en luite
nant W. van Holst Pellekaan, onbeduidend.
Gemengd Nieuws.
i) Ofschoon in omvang ter grootte van de provincie
Utrecht, heeft het geheele eiiand slechts een bevolking
van 42000 zielen, welke grootendeels verstrooid, de groote
boerenhoeven op het glooienü'e hoogplateau bewonen.
Een familie-drama. Te Kamenz, Saksen,
bemerkten de inwoners van de gewoonlijk
zeer stille Eletraer straat brand in het hnis,
bewoond door zijn eigenaar, den 35-j«rigen
glazenmaker Wilhelm Lineke, zijn 32 jarige
vrouw, vier kinderen (knapen van 4, 7, 10
11 jaar) beoevens de 65-jarige schoonmoeder,
vrouw Bolster.
Men snelde ter hulp, en de eersten, die in
de woning drongen, kregen een vreeaelijk
schouwspel te zien. De sohoonmoeder, de
vronw en de kinderen lagen allen met
ingeslagen schedel dood in hun bed, te
midden van de met rook gevnlde slaapkamers.
De lijken werden buiten gebracht, terwijl
de brand door de brandweer bestreden werd.
De eigenaar was in zijn slaapkamer op de
eerste verdieping en werd door het gernobt,
zoo scheen het, gewekt. Hij beweerde niets
te weten van wat er gebeurd was. Men kon
echter, naar 't schijnt, duidelijke sporen van
brandetiohting waarnemen. Er is geen twijfel,
of het vunr werd gesticht om den zesdubbelen
moord te verbergen. Onder het bed yan
Lineke beeft de politie zijn bebloede broek
gevondenLinoke is aangehouden. De
drijfveer tot deze vreeselijke daad kan men
niet vermoeden, daar Linoke welgesteld was,
en naar allen sohijn zeer gelukkig in zijn
familieleven.
Geld aangeboden, tegen matige
rente, op hypotheek, kan men vaak in de
bladen lezen.
't Is in de meeste gevallen opliohterjj. Men
sohrgft er op, en ontvangt een mooi gesteld
prospectus. Geld kan men wel krjjgen, en de