ZIEIilkZEESCIIE NIEUWSBODE. Zaterdag 9 September 1905. (25 ier ilizeesolie Tweede Blad HIEUWSTIJPIIIGEII. Courant). VerMbjjot DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. Do prijs per 3 maanden ia f 1,30, franco per poet f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal', Indië enz. verzending eena per week, f 10,— per jaar. 62ste JAARGANG. No. 8204. Directeur, A, S", DH LOOZE. A. FRANKEL. Redacteuren: J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. Advertentie,]nt 1—3 regels 30 Cts. meerdere regele 10 Cte.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Yrgdsgs middags 2 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Loozb, Hoek SchuitliavenZierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Pronk et. Nieuwe Boog'erdstraat 213, Zierikzee. Rusland Japan. ïle vredesvoorwaarden. Aan den bekenden Patijsohen correspondent van te Matin zijn wij den bier volgenden hoofdinhoud verschuldigd van het vredes verdrag, welken hij aan zijn blad heeft over geseind De inleiding zegt, dat de Vorsten van Rusland en Japan, wenschende een einde te maken aan den oorlog, hunne gemaohtigden hebben benoemd en dat deze te Portsmouth bijeengekomen, na tot overeenstemming te zijn gekomen over den vrede, het vredes verdrag in de volgende artikelen hebben vastgesteld Art. 1. In dit artikel wordt het herstel van den vrede en de vriendschap tnesohen de Keizers, Staten en onderdanen van Rusland en Japan vermeld. Art. 2. Rusland erkent, dat Japan over wegende belangen heeft in Korea, zoowel van politieken als van militairen en economischen aard. Het zal zich niet verzetten tegen maatregelen van bestuar, bescherming en toezicht, die Japan zal noodig achten in Korea te nemen in overeenstemming met de Koreaansohe Regeering. De Rassisohe onder danen en ondernemingen in Korea zullen dezelfde voorrechten genieten als de onderdanen en ondernemingen van andere landen. Art. 3 geeft bepalingen omtrent de gelijk tijdige ontruiming van Mantchonrije door de Rassisohe en Japansobe troepen. De beide Mogendheden staan ten opzichte van deze ontruiming op volkomen voet van gelijkheid. De verkregen rechten van particuliere personen en vereenïgingen big ven onaangetast. Art. 4 De rechten, die Rusland krachtens het pachtverdrag heeft op Port-Arthnr, Dalny en daaraan grenzende gronden en wateren, gaan geheel over op Japan. De eigendommen en rechten der Russische onderdanen worden beschermd en ontzien. Art. 5. Rusland en Japan verbinden zich wederkeerig geen enkele belemmering te brengen in de algemeene en voor alle natiëa gelijke maatregelen, die China zou kannen nemen voor de ontwikkeling van den handel en de industrie in Mantchourije. Art. 6. De Maatoboargscbe spoorweg wordt tussohen Rusland en Japan verdeeld met Kwang-Cheng-TBe als grenspunt. De beide einden zullen slechts worden gebrnikt voor handels- en nijverheidsdoeleinden, terwijl Rusland, voor zoover zijn gedeelte betreft, al de rechten behoudt, die het door het verdrag met China tot het aanleggen van dezen spoorweg heeft verkregen. Japan verkrijgt de mijnen, die door het stak spoorweg, dat dit land ten deel valt, worden bediend. De reohten van particuliere personen of ondernemingen worden evenwel beschermd. De beide partgen big ven volkomen vrij te ondernemen wat haar goeddunkt op het in haar bezit overgegaan terrein. Art. 7. Rusland en Japan verbinden zioh te Kwang-Cheng-Tse een verbinding tot stand te brengen tasschen de beide spoorwegeitiden, die in han bezit zijn. Art. 8. De spoorwegeinden in Mantchonrije moeten zoo worden geëxploiteerd, dat het handelsverkeer tusscheo beiden is verzekerd zonder tot vertragiog aanleiding te geven. Art. 9. Rusland staat aan Japan af het Zuidelijke deel van Saohalin tot aan den 50en breedtegraad, met de eilanden die daarbij behoorea. Het recht op een vrij scheepvaart verkeer in de La Pórouse- en Tartarenstaten wordt verzekerd. Art. 10 zet de positie der Rassisohe onder danen in het Zuidelijke deel van Sachalin nader uiteen; de vrije Rassisohe kolonisten hebben het reoht er te blijven met behoad van hunne nationaliteit en van al hunne reohtendaarentegen kan de Japensohe Regeering de Rassisohe gedeporteerden nood zaken het aan haar afgestane gebied te verlaten. Art. 11. Rusland verbindt zioh met Japan een verdrag te sluiten betreffende het reoht van JapanBohe onderdanen de vischvangst uit te oefenen in de Rassisohe territoriale wateren in de Japansobe, de Oohotsk- en de Beringzee. Art. 12. Beide partgen verhinden zioh liet handelsverdrag, dat vóór den oorlog bestond, te vernieuwen met eene kleine wijzi ging in de bizonderheden en met de olansnle van de meest-begnnstigde natie. Art. 13. Rusland en Japan verbinden zioh wederkeerig hunne krijsgevangenen uit te leveren, tegen betaling van hunne werkelijke onderhoudskosten met de bswgzau dienaan gaande. Art. 14. Het verdrag zal in twee talen worden opgesteld, in het Fracach en in het Eogelucbde Fraosohe tekst zal bindend zjju voor de Russen, de fiogelsobe voor de Japanners la geval van geschil over uitleg zal de Fransohe tekst gelden. Art. 15. De ratificatie van het verdrag moet door de Souvereinen der beide Staten onderteekend worden binnen een tijdperk van vijftig dagen, na de onderteekening van het verdrag. De Fransohe en Amerikaansohe legaties zullen taasohen de Japansohe en Russische Regeeringen dienst doen tot het telegraphisch overbrengen van de mededeeling van het verkrijgen der ratificatie. Aanvulling a-artikelen. Art. 1. De ontruimiog van Mantchonrije door de beide legers moet voltooid zijn binnen een tijdperk van achttien maanden, te beginnen met ds troepen der voorhoede. Na verloop van dezen termijn zullen de beide partgen voor de bewakicg van den spoorweg sleohts vijftien soldaten per kilometer mogen achter laten. De bizonderheden der ontruiming zullen door de beide opperbevelhebbers worden geregeld. Art. 2. De grens, die de bezittingen van Rusland en Japan op het eiland Saobaiia zal scheiden, zal op de plaats zelve voorgoed worden getrokken, door eene bizondere grens- bepalingscommiiaie. Amerika. Uit nadere berichten omtrent den dood van den Amerikaanschen luchtreiziger Baldwin, te Qreenville, in Ohio, blijkt, dat Baldwin, die door proefnomingen wilde bewijzen, van hoe groot nat laohtreizigers in den oorlog kannen zijn door het werpen van dynamiet naar den vijand, uit het schuitje vau hun ballon, bij één van die proefnemingen om het leven kwam. Hij was opgestegen met ontploffiogsmiddelen in zijn schuitje, en had een groote hoogte bereikt, toen de toeschouwers iets als vuur werk in de laoht zagen en de ballon verdween. Het dynamiet was ontijdig ontploft, en van ballon en luchtreiziger bleef niets meer over. De vrouw van den luchtreiziger, die onder de toeschouwers war, viel bewusteloos neder, en zij verkeert in eea bedenkelgken toestand. De beer Baldwin was de maker van een bestuurbaar luchtschip, waarmede onlangs de heer Knabenshue welgeslaagde proeftochten deed. Ook heeft hij een zeer goed valsoherm uit gevonden. Italië. Er is nu te Rome op het Pauselijk gebied, vlak bij het eigenlijke Yatikaan, een nieuw paviljoen gebouwd, hetwelk bestemd is tot verblijf van gehuwde beambten met hunne gezinnen. Dat gebouw zal een eigen ingang hebben en voortaan zal geen enkele vrouw meer ver blijf mogen houden in het Pauselijk paleis. Thans wordt weder bericht, dat de Paus zijn adellijke lijfwacht niet zal afschaffen. Vermoedelijk ia het verzet der Romeinsche aristooratie tegen dat bezuinigingsplan te sterk geweest. Engeland. Weer heeft een rijk Eogelachman oen groote som gelds voor weldadigheid beschik baar gesteld. Het gehenrt zoo dikwijls, dat men alleen van een bizonder geval melding kan maken, en dat is 't nu zoowel door het bedrag als de verdeeling van de gift. De schenker is E. Q. Bawden, een Locdensch fiaancier; de som 100.000 pd. st. Bij gaf de som aan Edgar Speyer, met de opdraoht haar uit te geven voor liefdadige instellingen en voor de wetensohap in dienst van de mis- deelden. Ziehier hoe Speyer bet geld verdeeld heeft: 16.000 pd. st. om de som van 200.000 pd. st. vol te maken, die noodig zijn om University Ooilege in de universiteit van Londen op te nemen, m. a. w. om van deze bloot examineerende tevens een dooeerende universiteit te maken; 2000 pd. at. voor het kunstmuseum, dat in Whiteohapel, in de armenbuurt, voor de armen is opgericht; 1000 pd. at. aan eon tuinbouweohool te Swanley; 3000 pd. st. aan een vereeniging voor armenzorg; 10.000 pd. st. aan het landverhuizersfonds in het Oosteinde; 2000 pd. st. aan een vereeniging voor vroawelijke landverhuizers; 31.500 pd.st. aan verschillende Londensohe gasthuizen; 10.000 pd.st. voor vaeantie-kolonies van kinderen; 2000 pd.st. voor hetzelfde van vrouwen2000 pd. st. om bepaaldelijk fabrieksarbeidsters met vaeantie naar buiten te zenden10.000 pd. st. aan zsven herstellingsoorden en dergelijke; 10.500 pi. st. aan inriohtingen voor kinderen zonder tehuis en voor gebrekkige kinderen. Wij hebben de heele Ujat gegeven voor 't ge ral een rijke landgono-t met een dergelgk plan ten bate van instellingen hier te lande omgaat als Bawden, en nog alleen verlegen is, in welken geest hij zija gift besteden zal. Hij kan nu een leiddraad hebben, In Londen zegt men dit ten slotte, dat Bawden den dag na het sluiten van den vrede te Portsmouth, met speculeeren ruim 2 000.000 pd. st., zegge 24 miiiioen gulden, had verdiend. Frankrijk. Te Parijs is men zeer onder den indrnk van den aeifmoord van den grooten suiker- speculant Cronier (firma Say), die nagenoeg den geheelen beetworteloogst had opgekocht, en, nu die tegenviel, een verlies leed en aan anderen deed Ijjden, dat op vijftig, ja, op honderd miiiioen franken wordt geschat, zijn gezin in armoede achterlatende. Volgens de Parijsohe editie van den New- York Ilerald neemt men aan, dat de verliezen van Cronier in het geheel loopen over een bedrag van bijna 100 miiiioen; Daaronder komt het particulier vermogen van Cronier voor met fr. 20 miiiioen, de erven Hemy Say met 33 miiiioen, de Socrerie Say met 20 miiiioen en verschillende wisselvorderingen met 25 miiiioen. België. Te Wetteren, Overbeke, ging het zesjarige zoontje van zekeren Roelenboscb naar den zolder brandhont halen voor zijn moeder, toen het, door een misstap, door de zolder opening viel, en wel zoo ongelukkig, dat het met de kin terecht kwam op een haak in den muur, waar het bleef hangen. Slechts na tien minuten vrceselgk lijden, hoorden de huisge- nooten de klachten van het kind en konden zij het arme schaap verlossen. De toestand van het knaapje schijnt maar weinig hoop op redding te laten. BORNHOLMER VACANTIEDAGEN. Van onzen Berlijnschen Correspondent). Ruïne Hammershus op het Eiiaud Borniiolm, 24 Aug. '05. Boven op den berg, aan den voet der zware muren van de ruïne, in het dichte gras, waar hoven hier en daar ronde, kale rots«kopjes" komen uitkijken, lig ik languit voorover, het hoofd op de handen stennende, heerlijk te luieren, hartgrondig te «faulenxen", zooals alleen een grootestadbewoner kan doen, die voor eenige weken naar buiten in Gods sohoone natuur is gevlucht, ver van alle stadsrumoer, om eens heelemaai «uit te spannen". Na eenige dagen van genotrijke klouter- nsn en marschen, steeds met uitzicht op lauwe veranderlijke zee en den wit- 8chuimenden brandingzoom, klip op en af langs de schilderachtige, bochtige kusten, over een smal voetpad, nu eens hoog boven aan den rand van steile granietwanden, dan afdalend door struikgewas, hoog opgaand hout, wilde rozen, bloeiende erika, naar het met graniet- blokken en grootere en kleinere rondgeslepen steeneu bezaaide strand, waar «lündlichsiltlich" een lekker bad genomen wordt tussohen de klippen, lig ik weer op miin lievelingsplekje in de schaduw der verweerde ruïaemuren, het hoogste punt van Hammeren, van de wel verdiende, weldadige ru3t te genieten, en zie neer op het verrukkelijke, wijde panorama vol afwisseling, dat zich beneden voor mij uitspreidt. Achter nu de dreigende, uit rotsblokken en zware haksteenen opgetrokken muren en dak- looze vierkante torens van de ruïae Hammershus, een ware cyklopenvestingwelke aan een groote bezetting huisvesting moet hebben kunnen bieden. In de roemrijke Deensche geschiedenis neemt eeuwenlang de sterke, onneembare hoekvesting Hammershus met hare vooruitgeschoven bastions en uitval torens, ter grootte van een middeleeuwsche stad, een voor name plaats in. Twistappel voor strijdlustige Deensche koningen en niet minder strijdlustige bisschoppen van Lund op het nu Zweedsohe, toenmalige Deensohe schiereiland Schonen, totdat ten slotte de bisschop met den buit gaat strijken, en langen tijd, evenals zijne opvolgers, in het ongestoorde bezit blijft. Als deze muren eens spreken konden, gindsehe vierkante hoektoren b.v., door welks geopende vensteropeningen de blauwe lucht zichtbaar is, en waar lange jaren een Deensche Konings dochter gevangen zat, die mede moest booten voor haar van landsverraad beschuldigden gemaal 1 In de tweede helft der achttiende eeuw in verval geraakt, moeBten de enorme dikke muren van Hammershus met haar torens en bastions gedurende langen tgd de bouwstoffen leveren voor menig huis op het eiland. De uitgestrekte bouwval scheen onuitputtelijk, evenals het Romeinsche Collosseura. Tot naar de verscheidene uren verwijderde hoofdstad van Bornholm Rönne werden steenbrokken van de burgt Hammershus vervoerd om als bouwmateriaal te dienen, getuige de nog be staande kazerne voor de eiland-militie. Maar gelukkig kwam de Deensche regeering ten slotte tot inkeer, en werd de verdere slooping streng verboden. Sedert 1825 wordt de ruïae zorgvuldig in stand gehouden. De directeur der Deensche staatsmusea is tevens met de instandhouding van Hammershus belast. Op zijn initiatief kijkt boven de gesloten onderdeur van een drie hoekig miniatuur schilderhuisje het rimpelige, met een groote hoornen bril gewapende, gezicht van een ouden opiiobter, die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat ijverig de wacht houdt, dat geen stukken steen door toeristen-verzame laars worden meegevoerd. Daar het eiland echter vrijwel van Engelsche bezoekers ver schoond bleef, is zijn post tot dusver feitelijk een sinecure gebleven, en kon de onde man ,,im Nebenaml" over den rand van zijn schilderhuis-onderdeur aan den gaanden en komenden man heel wat prentbriefkaarten slijten. Tegen het vallen van den avond sluit de wachter-koopman zijn zaakje om naar huis terug te keeren. Dan wordt het eenzaam en stil hier boven, wanneer de maan haar bleek schijnsel over de met hoornen en struiken begroeide binnenplaatsen, torens en kanteelen uitgiet, en de zwarte massa van het verwilderde slotpark tusschen de hooger gelegen poort- en deuropeningen geheimzinnige slagschaduwen werpt op het graniet van binnenplaatsen en voormalige slot-interieurs. «Zauberhaft schün und geheimnisvoll" fluisteren de Duitsche hotelgasten elkaar toe, die tegen middernacht een tooht naar de slapende ruïne hebben ondernomen, en tegen een houten balustrade geleund, beurtelings een blik slaan links op et zilveren, rimpelige, door het maanlicht besohenen watervlak der rustelooze zee, wier branding men hier hoven zaohlkens hoort murmelen, en rechts op de spookachtig, bijna daghelder tegen den donkeren nachthemel afstekende grilligemassieve vormen der «slapende" burgtruïne. Maar nu, op den zonnigen, vredigen ach termiddag, zijn de geesten verbannen van gevangen koningsdochters, van strijdende bis schoppen en belegerende Deensche koningen, van den verraderlijk vermoorden ridder, ter wiens nsgedaohtenis in den granieten vloer een eenvoudig kruis werd gekrast. Op klaar lichten dag wijkt het verledene terug voor het heden, de omgeving van voorheen voor de omgeving van thans, welke de aandacht van den soezenden „Favlenzen" op zijn prachtigen, hoog gelegen uitkijk waarlijk dubbel waard is, wiens oogen niet moe worden, te staren naar het heerlijke wijde panorama in de diepte. Recht tegenover me, beneden aan gene zijde der afgebrokkelde bastions en voorwerken en van de steenen slotbrug liggen op een kleinen landrug de witte gebouwen van het eenvoudige hotel Hammershus met zijn wonderlijken, reohthoekig op het oudste, met stroo gedekte deel geplaoten aanwas, dat me door zijn rek baarheid en schier onbegrensd vermogen tot het opnemen van gasten aan het Pension Van Dijk op den Wageniogsehen berg doet denken. Naast het breede, nieuw opgetrokken, witte hoofdgebouw, met het front naar de zee gekeerd, waait aan den hoogen vlaggestok wijd uit de trotsche „Daneborg", de roode vlag met het groote witte kruis. Daar achter slingert zich de weg over een heuvelrij naar een groenen, hoog gelegen zoom, waarachter Sandwig, de badplaats van «Kurort Burnholm", en Allinge, één der zeven «steden" van het eiland schuil gaan. Links klimmen de glooiende heuvels omhoog. Op den voorgrond in de diepte aan den voet van den ruïneberg het dichte, donkere groen van het idyllische «Paradijsdaldat hoogerop io het gloeiende paars van welig bloeiende erika overgaat. Nog hooger een afwisseling van glooiende stoppel velden met blatende schapen en uitgestrekte havervelden, waarop de oogst nog in vollen gang is. Links, recht tegenover het front van het Hammershus, aan gene zijde van een muurtje uit los op elkaar gestapelde rotsblokken, weer golvende heuvels, gele korenvelden, ten deele begrensd door het donkere groen van den uitgestrekten Kurgarten, waarboven de Dane- brag van het hotel Blanoh uitwappert. Door twee kleine «zadels" van den groenen zoom van den horizon schemert het blauw yan de zee. Maar geheel ter linkerzijde, daar ligt het wijde watervlak der Oostzee schijnbaar zoo nabij, alsof men het met een steen zou kunnen raken. Altijd veranderlijk is de groote opper vlakte, veranderlijk van kleur, steeds in beweging, nu eens donkerblauw met witte krullende kuifjes, dan zilvergrijs met kleine rimpeltjes en blanke, spiegelgladde vlakken, alsof er olie over ware uitgegoten, of dreigend donkerloodkleurig zwartgrijs met hooge schuim koppen. Verderop io de diepte, ten deele door het groen van den uitgestrekten Kurgarten ver borgen, de kleine haven met hare granieten f deren, waarachter bij stormweer, zooals ver eden week, de visschersschuiten en stoom- booten veilig geborgen liggen, aan gene zijde begrensd door de woesteonherbergzame granietmassa van het voorgebergte Hammeren, met zijn grauwen, ruigen, door een vuurtoren bekroonden kop het geheele panorama ter linkerzijde beheerschend. Van de haven voert een klippen voetpad steeds aan den rand van de wijd uitgespreide dreigende granietmassa in ruim anderhalf uur naar de badplaats Sandwig, welke echter aan de landzijde langs het zoet water Hammermeer binnen een half uur te bereiken is. Zeldzaam klaar en dun is de lucht op het eiland. Evenals in de Alpen hoort men ook hier de geluiden tot op verren afstand; de hooge ruïae-muren achter me doen dienst als klankborden, en laten de geluiden in de reine zuivere atmosfeer nog meer tot hun recht komen. Duidelijk hoor ik de looomobiel op ruim een kwartier afstandswelke bij de raaaimachine op het haverveld van de groote boerderij Hammerholm zucht en steunt. Het geratel der ijzeren wagentjes van de steen groeve op het voorgebergte Hammeren dringt tot me door, de stemmen vau de maaiers aan gene zijde, achter het hotel, en ik versta bijna woord voor woord Früken Meta, de rechter hand van Fru Schou, die beneden voor het hotel met een paar gasten spreekt. Daar gaat de bel voor het avondeten! Wie kan de roepstem voor de lachende, altijd ge willige, onvermoeide, door alle gasten, Denen, Duitschers en last not least de twee Hollanders, op de handen gedragen Fioke Meta weerstaan Immers niemand! K. BONI. Batavia. De marseh naar Wadjo Gelok was een zegetochtgeen enkel schot is gevallen. De bevolking betoonde siob overal vredelievend. De vorsten onderwerpen zioh allen. 1300 geweren werden ingeleverd. Atjeh. Volgens een door de Regeering ontvangen telegram zija bij nachtelijke aanvallen in de Geljoo Loeos op de bivonaks Penampakan en Paser, zoomede in twee daarop gevolgde patrouille-geveohten gesneuveld twee Euro pee che sergeanten, vijf inlandscbe fuseliers en twee dwangarbeiders. Tevens werden gewond twee luitenants, veertien inlandsche fuseliers en twee dwang arbeiders. Een geweer M 95 ging verloren. De vijand liet 41 dooden, een achterlader, twaalf voorladers en een revolver liggen. Volgens De Telegraaf zijn de gewonden laitenant J. H. W. Sikman, zwaar, en luite nant W. van Holst Pellekaan, onbeduidend. Gemengd Nieuws. i) Ofschoon in omvang ter grootte van de provincie Utrecht, heeft het geheele eiiand slechts een bevolking van 42000 zielen, welke grootendeels verstrooid, de groote boerenhoeven op het glooienü'e hoogplateau bewonen. Een familie-drama. Te Kamenz, Saksen, bemerkten de inwoners van de gewoonlijk zeer stille Eletraer straat brand in het hnis, bewoond door zijn eigenaar, den 35-j«rigen glazenmaker Wilhelm Lineke, zijn 32 jarige vrouw, vier kinderen (knapen van 4, 7, 10 11 jaar) beoevens de 65-jarige schoonmoeder, vrouw Bolster. Men snelde ter hulp, en de eersten, die in de woning drongen, kregen een vreeaelijk schouwspel te zien. De sohoonmoeder, de vronw en de kinderen lagen allen met ingeslagen schedel dood in hun bed, te midden van de met rook gevnlde slaapkamers. De lijken werden buiten gebracht, terwijl de brand door de brandweer bestreden werd. De eigenaar was in zijn slaapkamer op de eerste verdieping en werd door het gernobt, zoo scheen het, gewekt. Hij beweerde niets te weten van wat er gebeurd was. Men kon echter, naar 't schijnt, duidelijke sporen van brandetiohting waarnemen. Er is geen twijfel, of het vunr werd gesticht om den zesdubbelen moord te verbergen. Onder het bed yan Lineke beeft de politie zijn bebloede broek gevondenLinoke is aangehouden. De drijfveer tot deze vreeselijke daad kan men niet vermoeden, daar Linoke welgesteld was, en naar allen sohijn zeer gelukkig in zijn familieleven. Geld aangeboden, tegen matige rente, op hypotheek, kan men vaak in de bladen lezen. 't Is in de meeste gevallen opliohterjj. Men sohrgft er op, en ontvangt een mooi gesteld prospectus. Geld kan men wel krjjgen, en de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1905 | | pagina 1