ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Dinsdag 4 April 1905.
11
(25 ierikzeesche
Courant).
Eerste Blad.
BEKENDMAKING.
Uit Stad an Provincie.
Venohgnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franoo per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,— per jaar.
61ste JAARGANG. No. 8138.
■eot
Dlreoteuri A, j", H>m LOOZK
A. FRANKEL.
WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Redacteuren:
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.,
meerdere regels 10 Cis., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Fbünkei,, Meelstraat 386, Zierikzee.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
De BURGEMEESTER van Zierikzee;
Gezien de circulaires van den heer Commissaris der
Koningin in deze provincie van den 24 Mei 1890 en
26 November 1891, waaruit blykt dat het herhaaldelijk
is voorgekomen dat Nederlandsche werklieden, door
berichten in de nieuwsbladen oi door daartoe uitgezonden
agenten, soms met verstrekking van reisgeld voor de
heenreis, naar Duitschland ten behoeve van industrieele
ondernemingen worden gelokt, terwijl bij hnn aankomst
ter plaatse blykt, dat zij daar niet gebrnikt kunnen
worden,
Maakt de ingezetenen opmerkzaam dat het geraden is,
alvorens op zulke berichten en voorspiegelingen der
agenten af te gaan, öf zelf bt door tusschenkomst van
den Burgemeester hunner woonp'aats zich te wenden tot
den Nederlandschen Consul in do streek, wear die
ondernemingen zich bevinden, om inlichtingen omtrent
de vooruitzichten in het bekomen van werk, de loonen
en de huurprijzen der woningen aldaar.
Gedaan te Zierikzee, den 3 April 1905.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEUS.
Zierikzee, 3 April. Zaterdagavond trad
in een in de Concertzaal gehoudene openbare
Yergadering der Centrale Liberale Kieaver-
eeniging van dit kiesdistrict, de beer A. Rood
huizen, lid der Tweede Kamer, ala spreker op.
De Voorzitter, Mr. A. J. F. Fokker, opent
de talrijk bezochte, ook door dames bijgewoonde
vergadering, en deelt mede, dat na de pauze
gelegenheid tot debat zal worden gegeven,
waarop hij het woord aan den heer Roodhuizen
geeft. Deze doet in zijn inleiding uitkomen,
waarom de strijd zoo vroeg en zoo fel is in
gezet. Door deze Regeering toch is een
scheiding gemaakt in het Nederlandsche volk,
zoodat de strijdleus is geworden, vóór of tegen
de meerderheid, waaruit de Regeering is
voortgekomen. Die scheidingslijn werd het
eerst getrokken, toen in 1901 naar aanleiding
van de zegepraal der kerkelijke partgen eenige
opgewondens anti-revolutionaire jongelui zich
naar het huis van den Premier te Amsterdam
begaven om hem met den uitslag van de
stembus geluk te wenschen. Toen heeft
dr. Koyper het onverantwoordelijke woord
gesproken, dat de behaalde zege de triumf
Gods was. Hadden de vrijzinnigen eohter
destijds overwonnen, dan ware dit zeker een
overwinning van den duivel genoemd geworden.
Men zou geneigd zijn die nitdrukking niet
ernstig op te vatten, omdat zij in den roes
der overwinning met een glas champagne in
de hand gebezigd is geworden, maar men
houde wel ia het oog, dat die leuze door den
Premier zelven op de bedenkelijkete wijze ia
doorgetrokken. Dr. Kuyper heeft in de
Tweede Kamer van Christenen en paganiBten
gesproken. Hij schold ons toen in het Latijn
uit, maar dit staat vast, mocht bij het in
Juni winnen, dan zullen wij niet meer in het
Latijn, maar in het Hollandsch worden uit
gescholden. Waar vroeger de meuscben vriend
schappelijk met elkaar omgingen, daar heeft
nu die leuze doorgewerkt, zoodat Piet Christen
zijn neus optrekt voor Klaas Paganist. Toen
dr. Kuyper de algemeene verontwaardiging
der gemoederen bemerkte, heeft hij, speciali
teit in het wegwerpen van oude plunje,
beproefd baar later terug te nemen. Ziju
volgelingen zijn echter den brand blijven aan
stoken zoodat blusschen onmogelijk is.
Professor Bijsterveld van de Vrije Universiteit
heeft verklaard, dat wij, de psganisten, het
Christendom naar de katakomben van Rome
trachten terng te voeren. De katakomben van
Rome waren de onderaardaobe gangen, waar
de eerste Christenen hun godsdienstoefeningen
hielden, toen zij nog om hun geloof vervolgd
werden. En nu weet die professor wel, dat
hij van de liberalen nooit iets te vreezen
heeft. Maar of hij zoo gerust kan zijn ten
opzichte van zijn bondgenooten, die een Bartho-
lomeusnaoht ia hun schuldregister hebben aan
te wijzen, zal maar bniten bespreking big ven.
Die professor riep bij die gelegenheid in extase
uit, dat bij bereid is voor zijn geloof te sterven.
Als men een dik traktement heeft, goed en
veilig leeft, dan is dit een martelaarschap op
een koopje. (Donderend applaus).
Professor Noordzij van de theologische
school te Kampen verdeelt de Nederlanders
in volgelingen van God, en volgelingen van
den Satao. Spreker heeft met dien professor
diep medelijden. Toen ia 1573 bij het beleg
Tan Haarlem een Spaaasch soldaat in handen
van een boer viel, die gereed stood hem bet
hoofd te klovenviel die soldaat op zjjn
knieën, en bad den boer om genade, uit
roepend: «dan zal ik met jou den duivel
aanbidden". Zjj hadden namelijk den Spaan-
eohen soldaten wijs gemaakt, dat de ketters
den dnivel aanbaden. En hetzelfde gebeurt
thans ook. Maar dat een professor aan de
theologische sohool te Kampen in de 20ste
eeuw niet verder staat dan een Spaansoh
soldaat, en ons houdt voor volgelingen van
den Satan, dat is kras. Men moet uit Kampen
komen om zoo iets te zeggen.
Een dergelijke scheiding»)ija te trekken
tussohen zonen van hetzelfde vaderland is in
strijd met art. 169 der Grondwet, dat luidt:
s De belijders der onderscheidene godsdiensten
«genieten allen dezelfde burgerljjke en burger
schapsrechten, en hebben gelijke aanspraak
«op bet bekleeden van waardigheden, ambten
«en bedieningen".
Als een Regeering zich stelt op het exclu
sieve Christelijke standpunt, en alles, wat
daarbuiten staat ais psganistiscb brandmerkt,
dan volgt hieruit noodzakelijk, dat zg ambten
en bedieningen slechts aan hen opdraagt, die
dat standpunt innemen.
En nu houde men daarbij goed in het oog,
dat orthodoxe protestanten en katholieken
over en weer van elkaar meenen, dat zij geen
goede Christenen zgn. Dr. Koyper heeft
veertien jaren geleden in de Standaard ge
schreven, dat het een lens is van levenswijsheid
tegenover Rome vrij te big ven. Scherp liet
bg zieb bij die gelegenheid tegenover Rome
uit. En nu is de man glad omgedraaid. En
zijn volgelingen ontvangen zijn raadalsof
bet manna uit den hemel was.
Spreker verhaalt, dat hij eens in een volks-
vergadering hetzelfde citaat, waaruit dr. Knyper's
felle baat tegen Rome bleek, bad aangehaald.
Een onderwijzer van de christelijke sohool
viel hem in de rede, bewerend, dat dit
gelogen war «Kom hierl mijo vriend", zeide
spreker tot den onderwgzor, «en ik zal U de
Standaard toonen, waarin bet staat". En de
onderwijzer kwam nabij den katheder, en las
in de Standaard, hetgeen dr. Kuyper daarin
ten aanzien van Rome geschreven had. Toon
zeide de onderwgzor tot de vergadering, dat
het in de Standaard stond. Maar spreker
was met die erkentenis niet tevreden, en vroeg
den onderwijzer, wat bij wel van den man
dacht, die zóó kon veranderen. >0!" ant
woordde deze, «dr. Koyper zal voor die
verandering wel een goede reden gehad
hebben". (Groote hilariteit).
Als bewijs van onderlinge oneenigheid, ver
haalt spreker het volgend geval: Jacob Cats-
burg, een inwoner uit een gemeente van Utreeht,
lid van de Geref. Kerk, vond, dat zijn dominé
vervelend preekte, en bij ging daarom naar
de Groote Kerk, waar ook een orthodox
predikant het Evangelie verkondigde. Zijn
geloofsbroeders onderhielden hem daarover.
En toen bij zich daaraan niet stoorde, omdat,
gelijk hij zeide, bg liever naar een dominé
ging, die hem boeide, dan naar één, die hem
verveelde, werd hem het Avondmaal ontzegd,
daar bij, zooals men hem verweet, tot het
uitbraaksel van een hond was teruggekeerd.
Is uit dieu gemeensohappelgken wortel des
geloofa, de goocheltoer, dien dr. Koyper beeft
verricht om Dordt en Rome te vereenigen,
een gemeenschappelijke daad voortgesproten?
Bij de Staatsbegrooting in 1901 was Luoasse
niet tevreden, omdat Minister Loeff niet
gekomen was met een voorstel tot invoering
van de doodstraf. Minister Loeff beweerde,
dat de lijd voor de invoering nog niet geschikt
was. Das had men geen tijd ééa der ordinan
tiën Gods te gehoorzamen. Minister Loeff is
een voorstander van voorwaardelgke veroor
deeling, waaronder verstaan wordt de bevoegd
heid van den rechter om iemand, die voor
het eerst veroordeeld wordt, die straf niet te
doen ondergaan, zoolang bij niet wederom
met den strafrechter in aanraking komt. In
Mattheus staat, dat ean overspelige vrouw
vóór Christus gebraoht wordt, maar deze zeide
tot haar: ga heen, en zondig voortaan niet
meer. Iq Christus' woorden ligt het beginsel
der voorwaardelgke veroordeeliog. Lohman,
de Minister zonder portefeuille, beeft gezegd,
dat van voorwaardelgke veroordeeliog niets
in de ordinantiën Gods staat. Wij hebben,
zeide bg, den misdadiger slechts te straffen,
en niet te verbeteren. Komt Rome en Dordt
door dien gemeenachappelijken geloofswortel
soms op het gebied van de zedelijkheid tot
gemeenschappelijke daden? Spreker behandelde
nu de wet tot afschaffing van de Staatsloterij.
Hij is voor haai behoud, omdat men anders
de deur voor buiteniandsche zwendelloteryen
wijd openzet. Een deel van de Christelijke
coalitie was tegen de wetea wilde
de loterij behouden. Nu is bepaald, dat de
Staatsloterij in den tjju van 25 jaar zal af
geschaft zijn. Das 25 jaar zal datgene, wat
volgens Christelijk standpuot onrecht heet,
bestendigd big ven. Koyper zeide, dat bg
medelijden met de collecteurs had.
Het ontwerp vaccinewet. De katholieken
zeiden, dat zg daaraan niet medededen.
Trouwens dr. Koyper zelf is een voorstander
van vaccine.
Spreker beoordeelt de onder deze Regeering
tot stand gekomene wijziging der drankwet.
De wet-Modderman, die 25 jaar, van 1880
1905 heeft gewerkt, beeft baar doel gemist.
Het drankgebruik is per hoofd toegenomen,
trots onthouding wegens sport, en trots af-
echsffingabonden. Er zjjn vele goede bepalingen
in de drankwet, maar die hadden evengoed
in de arbeidswet kannen opgenomen worden.
Het eerste ontwerp van Koyper vond geen
genade bg de katholieken, vermoedelijk met
het oog op de omstandigheid, dat de afge
vaardigden beneden den Moerdijk de kasteleins
te vriend moeten bonden. Bij het tweede
ontwerp heeft dr. Koyper water in zjjn wijn
gedaan.
Spreker stelt de vraagwat heeft deze
regeering op bet terrein van sociale hervor
mingen tot stand gebracht. Het eerste jaar
was een jaar van voorbereiding, das in dat
jaar niets. Het 2de jaar deed zij een stap
achteruit door het Speetwetje, dat daarom
van beteekenis is, omdat de regeering daar
mede haar eersten voet zette op sociaal
gebied. Ia strijd met de Arbeidswet werkte
's nachts de vrouw. Omdat dit wet nu toch
overtreden werd, verhief dr. Kuyper, om de
wet hoog te houden, de overtreding tot wets
bepaling. Behalve dis Speetwet in dat tweede
jaar niets. In hot derde on vierde jaar kregen
we heolemaal niets. Zelfs als iets op sociaal
gebied tot stand kou gebraoht worden, dan
heeft de meerderheid het afgewezen.
Goeman Borgesins stelde voor het arbeids
contract te behandelen voor de Lager
Onder* ga-novelle, maar bet voorstel hiertoe
werd door de rechterzijde met hoongelach
ontvangen. Na voelen de anti-rev. afgevaar
digden wel, dat zg tegenover de kleine Juyden
zwak staan. Met het oog op die zwakte,
maakt de kleine anti-revolutionaire pers de
lieden wat wijs. Zij vertelt, dat wetsontwerpen
den Raad van State hebben bereikt of verlaten,
en disoht het verhaal op, dat landarbeiders
en vissohers in de Ongevallenverzekering zijn
opgenomen.
Na uitgeweid te hebben over de valsohe
leuze der kerkelijke coalitie werd door spreker
het gemeen schappelijk program van aotie der
Liberale Unie en Vrijzinnig-Democraten punt
voor punt behandeld. Hg besluit zijn politieke
rede met een kraohtige opwekking in Juni
als oen gesloten phalanx op te trekken. Laten
wij daarbg denken aan datgene, wat ons
vereenigt, en niet aan dat, wat ons verdeelt.
En moge heel het land zich in dit opzicht
aan Zierikzee spiegelen, waar alle partijen
van vooruitstrevende riohting eendraohtig
samengaan, teneinde op te trekken tegen een
vgand, die, het NederlaDdsohe volk in twee
deelen splitsend, de gewetensvrijheid in gevaar
brengt (Onstuimige toejuiching).
Na de pauze werd van de gelegenheid tot
debat geen gebrnik gemaakt. Alleen de heer
J. A. de Brnyoe voerde het woord, niet om
te debatteeren, maar om onder instemming
der vergadering te conetateeren, dat met de
drie liberale sprekers, die in den jongsten
tijd te dezer stede zijn opgetreden, geen enkel
anti-revolutionair in het strijdperk trad, waarin
spreker een bewijs van zwakheid ziet. Ook
uit de afwezigheid der aanhangers van de
tegenpartij big kt, zeide spreker, dat zij de
argumenten, die tegen bet beerscbend rege
ringsstelsel worden aangevoerd, niet darven
aanhooren, wat mede een bewgs van han
zwakheid is. Ea nu behoeven zg niet als
voorwendsel van han afwezigheid aan te voeren,
dat de lezing van Sybrandy zioh door eenige
woeligheid heeft gekenmerkt. Ook in andere
gemeenten, waar genoemde spreker is opge
treden, is het zelfs zeer rumoerig toegegaan.
Te verontschuldigen is die woeligheid zeker,
daar de voorzitter verzocht niet te in terra m-
peeren, hoewel voor die interrupties een ge
rechtvaardigde grond bestond. Wat de hand
tastelijkheden betreft, die zijn voorgevallen,
en die hierin bestonden, dat een jongmensch,
die floot, van een anti-revolutionair een klap
in het gezioht beeft gekregen. Ook dit is
g*en feit, waarop men zioh tot verdediging
der afwezigheid beroepen kan. Hierop besprak
de heer De Broyne nog de taktiek-kwestie,
waarover ook de heer Roodhojjzen zijn
meeniog uiteenzette.
De voorzitter dankte spreker voor zjjn zeer
geestige, talentvolle rede, die ons heeft doen
zien, hoe men laohend de waarheid kan
zeggen, en die, veroverend Den Briel, ons
hedenavond geleerd heeft, hoe bij daarin
geslaagd ia.
Vrijdagavond vergaderde ten haise van
mej. de Wed. Kanaar, de Afdeeling Zierikzee
van den Volksbond, de Vereeniging tegen
drankmisbruik. De niet zeer talrijke vergade
ring werd door den Voorzitter, mr. Potvliet,
geopend, die de reden mededeelde, waarom
men in October niet vergaderd had. Door
den secretaris, den beer Timmerman, werden
bierop de notulen gelezen, die onveranderd
werden goedgekeurd. Het periodiek aftredend
bestuurslid, Dr. Van der Hoeven, werd met
algemeene stemmen herkozen. Door den pen
ningmeester, den heer D. Ochtman P.Ms., werd
rekening en verantwoording jgedaan van het
door hem gehouden beheer. Uit de slechts
twee aanwezige leden werd een oommieaie,
bestaande uit den heer Lemsom en den ver
slaggever, tot bet nazien der rekening be
noemd. Deze adviseerde tot goedkeuring dier
rekening, in ontvangst tot een bedrag van
f 129,13s en in uitgaaf tot een som van
f 81,93s, zoodat er een batig saldo is van
f 47,20. De vereeniging telt 89 leden. Tot
afgevaardigde naar de Algemeene Vergade
ring to Haarlem werd mr. Polvliet beroemd,
en tot plaatsvervangend afgevaardigde werd,
na een herstemming tueecben de hoeren
Ochtman en Timmerman, laatstgenoemde ge
kozen. Hiermede waren de agenda afgehandeld.
De voorzitter deelt m>de, dat naar aanleiding
van het festival, hetwelk dezen zomer te dezer
atede sal gebonden worden, het bostnur over
wogen heeft, of het niet gewenscht zon zijn
om op een druk pont een tent vanwege den
Volksbond te doen plaatsen, waar tegen lagen
prjjs ververachingen verknjgbaar worden ge
steld, of met een wagen, voor ververachingen
ingericht, te laten rondrijden. Na een levendig
debat werd besloten bij het gemeentebestunr
een verzoekschrift in te dienen, waarin voor
de plaatsing van een tent en voor het rijden
met een wagen vergunning zal worden ge
vraagd. Besproken werden vercohillende in
overweging gegeven plannen, teneinde de
Volksbond meer aan zijn doel te doen be
antwoorden. Het Bestour zal al die plannen,
waaronder wij noemen het honden van een
tentoonstelling van huisvlijt, het stiohten van
een zaal, waar het publiek gratis couranten
en tijdschriften kan lezen, en de oprichting
van een stuivers-spaarbank, tot een ernstig
pnnt van overweging maken, en in de volgende
algemeene vergadering met een uitgewerkt
voorstel voor den dag komen. Hierop werd
de vergadering door den voorzitter gesloten.
Vrijdagavond had de aangekondigde
uitvoering van het dames- en kinderzangkoor
plaats, die beide aan de leiding van mej. J.
Berdenis van Borlekom uit Middelt nrg zijn
toevertrouwd, en dio, naar wij van verschillende
tot oordeelen in deze bevoegde zijde ver
nemen, uitnemend voldeed.
Wat het optreden van den heer W. de
Boer betreft, onze muziek-verslaggever schrijft
ons hierover het volgende:
«Met groote ingenomenheid maken wij
«melding van het optreden van den heer
«W. de Boer, violist van het Concertgebouw-
«orkeat te Amsterdam, die aan dit oonoert
«zijn mediwerking verleende. Hij gaf twee
«solonummers ten beste; de Sonate-moll van
«Tartini co Danse des Socièrea van Paganini,
«waarmede hij een violist bewees te zijn, met
«meer dan gewone gaven. Gij heeft een mooie
«stokvoering en ontlokt aan zijn instrument
«een frsaien toon".
De Concertzaal was haast te klein om alle
toehoorders en toehoorderessen te bevatten.
Donderdagavond 30 Maart trad alhier
in Jeruël op* voor een talrijk publiek, een
kapitein van het Leger des Heils, bijgestaan
door eene vrouweJijkesoldaat, beiden werkzaam
te Goes. Nadat de heer Mattbijeeo van Zierikzee
met gebed geopend hadwerd de leiding der
bijeenkomst opgedragen aan den kapitein.
Deze, een zeer begaafd spreker, volgde
dezélfde taktiek die in de bijeenkomsten
van het Leger des Heils gebruikt wordt. De
werkzaamheden waren zeer afwisselend. Gebed
en zang waren de hoofdbezigheden, terwijl nu
en dan een broeder of zuster werd uitgenoodigd
zijn getuigenis te geven, waaraan door iedereen
des verlangd volgaarne gevolg werd gegeven.
Het was zoowel binnen als buiten zeer orde
lijk. Nu en dan was er een, die wat laid-
rnohtig was, doch dezen werd telkens het
zwygen opgelegd door den aanwezigen deur
wachter.
Zaterdagnamiddag om 3 nur werd het
stoffelijk overschot aan de aarde toevertrouwd
van C. Quaak, in leven postbode van Zierikzee
op Yiane.
De begrafenis beeft zich zeer eigenaardig
toegedragen. Van hier en elders waren eenige
bestellers en postboden tegenwoordig, die bem
gezamenlijk hebben gedragen, terwijl de
directeur van het post- en telegraafkantoor
alhier en eenige klerken eveneens tegenwoordig
waren. Nadat het lijk in de groeve was
neergelaten werd door ieder beambte de
laatste eer bewezer, terwijl daarna de directeur
een korte, toepasselijke rede hield. Bedoelde
heer wees er op, dat het zoo verbazend
treurig is, nog zoo jeugdig van de aarde te
worden weggenomen, achterlatende een jonge
vrouw met 3 jeugdige kinderen, die nu
zonder kostwinner zijn. Doob bij dit alles,
zoo herinnerde spreker, is ook nog eenige
troost aanwezig. Reeds nu hebben zgn kame
raden getoond te gevoelen, wat noodig is in
zalke treurige omstandigheden, en hebben
daarom van het oogenblik af de arme vronw
financieel gesteund. Eveneens getuigde
■preker, dat hg een zeer braaf en gewillig
menscb was, die nimmer eenige moeite
ontzag ten voordeele van den goeden gang
van zaken. De vrouw zal wel eenig pensioen
worden uitgekeerd, doch te gering, om in het
onderhond te kunnen voorzien. Daarom zal
noodig zgn finaceicële hulp.
Één der aanwezigen bedankte den heer
directeur, waarna de stoet de begraafplaats
verliet.
In de beden gehondeue Algemeene
Vergadering van het Waterschapsbestuur van
Behouwen, werd de boofd-ingelaod, de heer
N. Dalebont, door den Voorzitter, Mr. A. J. F.
Fokker, brëedigd en g< ïostalleerd.
Besloten werd tot uitgifte van grond in
erfpacht aan W. van Houten albier, tot
afwijzend beschikken van het verzoek van
C. W. Boot te Burgh, om vrijdom of ver
mindering van erfpacht, en tot uitgifte van
grond in erfpacht om daarop een woonhnis
te bonwen aan J. W. Blom te Haamstede.
Aangenomen werd het voorstel van bet
Jjtegelijksch Bestuur tot verhoring van terrein
bg bet Stoomgemaal aan den maohinist en
den watermolenaar.
Besloten werd bet Dagelijksoh Bestuur te
machtigen tot het aangaan eener geldleening,
groot f 16000.
De begrootiog wordt in ontvang en uitgaaf
vastgesteld op f 235,219,00s.
Benoemd werd tot lid der Commissie tot
het nazien der begrooting en der rekening,
in de plaats van den heer N. L. de Oude,
de heer J. Gast Cz., en tot plaatsvervangend
lid de heer H. C. Bolle C.Mz.
Een meer uitvoerig verslag van deze ver
gadering hopen wij Woensdagavond te kunnen
geven.
De beide soirées, ten voordeele der
Wjjkverpleging alhier, hebben opgebracht
de netto-som van f 256 71.
Het bestuur der spijauitdeeling aan
behoeftige zieken alhier heeft in bet jaar
1904 uitgegeven 714 porties eten aan 18
personen, en de som van f 178,64| aan melk
en eieren aan 20 personen.
Zaterdagmiddag 1 dezer is door J. Boogerd
een gonden tor gevangen. Zeer zeker een
bewijs, dat de natnur in den grond reeds
aangenaam wordt.
Er zullen, inzonderheid in Zonnemaire,
vele personen gevonden worden, die met 't oog
op de overigdings-advertentie nit Cincinnati,
voorkomend in ons nummer van heden, het
een en ander znllen willen vernemen van hun
vroegere dorpegenoote, nu door den dood aan
bet leven ontrnkt. Marietje Meerse was de
doohter van Johannes Van der Sluis, dorpe
metselaar, huwde op twintigjarigen leeftijd
met Adriaan Meerse, die eerst te Sirjansland
en later te Zonnemaire en Nieuwerkerk
woonde. Toen de meekrap ten onderging,
vertrok Adriaan Meeree iu 1881 met zijo
gezin naar Amerika, waar bg zich te Cincin
nati met der woon vestigde. Aldaar is nu
zgn cohtgenoote, Marietje Meeree, op 69 jarigen
leeftjjd overleden. Vermelden wij nog, dat
bg de teraardebestelling de ljjkdienst door