ZIERIKZEESCHË NIEUWSBODE. Donderdag 26 Januari 1605. AFKONDIGING. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. (25 ieriltzeesolae Courant). Yertohgnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per vreek, f 10,per jaar. 61ste JAARGANG. No. 8109. Dlreoteuri A, J. DEI LOOZE. Redacteuren: A. FRANKEL. J. WA ALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws. Advertentiënvan 13 regels 30 Cis., meerdere regels 10 Cts., kannen uiterlgk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 2 ore bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaateruimte berekend. Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Fbünkel, Meelstraat 386, Zierikzee. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestaar te Zierikzee maakt bekend, dat door den heer Directeur der Directe Belastingen te Middelburg is executoir verklaard het kohier der O rond belasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen deier gemeente, 07er het jair J905, dat op heden aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen alhier wordt ter hand gesteld ter invordering, en dat ieder verplicht is zijn aanslag op den by de wet bepaalden voet te voldoen. Zierikzee, den 23 Januari 1905. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, CH. W. VERMEIJS. Rusland. St.-Petersburg, 23 Jan. Officieel wordt medegedeeld Ia het begin van 1905 werden de statuten van de Petersbnrgsche vereenigiog van fabrieks arbeiders goedgekeurd, die ten doel bad, geestelijke en godsdienstige belangen te be vredigen en de arbeidera af te bouden van misdadige propaganda. Later haalde de ver eenigiog de arbeidera over zioh te mengen in de qiiaeetie van een ontslag van vier arbeiders der Paetilof-werf met het gevolg dit daar den 15den Januari bet werk werd gestaakt en de atakera de werklieden van bijna alle andere fabrieken bewogen, hun voorbeeld te volgen. De werkgevers verklaarden ziob bereid met de arbeidera te onderhandelen en een gedeelte der eiscben in te willigen, waarmede de arbeidera eehter geen genoegen namen. Bij do beweging der Arbeidersvereniging sloot zioh ppoedig aan een agitatie uit revolu tionaire kringen waaruit 21 Januari te voorachija trad een vereenigiog onder leiding van Gapon en met openlijke revolutionaire bedoelingen. Gapon stelde een petitie op, die, behalve do ei*chen der werklieden, onbe- sobanmde eieohen van politiek karakter inhield. 22 Januari (gisteren) bad op het Paleis-plein een bijeenkomst van arbeidera plaata, om den Csaar bet verzoekschrift te overhandigen. Tengevolge van fanatieke redevoeringen van Gapon werden de arbeiders zoodanig opgewonden, dat bet tuseohen hen eu de troepen tot bloedige botsingen kwam. De militairen moesten vuur geven. Uit vensters werden zij met steenen geworpen en werd op hen geschoten. De menigte vernielde de telefoongeleidiDg, wierp telegraafpalen omver en verwoestte en plunderde verscheidene winkels. 24 Jan. De advokaten van het Peters- burgsche bof van appèl beraadslaagden in het gebouw van het gerechtshof, waarbij werd besloten zich met de arbeidersbeweging solidair te verklaren en tegen het tegenwoordige regeeringsstelsel te protesteeren. Tevens werd besloten aan de justitie mede te deelen, dat onder de tegenwoordige om standigheden geen processen kunnen gevoerd worden. De nacht is rustig Dezen morgen waren er geen teekenen van opgewondenheid. Schoon duizenden werk lieden ledig liepen, met de handen in de zakken. De electrische werken worden door militaire vakknrdigen bediend, en er kan weder licht worden geleverd. Volgens de berichten van ooggetuigen is de priester George Gapon, die aan den arbeidereoptocht van de Narwaër-triomfpoort af deelnam, ongedeerd. Het aantal deelnemers wordt geschat op 15,000 man, onder welke twee geestelijken een ia ambtsgewaad, met een krnis in de hand. In den optocht werden, behalve heiligen beelden, ook kerkelijke banieren en een afbeeldsel van den Keizer meegedragen. Gapon liep onder geleide van zija lijfwach ters. Hij droeg eenvoudige geestelijke kleediog. Zijn plechtgewaad zon bij eerst aandoen ala de stoet aan bet Rijks-Raadsgebouw zon zijn gekomen, van waar men ongehinderd over de Morakaja op het plein vóór het Keizerlijk paleis dacht te komen. De menigte trok voort onder het zingen van het gezang: >0 God, red de nwen. ScheDk onzen recbtzinnigen Czar Uwen zegen". Toen bevel tot varen was gegeven, knalde er een salvo tegen den stoet, en de heiligen beelden en het afbeeldsel van den Keizer werden met kogels doorboord. De geestelijke, die aan het hoofd van den stoet ging, werd gewond. Gapon, die zich evenals de anderen op den grond had geworpen, sloop in een naburig buis en trok daar burgerkleedereo aan van iemand nit zijne omgeviog, waarin hij wiat te ontkomen. Gisteren planderde de menigte kleeder- wiokels en vernielde voor 3000 Roebels in een Sta&tsBlijterij. Het geld werd tijdig geborgen. Op het Newsky Prospect kwam het beden tot een botsing tuseohen de menigte en de militairen, deze laatsten maakten van de vuurwapenen gebruik. De vierde civiele kamer van de rechtbank schorste haar zittingen, op verzoek van tien I advocaten, die voorstelden de voor heden op de rol staande zaken wegens de heerachende onrast te verdagen. Het is te St.-Petersbnrg gegaan gelijk gemeld is. De Czar heeft zich niet laten be wegen de werklieden op het Winterpaleis te woord te staan, en het volk beeft ziob, ondanks het verbod van optochten en samenscholingen niet laten weerhonden er heen te gaan. En zoo zijn toen de bloedige botsingen ont staan, die aan omstreeks 150 menschen het leren hebben gekost. De aanvoerder, de priester Gapon, behoort zelf onder de gewonden. Het geruoht zijner gevangenneming is niet bevestigd geworden, maar iaog in vrijheid big ven na bet gebcnrde zal bij wel niet meer, te minder, daar de Metropolitaan der hoofdstad den banvloek over hem uitsprak. Treffend is het te lezen, hoe betrekkelijk goedaardig aanvankelijk het passief verzet was. Eerst toen met scherp u- «choten en geslagen werd en bloed begon te vloeien, werd het verzet hardnekkiger, begon men zioh te wape nen en werden versperringen opgeworpen. Men zal daar waarschijnlijk nog wel meer van hoorenwant de strijd in de straten zal heden nog wel worden voortgezet. Een deel der soldaten was blijkbaar niet ongeneigd het volk te sparenmaar de ijzeren tocht behield ten slotte de overhand. Het is daarom waarsohijnlijk dat de menigte vooral op de offioieren is gebeten en waar zjj kan het ben laat ontgelden. De Keizer is stil op zijn buitenverblijf te Zarskoje-Zelo gebleven. Een poging van een troep jonge werklieden om dea Czar daar te spreken te krijgen, is na een bloedige botsing met de troepm afgeslagen. Voor het eerst hoorde men hier toen den kreet: >Weg met den Czar!" Des avonds was de stad in duisternis gehuld en er is ook hier en daar geplunderd. Meest werd er naar wapenen gezocht en het geruoht loopt dat de werklieden voor de hervatting van den strijd op heden zioh ook in het bezit gesteld hebben van dynamiet. De priester Gapon, het hoofd der op standelingen te SL-Petersburg, heeft nit een geheime schuilplaats, waar hg zjjne wond laat verplegen, een brief geschreven aan zjjne kameraden en medewerkers", waarin bij zegtVan heden af hebben wij geen Keizer meer. Het bloed der onscbnldigen scheidt hem af van zjjn volk. Leve de thans begonnen strijd van het volk voor zjjne vrgheid". De 8t.-Petersbnrgsobe verslaggevers der buitenUndsohe bladen seinen orereecstemmend, dat de Kosakkon en lanoiers uiterst woest en Inobthartig hebben huisgehouden eu luidkeels lachten over het bloedbad dat zij aanrichtten. Het volk riep ban toe: gaat liever t^en de Japanners veobtenl Het opperbevel werd gevoerd door Groot vorst Wladimir, die last gegeven had zonder «enige verscbooning en zoo krachtig Mogelijk op te treden en elk verzet in bloed te smorjd. En deze bevelen werden goed ten nitvoer gelegd. 24 Jan. In het oentram van de stad zijn in den loop van den avond verschillende roovergen gepleegd door straatslijpers. In de voorsteden duurt de plundering roort der winkels, die niet gebarrioadeerd zijn. De Daily Mail meldt nit St.-Petersbnrg, dat, volgens ber'iohten nit Sestroyesk (aan de Fineche kast) gisterenmorgen 4300 arbeiders het Regeerinpageweermagazgn. hebben ge plunderd. Zij slaagden er in een groot aantal geweren medo te nemen, waarvoor zij echter geen ammnni tie hebben. De arbe'.ders vernielden eveneens den spoorweg iviar de stad. Tien afgevaardigden van de aanzienlijk ste kooplieden te Moskou waren juist te St.- Petersbnrg aangekomen om den Minister van Binnenlandsche Zaken te verzoeken een smeek schrift aan den Czar te overhandigen. Daarin wordt geprotesteerd tegen het voort zetten van den oorlog, welke eene ramp is voor Rusland, en tot niets goeds kan leiden, maar integendeel de jammerlijkste gevolgen kan hebben voor den toestand des Rijke, zoowel binnen- als buitenslands. Natuurlijk is er op het oogenblik minder kans dan ooit, dat naar deze zaohte stemmen wordt geluisterd. Volgens berichten nit Kankasië neemt ook daar de oproerige beweging toe onder de arbeiders, die door Armenische geheime oo- mitó'e ondersteand en van wapenen voorzien worden. In de petroleum-streek Baku zijn weder i 00 boortorens in brand gestoken, spoorwegen vernield en de beambten verjaagd of mis handeld. Vannacht zijn gevangen genomen professor Karejef, de schryvers Pesjeohodonof en Annensky en de gemeenteraadsleden Kedrin en Sjintnikof, beiden advokaat. Bij keizerlijk bealnit, waarin het heet, dat de gebeurtenissen van de laatste dagen te St.-Petersbnrg de noodzakelijkheid hebben bewezen van buitengewone maatregelen tot handhaving van de staatsorde en de openbare veiligheid te nemen, wordt het ambt van gouverneur-generaal van 8t-Petersburg inge steld. De gouverneur-generaal krijgt de stsd en het gouvernement 8t -Petersburg onder ziob. Hij beeft het recht de hulp der troepen io te roepen en alle reohteu van den Minister van Binnenlandsche Zaken betreffende de ambtubeveetiging van leden der magistratnren en semstwo's in bet gebied van hoofdstad en gouvernement. Hij kan menschen het verblijf in zijn ambtelijk gebied ontseggen. Ia een voorstad versameiden zich in den loop van den middag kleine groepen arbeiders. In bet oentram der stad en in de Kreml-atad is het voorloopig kalm. Da houding van de bevolking en de zaken ago als gewoon. Men meldt nit St.-Petersbnrg: Niet het neersobieten van ongewapende mannen en vrouwen, noch de bescherming van paleizen, winkels, telefonen en spoorwegen vormen de belangrijke gebeurtenis van den dag; maar de vlucht van de keizerlijke familie nit Tsarskoje 8elo, nadat baar verbljjf drie en een bal ven dag lang geheim gehouden, en de residentie herhaaldelijk van het eene paleis naar bet andere verlegd was. De Keizer heeft Maandagochtend in allerijl Tsarskoje Selo verlaten, toen bericht ontvangen was, dat de werkstakers uit Kolpino dat paleis hadden uitgekozen als het doel van hun tooht. In weerwil van de geruststellende verklaringen der hovelingen en militairen, verzekert men dat de Czar dadelijk zijn voornemen te kennen gegeven heeft om naar zija zomerverblijf Peterhof le vertrekken. Ia regeeringskringen had men daar eohter bezwaar tegen, en zoo werd op raad van de Keizerin-weduwe het paleis van Gatsjioa uitgekozen. De Czar stemde toe, waarna de keizerlijke familie zich haastte, naar het paleis te vertrekken waar Alexander III zijn geheelen regeeriogstijd in afzondering heeft doorgebracht. Moskou, 23 Jan. In verband met de dreigende bonding der arbeiders, die voor den 26 jn een algomeene staking aankondigen, wapenen zioh de hnismeesters. Er heerscht groote onrast. Duizend arbeiders van de fabriek van Bromley hebben hedenmiddag te balfdrie, in overleg met hnn kameraden te St.-Petersbnrg, die hun dit verzoohten, het werk gestaakt. Te half drie hedenmiddag kwamen de werklieden van de metaalfabriek, ten getale van dnizend, in de middagrust bijeen. Zij verklaarden niet langer aan den arbeid te kannen blijven, omdat hun St.-Petereburger kameraden hnn verzoohten met hen te staken. De arbeiders verlieten toen de fabriek en trokken langs de Stabolofka, hun mede arbeiders van alle industriële iorichtingen dwingende zich bij hen aan te slniten. De meesten deden dit onmiddellijk. Ten slotte trok men naar de grootste drukkerij van Moskou, die van Syten, waar het personeel eveneens tot de staking werd overgehaald. De fabriek werd te vijf nar gesloten. Sebastopol, 23 Jan. Hedenmorgen te zeven nar na het tweede signaal waarbij de arbeiders worden opgeroepen, ontstond in verschillende werkplaatsen van de marinewerf brand. In een oogenblik stond bet hoofd gebouw over zijn volle uitgestrektheid in vlammen. De brand breidde zich met zoo groote snelheid nit, dat de arbeiders van de model-afdeeling nauwelijks den tjjd hadden zich door een sprong nit de vensters op het dak van een naburig gebouw in veiligheid te brengen. De oorzaak van den brand is on bekend. De aangeriohte schade bedraagt eenige honderdduizenden roebels. Op de werf waren ongeveer 4500 arbeiders werkzaam. Dank tij de vele voorzorgsmaatregelen bij brandgevaar konden vele bavengebouwen worden gered. De verdere uitbreiding van den brand was te zes uur in den namiddag tot staan gebracht. 24 Jan. Om 42 uur staakten hier 40 000 man. In de drukkerijen werd bet werk neder- geiegd tegen den middag, zoodat versoheidene dagbladen niet zullen uitkomen. Van de leder fa brieken houden de stakera zich rustig. De politie laat de wapens nit de winkel kasten der wapensmeden wegnemen. De meeste dier winkels sloten trouwens. De leider der betooging. De man, die tbans bet verzet der Russisohe arbeiders tegen het onmenschelijk regime waaronder zij zoolang gebakt gegaan zijn, leidt, is vader" Gapon, de jonge orthodoxe priester, wiens naam nu in Rusland op ieders Brand aan boord. Een ware geschiedenis, door M. Pelle, met medewerking van H. K. Blijkbaar om de reeds genoemde reden dan, gaf de gezagvoerder bevel tot zuivering van het schip, 't welk de passagiers allen toejuichten. Al het volk moest naar boven, ook het beddegoed, doch het vreemde van 't geval waa, dat kisten en koffers moesten worden geopend, en beneden blijven. Doch hoe vreemd de land verhuizers dit ook vonden, men vermoedde niets, de gezagvoerder beval het, en allen gehoorzaamden. Nauwlijks waren alle passa giers aan het dek, of ze zagen de matrozen van het schip, ham, brandewijn enz. uit het logies der passagiers naar boven dragen, waaraan zij zich te goed deden. Verscheidene passagiers snelden naar beneden, teneinde hun eigendom in bescherming te nemen, en onder dezen waren ook Willem Pelle met zijn zoontje Jan en Cornelia Phernambucq. Daar zagen zij, in hun logies gekomen, op de plaats waar nog steeds de terpentijn vloeide, en vlak bij die bergplaats, de scheepstimmerman het schip zuiveren Dit gebeurde op een heel eigen aardige wijze. Deze had n.l. bij zich staan een comfoor met gloeiende kolen, welke hij van tijd tot tijd met een blaasbalg aanblies; daarbij stond een klein vaatje met teer, terwijl hij in de hand een ijzeren staaf hield. De ijzeren staaf werd in het comfoor gloeiend gemaakt, en daarna in de teer gestoken, terwijl de daardoor veroorzaakte teer walm het schip moest zuiveren. Daar vatte het te gloeiend gemaakte ijzer, in het vaatje teer gedoopt, vlam, het viel op de terpentijn, en snel als de bliksem sloegen de vlammen op en bereikten de bewaarplaats der andere vaten. Aan blusschen was niet te denken. Onze drie dorpsgenooten snelden naar boven en verschrikkelijk klonk hun geroep van brand 1 onder de opeengehoopte landver huizers en bemanniog. Een hartverscheurend en afschuwelijk tooneel volgde nu. Ieder trachtte zioh het leven te redden, en snelde naar de sloepen, vrouwen en kinderen werden onder den voet getreden; in woeste haat, als wilden, grepen mannen elkaar bij de keel, reeds glinsterden de messen om straks neer te ploffen in het lichaam van vriend of vriendin. Ongeveer half elf werd de eerste boot neer gelaten en 70 80 menschen sprongen gelijk in de boot, en daar volgde weer die verschrikke lijke worsteling. De boot raakte lek, en ver dween na korten tijd in de diepte. Ondertussohen sloegen de vlammen reeds uit het dek en schroeiden of verstikten vele menschen, die niets menschelijks meer hadden, 't Waren tijgers gelijk, want onbarmhartig werden de zwaksten geworgd, vertrapt, in de vlammen of over boord gestooten of wel door mes of ander wapen vermoord. Weg was alle rede, weg was alle gevoel en medelijden, niets was meer over dan lage zelfzucht en dierlijke kracht. Niets? Ja toch, want hoe dierlijk, hoe verschrikkelijk en afschuwelgk het tooneel ook mocht zijn, wat zich ook mocht verloochenen, niet de moederliefde, niet de vaderliefde. Want krankzinnig van angst en smart zochten moeders en vaders hunne kinderen om ze in radeloozer i angst straks over boord in de roeiboot te werpen en dan zelf den dood in de vlammen of golven te vinden. In de tweede boot, die neer was gelatenr zaten o. a. de twee dochters van den gezag voerder met eenige matrozeD. C. Phernambucq, Liza Klaasse en Willem Pelle met zijn 4 kinders sprongen daarbij. Toen volgde de gezag voerder Johannes Smits, die de landverhuizers dreigend een geladen revolver voorhield, en de woorden uitte: er uit, denk je, dat ik ver zuipen wil. Deze 7 personen klauterden weer op he't brandende schip, en de onmenechelijke kapitein, die in plaats van de orde aan boord te bowaren en den moed niet had met zijn schip het graf in de golven te vinden, verliet als een lafhartige schurk het schip in een roei boot met zijn twee dochters, den len stuurman en 4 matrozon. De derde boot was intusschen ook te water gelaten en met eenige landver huizers bemand, waaronder C. Phernambucq met zijn broeder en zuster, Adriaan Vis en Jan van den Berge. De boot is vol, reeds 25 personen hebben daarin plaats genomen; daar werkt zich door de worstelende menigte Willem Pelle met den 12-jari^en Marinus en 3-jarigen Jan in de armen gekne ld. Over de verschansing wordt hij zijn dorpsgenooten in de boot gewaar, maar ziet tevens, dat xij tot zinkens toe vol is. Dan snerpt het boven bet geraas en rumoer uit: redt de kinders! terwijl hij beiden over boord werpt. Jan Pelle kwam met het hoofd op den rand der boot terecht, en M. Pelle in het water doch C. Phernambucq met zijn zuster grepen be:ide kinders, on haalden ze in hun midden. Fluks werden do touwen doorgesneden en langzaam dreven de q mgelukkigen van het tooneel der verwoesting. Eindelijk is de vierde boot te water gelaten, een woedende menigte springt er in, den bodem er uit, zij kantelt en verdwijnt met alleD in diepte, zeker ook ongeveer 80 personen. Thans was het tooneel, dat zich aanbood, onbeschrijfelijk. 't Was ongeveer een half uur na het uitbreken van den brand. Ontzettende rookkolommen stegen omhoog, vurige vlammen lekten aan masten en zeilen en daarlusschen, als boven natuurlijke wezens, radelooze mannen, vrouwen en kinderen, wien de dood van alle kanten aangrijnsde, en welke nog trachtten een laatst vaarwel of afscheid toe te roepen aan het t roepje in de derde boot. Daar dreven ze dan henen op den onmetelijken oceaan, zonder voedsel, zonder drinken en bijna tot de knieën in het water, want de boot was lek geworden en allen onkundig in het roeien. Met klompen, schoenen en pantoffels werd het water uit de boot gehoosd, teneinde deze boven te houden. Maar er kwam hulp; de boot, waar de kapitein in zat, nam de on- gelukkigen op sleeptouw, en zoo gingen zij den nacht in. Wie beschrijft echter hunne wanhoop en woede, toen zij met het aanbreken van den dag bemerkten, dat de kapitein het touw had doorgesneden, en met zijn boot hen had ver laten. Gelukkig was het stil weer en de zee kalm, doch hoDger en dorst begonnen vreeselijk te kwellen, terwjjl een ontzettende vermoeidheid zich van allen meester maakten. Dien dag zouden Jan en Marinus Pelle opnieuw zich met den dood bedreigd zien. Twee Duitsohers, die mede in de boot zaten, en bang waren, dat deze zoude zinken, stelden voor om die twee kwajongens over boord te smijten, daar s(j anders allen nog zouden verzuipen. Daar rees C. Phernambucq overeind en zeide: «aIs er verzopen moet worden, dan moet je 't mij probeeren, ik ben de vader van die kinders". De Duitschers door die kloeke taal ontmoedigd en geen steun vindend, zwegen verder. Twee dagen en twee nachten had de ranke overladen boot zoo rond gedreven, toen de schipbreukelingen uitgeput en den wissen dood reeds tegemoet ziende, werden opgemerkt door het met stukgoederen geladen zeilschip de „Mercurius" van Boston, en bestemd voor Havre. Uitbundig was de vreugde der onge- lukkigen, toen het schip bijdraaide, hen opDam en liefderijk verzorgde. De gezagvoerder werd nu in kennis gesteld met bet gebeurde, waarbij het schurkachtig gedrag van den gezagvoerder der «William Nelson" natuurlijk niet werd vergeteD. Terstond zette de «Mercurius" koers naar de plaats des onheils, en aldaar smaakte men het genoegen nog zeven menschen van een wissen dood te redden. Twee er van dreven in een groot vat rond, terwijl nog vijf zich boven water hielden door zich aan een stuk mast vast te klampen. Meer dood dan levend werden deze ongelukkigen binnen boord gehaald en toen de «Mercurius", Da nog een poos heen en weer kruisen, tuaschen de wrak stukken van de eens zoo trotsche «William Nelson" geen levende wezens meer bespeurde, zette deze koers naar Havre. Van de 538 passagiers hadden er alzoo 532 den afschuwlijken dood gevonden in de vlammen of de golven op den Atlantischen Oceaan, terwijl verder nog behalve de kapitein, le stuurman, 4 ma trozen en 2 dochters van den kapitein de geheele equipage den dood had gevonden. Slot volgt.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1905 | | pagina 1