ZIERIKZEESCHË
NIEUWSBODE.
Donderdag 26 Januari 1605.
AFKONDIGING.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
(25 ieriltzeesolae
Courant).
Yertohgnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per vreek, f 10,per jaar.
61ste JAARGANG. No. 8109.
Dlreoteuri A, J. DEI LOOZE.
Redacteuren:
A. FRANKEL.
J. WA ALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cis.,
meerdere regels 10 Cts., kannen uiterlgk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
2 ore bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaateruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Fbünkel, Meelstraat 386, Zierikzee.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestaar te Zierikzee
maakt bekend, dat door den heer Directeur der Directe
Belastingen te Middelburg is executoir verklaard het kohier
der O rond belasting op de gebouwde en ongebouwde
eigendommen deier gemeente, 07er het jair J905, dat
op heden aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen
alhier wordt ter hand gesteld ter invordering, en dat ieder
verplicht is zijn aanslag op den by de wet bepaalden
voet te voldoen.
Zierikzee, den 23 Januari 1905.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
Rusland.
St.-Petersburg, 23 Jan. Officieel wordt
medegedeeld
Ia het begin van 1905 werden de statuten
van de Petersbnrgsche vereenigiog van fabrieks
arbeiders goedgekeurd, die ten doel bad,
geestelijke en godsdienstige belangen te be
vredigen en de arbeidera af te bouden van
misdadige propaganda. Later haalde de ver
eenigiog de arbeidera over zioh te mengen in
de qiiaeetie van een ontslag van vier arbeiders
der Paetilof-werf met het gevolg dit daar
den 15den Januari bet werk werd gestaakt
en de atakera de werklieden van bijna alle
andere fabrieken bewogen, hun voorbeeld te
volgen.
De werkgevers verklaarden ziob bereid
met de arbeidera te onderhandelen en een
gedeelte der eiscben in te willigen, waarmede
de arbeidera eehter geen genoegen namen.
Bij do beweging der Arbeidersvereniging
sloot zioh ppoedig aan een agitatie uit revolu
tionaire kringen waaruit 21 Januari te
voorachija trad een vereenigiog onder leiding
van Gapon en met openlijke revolutionaire
bedoelingen. Gapon stelde een petitie op, die,
behalve do ei*chen der werklieden, onbe-
sobanmde eieohen van politiek karakter inhield.
22 Januari (gisteren) bad op het Paleis-plein
een bijeenkomst van arbeidera plaata, om den
Csaar bet verzoekschrift te overhandigen.
Tengevolge van fanatieke redevoeringen
van Gapon werden de arbeiders zoodanig
opgewonden, dat bet tuseohen hen eu de
troepen tot bloedige botsingen kwam. De
militairen moesten vuur geven. Uit vensters
werden zij met steenen geworpen en werd
op hen geschoten. De menigte vernielde de
telefoongeleidiDg, wierp telegraafpalen omver
en verwoestte en plunderde verscheidene
winkels.
24 Jan. De advokaten van het Peters-
burgsche bof van appèl beraadslaagden in
het gebouw van het gerechtshof, waarbij werd
besloten zich met de arbeidersbeweging solidair
te verklaren en tegen het tegenwoordige
regeeringsstelsel te protesteeren.
Tevens werd besloten aan de justitie mede
te deelen, dat onder de tegenwoordige om
standigheden geen processen kunnen gevoerd
worden.
De nacht is rustig
Dezen morgen waren er geen teekenen
van opgewondenheid. Schoon duizenden werk
lieden ledig liepen, met de handen in de
zakken.
De electrische werken worden door militaire
vakknrdigen bediend, en er kan weder licht
worden geleverd.
Volgens de berichten van ooggetuigen
is de priester George Gapon, die aan den
arbeidereoptocht van de Narwaër-triomfpoort
af deelnam, ongedeerd.
Het aantal deelnemers wordt geschat op
15,000 man, onder welke twee geestelijken
een ia ambtsgewaad, met een krnis in de
hand.
In den optocht werden, behalve heiligen
beelden, ook kerkelijke banieren en een
afbeeldsel van den Keizer meegedragen.
Gapon liep onder geleide van zija lijfwach
ters. Hij droeg eenvoudige geestelijke kleediog.
Zijn plechtgewaad zon bij eerst aandoen ala
de stoet aan bet Rijks-Raadsgebouw zon zijn
gekomen, van waar men ongehinderd over
de Morakaja op het plein vóór het Keizerlijk
paleis dacht te komen.
De menigte trok voort onder het zingen
van het gezang: >0 God, red de nwen.
ScheDk onzen recbtzinnigen Czar Uwen
zegen".
Toen bevel tot varen was gegeven, knalde
er een salvo tegen den stoet, en de heiligen
beelden en het afbeeldsel van den Keizer
werden met kogels doorboord. De geestelijke,
die aan het hoofd van den stoet ging, werd
gewond. Gapon, die zich evenals de anderen
op den grond had geworpen, sloop in een
naburig buis en trok daar burgerkleedereo
aan van iemand nit zijne omgeviog, waarin
hij wiat te ontkomen.
Gisteren planderde de menigte kleeder-
wiokels en vernielde voor 3000 Roebels in
een Sta&tsBlijterij. Het geld werd tijdig
geborgen.
Op het Newsky Prospect kwam het
beden tot een botsing tuseohen de menigte
en de militairen, deze laatsten maakten van
de vuurwapenen gebruik.
De vierde civiele kamer van de rechtbank
schorste haar zittingen, op verzoek van tien I
advocaten, die voorstelden de voor heden op
de rol staande zaken wegens de heerachende
onrast te verdagen.
Het is te St.-Petersbnrg gegaan gelijk
gemeld is. De Czar heeft zich niet laten be
wegen de werklieden op het Winterpaleis te
woord te staan, en het volk beeft ziob, ondanks
het verbod van optochten en samenscholingen
niet laten weerhonden er heen te gaan.
En zoo zijn toen de bloedige botsingen ont
staan, die aan omstreeks 150 menschen het
leren hebben gekost.
De aanvoerder, de priester Gapon, behoort
zelf onder de gewonden. Het geruoht zijner
gevangenneming is niet bevestigd geworden,
maar iaog in vrijheid big ven na bet gebcnrde
zal bij wel niet meer, te minder, daar de
Metropolitaan der hoofdstad den banvloek over
hem uitsprak.
Treffend is het te lezen, hoe betrekkelijk
goedaardig aanvankelijk het passief verzet was.
Eerst toen met scherp u- «choten en geslagen
werd en bloed begon te vloeien, werd het
verzet hardnekkiger, begon men zioh te wape
nen en werden versperringen opgeworpen.
Men zal daar waarschijnlijk nog wel meer van
hoorenwant de strijd in de straten zal heden
nog wel worden voortgezet.
Een deel der soldaten was blijkbaar niet
ongeneigd het volk te sparenmaar de ijzeren
tocht behield ten slotte de overhand. Het is
daarom waarsohijnlijk dat de menigte vooral
op de offioieren is gebeten en waar zjj kan
het ben laat ontgelden.
De Keizer is stil op zijn buitenverblijf te
Zarskoje-Zelo gebleven. Een poging van een
troep jonge werklieden om dea Czar daar te
spreken te krijgen, is na een bloedige botsing
met de troepm afgeslagen. Voor het eerst
hoorde men hier toen den kreet: >Weg met
den Czar!"
Des avonds was de stad in duisternis gehuld
en er is ook hier en daar geplunderd. Meest
werd er naar wapenen gezocht en het geruoht
loopt dat de werklieden voor de hervatting
van den strijd op heden zioh ook in het bezit
gesteld hebben van dynamiet.
De priester Gapon, het hoofd der op
standelingen te SL-Petersburg, heeft nit een
geheime schuilplaats, waar hg zjjne wond
laat verplegen, een brief geschreven aan zjjne
kameraden en medewerkers", waarin bij
zegtVan heden af hebben wij geen Keizer
meer. Het bloed der onscbnldigen scheidt
hem af van zjjn volk. Leve de thans begonnen
strijd van het volk voor zjjne vrgheid".
De 8t.-Petersbnrgsobe verslaggevers der
buitenUndsohe bladen seinen orereecstemmend,
dat de Kosakkon en lanoiers uiterst woest en
Inobthartig hebben huisgehouden eu luidkeels
lachten over het bloedbad dat zij aanrichtten.
Het volk riep ban toe: gaat liever t^en de
Japanners veobtenl
Het opperbevel werd gevoerd door Groot
vorst Wladimir, die last gegeven had zonder
«enige verscbooning en zoo krachtig Mogelijk
op te treden en elk verzet in bloed te smorjd.
En deze bevelen werden goed ten nitvoer
gelegd.
24 Jan. In het oentram van de stad
zijn in den loop van den avond verschillende
roovergen gepleegd door straatslijpers. In de
voorsteden duurt de plundering roort der
winkels, die niet gebarrioadeerd zijn.
De Daily Mail meldt nit St.-Petersbnrg,
dat, volgens ber'iohten nit Sestroyesk (aan de
Fineche kast) gisterenmorgen 4300 arbeiders
het Regeerinpageweermagazgn. hebben ge
plunderd. Zij slaagden er in een groot aantal
geweren medo te nemen, waarvoor zij echter
geen ammnni tie hebben.
De arbe'.ders vernielden eveneens den
spoorweg iviar de stad.
Tien afgevaardigden van de aanzienlijk
ste kooplieden te Moskou waren juist te St.-
Petersbnrg aangekomen om den Minister van
Binnenlandsche Zaken te verzoeken een smeek
schrift aan den Czar te overhandigen.
Daarin wordt geprotesteerd tegen het voort
zetten van den oorlog, welke eene ramp is
voor Rusland, en tot niets goeds kan leiden,
maar integendeel de jammerlijkste gevolgen
kan hebben voor den toestand des Rijke, zoowel
binnen- als buitenslands.
Natuurlijk is er op het oogenblik minder
kans dan ooit, dat naar deze zaohte stemmen
wordt geluisterd.
Volgens berichten nit Kankasië neemt ook
daar de oproerige beweging toe onder de
arbeiders, die door Armenische geheime oo-
mitó'e ondersteand en van wapenen voorzien
worden.
In de petroleum-streek Baku zijn weder
i 00 boortorens in brand gestoken, spoorwegen
vernield en de beambten verjaagd of mis
handeld.
Vannacht zijn gevangen genomen
professor Karejef, de schryvers Pesjeohodonof
en Annensky en de gemeenteraadsleden
Kedrin en Sjintnikof, beiden advokaat.
Bij keizerlijk bealnit, waarin het heet,
dat de gebeurtenissen van de laatste dagen
te St.-Petersbnrg de noodzakelijkheid hebben
bewezen van buitengewone maatregelen tot
handhaving van de staatsorde en de openbare
veiligheid te nemen, wordt het ambt van
gouverneur-generaal van 8t-Petersburg inge
steld. De gouverneur-generaal krijgt de stsd
en het gouvernement 8t -Petersburg onder
ziob. Hij beeft het recht de hulp der troepen
io te roepen en alle reohteu van den Minister
van Binnenlandsche Zaken betreffende de
ambtubeveetiging van leden der magistratnren
en semstwo's in bet gebied van hoofdstad en
gouvernement. Hij kan menschen het verblijf
in zijn ambtelijk gebied ontseggen.
Ia een voorstad versameiden zich in
den loop van den middag kleine groepen
arbeiders. In bet oentram der stad en in de
Kreml-atad is het voorloopig kalm. Da houding
van de bevolking en de zaken ago als gewoon.
Men meldt nit St.-Petersbnrg:
Niet het neersobieten van ongewapende
mannen en vrouwen, noch de bescherming
van paleizen, winkels, telefonen en spoorwegen
vormen de belangrijke gebeurtenis van den
dag; maar de vlucht van de keizerlijke familie
nit Tsarskoje 8elo, nadat baar verbljjf drie
en een bal ven dag lang geheim gehouden, en
de residentie herhaaldelijk van het eene paleis
naar bet andere verlegd was.
De Keizer heeft Maandagochtend in allerijl
Tsarskoje Selo verlaten, toen bericht ontvangen
was, dat de werkstakers uit Kolpino dat
paleis hadden uitgekozen als het doel van
hun tooht. In weerwil van de geruststellende
verklaringen der hovelingen en militairen,
verzekert men dat de Czar dadelijk zijn
voornemen te kennen gegeven heeft om naar
zija zomerverblijf Peterhof le vertrekken.
Ia regeeringskringen had men daar eohter
bezwaar tegen, en zoo werd op raad van de
Keizerin-weduwe het paleis van Gatsjioa
uitgekozen. De Czar stemde toe, waarna de
keizerlijke familie zich haastte, naar het paleis
te vertrekken waar Alexander III zijn geheelen
regeeriogstijd in afzondering heeft doorgebracht.
Moskou, 23 Jan. In verband met de
dreigende bonding der arbeiders, die voor
den 26 jn een algomeene staking aankondigen,
wapenen zioh de hnismeesters. Er heerscht
groote onrast.
Duizend arbeiders van de fabriek van
Bromley hebben hedenmiddag te balfdrie, in
overleg met hnn kameraden te St.-Petersbnrg,
die hun dit verzoohten, het werk gestaakt.
Te half drie hedenmiddag kwamen de
werklieden van de metaalfabriek, ten getale
van dnizend, in de middagrust bijeen. Zij
verklaarden niet langer aan den arbeid te
kannen blijven, omdat hun St.-Petereburger
kameraden hnn verzoohten met hen te staken.
De arbeiders verlieten toen de fabriek en
trokken langs de Stabolofka, hun mede
arbeiders van alle industriële iorichtingen
dwingende zich bij hen aan te slniten. De
meesten deden dit onmiddellijk. Ten slotte
trok men naar de grootste drukkerij van
Moskou, die van Syten, waar het personeel
eveneens tot de staking werd overgehaald.
De fabriek werd te vijf nar gesloten.
Sebastopol, 23 Jan. Hedenmorgen te
zeven nar na het tweede signaal waarbij de
arbeiders worden opgeroepen, ontstond in
verschillende werkplaatsen van de marinewerf
brand. In een oogenblik stond bet hoofd
gebouw over zijn volle uitgestrektheid in
vlammen. De brand breidde zich met zoo
groote snelheid nit, dat de arbeiders van de
model-afdeeling nauwelijks den tjjd hadden
zich door een sprong nit de vensters op het
dak van een naburig gebouw in veiligheid te
brengen. De oorzaak van den brand is on
bekend. De aangeriohte schade bedraagt
eenige honderdduizenden roebels. Op de werf
waren ongeveer 4500 arbeiders werkzaam.
Dank tij de vele voorzorgsmaatregelen bij
brandgevaar konden vele bavengebouwen
worden gered. De verdere uitbreiding van den
brand was te zes uur in den namiddag tot
staan gebracht.
24 Jan. Om 42 uur staakten hier
40 000 man.
In de drukkerijen werd bet werk neder-
geiegd tegen den middag, zoodat versoheidene
dagbladen niet zullen uitkomen.
Van de leder fa brieken houden de stakera
zich rustig.
De politie laat de wapens nit de winkel
kasten der wapensmeden wegnemen. De
meeste dier winkels sloten trouwens.
De leider der betooging.
De man, die tbans bet verzet der Russisohe
arbeiders tegen het onmenschelijk regime
waaronder zij zoolang gebakt gegaan zijn,
leidt, is vader" Gapon, de jonge orthodoxe
priester, wiens naam nu in Rusland op ieders
Brand aan boord.
Een ware geschiedenis, door M. Pelle,
met medewerking van H. K.
Blijkbaar om de reeds genoemde reden dan,
gaf de gezagvoerder bevel tot zuivering van
het schip, 't welk de passagiers allen toejuichten.
Al het volk moest naar boven, ook het
beddegoed, doch het vreemde van 't geval waa,
dat kisten en koffers moesten worden geopend,
en beneden blijven. Doch hoe vreemd de land
verhuizers dit ook vonden, men vermoedde
niets, de gezagvoerder beval het, en allen
gehoorzaamden. Nauwlijks waren alle passa
giers aan het dek, of ze zagen de matrozen van
het schip, ham, brandewijn enz. uit het logies
der passagiers naar boven dragen, waaraan
zij zich te goed deden. Verscheidene passagiers
snelden naar beneden, teneinde hun eigendom
in bescherming te nemen, en onder dezen
waren ook Willem Pelle met zijn zoontje Jan
en Cornelia Phernambucq. Daar zagen zij, in
hun logies gekomen, op de plaats waar nog
steeds de terpentijn vloeide, en vlak bij die
bergplaats, de scheepstimmerman het schip
zuiveren Dit gebeurde op een heel eigen
aardige wijze. Deze had n.l. bij zich staan
een comfoor met gloeiende kolen, welke hij
van tijd tot tijd met een blaasbalg aanblies;
daarbij stond een klein vaatje met teer, terwijl
hij in de hand een ijzeren staaf hield. De
ijzeren staaf werd in het comfoor gloeiend
gemaakt, en daarna in de teer gestoken, terwijl
de daardoor veroorzaakte teer walm het schip
moest zuiveren.
Daar vatte het te gloeiend gemaakte ijzer,
in het vaatje teer gedoopt, vlam, het viel op
de terpentijn, en snel als de bliksem sloegen de
vlammen op en bereikten de bewaarplaats der
andere vaten. Aan blusschen was niet te
denken. Onze drie dorpsgenooten snelden naar
boven en verschrikkelijk klonk hun geroep
van brand 1 onder de opeengehoopte landver
huizers en bemanniog. Een hartverscheurend
en afschuwelijk tooneel volgde nu. Ieder
trachtte zioh het leven te redden, en snelde
naar de sloepen, vrouwen en kinderen werden
onder den voet getreden; in woeste haat, als
wilden, grepen mannen elkaar bij de keel,
reeds glinsterden de messen om straks neer
te ploffen in het lichaam van vriend of vriendin.
Ongeveer half elf werd de eerste boot neer
gelaten en 70 80 menschen sprongen gelijk
in de boot, en daar volgde weer die verschrikke
lijke worsteling. De boot raakte lek, en ver
dween na korten tijd in de diepte. Ondertussohen
sloegen de vlammen reeds uit het dek en
schroeiden of verstikten vele menschen, die
niets menschelijks meer hadden, 't Waren
tijgers gelijk, want onbarmhartig werden de
zwaksten geworgd, vertrapt, in de vlammen
of over boord gestooten of wel door mes of
ander wapen vermoord. Weg was alle rede,
weg was alle gevoel en medelijden, niets was
meer over dan lage zelfzucht en dierlijke
kracht. Niets? Ja toch, want hoe dierlijk, hoe
verschrikkelijk en afschuwelgk het tooneel ook
mocht zijn, wat zich ook mocht verloochenen,
niet de moederliefde, niet de vaderliefde.
Want krankzinnig van angst en smart zochten
moeders en vaders hunne kinderen om ze in
radeloozer i angst straks over boord in de roeiboot
te werpen en dan zelf den dood in de vlammen
of golven te vinden.
In de tweede boot, die neer was gelatenr
zaten o. a. de twee dochters van den gezag
voerder met eenige matrozeD. C. Phernambucq,
Liza Klaasse en Willem Pelle met zijn 4
kinders sprongen daarbij. Toen volgde de gezag
voerder Johannes Smits, die de landverhuizers
dreigend een geladen revolver voorhield, en
de woorden uitte: er uit, denk je, dat ik ver
zuipen wil. Deze 7 personen klauterden weer
op he't brandende schip, en de onmenechelijke
kapitein, die in plaats van de orde aan boord
te bowaren en den moed niet had met zijn
schip het graf in de golven te vinden, verliet
als een lafhartige schurk het schip in een roei
boot met zijn twee dochters, den len stuurman
en 4 matrozon. De derde boot was intusschen
ook te water gelaten en met eenige landver
huizers bemand, waaronder C. Phernambucq
met zijn broeder en zuster, Adriaan Vis en
Jan van den Berge. De boot is vol, reeds 25
personen hebben daarin plaats genomen; daar
werkt zich door de worstelende menigte Willem
Pelle met den 12-jari^en Marinus en 3-jarigen
Jan in de armen gekne ld. Over de verschansing
wordt hij zijn dorpsgenooten in de boot gewaar,
maar ziet tevens, dat xij tot zinkens toe vol is.
Dan snerpt het boven bet geraas en rumoer
uit: redt de kinders! terwijl hij beiden over
boord werpt. Jan Pelle kwam met het hoofd
op den rand der boot terecht, en M. Pelle in
het water doch C. Phernambucq met zijn zuster
grepen be:ide kinders, on haalden ze in hun
midden. Fluks werden do touwen doorgesneden
en langzaam dreven de q mgelukkigen van het
tooneel der verwoesting.
Eindelijk is de vierde boot te water gelaten,
een woedende menigte springt er in, den
bodem er uit, zij kantelt en verdwijnt met
alleD in diepte, zeker ook ongeveer 80 personen.
Thans was het tooneel, dat zich aanbood,
onbeschrijfelijk.
't Was ongeveer een half uur na het uitbreken
van den brand. Ontzettende rookkolommen
stegen omhoog, vurige vlammen lekten aan
masten en zeilen en daarlusschen, als boven
natuurlijke wezens, radelooze mannen, vrouwen
en kinderen, wien de dood van alle kanten
aangrijnsde, en welke nog trachtten een laatst
vaarwel of afscheid toe te roepen aan het
t roepje in de derde boot.
Daar dreven ze dan henen op den onmetelijken
oceaan, zonder voedsel, zonder drinken en
bijna tot de knieën in het water, want de boot
was lek geworden en allen onkundig in het
roeien. Met klompen, schoenen en pantoffels
werd het water uit de boot gehoosd, teneinde
deze boven te houden. Maar er kwam hulp;
de boot, waar de kapitein in zat, nam de on-
gelukkigen op sleeptouw, en zoo gingen zij den
nacht in. Wie beschrijft echter hunne wanhoop
en woede, toen zij met het aanbreken van den
dag bemerkten, dat de kapitein het touw had
doorgesneden, en met zijn boot hen had ver
laten. Gelukkig was het stil weer en de zee
kalm, doch hoDger en dorst begonnen vreeselijk
te kwellen, terwjjl een ontzettende vermoeidheid
zich van allen meester maakten. Dien dag
zouden Jan en Marinus Pelle opnieuw zich
met den dood bedreigd zien. Twee Duitsohers,
die mede in de boot zaten, en bang waren, dat
deze zoude zinken, stelden voor om die twee
kwajongens over boord te smijten, daar s(j
anders allen nog zouden verzuipen. Daar rees
C. Phernambucq overeind en zeide: «aIs er
verzopen moet worden, dan moet je 't mij
probeeren, ik ben de vader van die kinders".
De Duitschers door die kloeke taal ontmoedigd
en geen steun vindend, zwegen verder.
Twee dagen en twee nachten had de ranke
overladen boot zoo rond gedreven, toen de
schipbreukelingen uitgeput en den wissen dood
reeds tegemoet ziende, werden opgemerkt door
het met stukgoederen geladen zeilschip de
„Mercurius" van Boston, en bestemd voor
Havre. Uitbundig was de vreugde der onge-
lukkigen, toen het schip bijdraaide, hen opDam
en liefderijk verzorgde. De gezagvoerder werd
nu in kennis gesteld met bet gebeurde, waarbij
het schurkachtig gedrag van den gezagvoerder
der «William Nelson" natuurlijk niet werd
vergeteD. Terstond zette de «Mercurius" koers
naar de plaats des onheils, en aldaar smaakte
men het genoegen nog zeven menschen van
een wissen dood te redden. Twee er van
dreven in een groot vat rond, terwijl nog vijf
zich boven water hielden door zich aan een
stuk mast vast te klampen. Meer dood dan
levend werden deze ongelukkigen binnen boord
gehaald en toen de «Mercurius", Da nog een
poos heen en weer kruisen, tuaschen de wrak
stukken van de eens zoo trotsche «William
Nelson" geen levende wezens meer bespeurde,
zette deze koers naar Havre. Van de 538
passagiers hadden er alzoo 532 den afschuwlijken
dood gevonden in de vlammen of de golven
op den Atlantischen Oceaan, terwijl verder
nog behalve de kapitein, le stuurman, 4 ma
trozen en 2 dochters van den kapitein de
geheele equipage den dood had gevonden.
Slot volgt.