ZIERIOKESCHE
NIEUWSBODE.
Dinsdag 22 November 1904.
(Z ie ]*i i; zee sche
Courant).
61ste JAARGANG. No. 8082.
Tweede Blad
NIEUWSTIJDINGEN.
Opmerkingen bij eenige Neder
landsche Handelsgewassen.
Brieven uit Berlijn.
Verschijnt DIN3DAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs por 3 maanden ia f 1,30, fraoco per post
f 1.60.
Noord-Amerika, Transvaal, Ind enz. verzending
eens per week, f 10,— per jaar.
Dlreoteuri A, J. DE LOOZE.
Redacteuren
A. FRANKEL.
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Advertentiëav»n 1 3 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cis., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Viydags middags
2 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Fbünkeu, Meelstraat 386, Zierikzee.
Rusland—Japan.
Moekden, 18 Nov. Een algemeen treffan
wordt ieder oogenblik verwacht ten noorden
van de Sha-ho. Het Japaneohe centrumleger
onder generaal Nodzoo is aanmerkelijk op
gerukt.
St -Petersburg, 19 Nov. Uit goede bron
wordt medegedeeld, dat generaal Stöjsel
tyden8 de jongate gevechten bij Port-Artbur
ercstig aan het bootd gewond werd. In offi-
cieele kringen wordt het gerucht niet bevestigd,
dooh ook niet tegengesproken.
De kwestie tusschen Rusland
en Engeland.
Londen, 19 Nov. De Daily Newsmeldirg
makend van het getuigenverhoor inzake het
incident bij Doggersbank, merkt met voldoening
op, dat de Baltisobe vloot is eohoongewasschen
van de besohuldiging als zou één der Russische
torpedobooten bij de visschersvloot achter
gebleven zijn zonder hulp te bieden aan de
in nood verkeereDde vaartuigen. Het blad
zegt vervolgens dat. waar de vieschers hun
eigen schepen aanvankelijk voor torpedobooten
aanzagen, het den Russiechen officieren niet
kwalijk te nemen is, dat zij dezelfde ver
gissing begiogeD.
Onder de getuigenissen, voor den »Board
of Trade" te Huil afgelegd bij het onderzoek
omtrent bet gebeurde bij Doggersbank, verdient
die van den gezagvoerder van den trawler
>Gul" de aandacht.
Deze gezagvoerder, die zich in de nabijheid
van den trawler nCrane" bevond, welke in
den grond werd geboord, verklaarde, dat bij,
toen het vuren begon, aan stuurboord een
donker gevaarte zag en uitriep: 2Daar is
een torpedoboot 1", maar dat hij een oogen
blik later in dat vaartuig een trawler her
kende, welke toon hij diohter bij kwam, do
»Crane" bleek te zijo.
Er schijnen dus meer spelingen van gezichts
bedrog te zijn geweest.
De onderhandelingen over het doen bijeen
komen der internationale commissie te Parijs
nemen op bevredigende wijze voortgang.
Alleen het aanhoudend van Eogelsche zijde
te kennen gegeven verlangen, dat de schuldigen
gestraft zullen worden, schijnt de Russen te
ontstemmen, vooral nu hunnerzijds nog steeds
de opvatting wordt gehuldigd, dat er geen
schuldigen zijn.
St.-Potersburg, 19 Nov. Engeland en
Rusland zijn het eens geworden over den
tekst der overeenkomst, betreffende de Dogger-
bankskwestie, die binnenkort openbaar zal
worden.
Indiëu
De Gouverneur-Generaal heeft aan Cor
Gentis volledige gratie geschonken en aan
Herman Gentis zeven jaar remissie van straf
verleend.
Zooals men zich herinneren zal, hebben
de gebroeders Gentis beproefd de Bank te
Batavia te bestelen.
Naar uit Batavia aan de N. R. Ct.
werd geseind, heeft bet Hof den van diefstal
besohuldigen advocaat, mr. van Delden te
Soerab'j*, vrijgesproken.
Zuid-Afrika.
Ia de Transvaal zjjo thans reeds 15000
Cbineescbe koelies.
Amerika.
Tijdens de presidentsverkiezing in Ame
rika zijn groote weddenschappen aiogegaan.
Zij zijo ook op eerlijke wijze ra^ekomen.
Hoe overdreven men daar eoms wedt, blijkt
uit de volgende staaltjes.
Donderdag hoeft een ongelukkig wedder,
voor een »buggy" gespannen, zija tegen
stander triomfankolyk door Broadway (een
der voornaamste straten in New-York)
gereden.
Een fanfarecorps volgdetreurmarschen
spelend?, terwijl de menigte den verliezer
met allerlei bespottingen overlaadde.
Iemand, dia ia het bizonder verheugd
mag zya over de overwinning van Roosevelt,
is de neger Araerio Bates nit St.-Louis, die
zya leven verwed had. Hy had een stuk
g'-teekend, waarin by verkloarde zich in de
Mississippi te zullen verdrinken, waaneer
Roosevelt het zou verliezen. Gelukkig echter
werd Parker geslagea en volgens de bepaling
kreeg by nu van zijo tegenstander f 250
Oostenrijk.
De regeering heift zich bereid verklaard
aan de tweede Haagsche conferentie deel te
nemen. Dit is de eerste ambtelijke aanvaarding
van Roosevelt's uitnoodiging, ofschoon reeds
bekend ia, dat de meeste Europeesche mogend
heden bereid zijn, de conferentie by te vronen.
Zoodra van de andere mogendheden in den
loop van deze maand bericht ia ontvangen,
dat zij aan de conferentie willen deelnemen,
zullen de onderhandelingen ovor de a&nvulliDg
van het program beginnen.
België.
De sjah van Perzië zal het volgende jaar
dit land, en wel speciaal de Luiksche wereld
tentoonstelling, komen bezoeken.
Landbouw en Veeteelt.
Men schrijft van de Belgische grenzen
Het is nu reeds circa zeven jaren lang,
dat onze zuidelijke nabuur, België, zijne
grenzen gedeeltelyk gesloten houdt voor den
invoer van ons vee. Slechts slachtvee en
melkkoeien, in den laatsten tijd ook draohtige
vaarzen, mogen tweemaal per maand langs
enkele grenskantoren iogevoord worden, terwyl
de beide laatstgenoemde soorten runderen
nog een langdurige en kostbare quarantaine
moeten ondergaan in de ryksstallen aan de
grenzen.
Het gevolg dezer maatregelen is, dat er
officieel jaarlijks heel wat minder runderen
Daar België gezonden wordea dan vóór 1897,
Werden vóór dien tijd meer dan honderd
duizend stuks per jaar door ons land aan
Be'g'ë verkooht, in 189d zelfs nog 104.659;
in 1897 daalde dit aantal tot 49,031 stuks.
En al is er siods dien tyd wel eenige stijging
op te merken, hot aantal langs de greos-
kaütoren ingevoerde ruaderen blijft verre
beneden dat van 1896 De invoer der laatste
vijf jaren toch bedroeg in 1899: 68,032,
1900: 60,290, 1901: 58,199, 1902: 57,405,
1903: 73,244 stuks.
België krijgt due van ons officieel 40 50
duizend runderen minder dan vóór 1897. En
toch wordt in België zelfs nog beweerd, dat
het land jaarlijks even goed zya 100 duizend
runderen uit den vreemde moetf betrekken
als vóór het gedeeltelyk Bluiten der grenzen.
Sinds bet ministerieel besluit van 1897 is
België's veestapel wel eenigszins verbeterd en
vermeerderd verleden jaar o.a. met 2^
maar niet van dien aard dat het 40 a 50.000
runderen minder zou noodig hebben. Bovendien
is het aantal inwoners in de laatste jaren
sterk toegenomen.
Het tekort moest dus op andere wyze
worden aangevuld en dit geschiedde hoofd
zakelijk door den invoer van geslacht vleesch
en door den smokkelhandel. Hoeveel
runderen jaarlyks frauduleus over de grenzen
gaan, is natuarlijk niet bekend, maar zeker
ia het, dat dit aantal grooter is dan veleo
wel vermoeden. Tevens wordt ieder jaar
rnim 50 000 K.G. versoh rund vleesch uit
onze grensplaatsen Daar de grootste Belgische
steden gezonden. Bekend is het, dat in eigen
boezem tegen den belemmorden invoer van
rundvee uit Nederland meermalen van ver
schillende zijden, voornamelijk uit de noordelijke
provioe ëa van België, stemmen zyn opgegaan,
en herhaaldelijk genoeg is door landbouwers,
veehouders en slachters by de regeeriog
beproefd daarin verandering te brengen
dooh ofschoon zelfs de grootste proteotionisten
moeten verklarendat liet tegenwoordige
stelsel lang niet boven alle oritiek verheven
ia do toestand blyft steeds dezelfde. Ja
van verschillende zyden tracht men zelfs den
reeds *00 belemmerden invoer van Nederlaodech
vee zooveel mogelijk tegen te gaaD. Eerst
heeft men de Franscho grenzen gedeeltelyk
opengezet voor den invoer van vee spoedig
genoeg bleek echter, dat deze maatregel
j volstrekt niet hielp. Frankrijk toch zendt
iedero maand slechts het luttele getal van
50 75 runderen naar België. Toen beproefde
men door invoer van Amerikaaneche ossen
en stieren en bevroren vlecsoh uit Argentinië
het tekort aan te vullen. De Belgisobe
markten werden overstroomd door 2vreemd"
vleesch, waardoor do prijzen soms zoo sterk
daalden, dat de Vlaamsche landbouwers geen
prijs meer voor hun vee konden bedingen.
Toen gingen natuurlijk laide stemmen op om
den invoer van vreemd" vlecsoh te verbieden.
Maar spoedig bleek dat dit niet noodig was.
Het Amerikaansch vleesch was wel goedkoop,
i doch stond ziover in kwaliteit beneden dat
van Nederlandsche runderen, dat het soms
I onverkoopbaar was. Gaan-óweg vermindert
I de invoer van Amerikaansch vee en by zal
I eerlang ophouden. O as slachtvee heeft glansrijk
den strijd gewonnen tegen bet goedkoopere
overzeeeche vee.
Ondanks duizenden in Beigië overtuigd
zijo, dat zij het Nederlandeohe vee niet
kunnen missen en de gezondheidstoestand
van ons vee van dien aard is dat er niet het
minst voor besmetting van eigen veestapel te
vreezen is, toch blyft men zich tegen den
vrijen invoer verzetten, en wordt èa door de
regeeriog èa door de Nationale Maatschappij
ter verbetering van rand veerassen in Bolgië
al het mogelijke gedaan om het aankweeben
en verbeteren van eigen vee te bevordert n
en zoodoend langzamerhand het Nederlandsch
vee geheel of gedeeltelijk te kunnen missen. I
Dat dit tijdstip, als het ooit mag aanbreken,
toch nog verre in het verechiet ligt, bewijzen
de cijfers van invoer, terwyl de uitvoer van
Belgisch vee zoo goed als nihil mag genoemd
worden. In de 10 cerate maanden dezes jaare
bedroeg by 112, het geheele vorige jaar 134
runderen.
a. Hop. De hopteelt is in ons land bepaald
achteruitgaande. Werden tusschen 18701880 1
nog ruim 200 Hectaren door dit gewas inge-
nomen, van 1891—1901 is dit aantal nog slechts
gemiddeld 66 per jaar en het vorige jaar was
er nog slechts 49 H.A. hoptuin. Toch is dit
jammer, daar voor belangrijke sommen aan
hopbellen wordt ingevoerd. Urn de hopteelt te J
leeren moet men in Nederland naar Noord-
Brabant in de streken van Vlijmen en Nieuwkuik
gaan, of naar Zeeland in Koewacht, waar ook
nog hoptuinen waren in 1903. Naar de opgedane
ervaring is de goede ontwikkeling van de hop
bellen meer afhankelijk van den grond dan van
het klimaat. Zeer droge gronden zijn evenals
vochtige bodems niet voor haar geschikt. Het
best ontwikkelt het gewas zich op lichte klei
gronden of kleiachtige zandgronden met een
goeden doorlatenden ondergrond. Behalve goed
gerotte stalmest past voor de hop het best
zwavelzure kali, waarvan men ongeveer 50
gram bij eiken stoel kan geven. Deze laatste
bemesting is zeer goed te begrijpen, als men
nagaat, dat na de tabak, de hop onder al de
in ons land geteelde land- en tuinbouwgewassen
het hoogste kaligehalte heeft. In 1000 K.G.
hopbellen komen niet minder dan 23 K G. kali
voor.
b. Tabak. Ook de teelt der tabak is niet
vooruitgaande. Vijf en twintig jaar geleden
werden in Nederland nog meer dan 1000 H.A.
bebouwd. Nu is dit aantal nog slechts 400 H.A.
De tabak vereischt een vochtigen, vruchtbaren,
humusrijken lichtendoordringbaren grond.
Lichte leem, of kleigronden passen haar het
best. Zware kleigronden, koude en humusarme
bodems zijn voor de tabakteelt ongeschikt. Daar
de tabak diep wortelt, moet de grond noodza
kelijk een diepe bouwlaag hebben. Uit het
feit, dat de best geschiktste bodem voor de
tabak een zwarte humusgrond is, volgt, dat
voor de bemesting in de eerste plaats de stal
mest in aanmerking komt. En uit het zeer hoog
kaligehalte der bladeren (1000 K.G. tabak be
vatten ruim 30 K.G. kali) volgt tevens, dat met
stalmest alleen in de kalibehoefte niet voorzien
kan worden. Toch kunnen we slechts zeer
weinig kalizouten gebruiken als bemesting,
daar de meeste chloor bevatten en deze stof
op de brandbaarheid der bladeren ongunstig
inwerkt. Gelukkig i9 er een zout, dat geen
j chloor bevat en dat is dan ook de voor de tabak
passende kunstmeststof. Het is zwavelzure kali.
Van dit zout kan men van 200 tot 250 K.G.
op de H.A. geven. Het verhoogt den oogst, en
werkt op de fijoheid en brandbaarheid der
bladeren. j
j c. Maan hop. Van de maanhop of het maan
zaad wordt in ons land alleen het zoogenaamde
blauw maanzaad geteeld en wel voornamelijk
in de provincie's Zeeland, Noord-Holland en
Zuid-Holland, doch ook in Noord-Brabant,
Friesland en Utrecht wordt het verbouwd, in
het geheel in Nederland in 1903 op 371 H.A.
Vergeleken met vroeger is de teelt in de laatste
jaren weer vooruitgaande. Het maanzaad eischt
voor hare goede ontwikkeling een lossen, niet
te zwaren kleigrond, of een vruchtbaren zand
grond. Hoe beter de grond bemest is, hoe
grooter en talrijker tot een zekere grens de
koppen of zaaddooren worden, waarin het zaad
is, waaruit de olie bereid wordt. Door een
oordeelkundige bemesting wordt de opbrengst
soms verdrievoudigd. Die bemesting moet be
halve uit stalmest of guano bestaan uit 100 11
200 K.G. chloorkalium per H.A. en in geval
men stalmest geeft ook nog uit 500 K.G. super-
phosphaat. Daar bij dit gewas bijna alles van
de bemesting afhangt is het noodzakelijk door
aanhoudende waarnemingen en aanteekeningen
de bemesting te regelen en in verband met de
hoogst mogelijke opbrengst zoo hoog mogelijk
op te voeren.
Jan van de Mark.
Van onzen Correspondent
Van een drijvende Schippergkerk
en nog wat.
Berlijn, 17 November 190*.
De korte Novemberdag spoedde ten einde,
een naargeestige en droevige dag, waarvan
deze sombere maand bij uitnemendheid de
specialiteit schijnt te bezitten. Over ritselende
blaren dwars door den heerlijken Tiergarten
met zijn prachtige boomgroepen en schilder
achtige doorkijkjes, ook nu een grootsch stukje
natuur in weerwil van sombere, laag hangende,
grauwe luchten en de naargeestige weers
gesteldheid, voerde ons de weg naar het doel
van den tocht, den Humboldt-haven, een
kunstmatige, komvormige verbreeding der
Spree in Moabit.
De avond begon al te vallen, hier en daar
werden de eerste lantaarns ontstoken, maar
hier in de haven was voorloopig van ,/Feier-
abend", van staking van den dagelijkschen
arbeid, nog geen sprake. Snorrend en sissend
draaiden de stoomkranen op hunne asseD.
Aan reusachtige hengels gelijk, zweefden de
ijzeren kraanarmen boven de geopende schepen
en stoombooten; telkens opnieuw werd de
„dobber" in het scheepsruim neergelaten om
een oogenblik later met balen of kisten
tusschen haar grijp-scharen weer te voorschijn
te komen, welke dan na een wijden zwaai
van de kraanarm behoedzaam op de kade
werden gedeponeerd.
Na eenig zoeken en een kort interview met
een statigenwei-doorvoeden dienaar der
heilige Hermandad, die hier in het volle
gewicht zijner waardigheid met de armen op
den rug heen en weer patrouilleerde en ons
genadig den weg wees, vonden we, wat we
zochten. Een eind voorbij de rusteloos draaiende
en grijpende kranen lag een zonderling, lang
gestrekt vaartuig aan den wal gemeerd. Op
het eerste gezicht geleek het met zijn vrij
hoogen houten bovenbouw en de vele kleine
ramen in de eenigszins schuin hellende zij
wanden op een ouderwetsche trekschuit of
een beurtschip, zooals ik in vroeger jaren vele
zag varen op de Zuid-Willems-Vaart, maar bij
nadere beschouwing bleef er van een gelijkenis
niet veel over. Voor het zeer bizondere doel,
waarvoor het schip voortaan bestemd zou zijn,
had het een groote metamorphose ondergaan.
Daags te voren was het sneeuwwitgeschilderde
vaartuig in tegenwoordigheid der Keizerin,
van Prins Eitel Friedrich en tal van genoodigden
in een plechtigen dienst ingewijd tot een drijvende
kerk en tehuis voor de ambulante schippers-
bevolking der verschillende waterwegen»
waarvan Berlijn het middelpunt vormt, zooal9
de stad Groningen dit is voor /;Groninger
Ommelanden".
Reeds nu is de af- en aanvoer te water in
Berlijn buitengewoon groot. Volgens het pas
verschenen statistische Jahrbuch der Stadt
Berlin werden in het afgeloopen jaar uit
sluitend langs de verschillende waterwegen in
Berlijn niet minder dan 6.031.577 tonnen
diverse waren (één ton is 1000 kilogram)
gelost en geladen, bijna 2 raillioen tonnen
meer dan in 1901. Straks, wanneer de ont
worpen Pruisische kanaalwerken (zijn uit
gevoerd, waartoe ten slotte veel kans bestaat,
nu het reusachtige kanaalontwerp in de
afdeelingen der Kamer in eerste lezing is
aangenomen, zal Berlijn nog in veel grooter
mate dan tot nu toe een centrum worden voor
de Duitsche binnenvaart. Een groot gedeelte
van hetgeen de bevolking van ruim 2millioen
behoeft, wordt per scheepsgelegenheid aangevoerd.
Zijn eenmaal de kanalen gereed, dan zal
natuurlijk die toevoer vermeerderen, daar ver
voer te water wel altijd goedkooper zal blijven
dan vervoer per as. Behalve als einddoel voor
vele vrachtbooten en zeilschepen, zal Berlijn
dan tevens worden een centrale stapelplaats
voor den doorvoer te water van oost naar
west en vice versa. De vlottende schippers-
bevolking, welke tijdelijk in Berlijn verblijf
houdt en reeds nu eenige duizende zielen
bedraagt, zal dan natuurlijk nog aanmerkelijk
toenemen.
Voor al deze zwervelingen zonder blijvende
woonplaats een milieu te scheppen was het
doel, dat eenige philanthropen met de stichting
der drijvende kerk een verzamellokaal beoogden.
Daartoe gaf ééa hunner een groote ijzeren
vrachtstoomboot ten geschenke, welke nu
geheel werd verbouwd. Machine, ketel en
raasten verdwenen, zoodat beneden een groote
holle ruimte overbleef. Over het geheele
voorschip, dat twee derde gedeelte van het
geheele vaartuig beslaat, bouwde men een
1
houten verhooging met plat dak en vele
raampjes in de lange zijden. De zoodoende
verkregen lange zaal biedt plaats aan ongeveer
80 personen en dient des Zondags als kerk,
op weekdagen als sociëteit voor de schippers.
Gisteren, bij gelegenheid der inwijding in
tegenwoordigheid der Keizerin, had het kleine
kerkklokje vóór op de plecht onder het wit
houten kruis voor het eerst geklept, en was
het door het keizerpaar ten geschenke gegeven
altaar voor het eerst in gebruik genomen, dat
op weekdagen achter roljalouziön verborgen is.
Zooals men weet, wordt in elke luthersch-
evangelische kerk in Duitschland een altaar
met crucifix en bijbel aangetroffen. Hier in
deze eigenaardige omgeving staat het altaar
aan het eind der lange zaal tegenover den
ingang in een diepe nis, waarvan het boog
vormig plafond met zilveren sterren op blauw
fond beschilderd is, terwijl de achterwand
geheel wordt ingenomen door een zeer toe
passelijk schilderijJezus wandelende op de
woedende baren, de reddende hand reikende
aan Simon Petrus.
Nu, op een werkdag, was dit alles achter
den houten rolwand verborgenalleen de ge
kleurde glazen links en rechts van deze
rolwand herinnerden eenigszins aan een kerk
interieur. Daar een preekstoel niet aanwezig is,
is het wel wat lage zaaltje met zijn wit
geschilderde houten wanden en aardige
schilderijtjes op werkdagen uitstekend te
gebruiken als pied-d-terre voor den gaanden
en komenden man onder de schippersbevolking,
die hier voor een bagatel koffie kunnen
drinken en een glas bier, en alle schippers-
krantjes ter leziDg vinden.
De gemoedelijkeblijmoedigebejaarde
schippersvrouw, die ons vertelde, dat zij en
haar gezin indertijd op de Boven-Elbe bijna
vergaan waren met hun schuit, en nu met
haar man als huisbewaarders van de drijvende
kerk was aangesteld, liet ons ook haar eigen
aardig woninkje in het achterschip zien. Zij
had al wat ondervonden op haar zwerftochten
tweemaal een zoon van haar twaalftal voor
haar oogen zien verdrinken, bij den ondergang
van de schuit op de Elbe alles verloren, maar
toch niet den moed laten zakken. De kinder
lijk-blijmoedige vrouw leek me hier in dit
eigenaardige milieu bizonder op haar plaats.
Niet uitgesproken was het vrouwtje over de
vriendelijkheid en „Leutseligkeit" van de
Keizerin, die zich den vorigen dag in alle
afdeelingen van het schip had laten rondleiden
en haar zoo vriendschappelijk de hand had
gedrukt. Wat kunnen vorstelijke personen
zich toch gemakkelijk populair maken, wanneer
zij slechts eenigszins willen, dacht ik bij dit
relaas.
Het voornemen bestaat om de drijvende
schipperskerk nu eens in deze, dan in gene
haven van Berlijn te sleepen. Voorloopig
blijft het schip in de Humboldt-haven liggen.
Terwijl d t drijvende tehuis uitsluitend voor
de volwassenen bestemd is, bestaat het plan
voor schipperskinderen een soort van //Heim"
te bouwen aan den wal en wel ten zuiden
van Berlijn op een terrein, gelegen aan het
nieuwe Teltow kanaal. Hier zullen schippers,
die geen vaste woning aan den wal hebben,
en het geheele jaar met vrouw en kinderen
op hun „Zille" (zak) wonen, hunne kleine
kinderen voor een kleine vergoeding „en
pension" kunnen geven, opdat deze ten minste
één of meer jaren achtereen een zelfde school
zullen kunnen bezoeken. Soortgelijke „Heime"
of ook wel uitsluitend scholen voor schippers
kinderen zullen successievelijk iu alle grootere
stapelplaatsen van Duitschland worden opge
richt.
Op deze scholen zal naar hetzelfde leerplan
en met dezelfde boeken gewerkt worden, zoodat
kinderen, die vandaag een Berlijnsche school
voor schipperskinderen bezoeken, over acht
dagen na aankomst hunnen planken woning
in Breslau, onmiddellijk aan het onderwijs
van een dergelijke schipperskinderenschool
kunnen deelnemen, welke op volkomen dezelfde
wijs geschoeid zal zijn. Zooveel doenlijk zou
op deze wijs voor een behoorlijke opvoeding
gezorgd worden dezer kleine zwervers, welke
ook in Duitschland, in weerwil dat de leer
plichtwet reeds zoo lange jaren van kraoht
is, nog zeer veel te wenschen overlaat.
Dit bleek o. a. in den afgeloopen winter in
Charlottenburg, waar gedurende circa twee
1 maanden 145 jongens en meisjes in drie klassen
van een soort schipperskinderenschool werden
onderwezen. Daarbij bleek, dat dooreen ge
nomen de ontwikkeling van een 12-jarig
schipperskind overeenkwam met de ontwikke
ling van een 9-jarig kind „van den vastenwal".
Vele kinderen konden lezen, noch schrijven,
noch rekenen en meer dan 130 van deze 145
kinderen hadden in het afgeloopen jaar in het
geheel geen onderwijs genoten, tengevolge
van het zwervend bedrijf hunner ouders.
Ik vrees, dat in dit opzicht de toestand in
Holland, waar de schippersbevolking naar
verhouding voel grooter is dan in Duitschland,
nog heel wat bedroevender is dan hier. Zou het
misschien niet aanbeveling verdienen, ook ten
onzent in enkele centra van de scheepvaart,