is men met den bouw yen do groote land- bouwschuur en woniog (welke bewoond zal worden door don heer C. Overbeeke), reeds zeer ver gereed. Hetzelfde mag ook gezegd worden van het bouwen van de 18 arbeiderswoningen aldaar, die geheel in den vorm van een dorp gebouwd zijn en waar zich in het midden een plein bevindt. Het gehucht zal den naam dragen van Völokerdorp. In den calamiteuzen Zimmerman polder werd een flink en net huis met directiekamer gebouwd voor den water bouwkundigen ambtenaar, een huis dat wat zijn afwerking betreft èn architect èo op zichter èn aannemer tot eer strekt. Ook is men in dien polder nog bezig over een groote lengte met dijkverzwaring. Het bestuur van den Reijgerbergschen polder heeft over een vrij belangrijke lengte een flinke steen glooiing laten aanleggen. Wat het gemeente bestuur betreft, ook hierdoor zijn twee belangrijke werken aanbesteed. Zooals eenigen tijd geleden vermeld werd is de school met eenige lokalen vergroot en werden in de oude lokalen zoodanige verbeteringen gebracht dat de school er zoo goed als nieuw uitziet, en kan wedijveren met de meeste scholen in den omtrek. Last not least werd gisteren door Burgem. en Weth. en de bouwcommissie de vernieuwing der beschoeiing en verdere havenwerken opgenomen. Yoor de schippers is er een groote verbetering aangebracht, daar nu twee schepen van niet te buiten gewone lengte gemakkelijk naast elkander kunnen zitten. Middelburg. Zondagmorgen oDgeveer half elf is door onbekende oorzaak brand ontstaan in het bovenhuis van den heer M. van de Weg, stalhouder, wonende aan de Goesche Korenmarkt. Dadelijk werden de paarden, die in de aangrenzende stallen stonden, in veilig heid gebracht, terwijl ook de rijtuigen uit het koetshuis werden gehaald en op straat gezot. Het aangetaste perceel stond weldra in laaie en br ndde dan ook geheel uit. Dank zij het krachtig optreden van de brandweer, die met slangen op de waterleiding werkte, slaagde men er in den brand, die zich ernstig liet aanzien, tot het woonhuis te beperken, hoewel de stallen en het koetshuis natuurlijk heel watwaterschade bekwamen. Verschillende autoriteiten waren tegenwoordig en de vele nieuwsgierigen werden door de politie op behoorlijken afstand gehouden. De schade wordt door assurantie gedekt. De «VereeDiging tot het bezoeken der Armen" alhier v - keert in grooten fiaancieelen nood en heeft daarom een circulaire verspreid, waarin om hulp gevraagd wordt, daar de Vereeniging anders niet in ttaat is haar philantropisoh werk op de tegenwoordige wijze voort te zetten. Telkenmale ziet zij zich genoodzaakt vele aanvragen om hulp van de hand te wijzen en nog zijn de uitgaven van dien aard dat zij onmogelijk uit de tegen- v/oordige onkosten kuanen bestreden worden. Uit het jongstê jaarverslag blijkt voldoende, dat de fiaancieele krachten verminderen en de Vereeniging hierdoor een kwijnend bestaan voortsleept. Bij Kon. besl. is pensioen ad f 135 verleend aan mej. J. Renes, geb. De Boer, onderwijzeres te Middelburg. Vlissingen, 8 Oct. Nadat de Woensdag met de kruiser Zeeland" gehouden proeftocht niet naar wensch geslaagd was, werd Zaterdag opnieuw de Wielingen ingestoomd, thans met een dubbelen ploeg stokers en nu met dit gevolg dat de proeftooht uitstekend voldeed. Het sohip is nu Zondag naar Nieuwediep overgebracht en zal daar door de marine worden overgenomen. De milicien-soldaat C. van het 4de bat. 3e reg. inf. te Vlissingen, die eenige maanden geleden, in vereeniging met een paar vrijwilligers, deserteerde, is, terwijl bij op weg was om zioh te Bergen-op-Zoom vrijwillig aan te melden, te Rozendaal door de maróchaussées, en ter beschikking der militaire autoriteiten gesteld. Terneuzen7 Oct. De gemeenteraad verleende met ingang van 1 Nov. a.s. eervol ontslag aan den gemeente-secretaris J. L. Oosterhof, wegens zijne benoeming tot burge meester van Westdongeradeel. De voorzitter bracht hulde aan zijn 3-jarigen arbeid alhier. In zijne plaats werd met algemeene stemmen benoemd de heer W. 8. J. Diele- man, lste ambtenaar ter secretarie alhier. AaibestedlagenTerkoopiigci eai. Voor de stoomtram Walcheren (lijn Middelburg—Domburg met zijlijn van Konde- kerke naar Vlissingen) beeft de aanbesteding plaats gehad van het rollend materiaal. De gunning heeft nog niet plaats gehad. Landbouw en Veeteelt. Dreischor. De aflevering van suikerbieten is de vorige week alhier begonnen De te verschepen hoeveelheid zal aanmerkelijk kleiner zijn dan het vorige jaar. Over de opbrengst valt niet te klagen. Men spreekt van gemiddeld 15000 kilo per gemet. Ook het suikergehalte is vrij goed. Monsteronderzoekingen gaven een gehalte aan van ruim 15 pCt. één zelfs van 18 pCt., gemiddeld hooger dan het vorige jaar. Benoemd tot tarreerder te Viane (D.) de heer F. C. Hansetot idem te Stevensluis de heer J. Olree Mz., beiden van Sirjansland. BKOMT8ZAKHH. Het openbaar ministerie bij het gerechts hof te 's-Gravenhage^ vorderde bevestiging van het vonnis, waarbij de gebroeders Hoytema te Delft zijn veroordeeld, de een tot 2| jaar, de andere tot 0 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. Kappeijne van de Coppello, was van oordeel dat de tweede beklaagde niet schuldig wns aan de hem ten laste gelegde verduistering en pleitte voor den eersten beklaagde verzachtende omstandig heden. Uitspraak 27 dezer. Men zal zich herinneren, dat op 27 April een dame, gelogeerd in heb logement van den heer R. te Rotterdam, aan ver giftiging overleed. In de zitting van het kantongerecht werd de vorige week het geval behandeld. De juffrouw, die ongesteld was, riep de hulp in van dr. Heintz, welke een recept sohreef dat ter gereedmaking werd bezorgd io de apotheek van den heer Wapstra. Het voorgeschrevene bestond uit carbol, glycerine en water, elk voor een ;derde, terwijl het opschrift moest zijn fin handen van den dokter". Do heer Wapstra voerde het voorschrift stipt uit. De dokter moest een kleine operatie verrichten en nu diende het voorgesohrevene om de instrumenten schoon te maken. Na gebruik spoelde de dokter het fleschje om en liet het achter. Op 27 April schreef hij een nieuw recept voor. pillen, zeide voorts, dat de juffrouw wonderolie moest innemen en peper munt om den emaak der olie te verdrijven. Een buurjongen werd naar den apotheker gezonden en kreeg op last der juffrouw het ledige flsscbje mede, omdat de apotheker daar een paar centen voor geeft en het andere tooh maar gebroken wordt. De jongen schijnt zijn boodschap niet goed overgebracht te hebben, althans de apotheker meende, dat hetzelfde nog eens moest gereed gemaakt worden, 's Middags 4 uur werd een en ander bezorgd en werd de joffrouw van het vergift ingegeven met 't .bekende noodlottige gevolg. De vraag, die nu beantwoord moest woïdeD, was, of de apotheker iets gedaau heeft in strijd met de wet. Ja! meent de inspecteur van de volksgezondheid in Zuid-Holland. Ge tuige wijst op de slechte gewoonte, die zoowel in Nederland als in het buitenland bestaat. Wanneer een dokter iets heeft voorgeschreven, dan zegt bij meermalen. ïLaat hetzelfde nog maar eens klaar maken", zonder een nieuw recept te geven. De gevolgen daarvan kunnen verschrikkelijk zijn, wat weder blijkt uit dit geval. Een dienstbode heeft b.v. een doosje waarin morfiaepoeders zya geweest. Ze gaat met het doosje naar den apotheker en krijgt zonder bedenking gelijke poeders. Ook gaan velen uit zichzelven en laten opnieuw genees middelen klaar maken, zelfs al zouden ze een jaar geleden voorgeschreven zijn. Dat is volgens getuige niet de bedoeling der wet. Op de vraag van het O. M. of carbol en glycerine geneesmiddelen zjjn, geeft getuige een be vestigend antwoordmaar ze kunnen niet gebruikt worden zooals ze waren voor geschreven, want uitwendig zou zelfs de huid er door verbranden. Voor de wet blijven het eohter geneesmiddelen. Zoo heeft men ook in de apotheek zuiver krijt, dat ingenomen wordt, maar ook kan gebruikt worden om instrumenten te poetsen. Als dat nu op een stukje papier in het Latiju wordt voorgeschreven, is het ook een geneesmiddel. De ambtenaar van het O. M. sluit zich hierbij aan en zegt de vervblging alleen ingesteld te hebben, om de kwestie omtrent herhaald klaarmaken van geneesmiddelen uitgemaakt te zien. Gerequireerd wordt een veroordeeling tot f 2.50 boete, subs. 1 dag. Beklaagde, die het ten laste gelegde erkent, zegt dat het proces-verbaal onjuist is, omdat daarin vermeld staat, wat hij niet verklaard heeft. In strijd met de wet heeft hij z.i. niet gehandeld. De kantonrechter bepaald de uit spraak over 14 dagen. RKRKX1E ïfw 8. Aangenomen het beroep naar de Herv. Gem. te Oosterland door don heer C. J. L. Ruysoh van Dugteren, cand. te Strijen. Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te Zonnemaire ds. J. Dardenne Ankeringa, predikant te Aartswoud (N.-H.) Beroepen bij de Oud-Geref. Gem. te, Ooltgensplaat de heer J. Hartkamp. Ds. J. W. K. Hoevers, pred. bjj de Evang.-Luth. Gem. te Bergen-op-Zoom, heeft bedankt voor het beroep naar Doetinchem. In Goes zal een nieuwe Roomsch- Katholieke kerk worden gebouwd. Door twee Amsterdamsche bouwkundigen zijn daarvoor plannen ontworpen. Met het werk zal in het voorjaar van 1905 worden aangevangen. De tegenwoordige pastorie wordt afgebroken en op dat terrein zal de nieuwe kerk gebouwd worden met eenige meters van den voorgevel van de straat, waarvoor een hek zal worden geplaatst. Het gebouw zal grooter en ruimer worden dan het tegenwoordige. Men zegt dat de kosten anderhalve ton zullen bedregen. De oude kerk blijft dienst doen, totdat de nieuwe gereed is; daarna wordt zij afgebroken en wordt op haar plaats een nieuwe pastorie gezet. Tijdens den herbouw zullen de geestelijken hun intrek nemen in een woning achter de kerk, in de Wijngaardstraat gelegen. O X D G B W IJ 8. Benoemd tot directrioe der Diaconie bewaarschool to Aardonburg mej. F. J. II. do Voogt te Amsterdam. Voor de scholen met den bijbel is dit jaar gecollecteerd te 'e Heer Hendrikskinderen met Wissekerke f 13,2£, Middelburg f 206 54 on Scharendijke met Eikerzee f 33,20. De heer J. Jaspers, leeraar aan de zeo- vaartschool te Vli?sirgen, albier is ook he- noemd tot leeraar aan het instituut—Van Liaechoten aldaar. Poit es Telegrafie. Aan den heer L. A. Vink te Colijnsplaat is, op zijn verzoek, etrvol ontslag verleend als brievengaarder. De Storm Behalve de in ons vorig nommer reeds gemelde scheepsrampen heeft de storm van de vorige week nog de volgende onheilen teweeggebracht Uit Nieuwediep wordt gemeld dat een botter omsloeg en do opvarenden verdronken. Nabij Falga, tusscben Huisduinen en Callantsoog, strandden twee vischschuitende H 39 en U K 94. Van beide vaartuigen werd het volk gered. Aan boord van het bij IJmuiden ver ongelukte vi8S8chera vaar tuig waarvan in ons vorig nommer melding werd gemaakt, bevond zich de schipper, een gehuwde man en vader van drie kinderen, een ongehuwde kneoht en een knaap, die voer de eerste maal naar de Noordzee was gegaan. Men verkeert daar in groote ongerustheid over nog drie vaartuigen. Het Grieksche stoomsohip »ÖIementine", van Odessa naar Antwerpen bestemd, met een lading graan, is op de hoogte van Ouessant vergaan, waarbij 17 man verdronken, onder wie al de offioieren. 18 man werden door het Eogelsche stoomsohip Augustine" opgepikt en te Leixoes aan land gezet. In de buurt van IJmuiden dryven nog steeds vele vaartuigen, met averij tengevolge van den storm, hulpeloos rond. Een stoom- loodsboot ie ter kruistooht uitgezonden om zoo noodig hulp te verleenen aan de vele vaartuigen die nog ontbreken. Aldaar is een botter binnengeloopen met verlies van één man. Ook van de visschersvloot van Nieuwediep, die met groote averij is binnengeloopen, worden nog steeds schepen vermist. Het eiland Marken is tengevolge van den storm onder water geloopen. Ook een vissohersvaartuig van Enkhuizen is vergaan; de beide opvarenden zijn naar alle waarschijnlijkheid omgekomen. Op het eiland Urk betreurt men het verlies van vier menschenlevens, terwijl van meer dan twintig vaartuigen nog niets bekend is. Aan het strand te Petten is aangespoeld het wrak van de Texelsche blazerschuit »Tx. 122", sohipper Mossel. In het vooronder is een lijk gevonden. Vermoed wordt, dat dit het bij Callantsoog omgeslagen vaartuig is. Omtrent de acht Goedereedsohe blazer- schuiten, welke Donderdag in zee waren, verkeerde men den geheelcn dag in groote spanning. De blazerschuit »G. O. 19", bavaren door schipper C. Grinwie, is omgeslagen en de bemanning is helaas verdronken. Twee van hen laten eene weduwe met kinderen onver zorgd achter; de derde was een steun zijner moeder, eene weduwe. Des namiddags kwam de blijde tijding, dat twee andere blazers, de »G. O. 23", toebehoorende aan G. Orgers, en de »G. O. 7", schipper G. Tanis Kzn., de haven waren binnengevallen, terwijl van schipper T. Tanis, bevarende de blazerschuit »G. O. 4", tele- graphisch berioht is ontvangen, dat bij te Hellevoetsluis is aangekomen. Op de zandbank «Hinder" ligt een omge slagen blazerschuit, visschersvaartuigen van Goedereode en Stellendam zeilden er heoD. De vermiste blazerschuiten zija thans alle behouden en wel te Goederende binnen geloopen, zoodat de rust in de gemeente eenigermate is hersteld. De storm heeft van Scheveningen ook een offer geëischt. De logger «Johanna Cor nelia", schipper A. Plugge, van den reeder A. Hoogenraad kwam binnen met verlies van twee der opvarenden on van de geheele vleet. Het vaartuig werd door een stortzee over vallen, waarbij de sohipper en twee matrozen over boord sloegen. De schipper is nog levend aan boord weten te komen, de beide matrozen zijn verdronken. Één was Scheveningor, de andere behoorde te Vlaardingen thuis. Als een bewijs boe krachtig Donderdag de wind was, meldt men uit Barneveld het volgende Een ledige wagen van de landkolonie van het Leger des Heils, overdekt met een huif, werd plotseling met paaid en voerman op genomen. Een eind verder, door hot breken van het zeil, kwam alles gelukkig goed terecht. slndien wij er zelf niet bij tegenwoordig geweest waren" schrijft de beriobtgevor zouden wij het niet geloofd hebben" Ook het Enkhuizer vissohersvaartuig x>E. H. 180" is in den storm van Donderdag ochtend vergaan. Van de opvarenden, den schipper J. Schenk, gehuwd en vader van één kind, en den knecht Tj. Blok, gehuwd en vader van 6 kinderen, is nog niets vernomen, zoodat zij zoo goed als zeker zijn omgekomen. Van de andore vaartuigen is bericht ont vangen, dat z(j zijn binnengehiopon. De Enkhuizer Noordzeevloot heeft een verlies te betreuren van 5 menschenlevens en 2 vaartuigen. Men schrijft uit Urk: Gisterenmorgen werden weder drie familiën getroffen door het verongelukken van het vaartuig »U. K. 57" waarvan de opvarenden in de Noordzee nabij Nieuwediep zijn omge komen, zijnde de 24 jarige schipper Hendrik Riekelt Kramer, Wiliem Riekelt de Vries van ongeveer denzelfden leeftijd, knecht, en de 15 jarige Gerrit Weerstand, derde-man op dat vaartuig. Urk zelf telt nu reods 4 slachtoffers van den storm, doch helaas, tijding van velen van nog ruim 40 vaartuigen verram men niets wordt tevergeefs (tot nog toe) in aDgstige spanning afgewacht. De botter »U. K. 48" is met verlies van 1 man te IJmuiden binnengekomen. Met den botter »H. D. 2", sohipper Willema, van de visschery-maatecbappy »Helder", verongelukten 3 man, allen ie Helder woonachtig. Oorlogsgruwelen. Wat de oorlog van oen monsch maakt, kau men lezen in de volgcndo episode uit een berchryviog van den slag bij Liao Jar-g, door een Russiichen Roode Kruis-soldaat gegeven, die zelf in de vuurlinie was. Het hier besohrovon tooneel is de aanval van Koeroki's soldaten op 't centrum van Koero- patkine Te één uur kwam er tijdelijk gebrek aan munitie voor de geweren der Ruseen en het vuur der msxims was onvoldoende om de vijand te stuiten. Toen de hooge gerst door hot vuur was neergemaaid, zochten de Japanners beschutting achter een kleine zwelling van den bodem en in diohte masea's kwamen zij nader. Deze aanval was bijna gelukt. Onder oirverdooveud gehuil droDg de vijand naar de draadversperringen en bij twintigtallen sprong hij in de kuilen, waaruit hy moest worden verdreven met de bajonet. Gelukkig waren de Japanners niet voldoende voorzien van werktuigen om de draden te kappen. Maar ten slotte wisten zij toch ergens een opening te maken en onder luid gejuich drongen zij voorwaarts. Toen richtten de maxims een kruisvuur op hen en de geheele massa viol inéén als een pak kaarten. \Was de vijand voorzichtiger geweest, dan had bij onze van munitie verstoken mansohappen in de pan kunnen hakken, maar hy was al te haastig en droDg steeds door in de schansen. Toen eerst begon hij te vuren, maar onze mannen vielen hem met de bsjonet aan. Het tooneel was afgrijselijk en wel geschikt om een ooggetuige voor altijd tot een man des vredes to maken. Het gelaat van onze soldaten teekende duivelsohen bloeddorst, maar de onbewegelijke trekken der Japanners waren niet minder afschuwelijk. Één van onze mannen, een Siberiër, als een waanzinnige rondspringend, schreeuwde slechts: »geen genade! geen genade!" Een minuut later werd bij door een kogel getroffen en een Japanner, die zyo kreten had gehoord, boorde hem koelbloedig de bajonet in het lichaam, zoo zyo lijden beëindigend. In hetzelfde oogenblik echter werd den Japanner een arm afgeslagen en de arm lag naast het dooie lichaam van den Siberieohen soldaat en is waarschijnlijk met dit begraven. Vele Japanners bleven in bet prikkeldraad hangen en de weioige overgebleven patronen werden gebruikt om hen neer te schieten. Een Japansoh officier, met bloed bedekt, worstelde tevergeefs om zich uit het prikkel draad te bevrijden tot eindelijk een pistool schot een einde aan zijn leven maakte en bij neerviel met uitgestrekte armen. Om welke reden, niemand begreep het, maar telkens waagden weer Japanners hun leven om het ljjk weg te halen. Toen begon luitenant Gribsky te vermoeden, dat de gedoode officier wellicht belangrijke stukken bij zioh kon hebben en hij ging mot vier man naar voren om het lichaam binnen de verschan singen te halen. Maar de Japanners, dat ziendo, drongen onder hevig vuren voorwaarts en doodden twee onzer mannen. Zoo log bet lijk daar wel vier uren en niemand durfde het naderen. Eindelijk echter werd het binnen de verechaneingen gehaald, maar toen werd in de zakken niets bizonders gevonden. Brieven uit Berlijn. Van onzen Correspondent). Nomaden, Berlijn, G October 1901. De «Altweibersommer" heeft juist lang ge noeg geduurd. Nauwelijks zijn verhuiswagens van allerlei soort weer grootendeels uit de straten verdwenen, waar zij op vele plaatsen de passage totaal versperden en zijn de duizende families goed en wel «over" in de nieuwe woning, of met het mooie weer is het gedaan en ontlasten de onheilspellende donkere, grauwe wolken, waarachter de Btralend blauwe hemel van een paar dagen geleden totaal is weggescholen, zich met korte tusschenpoozen telkens opnieuw in zware gietbuien. Dikke droppels kletteren tegen de kale ruiten, waarachter nog geen gordijoen hangen. //Laat het nu maar regenen, ivij zijn tenminste droog overgekomen", deuken de vele huis moeders, die in haar oudste //Kluft", haar oudste plunje, te midden van een chaos geopende kisten en koffers aanstalten maken, zich huiselijk in te richten in de nieuwe woning, waar tot dusver alleen de «groote stukken" hun plaats hebben gevonden, en tot haar voldoening konstateeren, dat er zoo goed als niets gebroken is. Handig zijn de pak knechts der groote verhuiefirma's en potig ook. .«Uebung macht den Meister". Ik betwijfel haast, of er ergens zooveel verhuisd wordt als hier. Men zou de bevolking van het heden- daagsche Berlijn bijna met de Nomadenstammen onder de Arabieren, met de «trekkende" Zuid-Afrikaaosche Boeren kunnen vergelijken, al schijnt dit voor den outsiders paradox. Nauwelijks hebben zij één jaar, twee, hoogstens drie jaar in één huis gewoond, of de Nomadische koorts maakt zich van hen meester. De moderne huurkazernes in de nieuwe wijken van het westen met de «heer- schappelijke" en «hoogheerschappelijke" inge richte woningen, voorzien van lift, electrisch licht, warme en koude baden, centrale ver warming, parketvloeren in de meeste kamers en nog meer geriefelijkhedenoefenen een magische aantrekkingskracht uit. De «trek naar het westen" wordt van jaar tot jaar sterker. Dat de ambulante aard zich vooral openbaart in een stad, welker bevolking voor het meerendeel uit vreemdelingen bestaat, 1 is ook eigenlijk geen wonder. Het grootste gedeelte der Berlijners voelt zich «los" van zijn tehuis. Families, welke van vader op zoon in hetzelfde huis verblijf houdeD, zooals buiten in de provincie op het land of in kleine steden regel is, waar herinneringen van allerlei aard als 't ware een band vormen tusschen het huis en zijn bewoners, behooren hier tot de groote uitzonderingen. Nu en dan maken de plaatselijke bladen in een «Stimmungebild" melding vau dergelijke zeldzame species, wanneer een oud huis in het centrum wordt afgebroken om voor een groot «Geschuftshaus" plaats te maken, waardoor de enkele families, die met het lieve rustige huis oud en grijs zijn geworden, verjaagd worden uit haar ouderwetsch milieu. Doch de overgroote «men" heeft absoluut geen betrekking tot zijn tijdelijke woning zonder geschiedenis of traditie, welke geen herinnering achterlaatwanneer men haar verlaten heeft om een andere van dezelfde schematische indeeling (donkeregangen, donker, stereotype «Berliner Zimmer", paradekamers vóór aan de straat, sombere slaapkamers in den zijvleugel aan een nauwe, donkere achter gang) te betrekken in een spiksplinternieuwe huurkazerne met pronkerigen, overladen gevel, waarin alles aan den schijn is opgeofferd. Van buiten paleis, schijnbaar bestemd voor een vorstelijke familie, van binnen achter de verschillende étagedeuren in werkelijkheid tal van donkere interieurs, volkomen in strijd met het vorstelijk trappenhuis, de breede loopers, marmeren wanden en zware, gesmeed ijzeren voordeur, welke men slechts met veel krachtsinpanning kan banteeren. De Berlijner kent twee hoofdtermijneo, waarop hij bij voorkeur verhuist, den len April en den len October, vooral op den laatsten datum. Een week van te voren nemen de verschil lende soorten verhuiswagens bezit van de straat, van de logge, gesloten reuzen, ter f rootte van een spoorwegwagon, getrokken oor twee zware paarden, tot de platte wagens zonder zijkanten, waarop meubels en huisgerei, in bonte meDgeliDg op en over elkaar gestapeld, met breede linnen strooken worden vastgesjord, getrokken door een magere, afgebeulde rosi- nante, en bestuurd door den huisvader, die naast zijn vrouw heeft plaats genomen op de familie-sofa vóór op den wagen. Moeder houdt met beide handen den spiegel omkneld, terwijl hoogerop meer naar achteren, op «Spind of Vertikow" (kleerenkast en kleine komode met opzetje), even onmisbaar in een werkmansgezin als de breede sopha, één der kinderen met de lamp in de hand, heeft plaats genomen. Men ziet ze letterlijk overal, de «voorname" gesloten, inwendig gebombeerde wagens voor den inboedel van den «rijkdom" en de hoog- opgestapelde, zwaaiende, open verhuiswagens van de kleine luidjes, dikwijls eendrachtig vóór hetzelfde voorname huis. De «rijke" in boedel, bestemd voor één der verdiepingen vóór aan de straat, de werkmanspulletjes voor het achterhuis of één der winkeltjes gelijk vloers, links en rechts van den hoofdingang. Bijna huis aan huis staan de voordeuren den gan8chen dag wagewijd opende dikke, roode loopers uit vestibule en trappenhuis zijn tijdelijk verdwenen; zwaargebouwde, potige kerels sjouwen met huisraad af en aaD, zoowel naar buiten als naar binnen, want dikwijls heeft in hetzelfde huis gelijktijdig intocht van nieuwe - en uittocht van vertrekkende «Mietsparteien" plaats. Volgens politie-verordening moet een kleine woning binnen één etmaal, een grootere binnen twee etmalen, en de derde kategorie van 6 en meer kamers binnen drie dagen ontruimd zijn. Bij de beide laatste oategoriën behoort op den avond van den eersten ver huisdag minstens één kamer leeg te zijn ter berging van de groote meubels der nieuwe bewoners. Schoongemaakt kan er dikwijls eerst worden kamersgewijs, wanneer men goed en wel met pak en zak in de nieuwe woning is aangeland. Gedurende de verhuisdagen komt het por tiersechtpaar bijua oogen tekort. Zij zijn weliswaar niet nieuwsgierig, maar zorgen tooh toevallig juist in de vestibule of aan de voor deur te zijn, wanneer de wagen met den inboedel van de nieuwe bewoners voor het huis stil houdt. Met kennersblikken wordt de inhoud, welke deels op het trottoir neergezet, deels onmiddellijk aan draagriemen naar boven wordt getransporteerd, door het echtpaar geïnspecteerd, dat eventueele fooien en verval naar den inboedel taxeert. Is het huisraad «popelig" (armoedig), komen er veel ongerechtigheden, gehavende meubels, ingedeukte sopha's, verschoten overtrekken uit den wagen te voorschijn, onbarmhartig blootgesteld op het trottoir aan het niets ontziende vroolijke zonlicht, dan heeft het portiersechtpaar al dadelijk een minachtenden afkeer voor het nieuwe gezin, waaraan niet veel te verdienen zal zijn. En eer de dag ten einde is4 heeft de niet «nieuwsgierige", maar steeds snuffelende en spioneerende, intrigeerende

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1904 | | pagina 7