is men met den bouw yen do groote land-
bouwschuur en woniog (welke bewoond zal
worden door don heer C. Overbeeke), reeds
zeer ver gereed.
Hetzelfde mag ook gezegd worden van het
bouwen van de 18 arbeiderswoningen aldaar,
die geheel in den vorm van een dorp gebouwd
zijn en waar zich in het midden een plein
bevindt. Het gehucht zal den naam dragen
van Völokerdorp. In den calamiteuzen
Zimmerman polder werd een flink en net huis
met directiekamer gebouwd voor den water
bouwkundigen ambtenaar, een huis dat wat
zijn afwerking betreft èn architect èo op
zichter èn aannemer tot eer strekt. Ook is
men in dien polder nog bezig over een
groote lengte met dijkverzwaring. Het bestuur
van den Reijgerbergschen polder heeft over
een vrij belangrijke lengte een flinke steen
glooiing laten aanleggen. Wat het gemeente
bestuur betreft, ook hierdoor zijn twee
belangrijke werken aanbesteed. Zooals eenigen
tijd geleden vermeld werd is de school met
eenige lokalen vergroot en werden in de
oude lokalen zoodanige verbeteringen gebracht
dat de school er zoo goed als nieuw uitziet,
en kan wedijveren met de meeste scholen in
den omtrek. Last not least werd gisteren
door Burgem. en Weth. en de bouwcommissie
de vernieuwing der beschoeiing en verdere
havenwerken opgenomen. Yoor de schippers
is er een groote verbetering aangebracht,
daar nu twee schepen van niet te buiten
gewone lengte gemakkelijk naast elkander
kunnen zitten.
Middelburg. Zondagmorgen oDgeveer half
elf is door onbekende oorzaak brand ontstaan
in het bovenhuis van den heer M. van de
Weg, stalhouder, wonende aan de Goesche
Korenmarkt. Dadelijk werden de paarden, die
in de aangrenzende stallen stonden, in veilig
heid gebracht, terwijl ook de rijtuigen uit het
koetshuis werden gehaald en op straat gezot.
Het aangetaste perceel stond weldra in laaie
en br ndde dan ook geheel uit. Dank zij het
krachtig optreden van de brandweer, die met
slangen op de waterleiding werkte, slaagde
men er in den brand, die zich ernstig liet
aanzien, tot het woonhuis te beperken, hoewel
de stallen en het koetshuis natuurlijk heel
watwaterschade bekwamen. Verschillende
autoriteiten waren tegenwoordig en de vele
nieuwsgierigen werden door de politie op
behoorlijken afstand gehouden.
De schade wordt door assurantie gedekt.
De «VereeDiging tot het bezoeken der
Armen" alhier v - keert in grooten fiaancieelen
nood en heeft daarom een circulaire verspreid,
waarin om hulp gevraagd wordt, daar de
Vereeniging anders niet in ttaat is haar
philantropisoh werk op de tegenwoordige wijze
voort te zetten. Telkenmale ziet zij zich
genoodzaakt vele aanvragen om hulp van de
hand te wijzen en nog zijn de uitgaven van
dien aard dat zij onmogelijk uit de tegen-
v/oordige onkosten kuanen bestreden worden.
Uit het jongstê jaarverslag blijkt voldoende,
dat de fiaancieele krachten verminderen en de
Vereeniging hierdoor een kwijnend bestaan
voortsleept.
Bij Kon. besl. is pensioen ad f 135
verleend aan mej. J. Renes, geb. De Boer,
onderwijzeres te Middelburg.
Vlissingen, 8 Oct. Nadat de Woensdag
met de kruiser Zeeland" gehouden proeftocht
niet naar wensch geslaagd was, werd Zaterdag
opnieuw de Wielingen ingestoomd, thans met
een dubbelen ploeg stokers en nu met dit
gevolg dat de proeftooht uitstekend voldeed.
Het sohip is nu Zondag naar Nieuwediep
overgebracht en zal daar door de marine
worden overgenomen.
De milicien-soldaat C. van het 4de
bat. 3e reg. inf. te Vlissingen, die eenige
maanden geleden, in vereeniging met een
paar vrijwilligers, deserteerde, is, terwijl bij
op weg was om zioh te Bergen-op-Zoom
vrijwillig aan te melden, te Rozendaal door
de maróchaussées, en ter beschikking der
militaire autoriteiten gesteld.
Terneuzen7 Oct. De gemeenteraad
verleende met ingang van 1 Nov. a.s. eervol
ontslag aan den gemeente-secretaris J. L.
Oosterhof, wegens zijne benoeming tot burge
meester van Westdongeradeel.
De voorzitter bracht hulde aan zijn 3-jarigen
arbeid alhier.
In zijne plaats werd met algemeene
stemmen benoemd de heer W. 8. J. Diele-
man, lste ambtenaar ter secretarie alhier.
AaibestedlagenTerkoopiigci eai.
Voor de stoomtram Walcheren (lijn
Middelburg—Domburg met zijlijn van Konde-
kerke naar Vlissingen) beeft de aanbesteding
plaats gehad van het rollend materiaal. De
gunning heeft nog niet plaats gehad.
Landbouw en Veeteelt.
Dreischor. De aflevering van suikerbieten
is de vorige week alhier begonnen De te
verschepen hoeveelheid zal aanmerkelijk kleiner
zijn dan het vorige jaar. Over de opbrengst
valt niet te klagen. Men spreekt van gemiddeld
15000 kilo per gemet. Ook het suikergehalte
is vrij goed. Monsteronderzoekingen gaven
een gehalte aan van ruim 15 pCt. één zelfs
van 18 pCt., gemiddeld hooger dan het vorige
jaar.
Benoemd tot tarreerder te Viane (D.)
de heer F. C. Hansetot idem te Stevensluis
de heer J. Olree Mz., beiden van Sirjansland.
BKOMT8ZAKHH.
Het openbaar ministerie bij het gerechts
hof te 's-Gravenhage^ vorderde bevestiging
van het vonnis, waarbij de gebroeders
Hoytema te Delft zijn veroordeeld, de een
tot 2| jaar, de andere tot 0 maanden
gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Kappeijne van de
Coppello, was van oordeel dat de tweede
beklaagde niet schuldig wns aan de hem ten
laste gelegde verduistering en pleitte voor
den eersten beklaagde verzachtende omstandig
heden. Uitspraak 27 dezer.
Men zal zich herinneren, dat op 27
April een dame, gelogeerd in heb logement
van den heer R. te Rotterdam, aan ver
giftiging overleed.
In de zitting van het kantongerecht werd de
vorige week het geval behandeld. De juffrouw,
die ongesteld was, riep de hulp in van dr.
Heintz, welke een recept sohreef dat ter
gereedmaking werd bezorgd io de apotheek
van den heer Wapstra. Het voorgeschrevene
bestond uit carbol, glycerine en water, elk
voor een ;derde, terwijl het opschrift moest
zijn fin handen van den dokter". Do heer
Wapstra voerde het voorschrift stipt uit. De
dokter moest een kleine operatie verrichten
en nu diende het voorgesohrevene om de
instrumenten schoon te maken. Na gebruik
spoelde de dokter het fleschje om en liet het
achter. Op 27 April schreef hij een nieuw
recept voor. pillen, zeide voorts, dat de
juffrouw wonderolie moest innemen en peper
munt om den emaak der olie te verdrijven.
Een buurjongen werd naar den apotheker
gezonden en kreeg op last der juffrouw het
ledige flsscbje mede, omdat de apotheker
daar een paar centen voor geeft en het
andere tooh maar gebroken wordt. De jongen
schijnt zijn boodschap niet goed overgebracht
te hebben, althans de apotheker meende, dat
hetzelfde nog eens moest gereed gemaakt
worden, 's Middags 4 uur werd een en ander
bezorgd en werd de joffrouw van het vergift
ingegeven met 't .bekende noodlottige gevolg.
De vraag, die nu beantwoord moest woïdeD,
was, of de apotheker iets gedaau heeft in
strijd met de wet. Ja! meent de inspecteur
van de volksgezondheid in Zuid-Holland. Ge
tuige wijst op de slechte gewoonte, die zoowel
in Nederland als in het buitenland bestaat.
Wanneer een dokter iets heeft voorgeschreven,
dan zegt bij meermalen. ïLaat hetzelfde nog
maar eens klaar maken", zonder een nieuw
recept te geven. De gevolgen daarvan kunnen
verschrikkelijk zijn, wat weder blijkt uit dit
geval. Een dienstbode heeft b.v. een doosje
waarin morfiaepoeders zya geweest. Ze gaat
met het doosje naar den apotheker en krijgt
zonder bedenking gelijke poeders. Ook gaan
velen uit zichzelven en laten opnieuw genees
middelen klaar maken, zelfs al zouden ze een
jaar geleden voorgeschreven zijn. Dat is
volgens getuige niet de bedoeling der wet. Op
de vraag van het O. M. of carbol en glycerine
geneesmiddelen zjjn, geeft getuige een be
vestigend antwoordmaar ze kunnen niet
gebruikt worden zooals ze waren voor
geschreven, want uitwendig zou zelfs de huid
er door verbranden. Voor de wet blijven het
eohter geneesmiddelen. Zoo heeft men ook in
de apotheek zuiver krijt, dat ingenomen wordt,
maar ook kan gebruikt worden om instrumenten
te poetsen. Als dat nu op een stukje papier
in het Latiju wordt voorgeschreven, is het
ook een geneesmiddel.
De ambtenaar van het O. M. sluit zich
hierbij aan en zegt de vervblging alleen
ingesteld te hebben, om de kwestie omtrent
herhaald klaarmaken van geneesmiddelen
uitgemaakt te zien. Gerequireerd wordt een
veroordeeling tot f 2.50 boete, subs. 1 dag.
Beklaagde, die het ten laste gelegde erkent,
zegt dat het proces-verbaal onjuist is, omdat
daarin vermeld staat, wat hij niet verklaard
heeft. In strijd met de wet heeft hij z.i. niet
gehandeld. De kantonrechter bepaald de uit
spraak over 14 dagen.
RKRKX1E ïfw 8.
Aangenomen het beroep naar de Herv.
Gem. te Oosterland door don heer C. J. L.
Ruysoh van Dugteren, cand. te Strijen.
Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te
Zonnemaire ds. J. Dardenne Ankeringa,
predikant te Aartswoud (N.-H.)
Beroepen bij de Oud-Geref. Gem. te,
Ooltgensplaat de heer J. Hartkamp.
Ds. J. W. K. Hoevers, pred. bjj de
Evang.-Luth. Gem. te Bergen-op-Zoom, heeft
bedankt voor het beroep naar Doetinchem.
In Goes zal een nieuwe Roomsch-
Katholieke kerk worden gebouwd.
Door twee Amsterdamsche bouwkundigen
zijn daarvoor plannen ontworpen.
Met het werk zal in het voorjaar van
1905 worden aangevangen. De tegenwoordige
pastorie wordt afgebroken en op dat terrein
zal de nieuwe kerk gebouwd worden met
eenige meters van den voorgevel van de
straat, waarvoor een hek zal worden geplaatst.
Het gebouw zal grooter en ruimer worden
dan het tegenwoordige. Men zegt dat de
kosten anderhalve ton zullen bedregen.
De oude kerk blijft dienst doen, totdat de
nieuwe gereed is; daarna wordt zij afgebroken
en wordt op haar plaats een nieuwe pastorie
gezet. Tijdens den herbouw zullen de
geestelijken hun intrek nemen in een woning
achter de kerk, in de Wijngaardstraat gelegen.
O X D G B W IJ 8.
Benoemd tot directrioe der Diaconie
bewaarschool to Aardonburg mej. F. J. II.
do Voogt te Amsterdam.
Voor de scholen met den bijbel is dit
jaar gecollecteerd te 'e Heer Hendrikskinderen
met Wissekerke f 13,2£, Middelburg f 206 54
on Scharendijke met Eikerzee f 33,20.
De heer J. Jaspers, leeraar aan de zeo-
vaartschool te Vli?sirgen, albier is ook he-
noemd tot leeraar aan het instituut—Van
Liaechoten aldaar.
Poit es Telegrafie.
Aan den heer L. A. Vink te Colijnsplaat
is, op zijn verzoek, etrvol ontslag verleend
als brievengaarder.
De Storm
Behalve de in ons vorig nommer reeds
gemelde scheepsrampen heeft de storm van
de vorige week nog de volgende onheilen
teweeggebracht
Uit Nieuwediep wordt gemeld dat een
botter omsloeg en do opvarenden verdronken.
Nabij Falga, tusscben Huisduinen en
Callantsoog, strandden twee vischschuitende
H 39 en U K 94. Van beide vaartuigen
werd het volk gered.
Aan boord van het bij IJmuiden ver
ongelukte vi8S8chera vaar tuig waarvan in ons
vorig nommer melding werd gemaakt, bevond
zich de schipper, een gehuwde man en vader
van drie kinderen, een ongehuwde kneoht
en een knaap, die voer de eerste maal naar
de Noordzee was gegaan.
Men verkeert daar in groote ongerustheid
over nog drie vaartuigen.
Het Grieksche stoomsohip »ÖIementine",
van Odessa naar Antwerpen bestemd, met
een lading graan, is op de hoogte van
Ouessant vergaan, waarbij 17 man verdronken,
onder wie al de offioieren. 18 man werden
door het Eogelsche stoomsohip Augustine"
opgepikt en te Leixoes aan land gezet.
In de buurt van IJmuiden dryven nog
steeds vele vaartuigen, met averij tengevolge
van den storm, hulpeloos rond. Een stoom-
loodsboot ie ter kruistooht uitgezonden om
zoo noodig hulp te verleenen aan de vele
vaartuigen die nog ontbreken. Aldaar is een
botter binnengeloopen met verlies van één
man.
Ook van de visschersvloot van Nieuwediep,
die met groote averij is binnengeloopen,
worden nog steeds schepen vermist.
Het eiland Marken is tengevolge van den
storm onder water geloopen.
Ook een vissohersvaartuig van Enkhuizen
is vergaan; de beide opvarenden zijn naar
alle waarschijnlijkheid omgekomen.
Op het eiland Urk betreurt men het
verlies van vier menschenlevens, terwijl van
meer dan twintig vaartuigen nog niets
bekend is.
Aan het strand te Petten is aangespoeld
het wrak van de Texelsche blazerschuit
»Tx. 122", sohipper Mossel. In het vooronder
is een lijk gevonden. Vermoed wordt, dat dit
het bij Callantsoog omgeslagen vaartuig is.
Omtrent de acht Goedereedsohe blazer-
schuiten, welke Donderdag in zee waren,
verkeerde men den geheelcn dag in groote
spanning.
De blazerschuit »G. O. 19", bavaren door
schipper C. Grinwie, is omgeslagen en de
bemanning is helaas verdronken. Twee van
hen laten eene weduwe met kinderen onver
zorgd achter; de derde was een steun zijner
moeder, eene weduwe.
Des namiddags kwam de blijde tijding,
dat twee andere blazers, de »G. O. 23",
toebehoorende aan G. Orgers, en de »G. O. 7",
schipper G. Tanis Kzn., de haven waren
binnengevallen, terwijl van schipper T. Tanis,
bevarende de blazerschuit »G. O. 4", tele-
graphisch berioht is ontvangen, dat bij te
Hellevoetsluis is aangekomen.
Op de zandbank «Hinder" ligt een omge
slagen blazerschuit, visschersvaartuigen van
Goedereode en Stellendam zeilden er heoD.
De vermiste blazerschuiten zija thans
alle behouden en wel te Goederende binnen
geloopen, zoodat de rust in de gemeente
eenigermate is hersteld.
De storm heeft van Scheveningen ook
een offer geëischt. De logger «Johanna Cor
nelia", schipper A. Plugge, van den reeder
A. Hoogenraad kwam binnen met verlies van
twee der opvarenden on van de geheele vleet.
Het vaartuig werd door een stortzee over
vallen, waarbij de sohipper en twee matrozen
over boord sloegen. De schipper is nog levend
aan boord weten te komen, de beide matrozen
zijn verdronken. Één was Scheveningor, de
andere behoorde te Vlaardingen thuis.
Als een bewijs boe krachtig Donderdag
de wind was, meldt men uit Barneveld het
volgende
Een ledige wagen van de landkolonie van
het Leger des Heils, overdekt met een huif,
werd plotseling met paaid en voerman op
genomen. Een eind verder, door hot breken
van het zeil, kwam alles gelukkig goed terecht.
slndien wij er zelf niet bij tegenwoordig
geweest waren" schrijft de beriobtgevor
zouden wij het niet geloofd hebben"
Ook het Enkhuizer vissohersvaartuig
x>E. H. 180" is in den storm van Donderdag
ochtend vergaan.
Van de opvarenden, den schipper J. Schenk,
gehuwd en vader van één kind, en den knecht
Tj. Blok, gehuwd en vader van 6 kinderen,
is nog niets vernomen, zoodat zij zoo goed
als zeker zijn omgekomen.
Van de andore vaartuigen is bericht ont
vangen, dat z(j zijn binnengehiopon.
De Enkhuizer Noordzeevloot heeft een
verlies te betreuren van 5 menschenlevens en
2 vaartuigen.
Men schrijft uit Urk:
Gisterenmorgen werden weder drie familiën
getroffen door het verongelukken van het
vaartuig »U. K. 57" waarvan de opvarenden
in de Noordzee nabij Nieuwediep zijn omge
komen, zijnde de 24 jarige schipper Hendrik
Riekelt Kramer, Wiliem Riekelt de Vries
van ongeveer denzelfden leeftijd, knecht, en
de 15 jarige Gerrit Weerstand, derde-man
op dat vaartuig.
Urk zelf telt nu reods 4 slachtoffers van
den storm, doch helaas, tijding van velen
van nog ruim 40 vaartuigen verram men
niets wordt tevergeefs (tot nog toe) in
aDgstige spanning afgewacht.
De botter »U. K. 48" is met verlies van
1 man te IJmuiden binnengekomen.
Met den botter »H. D. 2", sohipper
Willema, van de visschery-maatecbappy
»Helder", verongelukten 3 man, allen ie
Helder woonachtig.
Oorlogsgruwelen.
Wat de oorlog van oen monsch maakt,
kau men lezen in de volgcndo episode uit
een berchryviog van den slag bij Liao Jar-g,
door een Russiichen Roode Kruis-soldaat
gegeven, die zelf in de vuurlinie was. Het
hier besohrovon tooneel is de aanval van
Koeroki's soldaten op 't centrum van Koero-
patkine
Te één uur kwam er tijdelijk gebrek aan
munitie voor de geweren der Ruseen en het
vuur der msxims was onvoldoende om de
vijand te stuiten. Toen de hooge gerst door
hot vuur was neergemaaid, zochten de
Japanners beschutting achter een kleine
zwelling van den bodem en in diohte masea's
kwamen zij nader. Deze aanval was bijna
gelukt. Onder oirverdooveud gehuil droDg de
vijand naar de draadversperringen en bij
twintigtallen sprong hij in de kuilen, waaruit
hy moest worden verdreven met de bajonet.
Gelukkig waren de Japanners niet voldoende
voorzien van werktuigen om de draden te
kappen.
Maar ten slotte wisten zij toch ergens een
opening te maken en onder luid gejuich
drongen zij voorwaarts. Toen richtten de
maxims een kruisvuur op hen en de geheele
massa viol inéén als een pak kaarten. \Was
de vijand voorzichtiger geweest, dan had bij
onze van munitie verstoken mansohappen in
de pan kunnen hakken, maar hy was al te
haastig en droDg steeds door in de schansen.
Toen eerst begon hij te vuren, maar onze
mannen vielen hem met de bsjonet aan. Het
tooneel was afgrijselijk en wel geschikt om
een ooggetuige voor altijd tot een man des
vredes to maken. Het gelaat van onze
soldaten teekende duivelsohen bloeddorst,
maar de onbewegelijke trekken der Japanners
waren niet minder afschuwelijk.
Één van onze mannen, een Siberiër, als
een waanzinnige rondspringend, schreeuwde
slechts: »geen genade! geen genade!" Een
minuut later werd bij door een kogel
getroffen en een Japanner, die zyo kreten
had gehoord, boorde hem koelbloedig de
bajonet in het lichaam, zoo zyo lijden
beëindigend. In hetzelfde oogenblik echter
werd den Japanner een arm afgeslagen en de
arm lag naast het dooie lichaam van den
Siberieohen soldaat en is waarschijnlijk met
dit begraven.
Vele Japanners bleven in bet prikkeldraad
hangen en de weioige overgebleven patronen
werden gebruikt om hen neer te schieten.
Een Japansoh officier, met bloed bedekt,
worstelde tevergeefs om zich uit het prikkel
draad te bevrijden tot eindelijk een pistool
schot een einde aan zijn leven maakte en bij
neerviel met uitgestrekte armen. Om welke
reden, niemand begreep het, maar telkens
waagden weer Japanners hun leven om het
ljjk weg te halen. Toen begon luitenant
Gribsky te vermoeden, dat de gedoode officier
wellicht belangrijke stukken bij zioh kon
hebben en hij ging mot vier man naar
voren om het lichaam binnen de verschan
singen te halen. Maar de Japanners, dat
ziendo, drongen onder hevig vuren voorwaarts
en doodden twee onzer mannen. Zoo log bet
lijk daar wel vier uren en niemand durfde
het naderen. Eindelijk echter werd het
binnen de verechaneingen gehaald, maar toen
werd in de zakken niets bizonders gevonden.
Brieven uit Berlijn.
Van onzen Correspondent).
Nomaden,
Berlijn, G October 1901.
De «Altweibersommer" heeft juist lang ge
noeg geduurd. Nauwelijks zijn verhuiswagens
van allerlei soort weer grootendeels uit de
straten verdwenen, waar zij op vele plaatsen de
passage totaal versperden en zijn de duizende
families goed en wel «over" in de nieuwe
woning, of met het mooie weer is het gedaan
en ontlasten de onheilspellende donkere,
grauwe wolken, waarachter de Btralend blauwe
hemel van een paar dagen geleden totaal is
weggescholen, zich met korte tusschenpoozen
telkens opnieuw in zware gietbuien.
Dikke droppels kletteren tegen de kale
ruiten, waarachter nog geen gordijoen hangen.
//Laat het nu maar regenen, ivij zijn tenminste
droog overgekomen", deuken de vele huis
moeders, die in haar oudste //Kluft", haar
oudste plunje, te midden van een chaos
geopende kisten en koffers aanstalten maken,
zich huiselijk in te richten in de nieuwe
woning, waar tot dusver alleen de «groote
stukken" hun plaats hebben gevonden, en tot
haar voldoening konstateeren, dat er zoo goed
als niets gebroken is. Handig zijn de pak
knechts der groote verhuiefirma's en potig ook.
.«Uebung macht den Meister". Ik betwijfel
haast, of er ergens zooveel verhuisd wordt als
hier. Men zou de bevolking van het heden-
daagsche Berlijn bijna met de Nomadenstammen
onder de Arabieren, met de «trekkende"
Zuid-Afrikaaosche Boeren kunnen vergelijken,
al schijnt dit voor den outsiders paradox.
Nauwelijks hebben zij één jaar, twee,
hoogstens drie jaar in één huis gewoond, of
de Nomadische koorts maakt zich van hen
meester. De moderne huurkazernes in de
nieuwe wijken van het westen met de «heer-
schappelijke" en «hoogheerschappelijke" inge
richte woningen, voorzien van lift, electrisch
licht, warme en koude baden, centrale ver
warming, parketvloeren in de meeste kamers
en nog meer geriefelijkhedenoefenen een
magische aantrekkingskracht uit.
De «trek naar het westen" wordt van jaar
tot jaar sterker. Dat de ambulante aard zich
vooral openbaart in een stad, welker bevolking
voor het meerendeel uit vreemdelingen bestaat, 1
is ook eigenlijk geen wonder.
Het grootste gedeelte der Berlijners voelt
zich «los" van zijn tehuis. Families, welke
van vader op zoon in hetzelfde huis verblijf
houdeD, zooals buiten in de provincie op het
land of in kleine steden regel is, waar
herinneringen van allerlei aard als 't ware een
band vormen tusschen het huis en zijn bewoners,
behooren hier tot de groote uitzonderingen.
Nu en dan maken de plaatselijke bladen in
een «Stimmungebild" melding vau dergelijke
zeldzame species, wanneer een oud huis in het
centrum wordt afgebroken om voor een groot
«Geschuftshaus" plaats te maken, waardoor de
enkele families, die met het lieve rustige huis
oud en grijs zijn geworden, verjaagd worden
uit haar ouderwetsch milieu.
Doch de overgroote «men" heeft absoluut
geen betrekking tot zijn tijdelijke woning
zonder geschiedenis of traditie, welke geen
herinnering achterlaatwanneer men haar
verlaten heeft om een andere van dezelfde
schematische indeeling (donkeregangen, donker,
stereotype «Berliner Zimmer", paradekamers
vóór aan de straat, sombere slaapkamers in
den zijvleugel aan een nauwe, donkere achter
gang) te betrekken in een spiksplinternieuwe
huurkazerne met pronkerigen, overladen gevel,
waarin alles aan den schijn is opgeofferd. Van
buiten paleis, schijnbaar bestemd voor een
vorstelijke familie, van binnen achter de
verschillende étagedeuren in werkelijkheid
tal van donkere interieurs, volkomen in strijd
met het vorstelijk trappenhuis, de breede
loopers, marmeren wanden en zware, gesmeed
ijzeren voordeur, welke men slechts met veel
krachtsinpanning kan banteeren.
De Berlijner kent twee hoofdtermijneo,
waarop hij bij voorkeur verhuist, den len
April en den len October, vooral op den
laatsten datum.
Een week van te voren nemen de verschil
lende soorten verhuiswagens bezit van de
straat, van de logge, gesloten reuzen, ter
f rootte van een spoorwegwagon, getrokken
oor twee zware paarden, tot de platte wagens
zonder zijkanten, waarop meubels en huisgerei,
in bonte meDgeliDg op en over elkaar gestapeld,
met breede linnen strooken worden vastgesjord,
getrokken door een magere, afgebeulde rosi-
nante, en bestuurd door den huisvader, die
naast zijn vrouw heeft plaats genomen op de
familie-sofa vóór op den wagen. Moeder houdt
met beide handen den spiegel omkneld, terwijl
hoogerop meer naar achteren, op «Spind of
Vertikow" (kleerenkast en kleine komode met
opzetje), even onmisbaar in een werkmansgezin
als de breede sopha, één der kinderen met
de lamp in de hand, heeft plaats genomen.
Men ziet ze letterlijk overal, de «voorname"
gesloten, inwendig gebombeerde wagens voor
den inboedel van den «rijkdom" en de hoog-
opgestapelde, zwaaiende, open verhuiswagens
van de kleine luidjes, dikwijls eendrachtig
vóór hetzelfde voorname huis. De «rijke" in
boedel, bestemd voor één der verdiepingen
vóór aan de straat, de werkmanspulletjes voor
het achterhuis of één der winkeltjes gelijk
vloers, links en rechts van den hoofdingang.
Bijna huis aan huis staan de voordeuren den
gan8chen dag wagewijd opende dikke, roode
loopers uit vestibule en trappenhuis zijn tijdelijk
verdwenen; zwaargebouwde, potige kerels
sjouwen met huisraad af en aaD, zoowel naar
buiten als naar binnen, want dikwijls heeft in
hetzelfde huis gelijktijdig intocht van nieuwe -
en uittocht van vertrekkende «Mietsparteien"
plaats. Volgens politie-verordening moet een
kleine woning binnen één etmaal, een grootere
binnen twee etmalen, en de derde kategorie
van 6 en meer kamers binnen drie dagen
ontruimd zijn. Bij de beide laatste oategoriën
behoort op den avond van den eersten ver
huisdag minstens één kamer leeg te zijn ter
berging van de groote meubels der nieuwe
bewoners.
Schoongemaakt kan er dikwijls eerst worden
kamersgewijs, wanneer men goed en wel met
pak en zak in de nieuwe woning is aangeland.
Gedurende de verhuisdagen komt het por
tiersechtpaar bijua oogen tekort. Zij zijn
weliswaar niet nieuwsgierig, maar zorgen tooh
toevallig juist in de vestibule of aan de voor
deur te zijn, wanneer de wagen met den
inboedel van de nieuwe bewoners voor het
huis stil houdt. Met kennersblikken wordt de
inhoud, welke deels op het trottoir neergezet,
deels onmiddellijk aan draagriemen naar boven
wordt getransporteerd, door het echtpaar
geïnspecteerd, dat eventueele fooien en verval
naar den inboedel taxeert.
Is het huisraad «popelig" (armoedig), komen
er veel ongerechtigheden, gehavende meubels,
ingedeukte sopha's, verschoten overtrekken
uit den wagen te voorschijn, onbarmhartig
blootgesteld op het trottoir aan het niets
ontziende vroolijke zonlicht, dan heeft het
portiersechtpaar al dadelijk een minachtenden
afkeer voor het nieuwe gezin, waaraan niet
veel te verdienen zal zijn. En eer de dag ten
einde is4 heeft de niet «nieuwsgierige", maar
steeds snuffelende en spioneerende, intrigeerende