VEEMARKT
ADVERTENTIEN.
Physische Inrichting
Rotterdam, Schiedamsche Singel 11.
Opneming Voetpaden
15 October 1904.
Inspectie
NAJAARSSCHOUW.
Een goed Aftands-Werkpaard,
Eene np kalven staande jonge Koe
Puike BIGGEN
mishandeling van zijn twaalfjarig dochtertje,
tot 4 maanden gevangenisstraf en ontslag
uit den dienst.
Bij het getnigenverhoor bleek, dat het
meisje een zwak, kreupel stumpertje was,
dat steeds bij haar broertje aohteruit werd
gezet en van hare ouders geen goed woord
kreeg. Bracht het kind een slecht rapport
van sohool thuis, dan gebruikte de ontaarde
vader zijn rijzweep, om haar te kastyden.
Eens moest het schaap de hand ophouden,
om de slagen met de zweep op het plat op
te vangen. Het vel soheurde er van en de
geheele hand zwol op.
De majoor was van meening, dat hij zijn
vaderlijk kaetijdingsrecht niet misbruikt had
en hield staande, dat hij het meisje steeds
op dat lichaamsdeel had geslagen, waar eene
tuchtiging, naar de algemeene opvatting, het
minst kwaad kan. Een dienstmeisje wist
echter wel andera te vertellen: de majoor
sloeg maar raak en het kind kreeg slager,
waar die toevallig neerdaalden, zelfs op het
hoofd met den knop van eene rijzweep.
Een oppasser van den majoor verklaarde,
dat hij het meisje op een kouden winterdag
in een wollen japonnetje in den kelder had
moeten opsluiten.
Het bezwarendst luidde echter het getuigenis
van zekere mevrouw Johnson, die vroeger
bij de familie v. Sydow in betrekking was
geweest. Zij had met eigen oogen gezien, dat
de majoor op zekeren dag het meisje bij
hare vlecht van den grond optilde en het
daarna tweemaal heftig in het gezioht sloeg.
Toen majoor v. Sydow het vonnis van
zijne militaire rechters vernam, viel hij in
onmaoht; eerst na geruimen tijd kwam hij
bij en riep: »Mijne arme vrouw, mijne arme
kinderen 1"
België.
Te Ch&telet heeft zich een droevig drama
afgespeeld. De 45-jarige vrouw van een
naohtwaker in één der mijnen, een oppassend
man, was aan den drank verslaafd en ont
ving bovendien des naohts, als haar echtgenoot
in de mijn was, andere mannen in huis. Zoo
ook Zondagavond. Toen de vrouw den man
in 't middernachtelijk uur wilde uitlaten, viel
zjj met de lamp van de trap; de petroleum
stroomde over haar heen en zij ger&akte in
brand. De man trachite de vlammen te
dooven, doch dit gelukte hem niet; by wilde
toen de vlucht nemen, maar kon de deur niet
open krijgen. In zijn angst sprong hy uit het
raam. Buren doofden het vuur inmiddels,
maar de vrouw overleed den volgenden dag
aan de bekomen brandwonden. De uit het
raam gesprongen man werd aangehouden,
maar weer losgelaten.
Toen de eohtgenoot van zijn werk thuis
kwam, vond hij zjjn vrouw verbrand, onder
deze voor hem zoo bizonder tragisohe om
standigheden.
Te Charleroi heersoht sedert eenige
dagen een algemeene ontroering tengevolge
van een zeer duistere en misschien ook zeer
tragische geschiedenis.
Twee jongelieden, verloofden, hebben hun
woonplaats verlaten met achterlating van een
brief waarin zij mededeelden een eind aan
hun leven te willen maken, uit wanhoop over
het feit dat de jonge man voor een examen
gezakt was, doch alvorens nog een weinig
van dit leven te willen genietenreden waar
om zij zorg gedragen hadden eenig geld
mee te nemen.
Men begrijpt de angst en onrust der ouders
en bloedverwanten van het paartje. Er werd
gezooht, maar de vermisten werden niet ge
vonden. Groot was de sohrik toen de tijding
kwam dat te Parijs een dubbele moord ge
pleegd wasmen deed onderzoek en het
bleek dat in de Fransohe hoofdstad
volstrekt niets van dien aard gebeurd was.
Eigenaardig dat de initialen op de kleederen
en de besohryving der personen, zooals die
uit Parijs gemeld werden, volkomen klopten.
Maar nauwelyks was het Parijsche berioht
onwaar gebleken, of uit Marseille kwam een
telegram, meldende dat daar de lijken van
twee jonge zelfmoordenaars van versobillende
kunne gevonden waren. De vader van het
meisje, commissaris van politie te Charleroi,
spoorde dadelyk zelf naar Marseille. Hij
verklaarde de beide lyken te herkennen,
zoodat men niet aarzelde hem die af te staan.
In een afzonderlyken wagon voerde de onge
lukkige vader de beide lyken met zich mede
op de terugreis.
Onderweg bereikte den man echter een
nieuw telegram, thans uit Berlijn. De politie
meldde hem daarin dat twee jongelui, die
volkomen overeenkwamen met het signalement
der vermisten en zelf ook verklaarden de
verdwenen geliefden te zijn, daar waren aan
getroffen en als minderjarigen ter beschikking
van de families werden gehouden.
De politie-commissarisverheugd dat hij
zich klaarblijkelijk in de lyken te Marseille
had vergist, zond deze terug en ging naar
Berlijn. Hier deelde men hem mede dat het
paartje die stad weer verlaten had en te
Singen, aan het meer van Constanoe, ver
toefde.
Een familielid begaf zioh naar Singen
doch ook hier van de vluchtelingen geen spoor.
De vader van het meisje houdt thans vol in
het eene Ijjk te Marseille zijn doohter herkend
te hebben, niettegenstaande de andere familie
leden in de gevonden voorwerpen en sohriftnren
nóoh eigendom van het meisje, nóoh het
schrift van den jongeling herkenden.
Anderzijds wordt echter beweerd dat wel
degelijk geconstateerd ia dat de jongelui te
Singen geweest zijn en vandaar vertrokken
naar Schaffhausen, vijf k zes dsgen nadat de
lyken in de morgue te Marseille tentoon
gesteld waren, zoodat de vader or mogelijk
de kinderen zou kunnen hebben herkeod.
Intusschen zijn de lyken voorloog ig te
Erquelines begravendoor den staat vao
ontbinding waarin ze reeds verkeeren, zijn ze
niet meer herkenbaar.
Door den vader van den jongeman is een
klacht ingediend tegen iemand te Charleroi,
die nog met het paar gecorrespondeerd aohijnt
te hebben naar Singen.
Goed geredeneerd.
De tijd is weldra weer aangebroken, dat
alom in de landbouwende streken van ons
vaderland de wintergranen worden gezaaid.
Overal vergaderen reeds de landbouwveree-
nigingen om kunstmest aan te besteden voor
dit doel. Onlangs sprak ik een landbouwer,
die me het volgende vertelde:
«In onze streken bestellen de meeste boeren
in het najaar slechts superphosphaatenkelen
nemen ook kaïniet. Nu heeft men ons in den
laatsten tijd geleerd, dat de planten slechts
kunnen groeien en volop gedijen, als ze de
drie voorname voedingsstoffen, stikstof, phos-
Shorzuur en kali in voldoende hoeveelheid in
en grond vinden. In superphosphaat en kaï
niet zit toch geen stikstof. Zou er dan in den
herfst nog zooveel stikstof in den grond zijn,
dat de wintergranen wel afzonderlijk bemest
moeten worden met phosphorzuur en kali en
niet met stikstof? Ik voor mij geloof dat niet
en ik heb dan ook altijd gemeend, dat men
ook in het najaar evengoed als in het voor
jaar voor alle zekerheid een volledige bemes
ting moet geven. Hoe denkt gij daarover?
Ik antwoordde den man dezelfde woorden,
die ik boven dit opstel geschreven heb: «Goed
geredeneerd", zei ik, «inderdaad bestaat er
geen enkele reden, om in het algemeen aan
te nemen, dat op het einde van den zomer of
later de bodem nog voldoende stikstof zou
bevatten voor den volgenden oogst. Integen
deel bestaat er alle kans, dat de stikstof ver
dwenen zal zijn en ik vind het zeer juist van
je geredeneerd, dat daar waar de voorraad
phosphorzuur en kali wordt vernieuwddit
zeker ook moet gebeuren met dien van de
stikstof. Het is noodig dat de uitgezaaide
granen zoo spoedig mogelijk ontkiemen en de
jonge planten vóór den winter nog zoo krachtig
mogelijk opgroeien, om zoo des te meer kans
te hebben den winter te doorstaan en in het
voorjaar met een gezonden stengel en stevige
worteltjes den groei weer te hervatten. De
geheele winter- of herfstzaaiing moet dus
eenigezins geforoeerd gaan. Wat er ontbreekt
aan zonnewarmte en licht, want de dagen
worden kort en de zon verliest haar kracht,
moet aangevuld worden door een krachtigere
en vooral snellere werking van den bodem.
Hoe gij dus ook bemest, uw mest moet
volledig zijn en snelwerkend. Behalve uwe
phosphorzuur- en kali meststoffen, kunt gij dus
niets anders geven dan een zekere hoeveelheid
chilisalpeter. Nu weet ik wel, dat de meeste
landbouwers bezwaren zullen hebben, die mest
stof vóór het natte jaar uit te strooien. Welnu
mijn raad voorkomt uw bezwaren, want ik
bedoel, dat gij betrekkelijk slechts een kleine
hoeveelheid moet uitstrooien. Zoowel bij win-
tergerst, als bij wintertarwe en rogge, hebt
gij slechts ongeveer 50 Kg. chilisalpeter per
H.A. direct bij het zaaien in te eggen. Gij
kunt dan de helft van de rest der chilisalpeter,
die gij wilt geven, (stel dat gij per H.A. 2 k
3 zak wilt gebruiken) direct van den winter
uitstrooien en de andere helft der rest nog
een maand later. Ik geloof, dat dat de beste
manier is, en nn moet ge het zelf maar eens
zóó probeeren, dan zullen we dezen zomer eens
zien hoe het uitvalt.
Een les voor ons land.
Iq 1866 deed in Frankrijk Jean Macé,
onderwijzer-boor in den Elzas, een oproep tot
stichting van een »Ligue de 1' Enseignement".
Met 't onderwijs in Frankrijk was 't toen
treurig gesteld; in meer dan de helft der
Fransohe gemeenten was geen school, terwijl
de bestaande scholen 't eigendom van congre
gaties waren. De helft der bevolking kon
lezen noch schrijven, zelfs waren er officieren,
die deze kennis niet bezaten. De eerste leden
van de nieuwe vereeniging, die 18 Juni 1869
geoonetitueerd kon worden 't liep dus niet
bardl waren een oonducteur uit Lyon,
een sohoenmaker en een politie-agent uit
Parijs en een kantoorbediende Yauchez ge
naamd. Als doel der vereeniging werd genoemd
verplioht, kosteloos, wereldlijk onderwijl. De
oorlog van '70 opende de oogen van vele
Fransohen; van MaartJuli 1870 gaven zioh
350.000 voorstanders op, in 1872 waren er
I.200.000, die door hun handteekening en
hun stuiver »de stuiver tegen de onwetend
heid" zioh voor 't doel der vereenigiDg
verklaarden. Men begrijpt, dat de klerikalen
zich gingen weren, toen de bond petitie op
petitie de wereld inzond. De eisohen der ver
eeniging werden een »sohande voor de vrijheid
en de waarheid der ouders" genoemd. De
regeering was op de band der klerikalen en
benoemde slechts priesters tot schoolopzieners
zij bestrafte zelfs die onderwijzers, die het
gewaagd hadden, een petitie te onderteekenen.
Maar de stroom werd steeds sterker I 19 Juni
1872 bracht 't bestuur aan de regeering een
petitie van 200 K.G. vracht, voorzien van
1.200 000 handteekeningen.
Na langdurig beraad werd deze petitie in
handen gesteld van een commissie, waarin
de voorzitter was de bissohop van Orleans.
Deze commissie werkte niet hard, de »Ligue"
trachtte echter steeds vaster voet te krijgen.
In 1879 telde zij 500 afdeelingen.
Toen Jules Ferry minister werd, naderde
't ideaal van de vereeniging zijn vervulling.
Sohoolplicht werd ingevoerd, 1500 millioen
francs werd besteed aan soholenbouw, 't onder
wys werd kosteloos gemaakt, 't Is bekend
hoe eerst thans door Combes 't onderwys
geheel aan do geestelijke orden is ontnomen,
't Feest, dat 18 en 19 Juni j I. door de »Ligue"
ter herdenking van de petitie is gevierd, is
in geheel Frankrijk uitnemend geslaagd.
Loubet, Combes en vele autoriteiten waren te
Parijs, in 't Trooadéro, aanwezigVaucbez,
de reohterhand van Macé, was natuurlijk een
der hoofdpersonen. Er werd uit den aard der
zaak veel gesproken en gezongen. Eeo
gemeenschappelijke maaltijd van 10.000
personen besloot 't feest. Vele onderwijzers
werden tot ridder van 't »Legioen van Eer"
benoemd. Aan kinderen en ouders werd even
eens een groot feest gegeven, waarbij 't echter
veel te vol moet zijn geweest. Zijn wij in
Holland reeds verder of gaan wij terug?
Oob dunkt, met 't nieuwe wetsontwerp in
't zicht, is 't antwoord niet twijfelachtig. Zal
dan de Vereeniging tot bevordering van
Volksonderwijs" doen voor Nederland, wat
de »Ligue" voor Frankrijk deed
Volksonderwijs.
Een onderhond met Minister Kuyper.
Een verslaggever van het Journal des
Débats vertelt ia zijn blad van een onderhoud,
dat hy gehad heeft met onzen minister
president, in diens woning aan de Kanaal
straat te 's Hage. Dr. Kuyper heeft den
verslaggever verteld van zijn politieke prin
cipes en van zijn plannen.
De tegenwoordige meerderheid in de Kamers,
zoo zei bij, heeft tot draaispil de anti-revolu
tionaire party, waarvan ik de chef ben. De
verschillende oppositiegroepen hebben tot richt
snoer harer beginselen de leer der aohttiende-
eeuwsche fi'osofen en die van de Revolutie,
dat »de mensohheid aan ziohzelve genoog
heeft". Wij Protestanten echter, ernstig gods
dienstig, wij weten dat er boven de mensch-
heid een God is, aan Wiens heilig Woord
wij ons laven en volgens hetwelk wij den
Staat willen leiden in het welzijn van allen.
Alle Protestantsche secten van ons land,
ondanks het versohil van dogmaverklaring,
hebben dezelfde religieuse moraal, die ook
de Katholieken aanhangen en deze moraal
verbindt do groepen, die thans de meerderhei 1
vormen.
Om dit godsdienstig ideaal onder de intel-
lectueele jongelingschap te behouden, hebben
wij de bekende Hooger Onderwijswet inge
diend. Wij verlangen voor de diploma's der
vrije universiteiten dezelfde burgerlijke reohten,
die de officieele universiteiten aan haar diploma's
verleend zien. De meeste hoogleeraren aan
onze Staats-hoogescholen zijo, helaas, atheïsten
en zij komen er zoo gemakkelijk toe om hun
wetenschap te leenen in den dienst van het
materialisme en het atheïsme. Dit is het
motief geweest voor onze vraag naar het
»effectus" civilis" ten gunste van de Vrije
Universiteiten.
Do Eerste Kamer heeft in Juli mijn wets
voorstel verworpen, dooh de publieke opinie
heeft me ondersteund en toen ik do Kamer
had ontbondenis in Augustus Oen mij
gunstige meerderheid gekozen. Het ontwerp
komt in deze zitting terug.
Gelooft u? vroeg de verslaggever
dat de Katholieken het orthodox Calvi-
nitisch voorbeell zullen volgen en van de
wet gebruik zullen maken om een universiteit
te stichten naar het voorbeeld van uw Vrije?
Tot heden waren zij er tevreden mee, om
aan de openbare universiteiten leerstoelen te
bezetten met door hen aangewezen leeraars
Zouden zij dit blijven doen?
Ik geloof, zonder er zeker van te zijo,
dat dit maar een begin is. De Katholieken
houden er niet van bescheiden te debuteeren,
zij willen dadelyk groot beginnen en als zij
dat niet kunnen, doen zij liever niets. Ik
denk wel, dat zij er toe zullen komen een
universiteit te stichten.
Op de vraag of het in de bedoeling ligt
de twee bestaande faoulteiten uit te breiden
tot de Vrije Universiteit een volledige Hooge-
echool is, antwoordde de heer Kuyper
Onze Universiteit heeft ook een facul
teit voor de letteren en als wij over voldoende
middelen besohikken, zullen wy baar ook de
andere geven. Wij hebben ons voor 't begin
tot het meest noodzakelijke bepaald. Een
faoulteit voor de Wetenschappen is minder
onmisbaar, dan die voor de Reohten en voor
de Letteren ten bate van het doel dat wij
nastreven. Een scheikundige of physische
proefneming voert tot bepaalde wetenschappe
lijke resultaten, maar op 't gebied van 't Recht
en van de Theologie wordt men geleid door
de idee, óf de filosofische of godsdienstige
opvatting, die men in het diepst van zijn hart
bewaart.
De verslaggever vroeg ook welke wetten
nu volgen zullen en de minister noemde het
middelbaar en lager onderwijs. De vaccine-
plioht, die, volgens den minister, oorzaak is,
dat 1200 kinderen van ouders met onover
komelijke gemoedsbezwaren zonder onderwys
blijven, zal hij door uitzonderingsbepalingen
in de wet minder zwaar doen zyn.
Verder sprak de hoer Kuyper over het
arbeidscontract, verbetering van de Zondags
wet en van »de wet tot besoherming van
den nationalen arbeid" (de Tariefwet).
Welke komt 't eerst aan de orde
vroeg de verslaggever en de minister ant
woordde er op, dat dit van het bureau van
de Kamer afhangt, aan wie ze gelijkertijd
zijo aangeboden. De parlementaire procedure
gaat ten onzent zéér langzaam, die over de
Hooger Onderwijswet heeft langer dan acht
maanden geduurd. Welke wet het eerst zal
worden govoteerd, ligt aan den vluggen of
tragen arbeid van de afdeelingen, die ze onder
zoeken.
Nieuwe 10-guldens-bankbiljetten.
Mot 1 October j 1. ie het nieuwe bank
biljet uitgegeven. Dit biljet vertoont aan de
voorzijde in het midden den volgenden tekst:
No. Serie No.
de nederlandsciie bank
betaalt aan toonder
tien hulden.
Amsterdam (dagteekening).
De Secretaris. De President.
Deze woorden in blauw gedrukt, uit
genomen de beide aanduidingen van het
nummer, die in zwart gedrukt zijnzyn
omgeven door een in dezelfde kleur gedrukten
gegraveerden rand, in de beide bovenhoeken
waarvan de waarde-aanduiding 10 voorkomt.
Op den voorgrond bevindt zich ter linker
zijde van den tekst eene mannenfiguur, voor
stellende den arbeid, en ter reohterzyde eene
vrouwenfiguur, voorstellende de welvaart,
elkander de hand toereikende.
Tuesohen die twee figuren, als symbool
van den tijd, een gevleugelde zandlooper,
omoirkeld door een slang, die den staart in
den bek houdt. Achter en naast de beide
figuren is, door verschillende attributen, hunne
symbolische beteekenis verduidelijkt.
In de staande randen, die het biljet rechts
en links omsluiten, is de oranjeappel als
versieringsmotief aangebracht.
De voorzijde is over haar geheel bedrukt
met een grijsbruinen ondergrond, in het
middenvak twee dolpbijnen vertoonende
rustende tegen een schelp en de staarten
kronkelende om een drietand.
De keerzijde van het biljet vertoont in
hdt midden, in bruin gedrukt,
tien gulden,
omlijst door een rechthoekigen rand, even
eens in bruin gedrukt, welke in de vier
hoeken oirkelvormige openingen heeft, welke
links boven en rechts beneden de waarde-
aanduiding 10, en reohts boven en links
beneden de letters van de serie, tot welke
het biljet behoort, en het nummer van het
biljet bevatten. Ter weerszijden, binnen den
rand, is de strafbepaling van art. 232 van
het Wetboek van Strafrecht afgedrukt. De
keerzijde is over haar geheel bedrukt met
een liohtblauwen ondergrond, vertoonende op
regelmatige afstanden den leeuw uit het
Rykswapen en bezaaid met blokken.
De biljetten worden gedrukt op papier van
ongeveer 9 6 bij 17 centimeter, waarin in
het midden als watermerk voorkomt tusschen
twee donkere lijnen, de woorden Ned. Bank.
Zij worden voorzien van den stempel der
handteekeniogen van den president en den
secretaris.
JBurgerl. Stand van DuivendJjke.
3e kwartaal 190 4.
geboorten:
9 Aug. Janna, dochter van C. van de Panne en
G. Donker.
16 Anthouie, zoon van J. Wesdorp en N. van
Doezelaar.
28 Sept. Jacobus Jozua, zoon van A. G. Hanse en
N. P. Hendrikse.
overlijden:
18 Aug. Anthonie Wesdorp, oud 2 dagen.
3 Sept. Johannes van der Linde, oud 5 maanden.
als levenloos aangegeven:
18 Juli. Een dochter van G. Romeijn en J. Boogaard
(te Poortugaal).
16 Aug. Een dochter van J. Wesdorp en N. van Doezelaar.
Burgert. Stand van Noordgouwe.
8e kwartaal 190 4.
geboren:
5 Aug. Neeltje, d. van G. Leeuw en D. van der Linde.
18 t Willem Jan, z. van J. van Strien en H. Neele.
30 Willem, z. van J. Braber en W. Tuinman.
8 Sept Wilhelmina, d. van J. J. van den Berge en
H. C. de Keyzer.
11 Adriaan, z. van C. van Kooten en A. B. Rotte.
17 Teunis Anthonij, z. van P. van der Weele en
A. M. van Oampenhout.
o verlijden:
8 Juli. Jan Eykhof, 10 jnat. zoon van Grietje Eijkhof,
(van Brouwershaven).
15 Aug. Cornelia Bruyns, 26 jd. van H. C. Bruyns en
A. Berrevoets, (van Kerkwerve).
19 Jannetje van der Meule, 79 j., wed. van
M Finson.
12 Sept. Jaconoyotje Hocke, 75 j orgeh.
levenloos aangegeven:
20 Juli. Een kind van Aaltje Handpoote.
huwelijken:
Geene.
Verloofd
ADRIAANTJE W. DE LIJSTER
en
P. VAN DER LINDEN,
Herv. Predikant.
IJSELMONDE.
Nieuwerkerk (Zeeland).
Ondertrouwd
JOHANNI9 DE VRIEZE Az.
en
HERMINA PRIEJNTJE v. d. LINDE P.Zd.
Dreischor, 6 October 1904.
Huwelijksvoltrekking 19 October 1904.
Getrouwd
L. D. ORNSTEIN
en
M. A. LANDEÉ,
die dank betuigen voor de bewijzen van be
langstelling by hun Huwelijk betoond.
Amsterdam, 6 October 1904.
neden overleed tot onze diepe droef-
beid, na een langdurig doch geduldig
lijden, onze innig geliefde Echtgenoot
en Vader
Jan Boomgaars,
in den ouderdom van ruim 55 jaar.
Brouwershaven, 5 October 1904,
Uit aller naam,
Wed. P. BOOMGAARS—van der Weel
en Kinderen.
Heden overleed zacht en kalm, onze
jongste lieveling
Wiilemina,
in don jeugdigen leeftijd van sleohts 8
dagen.
Ellemeet, 5 October 1904.
I. LEMSOM.
W. LEMSOM—
van Westervoort.
De ondergeteekende betuigt, ook namens
zijne KindereD, Behuwd- en Kleinkinderen,
zyn' welgemeenden dank voor de talrijke
bewijzen deelneming, ondervonden bij onze
50-jarige Eohtvereeniging.
Poortvliet, 8 October 1904.
L. DE RIJKE Az.
ter behandeling van Zennw-, Inwen
dige en Rheumatische Ziekten.
Directeur-Geneesheer
Br, 3TJBJV CATJB.
te St.-Maartensdijk
VRIJDAG 14 OCTOBER 1904.
ST.-MAARTENSDIJK.
op het SCHOONJStAKWUB Tan
WaterleidingenZijlen ene.
Het BESTUUR van den Polder DE VIER
BANNEN VAN DUIVEL AND, vestigt de
aandacht op de aangeplakte afkondiging van
de Inspectie op het schoonmaken van Water
leidingen, Zijlen enzop Vrijdag 14
October as. en volgende dagen.
M«.t het oog op de groote behoefte, die
bestaat aan een onbelemmerde toestrooming
van het water naar het Stoomgemaal, beveelt
het met den meeeten aandrang aan, dat
Iogelanden vóór dien dag zich van hunne
verplichtingen kwijten, zullende zonder eenige
verschooniog tegen de nalatigen worden
geverbaliseerd.
Ouwerkerk, 29 September 1904.
Het Polderbestuur voornoemd,
B. GILJAM, Dijkgraaf.
J. VAN DER VLIET Cz., Ontv.-Griffier.
N.B. Het op den weg getrokken oor en veek
moet onmiddelijk daarvan verwijderd
worden.
Het DAGELIJKSCH BESTUUR van het
Waterschap Schouwen vestigt de aandaoht
op de aangeplakte afkondiging van de
ISrlPECTIE op den
22 October aanstaande.
Bij deze Schouwing op de Peilslooten
Zijlen en andere Kunstwerken zal in 't bizonder
worden onderzocht of zij behoorlijk zyn
gezuiverd van oor, sek, planten, riet,
sintels en specie, of geene ondiepten
of stukken grond, in de slooten en vóéi
de zijlen aanwezig zyn, of de voorgescbrovem
herbedelvingen ter bepaalde diepte ei
breedte hebben plaats gehad.
Zierikzee, 1 September 1904.
Het Dagelykech Bestuur voornoemd,
A. J. F. FOKKER, Voorzitter.
D. VAN DER VLIET, Ontv.-Griffier.
TB zoop:
by C. BOOGERD, Duivendyke.
te koop, bg G. L. KLOMPE, Seroosketke.
a Donderdag 13 October:
te bekomen op het Plein tbs den Heer J.
CONSTAND3E, «Hui» tbd NaMtn".
J. DE BRUIJKER.