VEEMARKT ADVERTENTIEN. Physische Inrichting Rotterdam, Schiedamsche Singel 11. Opneming Voetpaden 15 October 1904. Inspectie NAJAARSSCHOUW. Een goed Aftands-Werkpaard, Eene np kalven staande jonge Koe Puike BIGGEN mishandeling van zijn twaalfjarig dochtertje, tot 4 maanden gevangenisstraf en ontslag uit den dienst. Bij het getnigenverhoor bleek, dat het meisje een zwak, kreupel stumpertje was, dat steeds bij haar broertje aohteruit werd gezet en van hare ouders geen goed woord kreeg. Bracht het kind een slecht rapport van sohool thuis, dan gebruikte de ontaarde vader zijn rijzweep, om haar te kastyden. Eens moest het schaap de hand ophouden, om de slagen met de zweep op het plat op te vangen. Het vel soheurde er van en de geheele hand zwol op. De majoor was van meening, dat hij zijn vaderlijk kaetijdingsrecht niet misbruikt had en hield staande, dat hij het meisje steeds op dat lichaamsdeel had geslagen, waar eene tuchtiging, naar de algemeene opvatting, het minst kwaad kan. Een dienstmeisje wist echter wel andera te vertellen: de majoor sloeg maar raak en het kind kreeg slager, waar die toevallig neerdaalden, zelfs op het hoofd met den knop van eene rijzweep. Een oppasser van den majoor verklaarde, dat hij het meisje op een kouden winterdag in een wollen japonnetje in den kelder had moeten opsluiten. Het bezwarendst luidde echter het getuigenis van zekere mevrouw Johnson, die vroeger bij de familie v. Sydow in betrekking was geweest. Zij had met eigen oogen gezien, dat de majoor op zekeren dag het meisje bij hare vlecht van den grond optilde en het daarna tweemaal heftig in het gezioht sloeg. Toen majoor v. Sydow het vonnis van zijne militaire rechters vernam, viel hij in onmaoht; eerst na geruimen tijd kwam hij bij en riep: »Mijne arme vrouw, mijne arme kinderen 1" België. Te Ch&telet heeft zich een droevig drama afgespeeld. De 45-jarige vrouw van een naohtwaker in één der mijnen, een oppassend man, was aan den drank verslaafd en ont ving bovendien des naohts, als haar echtgenoot in de mijn was, andere mannen in huis. Zoo ook Zondagavond. Toen de vrouw den man in 't middernachtelijk uur wilde uitlaten, viel zjj met de lamp van de trap; de petroleum stroomde over haar heen en zij ger&akte in brand. De man trachite de vlammen te dooven, doch dit gelukte hem niet; by wilde toen de vlucht nemen, maar kon de deur niet open krijgen. In zijn angst sprong hy uit het raam. Buren doofden het vuur inmiddels, maar de vrouw overleed den volgenden dag aan de bekomen brandwonden. De uit het raam gesprongen man werd aangehouden, maar weer losgelaten. Toen de eohtgenoot van zijn werk thuis kwam, vond hij zjjn vrouw verbrand, onder deze voor hem zoo bizonder tragisohe om standigheden. Te Charleroi heersoht sedert eenige dagen een algemeene ontroering tengevolge van een zeer duistere en misschien ook zeer tragische geschiedenis. Twee jongelieden, verloofden, hebben hun woonplaats verlaten met achterlating van een brief waarin zij mededeelden een eind aan hun leven te willen maken, uit wanhoop over het feit dat de jonge man voor een examen gezakt was, doch alvorens nog een weinig van dit leven te willen genietenreden waar om zij zorg gedragen hadden eenig geld mee te nemen. Men begrijpt de angst en onrust der ouders en bloedverwanten van het paartje. Er werd gezooht, maar de vermisten werden niet ge vonden. Groot was de sohrik toen de tijding kwam dat te Parijs een dubbele moord ge pleegd wasmen deed onderzoek en het bleek dat in de Fransohe hoofdstad volstrekt niets van dien aard gebeurd was. Eigenaardig dat de initialen op de kleederen en de besohryving der personen, zooals die uit Parijs gemeld werden, volkomen klopten. Maar nauwelyks was het Parijsche berioht onwaar gebleken, of uit Marseille kwam een telegram, meldende dat daar de lijken van twee jonge zelfmoordenaars van versobillende kunne gevonden waren. De vader van het meisje, commissaris van politie te Charleroi, spoorde dadelyk zelf naar Marseille. Hij verklaarde de beide lyken te herkennen, zoodat men niet aarzelde hem die af te staan. In een afzonderlyken wagon voerde de onge lukkige vader de beide lyken met zich mede op de terugreis. Onderweg bereikte den man echter een nieuw telegram, thans uit Berlijn. De politie meldde hem daarin dat twee jongelui, die volkomen overeenkwamen met het signalement der vermisten en zelf ook verklaarden de verdwenen geliefden te zijn, daar waren aan getroffen en als minderjarigen ter beschikking van de families werden gehouden. De politie-commissarisverheugd dat hij zich klaarblijkelijk in de lyken te Marseille had vergist, zond deze terug en ging naar Berlijn. Hier deelde men hem mede dat het paartje die stad weer verlaten had en te Singen, aan het meer van Constanoe, ver toefde. Een familielid begaf zioh naar Singen doch ook hier van de vluchtelingen geen spoor. De vader van het meisje houdt thans vol in het eene Ijjk te Marseille zijn doohter herkend te hebben, niettegenstaande de andere familie leden in de gevonden voorwerpen en sohriftnren nóoh eigendom van het meisje, nóoh het schrift van den jongeling herkenden. Anderzijds wordt echter beweerd dat wel degelijk geconstateerd ia dat de jongelui te Singen geweest zijn en vandaar vertrokken naar Schaffhausen, vijf k zes dsgen nadat de lyken in de morgue te Marseille tentoon gesteld waren, zoodat de vader or mogelijk de kinderen zou kunnen hebben herkeod. Intusschen zijn de lyken voorloog ig te Erquelines begravendoor den staat vao ontbinding waarin ze reeds verkeeren, zijn ze niet meer herkenbaar. Door den vader van den jongeman is een klacht ingediend tegen iemand te Charleroi, die nog met het paar gecorrespondeerd aohijnt te hebben naar Singen. Goed geredeneerd. De tijd is weldra weer aangebroken, dat alom in de landbouwende streken van ons vaderland de wintergranen worden gezaaid. Overal vergaderen reeds de landbouwveree- nigingen om kunstmest aan te besteden voor dit doel. Onlangs sprak ik een landbouwer, die me het volgende vertelde: «In onze streken bestellen de meeste boeren in het najaar slechts superphosphaatenkelen nemen ook kaïniet. Nu heeft men ons in den laatsten tijd geleerd, dat de planten slechts kunnen groeien en volop gedijen, als ze de drie voorname voedingsstoffen, stikstof, phos- Shorzuur en kali in voldoende hoeveelheid in en grond vinden. In superphosphaat en kaï niet zit toch geen stikstof. Zou er dan in den herfst nog zooveel stikstof in den grond zijn, dat de wintergranen wel afzonderlijk bemest moeten worden met phosphorzuur en kali en niet met stikstof? Ik voor mij geloof dat niet en ik heb dan ook altijd gemeend, dat men ook in het najaar evengoed als in het voor jaar voor alle zekerheid een volledige bemes ting moet geven. Hoe denkt gij daarover? Ik antwoordde den man dezelfde woorden, die ik boven dit opstel geschreven heb: «Goed geredeneerd", zei ik, «inderdaad bestaat er geen enkele reden, om in het algemeen aan te nemen, dat op het einde van den zomer of later de bodem nog voldoende stikstof zou bevatten voor den volgenden oogst. Integen deel bestaat er alle kans, dat de stikstof ver dwenen zal zijn en ik vind het zeer juist van je geredeneerd, dat daar waar de voorraad phosphorzuur en kali wordt vernieuwddit zeker ook moet gebeuren met dien van de stikstof. Het is noodig dat de uitgezaaide granen zoo spoedig mogelijk ontkiemen en de jonge planten vóór den winter nog zoo krachtig mogelijk opgroeien, om zoo des te meer kans te hebben den winter te doorstaan en in het voorjaar met een gezonden stengel en stevige worteltjes den groei weer te hervatten. De geheele winter- of herfstzaaiing moet dus eenigezins geforoeerd gaan. Wat er ontbreekt aan zonnewarmte en licht, want de dagen worden kort en de zon verliest haar kracht, moet aangevuld worden door een krachtigere en vooral snellere werking van den bodem. Hoe gij dus ook bemest, uw mest moet volledig zijn en snelwerkend. Behalve uwe phosphorzuur- en kali meststoffen, kunt gij dus niets anders geven dan een zekere hoeveelheid chilisalpeter. Nu weet ik wel, dat de meeste landbouwers bezwaren zullen hebben, die mest stof vóór het natte jaar uit te strooien. Welnu mijn raad voorkomt uw bezwaren, want ik bedoel, dat gij betrekkelijk slechts een kleine hoeveelheid moet uitstrooien. Zoowel bij win- tergerst, als bij wintertarwe en rogge, hebt gij slechts ongeveer 50 Kg. chilisalpeter per H.A. direct bij het zaaien in te eggen. Gij kunt dan de helft van de rest der chilisalpeter, die gij wilt geven, (stel dat gij per H.A. 2 k 3 zak wilt gebruiken) direct van den winter uitstrooien en de andere helft der rest nog een maand later. Ik geloof, dat dat de beste manier is, en nn moet ge het zelf maar eens zóó probeeren, dan zullen we dezen zomer eens zien hoe het uitvalt. Een les voor ons land. Iq 1866 deed in Frankrijk Jean Macé, onderwijzer-boor in den Elzas, een oproep tot stichting van een »Ligue de 1' Enseignement". Met 't onderwijs in Frankrijk was 't toen treurig gesteld; in meer dan de helft der Fransohe gemeenten was geen school, terwijl de bestaande scholen 't eigendom van congre gaties waren. De helft der bevolking kon lezen noch schrijven, zelfs waren er officieren, die deze kennis niet bezaten. De eerste leden van de nieuwe vereeniging, die 18 Juni 1869 geoonetitueerd kon worden 't liep dus niet bardl waren een oonducteur uit Lyon, een sohoenmaker en een politie-agent uit Parijs en een kantoorbediende Yauchez ge naamd. Als doel der vereeniging werd genoemd verplioht, kosteloos, wereldlijk onderwijl. De oorlog van '70 opende de oogen van vele Fransohen; van MaartJuli 1870 gaven zioh 350.000 voorstanders op, in 1872 waren er I.200.000, die door hun handteekening en hun stuiver »de stuiver tegen de onwetend heid" zioh voor 't doel der vereenigiDg verklaarden. Men begrijpt, dat de klerikalen zich gingen weren, toen de bond petitie op petitie de wereld inzond. De eisohen der ver eeniging werden een »sohande voor de vrijheid en de waarheid der ouders" genoemd. De regeering was op de band der klerikalen en benoemde slechts priesters tot schoolopzieners zij bestrafte zelfs die onderwijzers, die het gewaagd hadden, een petitie te onderteekenen. Maar de stroom werd steeds sterker I 19 Juni 1872 bracht 't bestuur aan de regeering een petitie van 200 K.G. vracht, voorzien van 1.200 000 handteekeningen. Na langdurig beraad werd deze petitie in handen gesteld van een commissie, waarin de voorzitter was de bissohop van Orleans. Deze commissie werkte niet hard, de »Ligue" trachtte echter steeds vaster voet te krijgen. In 1879 telde zij 500 afdeelingen. Toen Jules Ferry minister werd, naderde 't ideaal van de vereeniging zijn vervulling. Sohoolplicht werd ingevoerd, 1500 millioen francs werd besteed aan soholenbouw, 't onder wys werd kosteloos gemaakt, 't Is bekend hoe eerst thans door Combes 't onderwys geheel aan do geestelijke orden is ontnomen, 't Feest, dat 18 en 19 Juni j I. door de »Ligue" ter herdenking van de petitie is gevierd, is in geheel Frankrijk uitnemend geslaagd. Loubet, Combes en vele autoriteiten waren te Parijs, in 't Trooadéro, aanwezigVaucbez, de reohterhand van Macé, was natuurlijk een der hoofdpersonen. Er werd uit den aard der zaak veel gesproken en gezongen. Eeo gemeenschappelijke maaltijd van 10.000 personen besloot 't feest. Vele onderwijzers werden tot ridder van 't »Legioen van Eer" benoemd. Aan kinderen en ouders werd even eens een groot feest gegeven, waarbij 't echter veel te vol moet zijn geweest. Zijn wij in Holland reeds verder of gaan wij terug? Oob dunkt, met 't nieuwe wetsontwerp in 't zicht, is 't antwoord niet twijfelachtig. Zal dan de Vereeniging tot bevordering van Volksonderwijs" doen voor Nederland, wat de »Ligue" voor Frankrijk deed Volksonderwijs. Een onderhond met Minister Kuyper. Een verslaggever van het Journal des Débats vertelt ia zijn blad van een onderhoud, dat hy gehad heeft met onzen minister president, in diens woning aan de Kanaal straat te 's Hage. Dr. Kuyper heeft den verslaggever verteld van zijn politieke prin cipes en van zijn plannen. De tegenwoordige meerderheid in de Kamers, zoo zei bij, heeft tot draaispil de anti-revolu tionaire party, waarvan ik de chef ben. De verschillende oppositiegroepen hebben tot richt snoer harer beginselen de leer der aohttiende- eeuwsche fi'osofen en die van de Revolutie, dat »de mensohheid aan ziohzelve genoog heeft". Wij Protestanten echter, ernstig gods dienstig, wij weten dat er boven de mensch- heid een God is, aan Wiens heilig Woord wij ons laven en volgens hetwelk wij den Staat willen leiden in het welzijn van allen. Alle Protestantsche secten van ons land, ondanks het versohil van dogmaverklaring, hebben dezelfde religieuse moraal, die ook de Katholieken aanhangen en deze moraal verbindt do groepen, die thans de meerderhei 1 vormen. Om dit godsdienstig ideaal onder de intel- lectueele jongelingschap te behouden, hebben wij de bekende Hooger Onderwijswet inge diend. Wij verlangen voor de diploma's der vrije universiteiten dezelfde burgerlijke reohten, die de officieele universiteiten aan haar diploma's verleend zien. De meeste hoogleeraren aan onze Staats-hoogescholen zijo, helaas, atheïsten en zij komen er zoo gemakkelijk toe om hun wetenschap te leenen in den dienst van het materialisme en het atheïsme. Dit is het motief geweest voor onze vraag naar het »effectus" civilis" ten gunste van de Vrije Universiteiten. Do Eerste Kamer heeft in Juli mijn wets voorstel verworpen, dooh de publieke opinie heeft me ondersteund en toen ik do Kamer had ontbondenis in Augustus Oen mij gunstige meerderheid gekozen. Het ontwerp komt in deze zitting terug. Gelooft u? vroeg de verslaggever dat de Katholieken het orthodox Calvi- nitisch voorbeell zullen volgen en van de wet gebruik zullen maken om een universiteit te stichten naar het voorbeeld van uw Vrije? Tot heden waren zij er tevreden mee, om aan de openbare universiteiten leerstoelen te bezetten met door hen aangewezen leeraars Zouden zij dit blijven doen? Ik geloof, zonder er zeker van te zijo, dat dit maar een begin is. De Katholieken houden er niet van bescheiden te debuteeren, zij willen dadelyk groot beginnen en als zij dat niet kunnen, doen zij liever niets. Ik denk wel, dat zij er toe zullen komen een universiteit te stichten. Op de vraag of het in de bedoeling ligt de twee bestaande faoulteiten uit te breiden tot de Vrije Universiteit een volledige Hooge- echool is, antwoordde de heer Kuyper Onze Universiteit heeft ook een facul teit voor de letteren en als wij over voldoende middelen besohikken, zullen wy baar ook de andere geven. Wij hebben ons voor 't begin tot het meest noodzakelijke bepaald. Een faoulteit voor de Wetenschappen is minder onmisbaar, dan die voor de Reohten en voor de Letteren ten bate van het doel dat wij nastreven. Een scheikundige of physische proefneming voert tot bepaalde wetenschappe lijke resultaten, maar op 't gebied van 't Recht en van de Theologie wordt men geleid door de idee, óf de filosofische of godsdienstige opvatting, die men in het diepst van zijn hart bewaart. De verslaggever vroeg ook welke wetten nu volgen zullen en de minister noemde het middelbaar en lager onderwijs. De vaccine- plioht, die, volgens den minister, oorzaak is, dat 1200 kinderen van ouders met onover komelijke gemoedsbezwaren zonder onderwys blijven, zal hij door uitzonderingsbepalingen in de wet minder zwaar doen zyn. Verder sprak de hoer Kuyper over het arbeidscontract, verbetering van de Zondags wet en van »de wet tot besoherming van den nationalen arbeid" (de Tariefwet). Welke komt 't eerst aan de orde vroeg de verslaggever en de minister ant woordde er op, dat dit van het bureau van de Kamer afhangt, aan wie ze gelijkertijd zijo aangeboden. De parlementaire procedure gaat ten onzent zéér langzaam, die over de Hooger Onderwijswet heeft langer dan acht maanden geduurd. Welke wet het eerst zal worden govoteerd, ligt aan den vluggen of tragen arbeid van de afdeelingen, die ze onder zoeken. Nieuwe 10-guldens-bankbiljetten. Mot 1 October j 1. ie het nieuwe bank biljet uitgegeven. Dit biljet vertoont aan de voorzijde in het midden den volgenden tekst: No. Serie No. de nederlandsciie bank betaalt aan toonder tien hulden. Amsterdam (dagteekening). De Secretaris. De President. Deze woorden in blauw gedrukt, uit genomen de beide aanduidingen van het nummer, die in zwart gedrukt zijnzyn omgeven door een in dezelfde kleur gedrukten gegraveerden rand, in de beide bovenhoeken waarvan de waarde-aanduiding 10 voorkomt. Op den voorgrond bevindt zich ter linker zijde van den tekst eene mannenfiguur, voor stellende den arbeid, en ter reohterzyde eene vrouwenfiguur, voorstellende de welvaart, elkander de hand toereikende. Tuesohen die twee figuren, als symbool van den tijd, een gevleugelde zandlooper, omoirkeld door een slang, die den staart in den bek houdt. Achter en naast de beide figuren is, door verschillende attributen, hunne symbolische beteekenis verduidelijkt. In de staande randen, die het biljet rechts en links omsluiten, is de oranjeappel als versieringsmotief aangebracht. De voorzijde is over haar geheel bedrukt met een grijsbruinen ondergrond, in het middenvak twee dolpbijnen vertoonende rustende tegen een schelp en de staarten kronkelende om een drietand. De keerzijde van het biljet vertoont in hdt midden, in bruin gedrukt, tien gulden, omlijst door een rechthoekigen rand, even eens in bruin gedrukt, welke in de vier hoeken oirkelvormige openingen heeft, welke links boven en rechts beneden de waarde- aanduiding 10, en reohts boven en links beneden de letters van de serie, tot welke het biljet behoort, en het nummer van het biljet bevatten. Ter weerszijden, binnen den rand, is de strafbepaling van art. 232 van het Wetboek van Strafrecht afgedrukt. De keerzijde is over haar geheel bedrukt met een liohtblauwen ondergrond, vertoonende op regelmatige afstanden den leeuw uit het Rykswapen en bezaaid met blokken. De biljetten worden gedrukt op papier van ongeveer 9 6 bij 17 centimeter, waarin in het midden als watermerk voorkomt tusschen twee donkere lijnen, de woorden Ned. Bank. Zij worden voorzien van den stempel der handteekeniogen van den president en den secretaris. JBurgerl. Stand van DuivendJjke. 3e kwartaal 190 4. geboorten: 9 Aug. Janna, dochter van C. van de Panne en G. Donker. 16 Anthouie, zoon van J. Wesdorp en N. van Doezelaar. 28 Sept. Jacobus Jozua, zoon van A. G. Hanse en N. P. Hendrikse. overlijden: 18 Aug. Anthonie Wesdorp, oud 2 dagen. 3 Sept. Johannes van der Linde, oud 5 maanden. als levenloos aangegeven: 18 Juli. Een dochter van G. Romeijn en J. Boogaard (te Poortugaal). 16 Aug. Een dochter van J. Wesdorp en N. van Doezelaar. Burgert. Stand van Noordgouwe. 8e kwartaal 190 4. geboren: 5 Aug. Neeltje, d. van G. Leeuw en D. van der Linde. 18 t Willem Jan, z. van J. van Strien en H. Neele. 30 Willem, z. van J. Braber en W. Tuinman. 8 Sept Wilhelmina, d. van J. J. van den Berge en H. C. de Keyzer. 11 Adriaan, z. van C. van Kooten en A. B. Rotte. 17 Teunis Anthonij, z. van P. van der Weele en A. M. van Oampenhout. o verlijden: 8 Juli. Jan Eykhof, 10 jnat. zoon van Grietje Eijkhof, (van Brouwershaven). 15 Aug. Cornelia Bruyns, 26 jd. van H. C. Bruyns en A. Berrevoets, (van Kerkwerve). 19 Jannetje van der Meule, 79 j., wed. van M Finson. 12 Sept. Jaconoyotje Hocke, 75 j orgeh. levenloos aangegeven: 20 Juli. Een kind van Aaltje Handpoote. huwelijken: Geene. Verloofd ADRIAANTJE W. DE LIJSTER en P. VAN DER LINDEN, Herv. Predikant. IJSELMONDE. Nieuwerkerk (Zeeland). Ondertrouwd JOHANNI9 DE VRIEZE Az. en HERMINA PRIEJNTJE v. d. LINDE P.Zd. Dreischor, 6 October 1904. Huwelijksvoltrekking 19 October 1904. Getrouwd L. D. ORNSTEIN en M. A. LANDEÉ, die dank betuigen voor de bewijzen van be langstelling by hun Huwelijk betoond. Amsterdam, 6 October 1904. neden overleed tot onze diepe droef- beid, na een langdurig doch geduldig lijden, onze innig geliefde Echtgenoot en Vader Jan Boomgaars, in den ouderdom van ruim 55 jaar. Brouwershaven, 5 October 1904, Uit aller naam, Wed. P. BOOMGAARS—van der Weel en Kinderen. Heden overleed zacht en kalm, onze jongste lieveling Wiilemina, in don jeugdigen leeftijd van sleohts 8 dagen. Ellemeet, 5 October 1904. I. LEMSOM. W. LEMSOM— van Westervoort. De ondergeteekende betuigt, ook namens zijne KindereD, Behuwd- en Kleinkinderen, zyn' welgemeenden dank voor de talrijke bewijzen deelneming, ondervonden bij onze 50-jarige Eohtvereeniging. Poortvliet, 8 October 1904. L. DE RIJKE Az. ter behandeling van Zennw-, Inwen dige en Rheumatische Ziekten. Directeur-Geneesheer Br, 3TJBJV CATJB. te St.-Maartensdijk VRIJDAG 14 OCTOBER 1904. ST.-MAARTENSDIJK. op het SCHOONJStAKWUB Tan WaterleidingenZijlen ene. Het BESTUUR van den Polder DE VIER BANNEN VAN DUIVEL AND, vestigt de aandacht op de aangeplakte afkondiging van de Inspectie op het schoonmaken van Water leidingen, Zijlen enzop Vrijdag 14 October as. en volgende dagen. M«.t het oog op de groote behoefte, die bestaat aan een onbelemmerde toestrooming van het water naar het Stoomgemaal, beveelt het met den meeeten aandrang aan, dat Iogelanden vóór dien dag zich van hunne verplichtingen kwijten, zullende zonder eenige verschooniog tegen de nalatigen worden geverbaliseerd. Ouwerkerk, 29 September 1904. Het Polderbestuur voornoemd, B. GILJAM, Dijkgraaf. J. VAN DER VLIET Cz., Ontv.-Griffier. N.B. Het op den weg getrokken oor en veek moet onmiddelijk daarvan verwijderd worden. Het DAGELIJKSCH BESTUUR van het Waterschap Schouwen vestigt de aandaoht op de aangeplakte afkondiging van de ISrlPECTIE op den 22 October aanstaande. Bij deze Schouwing op de Peilslooten Zijlen en andere Kunstwerken zal in 't bizonder worden onderzocht of zij behoorlijk zyn gezuiverd van oor, sek, planten, riet, sintels en specie, of geene ondiepten of stukken grond, in de slooten en vóéi de zijlen aanwezig zyn, of de voorgescbrovem herbedelvingen ter bepaalde diepte ei breedte hebben plaats gehad. Zierikzee, 1 September 1904. Het Dagelykech Bestuur voornoemd, A. J. F. FOKKER, Voorzitter. D. VAN DER VLIET, Ontv.-Griffier. TB zoop: by C. BOOGERD, Duivendyke. te koop, bg G. L. KLOMPE, Seroosketke. a Donderdag 13 October: te bekomen op het Plein tbs den Heer J. CONSTAND3E, «Hui» tbd NaMtn". J. DE BRUIJKER.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1904 | | pagina 4