Zaterdag 2 Juli 1904. GELDLfENING. i e r i Is. zeesche Courant). Tweede Blad NIEUWSTIJDINGEN. AOVEBTENTIEN. Limonade-Essence ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië ene. verzending eens per week, f 10,per jaar. 60ste JAARGANG Ho. 8021 Dlrooteurp f\«T. DE LOOZE. Redacteuren: j A- FRANKEL. J. WAALE, alleen voor het binnen- en bnitenl. nieuws. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 2 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Alle betaling-en moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee. Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. FreLnkei,, Meelstraat 386, Zierikzee. Rusland—Japan. St.-Petersburg, 28 Jani. Een telegram van generaal Koeropatkine aan den czaar, gedateerd den 27en, meldt: Den 26 m rukten de Japanners op tegen het oostelijk front van onze troepen, die zioh bevonden voor de Fenschoeilinz-, Modoelia en Dalin-passen. Door bet opdringen der Japanners trokken onze eavalerie- en infanterie-afdeelingen terug, hierbij opmerkende dat de opmarsch tegen elk van deze drie passen met groote over macht plaats had. Door verkenningen is vastgesteld dat een deel van de troepen van het Japansche zuid- leger optrekt in noord-oostelijke richting om zioh met het leger van Koeroki te vereenigen. De strijdkrachten der Japanners, die tegen het Mantsjoerye-leger oprukken, worden geschat op acht of negen divisies. 29 Juni. Binnenkort vertrekt het eerste legerkorps naar het oorlogstooneel. Het 10e legerkorps zal weldra goheel op de plaats van bestemming zijn aangekomen. Daardoor is Koeropatkine's troepenmacht met 25 000 man versterkt. Het 17e legerkorps zal zijo bestemming niet vóór het midden van Juli bereiken, doch de Oeral-Kozakken zijn reeds aangekomen. Ia het geheel zjja thans 140.000 man onder generaal Kooropatkine vereenigd. Er blij ven regens vallen in Mantsjoerije. De wegen zijn in slykpoelen herschapen. Amtrika. Te New-York hebben tusschen de 40,000 en 60,000 kleedermakers het werk gestaakt. Te Philadelphia heeft een groote brand gewoed in de fabriek Diamond White Supp lied". Naar men vreeBt, zijn van de 22 arbeidsters, die er waren, 20 om bet leven gekomen. Verscheidene brandweermannen werden gewond. In het Noorden van Mississippi (Ver. St.) is weder een neger, die zich aan een blanke vrouw had vergrepen, door een verontwaar digde menigte levend verbrand, ten aanscbouwe van wel 6000 mensohen. De Baldwin-looomotievenfabriek heeft weder 4000 werklieden wegens slapte in het bedrijf ontslagen. Dit zijn er in korten tijd 10.000. Rusland. St.-Potersburg, 29 Juni. Op de Baltisohe scheepswerf ontstond op de torpedGboot Del phi ne", tijdens een proef, een ontploffiog, waardoor het schip zonk. Drie officieren en drie-en-twintig matrozen verdronkentwee offioieren en 10 matrozen werden gered. 30 Juni. Iq den afgeloopen nacht heeft te Kroonstad een hevige brand plaats gehad, veroorzaakt door eene ontploffing, die gedeelte lijk het arsenaal en 't scheikundig laboratorium heeft vernield. De brand brak nit in een houten gebouw, bestemd voor het prosfnemen met het lanceeren van torpedo's. Acht niet geladen torpedo's zijn uit elkaar gebarsten, wat een verschrikkelijk lawaai maakte. De brand werd gebluscht door 50 matrozen van een nabij gelegen oorlogsschip en persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. Engeland. Het vermogen, 't welk de beroemde reiziger Stanley aan zijne weduwe heeft nagelaten, bedraagt 145,541 pd. st. of f 1,746,492. Te Sheffield heeft een groote fabrikant van zilverwerk eene bestelling gekregen uit Iadië voor een geheel slaapkamer-ameublement van zilver. Het ledikant, de toilet-tafel, twaalf stoelen, drie voetbaden en drie lampetkannen zullen op gewone grootte van zilver vervaardigd worden, versierd met modorn oroamentwerk en zelfs het beschot van de kamer moet ook van zilver gemaakt worden. James Gill, die te Newry op een schoorsteen de politie tartte, hem in hechtenis te nemen, is Maandagmiddag van zijne hooge wijkplaats gevallen. Op een raderbaar is hij weggebracht en de politie zal nu wachten tot bij beter is. Frankrijk. Een niet alledaagsche diefstal werd dozer dagen te Rouaan gepleegd aan boord van een aldaar in de haven liggende Zweedsche bark. Toen de gezagvoerder des naohts door een eigenaardig geluid uit zijn slaap gewekt werd en eens aan dek ging zien wat er gaande was, ontwaarde hij oenige mannon, die bezig waren de koperen huid van 't schip af te echeureD. Reeds hadden zij bun ver nielingswerk over een lengte van 20 voot verricht, toen zij door de komst van den kapitein in hun arbeid werden gestoord en op de vlucht gejaagd. Eene aardige wraak nam een jong meisje op den 21-jarigen chauffeur Munow, een jeudigen ijdeltuit, die haar onbehoorlijk behandeld had. Op do Place Vintinulle te Parijs vloog zij op hem af en schreeuwde hem toe, terwijl zij hem vocht in 't gelaat wierp: «Nu hebt gij voor uw gebeele leven een herinnering aan uwe schandelijke daad". De jongeling liep doodsbenauwd naar een apotheker, die hem een tijdlang in angst liet zitten en toen vertelde, dat het heelemaal geen vitriool maar een zwart verfje was, waarmee de jonge dame hem besproeid had. Duitschland. Kiel, 29 Juni. Tijdens het diner van gisterenavond nam de keizer het woord en braeht in herinnering hoe bij reeds als knaap te Portsmouth en to Plymouth de Eogelscbe marine had leeren kennen on bewondercD. Het geweldig verkeer op zee in het middel punt van de grootste oorlogsmarine ter wereld heeft toen op zijn jeugdig gemoed een ouuitwischbaren indruk gemaakt. Met het oog op deze jeugdindrukken zal koniog Edward begrijpen, dat de keizer, hetgeen hg eens als jongmensch in Engeland heeft gezien, wat zich diep bij hem ingeprent heeft, later, als regeerend vorBt heeft trachten te ver wezenlijken overeenkomstig den toestand van zijn land. Als het kennersoog des konings de schepen van het Duitsche eskader, in weerwil van bun gering aantal, en hun bemanning waardeerend heeft beoordeeld, dan spreekt de keizer daarvoor zijn innigsten dank uit. De keizer noodigde ten slotte de aan wezigen uit, de gbzen to heffen op bet welzijn van koning Edward, tegelijkertijd eohter ook de kameraden van de Eogelsche marine te gedenken, zoowel degenen, die heden hier vertoefden, als degenen met wie wij voor Peking hebben geBtaan, en al degonen, wier beminnelijke gastvrijheid wij op zoovele punten der aarde genoten hebben. De keizer eindigde met den uitroep: «Koning Edward VII, hip, hip, hoera 1" Koning Edward antwoordde in 't Duitscb. De woorden des keizers verklaarde hij hadden hem diep ontroerd. Hij zeide met de belangstelling, welke de keizer van jongaaf in de Eogelsche marine gesteld heeft, bekend te zijn. Hij is er van overtuigd, dat de Duitsche marine door de belangstelling en de kundigheden des keizers voortdurend aan zienlijker zal worden, en hij is er mede van overtuigd en bij hoopt, dat beide vloten altijd in vriendschappelijke betrekking tot elkaar zullen staan, dat zij big zullen zijn, elkaar te zien en te begroeten, in welk land het ook zij. De koning dankte prins Heinrich voor het praohtig diner en verklaarde zeer big te zijn daaraan zooveel uitstekende admiraals en offioieren te zien. Hij wenschte nogmaals zijn dank te betuigen voor de gastvrijheid, welke hem hier was aangeboden en aan degenen, die hem hier hadden vergezeld. Zijn verblijf te Kiel zou altijd bij hem iu de beste herinnering blijven on bij zal terugkeeren met de aangenaamste indrukken. Ik drink aldus eindigde de koning op het welzijn van den keizer, met wien ik door innige vriendsohap verbonden ben, sedert wij elkaar kennen. Leve de keizer! 's Avonds had aan boord van de «Hohenzollern" een afscheidsdiner plaats, waaraan deelnamen de beide souvereinen, de kroonprins, prins Eitel Friedrich, prins Hein- Heb, de rijkekanselier, minister Tirpitz, de gezant Lodiks en het gevolg. Toen koning Edward de «Hohenzollern" verliet, werd een afscbeHs-saluut afgevuurd. Morgen vroeg te vijf uur kiest de «Victoria and Albert" weer zee. 30 Juni. Koniog Edward aanvaardde hedenmorgen vroeg, om half zeven, de terug reis aan boord van de «Victoria and Albert", die door een torpedo-jager vergezeld werd. De overige schepen van het Britsch eskader waren des nachts het kanaal biunengeloopon. Voor do rechtbank te Hamburg stond dezer dagen een man terecht wegens diefstal. Hij kreeg 6 maanden. Vóór bij werd weg gebracht, verzooht bij den reohter, zijn aan staande nog evon te mogen spreken. To?n de voorzitter tot de publieke tribune de vraag deed of het meisje aanwezig was, stonden er tot groot vermaak van alle aan wezigen drie vrouwen tegelijk op. Do beschuldigde was daarover zóó gebelgd, dat bij weigerde met één hunner, wie ook, te spreken. Te Berlijn stierf dezer dagen in vrij armoedige omstandigheden zekere juffrouw Zollner. De erfgenamen werden niet weinig verrast, toen, in oude meubelen verborgen, eene som van 57000 mark in geldswaardig papier werd gevonden. Men vermoedde, dat Dog meer waarde was verborgen en daarom werd, onder toe- zioht van de politie, in de woning een nauw keurig onderzoek ingesteld. Al bet behang werd van de muren getrokken, alle zittingen der meubelen opengesneden, doch men vond geen verdere verborgen schatten. Algemeen wordt nu geloofd, dat de over ledene groote sommen bij bekenden of bij de een of andere bankinstelling heeft belegd. Het Begeerlngsaniwoord over het Hooger Onderwijs. De minister van binnenlandsche zaken heeft zijn Memorie van Antwoord ingezonden op het voorloopig verslag, door de afdeelingen der Eerste Kamer uitgebracht over het Hooger- Onderwijs-ontwerp. Uit een overzicht, dat van dit staatsstuk is gegeven, zal men hebben ontwaart, dat de minister zelf de uitdrukking van het verslag: dat «zeer vele leden" tegen het verleenen van rechten aan bijzondere Universiteiten /onover komelijke bezwaren hadden", opgevat als weergeve.le de meening van de meerderheid der Eerste Kamer. En zulks //naar parlementair gebruik", waarin aldus met eenigszins getem perde woorden de waarschijnlijke verwerping van een aanhangig wetsvoorstel wordt aan gekondigd. De minister merkt dan ook terstond op, dat: //moet //onoverkomelijk" in letterlijken zin worden opgevat, nadere gedachtenwisseling ter bevordering van gemeen overleg geen doel zal treffen". Met andere woorden, dat al wat hij nog mocht aanvoeren vruchteloos zal zijn. Toch treedt hij in een uitvoerige beantwoording der geopperde bezwaren, zij 't dan ook //alleen ter rechtvaardiging van de ingediende voor- draoht". Uiteraard bestaat het grootste deel van zijn antwoord in een nadere verdediging van dat gedeelte der voordracht, dat bovengenoemd oordeel in de afdeelingen der Eerste Kamer heeft uitgelokt. En een zeer groot deel van die bladzijden wordt weder ingenomen door uitvoerige aanhalingen uit 's ministers schrifte lijke en mondelinge verklaringen en toelich tingen, bij de behandeling van het ontwerp in de Tweede Kamer. Nieuwe argumenten worden niet aangevoerd, zoodat de //rechtvaardiging" vermoedelijk weinig indruk zal maken op de leden der Eerste Kamer, die natuurlijk niet onbekend waren met de lange brokstukken, welke hun nu uit de Handelingen en Bijlagen van de andere Kamer nog eens worden voorgelegd. Op een enkel onderdeel vestigen wij heden nog de aandacht. De minister beroept zich, naar men weet, ten behoeve van de rechten, die hij aan de bijzondere universiteit wil hebben toegekend, op de vrijheid, welke de Grondwet en art. 99 der Wet op het Hooger Onderwijs waarborgen. Dat art. 99 bepaalt: „Het staat aan ieder Nederlander, ieder vreemdeling die de bij art. 3 bedoelde vergunning bezit, elke erkende vereeniging en ieder kerkgenootschap vrij een bijzondere school van hooger onderwijs te openen, onder voorwaarde, dat de oprichter vooraf daarvan kennis geve aan het gemeente bestuur en aan Onzen minister van binnen landsche zaken, met overlegging van de regle menten of statuten". Nu redeneert de minister aldus: deze vrij heid is enkel „nominale" en geen „reëele" vrijheidtenzij aan zulk bijzonder hooger onderwijs ook rechten worden toegekend als aan het openbare. Waaruit dus zou moeten volgen, dat die rechten zouden toekomen, niet enkel aan een erkende vereeniging of aan een kerkgenootschap, die een bijzondere school voor hooger onderwijs openen, maar ook aan „ieder Nederlander" en ook aan „ieder vreemdeling", die de vereiachte vergunning heeft verkregen. Maar het ontwerp beperkt de toe te kennen rechten tot „instellingen, stichtingen of rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen". Daardoor erkent hij zelf de onjuistheid van zijn bewering, dat de vrijheid van hooger onderwijs slechts in naam en niet in werkelijkheid bestaat, als de gelijkheid van rechten wordt onthouden. Hij wil die onthouden aan anderen dan erkende vereenigiDgen en toont daardoor dat zijn grondslag zijn redeneering uit de „vrijheid" onhoudbaar is. „Waarborgen" zijn noodig, ook volgens zijn stelsel en daarvan hangt de aanneembaar heid van het ontwerp inderdaad af. Het biedt echter geen voldoende waarborgen noch voor de leervrijheid der docenten aan de bijzondere universiteiten, noch voor de volledigheid van het onderwijs dat daar zal worden gegeven. Wat het laatste betreft blijkt dit zonneklaar uit de bepaliDg, dat zulk een bijzondere universiteit eerst over 25 jaren vier faculteiten en over 50 jaar vijf moet bezitten! De minister herhaalt hieromtrent slechts wat hij al in de Tweede Kamer heeft aan gevoerd en daar èn door de geheele linkerzijde èn door dr. De Visser als ten eenenmale on voldoende werd beschouwd. Deze ernstige gebreken, het gemis van zoo gewichtige waarborgen verklaart ten volle, waarom „zeer vele leden" der Eerste Kamer, dat is de meerderheid, „onoverkomelijke" bezwaren hebben tegen de voorgedragen regeling en slechts hun plicht betrachten wanneer zij haar verwerpen. Gemengd Nieuws. Een treurig ongeluk gebeurde op den Sloterweg te Haarlemmermeerde groenten- koopman J. Hoogenbirk, met kar en paard naar zijn land rijdende, had het ongeluk dat zijo paard op hol sloeg, waardoor hij van de kar viel. Een ijzeren pen, die in zijn zak zat, drong hem daarbij zoodanig in h6t onderlijf, dat de man doodbloedde. De man laat een talrijk gezin vrouw en 7 kinderen onver zorgd achter. De petroleumbrand te Palembang. Van iemand, dezer dagen uit Palembang aangekomen, verneemt men, dat de petro- leum-maatschappij Moeara Eoim niets slechts den brand te Pladjoe heeft te betreuren, maar dat zij door een dubbele ramp getroffen werd. Door een onbekende oorzaak vloog eerst een boorinstallatie te Bandjarsari in brand. Terwijl de vertegenwoordiger, telefonisch gewaarschuwd daarheen op weg was, brak de brand uit, in een der tanks te Pladjoe. Op Bandjarsari verloren de heer Pijzel en eenige Chineezen het levenéén der laatsten vond boven op den boorbok staande, een vreeselijken dood. Op Pladjoe schijnt de brand ontstaan te zijn door het onvoorzichtige omgaan met vuur bij een lekkende tank; een Cbiuees zou de sohuldige zijo. Bij het reddingswerk viel een Chinees in een tank met brandende olie; het eenige wat men van hem terug vond, was zijn gebit. Gelijk bekend, vond ook de heer Hillebrand op Pladjoe den dood. De aanblik der gewonden, die bijna allen bezweken, moet vreoselgk zijn geweest: het vel hing hen bij lappen aan bet lijf; allen smeekten uit hun lijden verlost te worden. Een jonge Boerenheld. Het Eogelech parlementslid majoor Seely vertelde onlangs bet volgende uit zijn ervaringen in den Zuid-Afrikaanschen oorlog: Mg werd gevraagd, eenige vrijwilligers te zoeken om te trachten op een twintig mijlen afgelegen plaats een commandant gevaDgen te nemen. Ik kreeg zonder moeite de noodige manschappen en giog met hen er op uit. Het was een gevaarlijke onderneming, maar wij kwamen veilig ter plaatse. Nog zie ik de plaats, het dal en de hofsteden, nog boor ik het gekletter der paardenhoeven. De Bóeren-generaal was eohter verdwenen. Waar was bij heengegaan? Wij liepen kans zelf gevangen te worden genomen in plaats van hem met ons mee te voeren. Wij reden naar de boerderij en vonden daar een aardigen knaap met eenige yeomen. Ik vroeg den jongen of de commandant daar geweest was en verrast antwoordde bij in zijn taalJa. Waarheen ie hij gegaaD? vroeg ik. De knaap werd achter dochtig en zeideIk weet het niet. Ik besloot toen, vervolgde majoor Seely, iets te doen dat mij, naar ik hoop, vergeven zal worden, omdat het leven mijner man schappen in gevaar verkeerde. Ik bedreigde den knaap met den dood als hij het verblijf van den generaal niet vertelde. Toen hij weigerde het te zeggen, liet ik hem tegen een muur plaatsen, zeggende dat ik hem zou laten doodschieten. Terzelfder tijd fluisterde ik mijn man schappen toeOm 's hemels wil, schiet niet. De knaap bleef weigeren, schoon ik bemerkte dat bij vast geloofde gefusileerd te worden. Ik commandeerde: Leg aanl En alle geweren werden op den weiger achtige gericht. Ik zeide tot hem: Nu, vóór ik het laatste bevel geef: in welke riohting is de generaal vertrokken Ik herinner mij levendig de uitdrukking van het gelaat van den knaap nog nooit had ik zoo'n uitdrukking gezien. Zijn gezicht veranderde geheel, terwijl bg daar voor mij stond. Zij a oogen drukten iets bovenmeoschelijks uit. Hij wierp zgn hoofd achterover en zeide kalm en vastberaden in hot Hollandsch: Ik zeg het u niet. Ik kon niet anders doen dan den knaap de hand drukken en onverriohterzake terug rijden, besloot de majoor. Ondertrouwd: A. BIJ DE VAATE B.Jz. Elkerzee, Ellemeet, P. DALEBOUT Ad. 1 Juli 1904. Heden overleed zaoht en kalm, na een smartelijk lijden, onze geliefde Zoon en Broeder Engel Slager, in den onderdom van 17 jaar en 10 maanden. St.-Annaland, 29 Juni 1904. Wed. JACOBUS SLAGER en Kinderen. Den 29sten Juni overleed na een lang durig, doch geduldig lijden, zacht en kalm, onze geliefde Echtgenoot, Vader, Behuwd- en Grootvader Anthonie Verspoor, in den ouderdom van 76 jaar en 7 maanden. Brüinisse, 29 Juni 1904. Wed. A. VERSPOOR—Hers J. VERSPOOR. J. VER8POORReijngoud. M. VER8POOR. J. VER8POOR-Witte. J. VERSPOOR. Ierseke. T. VERSPOORde Jonge. Algemeene kennisgeving. Voor de vele bewijzen van deelneming van familie en vrienden ontvangen, bij het herdenken, den 25 Jani 1.1., onzer 25-jarige Eohtvereenigiog, betuigen wij onzen oprech ten dank. Scherpenisse, 2 Juli 1904. G. VAN DER GRAAFF. J. N. VAN DER GRAAFF en Kinderen. Zij, die iets te vorderen hebben van - of verschuldigd zgn aan wijlen den heer J. L. LINDHOUT, in leven Wethouder te Oud Voseemeeren aldaar overleden den 26 Mei 1904, gelieven daarvan opgaaf of betaling te doen ten kantore van Notaris N VAN STEENBERGEN te Tholen, vóór 9 Juli aanstaande. Door het BESTUUR van het Waterschap ST.-ANNALAND zal, ter bestrijding der kosten wegens herstel der zeesluis een geldleening worden aangegaan van f 3000, in aau- deelen van f 250, te storten 1 Augustus 1904, tegen jaarlijksche aflossing. Aanbiedingen met opgave van de bedongen wordende rente, die 4 pCt. niet mag te boven gaan, worden ingewaobt bij den Dijkgraaf tot 11 Juli a.s. Het Bestuur voornoemd, A. J. BIERENS Jr., Dijkgraaf. J. POLDERMAN, Ontv.-Griffier. in tea verschillende smaken, k 30 en 35 oent per stelwaarmede men 4 flesschen uitmun tende zuivere Limonade bereiden kanbij C. J. KOKSTEN, Kraanplein.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1904 | | pagina 5