Kermis Stavenisse, Vlissingen, Middelburgen Rotterdam. ADVERTENTIE!!. Café-Chantant het nog niet ontvangen gedeelte van het subsidie worde verbeurd. Bovendien behoudt de provincio dan do beschikking over het nog Diet uitgekeerde gedeelte van het subsidie, indien de exploitatie van den dienst binnen do eerste twintig jaren, om welke reden ook, mooht worden gestaakt. Dezo voordoelen van het tot dusver gevolgde stelsel komen Gedep. Staten zóó belangrijk voor, dat zij de Prov. Staten niet kunnen raden ze prijs te geven voor het betrekke!jjk geringe financiösle belang, dat voor de provincie in eene betaling van het subsidie in één termijn is gelegen. Om de redenen, medegedeeld in het voorstel van 18 Maart jJ., meenen Gedep. Staten, dat ook voor dezen tramweg er in zou kunnen worden beruat, dat de dienstregeling en vraohttarievon voor personen en goederen niet aan onze goedkeuring onderworpen worden, indien de regoering zich die goed keuring mocht voorbehouden. Ten slotte achten zij het wenachelijk, ten einde herhaalde wijziging van Uw besluit te voorkomen, dat daarin wordt bepaald, dat het subsidie aan den Staat der Nederlanden zal worden uitbetaald, indien deze tot naastiDg van den tramweg mooht overgaan. Ook in Uwo vroegere besluiten tot subsidieeriDg van tramwegen komt zoodanige bepaling voor. Op grond van het voorgaande stellen Gedep. Staten voor te besluiten: I. to bepalen, dat de uitbetaling van het subsidie, bij hun besluit van 13 November 1903 no. 15 verleend voor den aanleg van een stoomtramweg van Brouwershaven naar Burgh, zal geschieden in twintig gelijke jaarlijksche termijnen, berekecd naar een rentevoet van 4 pCt., waarvan de eerste termijn vervalt eene maand na den aanvang der exploitatie en de volgende termijnen telkens een jaar later, behoudens dat in bet laatste jaar, waarover het subsidie loopt, 10 pCt. van het bedrag tot verhaal van mogelijke korting of boete wordt ingehouden en eerst na afloop vau het jaar wordt uit gekeerd II. er in te berusten, dat de dienstregeling en vrachttarieven voor personen en goederen niet aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten onderworpen worden, iudien de regoering zich die goedkeuring mocht voorbehouden; III. hun voornoemd besluit aan te vullen met de bepaling, dat het subsidie onder de gestelde voorwaarden aan den Staat der Nederlanden zal worden uitgekeerd, indien deze tot naasting van den tramweg mooht overgaan. Brieven uit Berlijn. (Van onzen Correspondent Gartenfest by den Rijkskanselier ter eere van het Internationale Vrouwencongres. Berlijn, 16 Jnni 1904. „Grafin von Bülow und Grafin von Posadowsky bitten Herrn K. den Nachmittag des 13 Juni in ihren Garten zubriogen zu wollen" luidde de uituoodiging, welke ik ont ving voor de garden-partij, gearrangeerd ter eere van het vrouwencongres door de echt- genooten van den Rijkskanselier, graaf Bulow en den staatssekretar des Innern (Rijksminister van Binnenlandsche Zaken) graaf Posadowsky- Wehner. Evenals in Parijs resideeren ook hier de ministers van den Pruissisehen Staat, respec tievelijk van het Duitsche rijk, in hunnè ministeries. Alleen graaf Bülow maakt een uitzondering, die in een afzonderlijk paleis, zoo vele jaren door zijn beroemden voorganger vorst Bismarck bewoond, verblijf houdt. Naar het deftige Rijkskanseliers-paleis aau de Wilhelmstrasse met een door twee zijvleugels ingesloten voorplein, ligt het uitgestrekte, ouderwetsche gebouw van het Auswiirtiee Amt (Rijksministerie van Buitenlandsche Zaken), vervolgens het Reichsamt des Innern (Rijks ministerie voor Binnenlandsche Zaken) bewoond door graaf Posadowsky, en een verder aantal ministeries en paleizen. Parallel met de Wilhelmstrasse, aan den rand van den Tiergarten, loopt de Königgratzerstrasse tot aan de Brandenburger Poort. Tusschen deze twee straten strekken zich nu achter de paleizen heerlijke parken uit, behoorende tot de ministeries en paleizen der Wilhelmstrasse, met lommerrijk zwaar hout en prachtig onder houden gazons, over de geheele diepte der Vos8-stra8se (waarin ons gezantschap gevestigd is), en welke indertijd werd aangelegd op het parkterreiu van het afgebroken paleis van gravin Voss, de grootmeesteres van koniDgin Luise. Onderling staan de parken door poorten met elkaar in verbinding. Dat zich deze uitgestrekte tuinen, waar geen geraas van de wereldstad doordringt, in het centrum der stad vlak bij den Potsdamer Platz gelegen, en toch zoo geheel afgescheiden van de roezemoezige, drukke wereld rondom, bij uitstek voor officieele ontvangsten „im grossen style" leenen, laat zich begrijpen, vooral, wanneer het weer zoo bij uitstek raeêwerkt als dezer dagen, nu men naar koele schaduw onder hooge boomen en geklater van fonteinen snakt. De ruime vestibule van het niet diepe dooh zeer breede Knnselierspaleis voert met groote tuindeuren direkt naar het daarachter gelegen park. Hier was kort na vijf uur een groot gezelschap bijeen, naar mijn schatting een 300 a 400 dames en slechts enkele heeren. Uit de verte klook vroolijke muziek door het park, uitgevoerd door een militaire kapel op het gazon onder de hooge boomen. In het 'ras, dicht bij het ruime voorplein tusschen Valeis en park klaterde de waterstraal van en fonteintje droomerig in het bekken, dat iet met asphalt was bekleed, doch den indruk ïaakte, alsof het langs natuurlijken weg oor een inzinking van het gazon ontstond. In dichte groepen stond het gezelschap bijeen, doch al spoedig verspreidde men zich meer. De groepen lostten zich op in kleinere groepjes, wa^yvan sommige een onderzoekings tocht ondernamen door de lommerrijke lanen, naast één waarvan dicht bij den rand van het gazon een steen de plek aanwijst, waar de „Reichshund" Tiras, de dog vau vorst Bismarck begraven werd, terwijl anderen zich in de omgeving van gastheer en gastvrouw ophielden, die zich voortdurend nu met deze dan met gene onderhielden. Ik zal me maar niet wagen aan een beschrijving der „duftige", lichte wandel toiletten der aanwezige gasten. Op dit gebied, waar zooveel voetangels en klemmen liggen, zijn de flaters voor een leek als 't ware „voor 't grijpen". Ik zag zeer veel smaakvolle toiletten. Reformtoiletten wareD, zooals op een vrouwencongres niet anders te verwachten is, vrij wel in de meerderheid. Bijna zonder uitzondering waren de Duitsche dames in „reform" verschenen. De bekentenis moet me echter van het hart, dat de tijd nog ver in het verschiet moge liggen, waarin het weinig individueele „reform"-toilet uitsluitend het veld veroverd zal hebben. De gastvrouw, gravin von Bülow, geboortig uit het zonnige land „wo die Citronen bliihen", een dame met een interessant gelaat en leven dige bewegingendroeg een crème, kleurig sleepend kleed van eleganten snit, witkanten parasolop het donkere haar een lichte met bloemen bezette hoed, waarvan een zacht- blauwe Amerikaansche voile afhing. In een gemakkelijke riet-fauteuil gezeten links van den ingang, voor de wijd geopende tuindeuren van den grooten muzieksalon met de levens- groote portretten van koning Umberto en koning Victor Immanuel III van Italië, hield de gastvrouw cerole. Hier werd ik door mevrouw Van Tets vau Goudriaan aan gravin v. Bülow voorgesteld. Tegen de lichte toiletten van het groot aantal dames 9taken de //Ueberröcke" (gekleede jas) en hooge hoeden der 10 15 aanwezige heeren scherp af. De gastheer, graaf Bülow, had wijselijk met het smoorwarme weer rekening gehouden, welk voorbeeld ik den volgenden dag bij een ontvangst in den prachtigen tuin van het Pestalozzi-Fröbelhaus zoo vrij ben geweest na te volgen, en droeg een wandelkostuum en paDama-boed. De Rijkskanselier, een goede vijftiger, met klare grijze oogen, grijs gemêleerd haar, korten snor en innemende trekken, is van een rijzige gestalte. Men kan het hem aanzien, dat de drukke bezigheden van den zwaren verant woordelijken post haar sporen hebben achter gelaten op het intelligente gelaat. Geruimen tijd wandelde zijne excellentie in het middelpad op en neer met gravin Brockdorf, groot meesteres der keizerin, die waarschijnlijk aan wezig was deels om H. M. te vertegenwoordigen, deels om zich zorgvuldig te laten inlichten omtrent de bestuursdames van het congres en de presidenten der nationale raden (voor Holland mevrouw Van DorpVerdam), die den volgenden dag door de keizerin in bizondere audiëntie zouden worden ontvangen. (Bij deze audiëntie informeerde H. M. in het onderhoud met mevr. Van Dorp met veel belangstelling naar de universiteitsstudie der vrouw in Holland, waarvoor zij zeide zich zeer te interesseeren. Mevrouw van Dorp antwoordde, dat de vrouwen in Holland niet aan afzonderlijke universiteiten studeeren, maar tegelijk met de mannen, en dat noch van de zijde der professoren, noch van de zijde der studenten ooit de minste moeilijkheid gemaakt werd en zich geenerlei bezwaar voordeed). „Als gravin Brockdorf met Zijne Excel lentie spreekt, trek ik me altijd dadelijk terug, want dan kan ik er op gaan, dat dienstzaken behandeld worden" zegt de persoonlijke adjudant van den Rijkskanselier, luitenant Van Sehwarzkoppen, lachend tot me, die mij bij mijn komst in het park dadelijk tegemoet kwam en vroeg of ik aan graaf Bülow wenschte te worden voorgesteld, waarop ik natuurlijk bevestigend antwoordde. Later in den namiddag had ik deze eer, gelijktijdig met mejuffrouw Mr. van Dorp uit Den Haag, die evenals hare moeder en vele andere Hollandsche gedele geerden aan de uitnoodiging had gevolg gegeven. Terwijl verscheidene gasten zich aan de buiten opgeslagen lange bufletten, waar lakeien hanteerden, verkwikten met een kop thee of allerlei koele dranken en vruchten, maakten andere van de gelegenheid gebruik om het interessante historische paleis in oogenschouw te nemen, dat geheel voor de bezoeksters openstond. Een levendig va-et-vientj van ruischende rokken en ritselende japons dientengevolge in de verschillende salons en zalen gelijkvloers en op de eerste verdieping. Behalve de muziek salon met geel damast meubelen trof mij beneden vooral een groot salon in oud-Holland- schen stijl. Boven was mijn eerste gang naar de werkkamer van Bismarck, gelegen aan de zijde der Wilhelmstrasse, met de eenvoudige lange schrijftafel met toebehooren, waaraan de „IJzeren Kanselier" placht te werken. Daar naast, in het midden van het gebouw, en over zijn geheele breedte, met hooge vensters zoowel naar de straatzijde als naar de parkzijde, de zoogenaamde Kongreszaal, waar ia 1878 het bekende internationaal-politieke „Berliner Kongre8s" onder voorzitterschap van den IJzeren Kanselier werd gehouden, in die dagen en nog ruim 10 jaren daarna, de machtigste staatsman der wereld. Van de verschillende behaaglijke en met veel smaak gemeubelde salons der eerste verdieping trof me bizonder de grootste, geheel in rood, een prachtig, vorstelijk interieur over de geheele breedte van het gebouw, met een ruime aansluitende serre, uitkomende op een breed „Altau", het platte dak met steenen balustrade van een vooruitstekend gedeelte gelijkvloers. Over gebrek aau belangstelling, aan courtoisie, aan gastvrijheid van de toongevende kringen van Berlijn hebben de van alle oorden der beschaafde wereld opgekomen vertegenwoor digsters der verlichte vrouwen waarlijk geen klagen. Naar ik van de Hollaudsche dames hoor, is men dan ook op dit punt zeer voldaan. Onmiddellijke, „greifbare" gevolgen zal het congres wel is waar niet hebben, adres daags te voren aan het besluit der regeering, welke een door den Rijksdag in tweede lezing aan genomen amendement op het wetsontwerp betreffende de „Kaufmannsgerichte" tot het verleenen van aktief en passief kiesrecht voor deze speciale rechtbanken aau de vrouwelijke handelsbedienden, onaannemelijk verklaarde. Doch indirekt zal het ongetwijfeld veel goeds uitwerken. „Een druppel holt een steen uit". K. Gemengd Nieuws. L.l. Maandag wandelde een dienstmeisje uit Aken met oen kinderwagentje langs de Vaaleerstraat. Het wichtje van eonigo maanden lag er stil en rustig in. Toen bot meisje zich eens wilde overtuigen of de kleine nog goed in de kuesens lag, bemerkte ze tot haar schrik, dat het arme wichtje gestorven was en zij dus een lijk in het wagentje voer. Aan wachoop ten prooi werd zij met hot doodo wichtje door een paar voorbijgangers naar do woning baars meesters gebracht. Men kan zich de droefheid der ouders voorstellen, toen deze hun wichtje voor een paar uur nog gezond en frisch, nu als lijkje thuis kregon. Door zekeren C. te L^xmond is Y. wonende in de buurt nelsdiogen (gemeeiit9 Yianen) een 12-tal woeden toegebracht, o. a. het grootste gedeclto van den neus hing aan een velletje. Y. is naar het ziekenhuis te Utrecht gebraoht. C. kwam namelijk to veel io het huis van V., wat V. wilde verhinderen en waardoor twist ontstond en bij ernstige wonden bekwam. De moord te Berlijn. Ia verband met deze geruchtmakende zaak wordt gemeld, dat bij P.ötsensee deelen van een lijk zijn gevonden, hoofd, armon enzdie door do ouders der kleioo Lucie Berlin zijn herkend als te behooren tot hst lichaam van hun kind. Do deelen zijn oogeuecbijnlijk niet met een scherp instrument, ook r.i< t met groote zorg en geoefendheid vau het lichaam afgesneden, maar met geweld omgedraaid en afgebroken. Boven- en benedenarm vau eiken arm zijn met een touw vastgebondeude eene arm is naakt, de andere met een mouw omkleed. De gelaatsuitdrukking van het kleine kopje is kalm, niet door schrik of smart verwrongen. Bij doze overblijfselen lag een stuk kranten papier, waarin de deelen vermoedelijk ge wikkeld waren geweest. Het is thans gelukt, zoo wordt uit de »bcsto bron" gemeld, den waren moordenaar te grijpen. Hij heet Berger en werd door den commissaris der crimineele politie, Woymann, gevangengenomen. Ia welk opzicht do zich nog in arrest bevindende Lenz mot den gearresteerden moordenaar io betrekking stond, is nog niet vastgesteld. De crimineele politie laat hierover voorloopig nog niets uit. TEhüfiKiSflüK. Middelburg, 22 Juni. De gemeenteraad benoemde heden tot Gemeente-Secretaris Mr. G. J. Sprenger met 12 stemmen. Do andere candidaat verkreeg 4 stemmen. BOEKBESCHOUWING. DE HERVORMDE GEMEENTE VAN SAS VAN GENT. historische bijdrage door Fred. Caland, met 2 afbeeldingen; Den Haag en Sas-van-Gent, 1904, 222 blz. Gedrukt voor rekening van den schrijver. Op het gebied van plaatsbeschrijving heeft ons land een rijken voorraad geschriften aan te wijzen van zeer verschillend gehalte. De waarde dezer pennevruchten wordt bepaald door het al of niet gebruikt ziju der geschied- bronneu. Nu is brounenstudiealtijd een moeielijk en tijdroovend werk geweest eu het is licht te begrijpen, dat de meeste gewest- en plaats beschrijvers het veel gemakkelijker hebben gevonden na te schrijven, dan zelf de archieven te doorvorschen. Aan meest letterlijk nadrukken hebben we o. a. den dikken foliant van Smalle- gango's Zeeuwsche Kroniek te danken, een boek, dat daarom alleen wegens de fraaie platen waarde heeft. Met enkele gunstige uitzonderingen, kan men zeggen, dat voorheen bij het samenstellen van plaatsbeschrijvingen de vermelding van overleveringen veel bladzijden in beslag nam, ofschoon meestal toen nog de stukken voor handen waren, waaruit de waarheid te kennen was. Mocht het opdisschen van gewoonlijk roman tisch gekleurde overleveringen den opper- vlakkigen lezer het meest aantrekken, aan de meer ontwikkelden voldeed dat mengsel van waarheid en verdichting niet. Ze begeerden de bronnen der historie te kennen. Uit die behoefte ontstonden o. a. de folianten van het Groot-Placcaatboek door Cau en Scheltus en het Groot-Charterboek van Van Mieris. Plaatsbeschrijvingen van Zeeland, op bronnen studie gegrondhadden we in de 19e eeuw vooral te danken aan mannen als Van Dale, Van der Baan, Winkelman, Kesteloo, Janssen, Dreeselhuis, Piccardt en Hollestelle, terwijl ook op het weinig minder omvattend terrein der kerkelijke gemeente-historie met eere de meeste dier namen genoemd kunnen worden. Vooral Joost van der Baan was voor Zeeland de groote man en als gelukkig navolger treedt de heer Frederik Caland, oud-commies bij het Rijks-Archief te 's-Gravenhage, met zijne „Hervormde Gemeente van Sas van Gent" in diens voetstappen. We hebben dit geheel op bronnenstudie berustend boek doorgelezen en kunneo daarom den belangstellenden terstond verzekeren, dat het meer bevat, dan de titel belooft. Men vindt er in een historisch verhaal van het ontstaan en de lotgevallen der Hervormde Gemeente van Sas van Gent van het tijdstip af, waarop Prins Frederik Hendrik deze stad en grensvesting veroverde (4 September 1644), tot op 23 December 1817; voorts levens berichten van de 32 predikanten, die de gemeente achtereenvolgens van 1645 tot 1904 hebben bediend, samengesteld uit de archieveD, voor zoover die bewaard zijn gebleven, en uit andere bronnen, gelijk ook van de school meesters, die de betrekking van voorlezer, voorzanger en koster gelijkelijk bekleedden, benevens een aantal geschiedkundige bijzonder heden over de jaren 1644—1817, betreffende het bestuur en de stichting der kerk (1648), hare verwoesting door het bombardement der Franschen in 1747, haar wederopbouw, de kortstondige onttrekking der kerk aan de gemeente gedurende deFranscheoverheersching, hare teruggave, den algcheelen ondergang van dat sierlijk en kolossaal gebouw door den noodlottigen brand van 3 Juli 1896 en eindelijk den opbouw van een nieuwe veel kleinere kerk. In den tekst zelf, zoowel als in de aan- teekeningen aan den voet der bladzijden en in een zevental belangrijke bijlageD, heeft de schrijver, die eenige jaren in Sas van Gent doorbracht, waar dit te pas kwam, ook een stuk geschiedenis van het stedeke en zijn omstreken behandeld. Zoo vindt de lezer een verhaal van het ontstaan en van den naams- oorsproDg der eenmaal zoo sterke en belang rijke vesting Sas van Gent, welke dagteekent van omstreeks 1547, toen op 26 Mei van dat jaar Keizer Karei V, als Graaf van Vlaanderen, oktrooi verleende om een kanaal te graven van Gent naar zee, welk kanaal sedert 1827 is doorgetrokken tot de Hont of Westerschelde rondom Terneuzen, waar thans nog, evenals te Sas van Gent zelf, door de stad Gent belangrijke waterwerken worden aangelegd, om de tegenwoordige zeekasteeleu in staat te stellen tot in hare dokken door te varen. Io de bijlagen zijn bovendien nog opgenomen voor zooveel de schrijver heeft kunnen nagaan, een lijst der ouderlingen en diakenen der Hollandsche- en Fransche gemeente; eene bijdrage tot de geschiedenis van de sedert 1705 ontstane [Roomsch-Katholieke Gemeente en de pastoors, die deze achtereenvolgens tot op heden hebben bediend; een lijst van de zeven predikanten, die van de stichting af (1654) tot haar opheffing toe (1793) bij de Waalsche- of Fransche gemeente hebben gestaan, en eindelijk een lijst van de 20 predikanten, die werkzaam zijn geweest bij de Hervormde Gemeente van het naburige Filippine (16341815), vroeger evenals Sas van Gent, eene belangrijke grensvesting en welke twee gemeenten sedert 1815 onder één predikant zijn vereenigd. Dit uit den aard der zaak zeer vluchtig overzicht van den inhoud, toont genoegzaam welk een tal van wetenswaardigheden, in zonderheid op het gebied van kerkgeschiedenis, dit geschrift behelst, waarom het ontegen zeggelijk ook eene belangrijke bijdrage tot de historie van Staats-Vlaanderen, waarvan zoo weinig is geboekstaafd, kan genoemd worden. Het werk, waaraan de predikant van Sas van Gent een belangstellend „Voorwoord" heeft toegevoegd en dat door den schrijver voor eigen, rekening is uitgegeven, is gedrukt in royaal ootavo formaat op best papier, met duidelijke letter en voorzien van een blad wijzer op de familienamen, en van twee platen, voorstellende eene afbeelding der afgebrande kerk en een gezicht op de vesting Sas van Gent (1658—1747). Met den schrijver van het „Voorwoord" zeggen wij, dat de heer Caland zich door deze „historische bijdrage" de dankbaarheid ver worven heeft van velen, die nog gehecht zijn aan hunne oude gemeente en dat dit boek moge vinden vele en belangstellende lezers, daar het geschrift het dubbel waard is! HiBKTBEBlOHTKN. Gorinchem. 20 JuDi. Op do veemarkt van hedon waren aangevoerd 88 runderen, 9 nuchtere kalveren, 1 schaap, 53 lammeren, 32 vatte varkens en 349 biggen. Ofschoon belangrijk minder aanvoer, werd kalfvee merkelijk lager omgezet. Melkkoeien vast. Jong veo stag. Biggen lager. Handel in alle soorten matig. Men besteedde voor Zware kalf koeien f 190 k f 240, melk koeien f 160 a f 220, kalfvaarzen f 140 k f 170, guiste vaarzen f 100 k f 140, pinken f 30 a f 70graskalveren f 20 k f 35 nuchtere kalveren f 6 f 14, vette varkens 17 k 20 ct. por K.G., biggen f 4 k f 9, schapen f 10 a f 12, lammeren f 9 k t 15. Rotterdam, 21 Juni. Op de veemarkt waren aangevoerd 23 paarden, 861 msgere en 654 vette runderen, 233 vette, 19G nuchtere kalveren, 433 varkens, 124 biggen. Koeien en ossen 25 tot 37 ct., stieren 24 tot 30 et., kalveren 35 tot 45 et., varkens 17 22 ct. per kilo. Melkkoeien f 105 k f 260 kalf koeien f 160 a f 275, stieren f 05 k f 180, vaarzen f 70 k f 150, alles mager vee biggen f 6 a f 9, paarden f 50 A f 105. Nuchtere kalveren, fok- f 14 k f 20, slacht- f7 a f 12. De handel in vet vee was buiten ver wachting zeer traag. De buitenslagers Bobijnen van lieverlede thuis hun benoodigd slachtvee te koopendan is spoedig de aanvoer grooter dan de vraag. Alles zal wel niet opgeruimd worden. De puikste spoeliogkoeien werden nog 1 k 2 ct. boven notooring verkocht. In vette kalveren 2e kwaliteit was de handel slecht. Met stieren ging de verkoop zeer laDgzaam tot ternggaaiide prijzen. Doordat voor het buitenland niet werd aangekocht, was de handel op de magere markt van weinig beteekenis. Met bestemming voor de exportslaohterij te Nieuwerkerk aan don IJsel, Oach of VliB8ingen, werden Maandag geleverd 130 en te Leerdam 24 varkens, tegen 16 16i cent per half K.G. ZIERIKZEE. TUD VAN HOOGWATER EN VAN LAAOWATER. Juni. Maans- ouderdom. H. W. L. W. u. m. u. m. 22. 23. 24. 25. 26. Z. 27. M. 28. 29. 10 11 12 13 14 8.43 n. 10 17 voorm. nam. voorm. nam. voorm. nam. voorm. nam. voorm. nam. voorm. nam. voorm. nam. voorm. nam. 9 39 10. 2 10.49 11.14 0. 0 0.25. 1. 3 1.26 2. 0 2.18 2.47 3. 6 3.29 3.48 4. 8 2.50 3.29 4. 5 4.39 5.10 5.42 6. 9 6.41 7. 2 7.30 7.49 8.14 8.31 8.55 9. 6 9.37 Zeetijdingen Zlerikzee. INGEKLAARD: 19 Juni. De barge aFlower of Essex", kapt. J. Palmer, met diverse goederen van Londen naar Pruisen. STOOHBOOTDIENST Jnni. Van Vlissingeu naar Rotterdam. Van Middelburg naar Rotterdam. Van Rotterdam naar Middelburg en Vlissingen. A msterdamsoh e tijd. Dond. 23 Vrijdag 24 Zaterd. 25 Maand. 27 Dinsdag 28 Woens. 29 's m. 7,30 7,30 7.30 7,30 7,30 'sm. 8,45 8,45 8 45 s 8,45 8,45 'sm. 9,45 9,45 9,45 9,45 9,45 9 45 Getrouwd JAN JACOB QÜI8T, geb. te Zonnemaire, en MAARTJE GRINWI8. Paterson, (N.-Y. N.-Amerika), 22 Juni 1904. Algemeene kennisgeving aan familievrienden en bekenden. Geboren PIETER ADRIAAN Zoon van P. M. v. d. BROECKE en M. v. d. BROECKEVerplanke. Zierikzee, 20 Juni 1904. Voorspoedig bevallen van een wel geschapen Dochter, N. J. JONKER—Fasol. Renesse, 21 Jnni 1904. Voor de vele blijken van belangstelling, ondervonden tijdens de ziekte en na het overlijden van onzen geliefden Zoon, Broeder en Behuwdbroeder, betuigen wij onzen harte- lijken dank. Zierikzee, 22 Juni 1904. Uit aller naam, JAC. BERREVOET8. Voor de vele blijken van belangstelling, ontvangen bij bet overlijden van onzen geliefden eenigen Zoon en Verloofde CORNELI8, betuigen wij onzen hartelijken dank. Zierikzee, 22 Jnni 1904. J. KOPPENS. C. KOPPENS-KRUGER. CHR. E. JUMELET. CORNELIS DE RUITER van Bruinisse, Kunnen wij bepaald niet rais«en 1 lederen dag vent hjj met de krant, En brengt verschillend nieuws in 'tland, »De Kleine Courant", iHet Vliegend Blad", Brengt hij voor een cent of wat. Maar, lezer, hoort I En zegt het voort: 23 Juni is het 30 jaar geleden, Dat hy in den echt mocht treden, Waarmee wij hem wenschen, En wij weten, dat zullen alle menschen, Ilarteiyk geluk, en wij hopen, Dat hy nog lang met de krant mag loopen en veel verkoopen. ZIJN VRIENDEN. Zij, die wenschen deel te nemen Ran den reeds geannonceerden OPTOCHT van met levende bloemen versierde fietsen, sportkarren en kinderwagens ter golegenhcid van het FESTIVAL op 7 Juli a a., kunnen zioh tot en met 2 Juli aanmelden bij de heeren C. W. BAL op den Dam, J. J. HONIG in de Poststraat en J. A. M. VERTON aan de Mol. in het „Hotel YAN DALEN", avond* 8 uur.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1904 | | pagina 3