ZIËRIKZËESCHE
NIEUWSBODE.
Zaterdag 21 Mei 1004.
(25 ierilxzeesclie
C o vi r a n t).
Tweede Blad
NiEUVSrSTBJDIIIGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per poet
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
60ste JAARGANG. No. 8004.
Directeur ar. DE L.OOZK,
A. FRANKEL.
Redacteuren:
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuwe.
AdvertentiënTail 1—3 regels 30 Cta.
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
2 ore bezorgd worden.
Groots letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. Fkünkki,, Meelstraat 386, Zierikzee.
Rusland—Japan.
Chifoe, 18 Mei. Maandag hadden de
Japanners een samentreffen met het Russische
garnizoen te Kaïchau bij de kust, 23 mijlen
ten zuiden van Nioetschwang. De Russen
werden verdreven. Plakkaten werden uitge
vaardigd, geteekeDd door den chef van den
staf van het Japansche leger bij Nioetschwang
en in de omgeving geposteerd, waarbjj de
Chineezen werden aangemaand de orde te
bewaren en te zorgen voor provisie en ver
voermiddelen, waarvoor de Japanners de volle
waarde zouden betalen. De kleine Russische
bezetting, die by Nioetschwang was achter
gebleven, trok zich sdoI terug by de nadering
van den vijand. Een quantiteit wol en olie
is aan boord van de kanonneerboot nSivoetch"
gebracht om bet schip te verbranden.
Tokio, 18 Mei. Het tweede leger heeft
den spoorweg ten noorden van Port-Arthur
op vijf plaatsen vernield in den tijd tusschen
5 en 17 Mei. De Japanners verloren 146 man.
Petersburg, 19 Mei. Generaal Sakharof
seint aan den generalen staf: In den ochtend
van 17 dezer trokken de Japansche voor
posten, die op den grooton naar Liao-jang
voerenden weg bij Thoementsy stonden, op
den Tansalin-pas terug. De Japanners ont
ruimden hierop ook Seloetchanzij trokken
naar Peng-hoang-cheng. In de omgeving van
deze plaats wierpen de Japanners verschan
singen op. Gebleken is, dat de Japansohe
afdeeling, die vroeger het dorp Sithoechinda,
15 werst ten noord-oosten van Toekoechan,
bezette, zich daar niet meer bevindt. Takoe-
chan is eveneens door de Japanners ontruimd.
Kleine afdeelingen trekken in Chondoechan
en Loeanmico langs den linkeroever van de
Fapangho en in Salidsaipoedsa, terwijl kleine
Japansche patrouilles in de omgeving van
Sioejen zijn gezien.
Azië.
Uit Tokio wordt bericht, dat de mikado
het eeuwenoude gebruik van »hara-kiri" zou
hebben afgeschaft.
De keizer was pijnlijk getroffen door het
groote aantal Japanneezen, die ziob sinds
het uitbreken der vijandelijkheden door »hara-
kiri" of buik-openen het leven beuamen. Om
nu een eind te maken aan dat misplaatste
bewijs van moed en eerzucht zou de mikado
eerlang iu een legerorder de toepaseing van
dit gebruik verbieden en verklaren, dat men,
niet slechts wanneer de omstandigheden zulks
vereischen, voor het vaderland moet kunnen
sterven, maar wanneer de omstandigheden
het gedoogen, ook voor het vaderland moet
weten te leven.
Het zou, naar men weet, niet de eerste
maal zijn, dat de zeden dus plotseling ver
anderd werden op hoog bevel.
Italië.
Rome17 Mei. De erfgroothertogin-
weduwe van Saksen-Weimar, die hedenmiddag
om 2 uur 50 van hier naar Venetië vertrok,
is nabij het station Orte plotseling overleden.
(Erfgroothertogin Paulina van Saksen-
Weimar, geboren in 1852, huwde in 1873
met Karel-August, erfgroothertog van Saksen-
Weimar, die in 1894 overleed).
Zwitserland.
In de te Bazel verschijnende Vorwarts doet
eene vrouw het voorstel, de kieswet in dit
land zóódanig in te richten, dat onverschillige
mannen bij de stembus door hunne vrouwen
vertegenwoordigd kunnen worden.
Oostenrijk.
Dinsdagmorgen is tusschen de stations
Brohl en Niederbreisig de express-trein
WeenenOstende ontspoord ten gevolge van
een ijzeren staaf, welke waarschijnlijk met
boos opzet op de rails gelegd werd. De
locomotief zakte mot de beide voorassen in
den grond. Persoonlijke ongelukken kwamen
niet voor. De weg was al spoedig weer vrij
gemaakt.
Rusland.
Petersburg, 18 Mei. De czaar richtte
gisteren, na bezichtiging van de artillerie-
afdeelingen te Bjelgorod, een aanspraak tot
de troepen, waarin by de hoop uitsprak, dat
zij in den strijd met den sterken, dapperen
tegenstander den roem en de eer van Rusland
zouden hoog houden. Te Charkof inspecteerde
de czaar het 121e Pensasche, het 12e Tam-
bowsche infanterie-regiment, het le Oren-
bargsche Kozakkenregiment en den trein van
het 10e legerkorps. Hij herinnerde aan de
vroegere verdiensten van deze regimenten en
uitte de hoop, dat zy zich den vroeger ver
worven krijgsroem waardig zouden maken.
Om 4 uur des middags reisde de ozaar verder
naar KromeDtschug. Voor het Mantsjoerijsche
leger zal een Siberische luchtscheepvaart
compagnie gevormd worden.
Engeland»
Dezer dagen is te Invershire in Suther-
landshire (Schotland) vermoedelijk een kind
door een adelaar ontvoerd. Men heeft het
lijkje teruggevonden op een berg; het droeg
wonden van eene soort, welke dadelijk aan
de aanvallen van een roofvogel deden denken
en in de handjes waren plokjes arendsveeren
Sommigen twijfelen niettemin aan de waar
heid van het verhaal en achten wel de
lammergieren van Tirol of de Donau-vorsten-
dommen tot zulke krachtstukken in staat,
maar niet de Schotsche arend. Daar er een
ambtelijk onderzoek naar de oorzaak van den
dood der kleine wordt ingesteld, zal er
ongetwijfeld op dit punt weldra zekerheid
worden verschaft aan de velen, die er zich
ginds voor interesseeren.
In het bosch van Heinault, gelegen in
het gebied van den LondenBchen graafschaps-
raad, huist sedert 21 jaar een 70-jarige
zonderling, dr. William Bell geheeten. In het
dichtst van het bosch, waar de wandelaars
hem niet vinden, houdt hij verblijf. Hij voedt
zich meest met groenten, welke hij daar
teelt, 's Winters haakt hij zich een tent van
zakken, welke hy over lage takken uitspreidt.
Maar zomers leeft by geheel in de open lucht.
Onlangs zeide hij aan een verslaggever,
die hem in zijn schuilhoek ontdekt had, dat
bij 83 jaar zou worden en in zijn bosch
sterven, maar het zal niet zoo mogen zijn.
De graafschapsraad toch, wilde den kluizenaar
uit het bosch hebben, en de reohter heeft
hem bevolen, heen te gaan. En hy bad den
graafschapsraad ook nog een shilling te betalen
als vergoeding voor schade aan land en boomen.
Dr. William Bell moet dus nu naar de
beschaving terug.
De OoBtenrijksche troonopvolger, die
thans te Londen vertoeft, werd dezer dagen
op eene pleizierboot door een rechercheur
aangehouden, die in hem een Oostenryksch
vluchteling meende te herkennen.
Op de vraag om zijne papieren te toonen
antwoordde de prins eerst niet, maar toen
de politie-beambte aanhield, zeide hijnik
ben de Oosten rij ksche troonopvolger". Jawel,
dat kan ieder zeggen meende de recher
cheur. De tueschenkomst van den Italiaanschen
consul voorkwam echter, dat de prins naar
het politie-bureau werd gebracht.
Frankrijk.
Door de Parysche Matin wordt groot ophef
gemaakt van eece spionage-zaak, welke het
blad zegt te hebben ontdekt. Zijn Londensche
correspondent zou door zekeren Pragola Pietro
te weten zijn gekomen, dat de plannen van
85 forten en batterijen aan de Fransohe kust
gestolen zijn en aan de Duitsche regeering
uitgeleverd door een Italiaansch spion Golio
en een Franschman, Mefqui geheeten. Do
plannen bevoiiden zich in bauden van Pietro
en waren orgineelen of kopieën. De Fransche
militaire attaché te Londen zou hebben gezegd,
dat zy authentiek waren en de ontdekking
heet groote sensatie te hebben gewekt.
Pietro zou de plannen gevonden hebben in
de koffers van de twee vreemdelingen, die
hij te Londen rondleidde!
Zondag heeft op de wielerbaan te
Marseille, in een wedstrijd op 20 kilometer
met motorgangmaking, de renner Oregia, die
in een bocht gevallen was, een zware motor
fiets over zich heen gekregen. Hij ia kort
daarna overleden.
Spoorweg op de eilanden in
Zuid-Holland.
In verband met dezen ontworpen spoorweg
zijn wetsontwerpen bij de Tweede Kamer
ingediend
1°. tot onteigening van eigendommen in
de gemeente Middelharnis, noodig voor den
aanleg van een haven o.a. aldaar, ten behoeve
van een stoombootveerverbinding tusschen
Hellevoetsluis en Middelharnis;
2°. tot onteigening van eigendommen in
de gemeente 8tellendam, noodig voor het
maken van een aanlegplaats c.a. in den mond
der haven van Stellendam, ten behoeve van
een stoombootveerverbinding Hellevoetsluis
GoereeOverflakkee.
Blijkens de Memorie van Toelichting van
den Minister van Waterstaat zijn tegen het
onteigeningsplan in Middelharnis geen bezwaren
ingebracht. Tegen het onteigeningsplan in
Stellendam zyn echter een 3-tal bezwaar
schriften ingediend, als door het bestuur der
Generale Dijkagie van Stellendam, door den
raad der gemeente Stellendam en door
C. Jansen Az. c.s., allen schippers en viesohers
in die gemeente woonaehtig.
In geen dier bezwaarschriften wordt het
algemeen nut van het werk, waarvoor ont
eigend zal worden, weersproken.
In het eerst bedoelde bezwaarschrift wordt
een waarborg gevraagd, dat de Staat of wie
met het beheer van den aan te leggen steiger
zal worden belast, de waterkeerende en oever-
verdedigende werken van den Oosthavendam
in zoodaoigen staat zal onderhouden, dat geen
gevaar voor de overige werken zal kunnen
ontstaan.
De Minister doet uitkomen, dat tegen het
bieden van dien waarborg geenerlei bezwaar
bestaat, en een verklaring als door het bestuur
der Dijkagie bedoeld, zal in de te sluiten
koopakte kunnen worden opgenomen.
De beide andere bezwaarschriften hebben
betrekking op de plaats van den aanlegsteiger,
waarvan men belemmering voor de scheep
vaart vreest. Aan deze bedenking, welke
zooals de Minister zegt gegrond is te
achten, zal worden tegemoet gekomen door
den steiger zoodanig aan te leggon, dat geen
deel daarvan in de voorhaven vooruitsteekt
en de bruikbare breedte der haven alzoo niet
wordt verminderd.
Afschaffing der Staatsloterij.
Uittreksel uit het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer.
Vele leden konden zich met dit voorstel
niet vereenigen, zij zagen niet in, dat het
nemen van maatregelen ter beteugeling der
speelzucht tot afschaffing der Staatsloterij zou
verplichten. Bracht het spelen in de Staats
loterij groote nadoelen met zioh, dan zou het
niet aangaan haar nog gedurende een tijdperk
van niet minder dan 18 jaren te haudh&ven.
Men was echter van oordeel, dat de Staats
loterij in de practyk weinig kwaad doet. Door
deelneming aan dit spel is nooit iemand tot
den bedelstaf gebraobt. De bedragen, die men
inzet, zijn ook voor minder vermogenden niet
groot. De prikkel tot opwekking van speel
zucht is dus geriDg en tot uitspattingen van
hartstocht geeft deze loterij zeker geene
Er waren er, die de afschaffing beschouwden
als eene bardheid tegenover kleine luiden.
Terwijl die afschaffing de meer vermogenden
niet zal beletten op andere wijze, bepaaldelijk
door speculation ter beurze, hunne speelzucht
bot te yieren, wordt daardoor aan de minder-
vermogenden de eenige geschikte gelegenheid
ontnomen om onder waarborg van eerlijke
behandeling, eene kleinigheid te wagen om
een fortuintje te verwerven.
Als een gewichtig bezwaar tegen de af
schaffing werd door velen beschouwd, dat
daarmede de neiging om te spelen niet zal
verdwijnen, maar alleen een anderen uitweg
zal zoeken.
Zij, die thans in de Staatsloterij spelen,
zullen dan allicht in handen vallen van
zwendelaars, die van hunne goedgeloovigheid
misbruik maken. Reeds nu wordt in het
buitenland getracht voordeel te trekken uit de
voorgenomen afschaffing.
Doze beschouwingen bleven niet onweer
sproken. Sommige leden beschouwen het spelen
om geld als zonde. Zy zagen in het deelnemen
in eene loterij het stellen van het geluk, of
het fatum tegenover den levenden God.
Bovendien en dit betoog vond by velen
steun achtte men het spelen in loterijen
en bepaaldelijk in de Staatsloterij, laog zoo
onsohuldig niet als hierboven werd betoogd.
Niemand moge daardoor tot den bedelstaf
gebracht zijn, hij, die jaren lang speelt, zooder
een prijs te trekken, verliest toch een bedrag,
dat belangrijk zou blijken, indien hij de vele
ingezette bedragen samentelde. Het streven
naar het verkrijgen van inkomsten zonder
inspanning van eigen kracht of talent is geen
gezond oeconomisch verschijnsel. Het winnen
van een prijs maakt afkeerig van eerlijken
arbeid en verlamt de veerkraoht. Dit spel is
ook in strijd met de naastenliefde, want de
prijzen van den een, moeten gevonden worden
uit de verliezen van anderen. Daarom is ook
het bedrijf van den loterijhouder altijd onzedelijk.
Aan het argument, dat zij, die thans in de
Staatsloterij spelen, bij afschaffing daarvan
hunne toevlucht zouden nemen tot bedenke
lijker spel, hechtte men weinig waarde. De
stelling is geheel onbewezen.
Een aantal voorstanders der afschaffing
deelden het gevoelen van de tegenstanders
van dit ontwerp, dat, indien de Staatsloterij
werkelijk behoort afgeschaft te worden, het
niet aangaat haar tot 1922 te handhaven.
Sommigen meenden, dat een overgangstijd
perk van 3 k 4 jaren voldoende is, anderen
van 5 10 jaren. Ook werd het denkbeeld
geopperd om gedurende een paar jaren de
winst van 6£ ton terzijde te leggen, teneinde
daaruit de schadeloosstellingen te bestrijden.
Omtrent de maatregelen ten behoeve van
de aan de Staatsloterij verbonden personen
te nemen, werden breedvoerige opmerkingen
gemaakt, waaromtrent men gaarne 's ministers
meening zou leeren kennen. Eenige leden
wenschten in de wet zelve nader aangeduid
te zien in welke gevallen en op welke wijze
ondersteuningen uit het te vormen fonds
zullen worden verleend. Enkele waren van
oordeel, dat, waar de collecteurs zooveel
hoogere inkomsten uit de loterij trekken dan
de debitanten, het niet noodig is eerstge-
noemden nit dit fonds te ondersteunen.
Brieven uit Berlijn.
Van onzen Correspondent
WOKSTELEN
Dirk Tan den Berg in de arena.
Berlijn, 5 V '04.
»Ave Caesar.
Morituri te salutant".
Daar stonden we nu voor het groote circus-
Busch, mijn collega van het Handelsblad en ik.
Ofschoon we bijtijds onze huiselijke penaten
hadden verlaten, en nog vóór den aanvang
der voorstelling het steenen gebouw bereikten,
dat in de laatste tien, veertien dagen zulk
een verbazende aantrekkingskracht op het
Berlijnsche publiek uitoefende, had het er veel
van of de tocht weer vergeefs zou zijn, even
als mijn poging twee dagen te voren. Alles
uitverkocht! In groote tartende letters prijkte
het veelbeteekenende zinnetje, dat voor schouw-
burgdirekties zulk een lieflijken klank heeft,
weer naast den hoofdingang.
Buiten verdrong zich een dichte menigte,
met moeite in bedwang gehouden door een
groot aantal politie-agenten, waaronder enkele
te paard, die zich aan beide zijden van een
zij-ingang hadden opgesteld, waar een linnen
huif tot aan den rand van het trottoir was
gespannen. Men verwachtte weer de komst
van den Kroonprins, die reeds meermalen
door zijn tegenwoordigheid van zijn belang
stelling voor de athletische sport had doen
blijken.
En nog steeds hield de stroom van belang
stellenden aan. In een onafgebroken rij
ratelden van de zijde van het slot en den
Dom taxameters en equipages zonder tal over
het plaveisel, en hielden vóór den hoofdingang
stil. Waar het Hof vóór ging, was ook bij
aristokratie en plutokratie eensklaps een groote
animo voor de worstelwedstrijden ontwaakt.
Potige portiers in lange grijze jassen met
groote dwarssteken op het hoofd, geassisteerd
door politie-agenten, hielden als grimmige
Cerberussen de wacht aan den ingang. Daar
het plaatsbureau reeds gesloten was, werd
men zelfs niet in de voorhal toegelaten,
wanneer men zich niet van te voren van een
biljet had verzekerd. Maar we zouden de reis
toch niet vergeefs gemaakt hebben, dat bleek
ons al gauw. Het was maar de vraag, hoeveel
we er extra voor over hadden. Van ver
schillende kanten naderden telkens mannen
en opgeschoten jongens uit den grooten hoop
van toeschouwers, die ons schijnbaar heel
toevallig, //langs hun neus weg", wat toe
fluisterden.
Het had wel wat van een geheimzinnige
samenzwering van eedgenooten, die ons door
hun gesmoes en heimelijke wenken wilden
overhalen om mee te doen in den //gevroesse".
En wat het gekste was, geen van allen
richtte rechtstreeks het woord tot ons. Schijn
baar met groote belangstelling vlak langs ons
heen kijkende naar de richting van den Dom,
deed nu de één, dan de andere kaartjes-
opkooper ons geheimzinnig fluisterend exorbitant
hooge aanbiedingen, waarop echter niet gere
ageerd werd. Met groote handigheid gingen
de heeren te werk, om niet in hun verboden
praktijk „en flagrant délit" door één der vele
klabakken gesnapt te worden.
Als de politie een groote razzia had gehouden,
zouden zelfs de grijsjassen er aan hebben
moeten gelooven, die ook al in het //complot"
waren, en evenzeer negotie dreven als de rest.
Eén der beide langgejaste Cerberussen had
ons besluiteloos heen en weer drentelen op
gemerkt. Nauwelijks stonden we een oogenblik
naast hem, of rechtuitziende en schijnbaar het
naar binnen stroomend publiek controleerend,
liet hij zich //ontvallen", dat hij geschikte
plaatsen voor ons had. //Houd het geld gereed
in de hand", klonk het smoezend uit het
strak voor zich uit kijkende gezicht //dan
kunnen we dadelijk oversteken". Zoo geschiedde,
nadat hij schijnbaar even den anderen ingang
ging inspekteeren, waarheen we hem drentelend
volgden; de grijsjas liep echter verder naar
een donkeren hoek; wij hem achterna. Hier
werden van achter een klein deurtje de bil
jetten te voorschijn getooverd, en ons geheim
zinnig in de hand gestopttegen even
geheimzinnige en slinksche betaling onzer
klinkende munt.
Ziezoo, daar zaten we tenminste in het
circus, al was het ook tegen den driedubbelen
prijs. Het hoofdnummer van het programma,
de worstelstrijd, was DOg niet begonnen. We
hadden dus nog den tijd eens rond te kijken.
Rondom in de trechtervormige enorme ruimte
zat een dicht opeengepakt publiek van naar
schatting 8000 9000 personen. Zelfs op de
bovenste galerij rondom, een dichte haag van
staande //engelen", wier belangstelling na den
uitslag van den worstelstrijd zich even spontaan
en hevig uitte als van het overige publiek.
Reeds weken lang had de internationale
worstelwedstrijd om het wereldkampioenschap
voor 1904 de uitwerking van een onweerstaan
bare magneet op de Berlijners, die avond aan
avond het geweldige circus tot den nok toe
vulden. Achtereenvolgens waren van de 22
mededingers 14 //diiminorus" afgevallen. Naar
mate de beslissing naderde, nam de belang
stelling van het publiek nog gaandeweg toe.
De kansen der 8 overgeblevenen, waarvan
elk successievelijk met zijn 7 concurrenten
zou moeten worstelen, werden druk besproken
en de direktie trok wijselijk partij van de
koortsachtige opgewondenheid van het enorme
publiek, dat eiken avond haar circus vulde,
door telkens twee paren te laten worstelen.
Daar zaten we dus in den wijden trechter.
Waarheen het oog zag, rondom duizende en
duizende hoofden, dicht naast elkaar, op bij
ziende oogen den indruk makende van een
ontelbaar aantal amphitheatersgewijs opge
stapelde roode kaasbolletjes. Rechts tegenover
de Keizerlijke loge, nu nog leeg. Beneden in
de arena legt een amazone proeven af van
hare groote bedrevenheid in de hooge school
der edele rijkunst, maar het publiek toont
weinig belangstelling. Paarden en clowns zijn
bijzaak. Alles is gekomen om Dirk van den
Berg tegen Omer de Bouillon (België) en
Heinrich Eberle tegen Jacob Koch (Duitschland)
te zien worstelen. Eindelijk is het eerste
gedeelte van het programma afgewerkt. Een
groot kleed wordt in de arena uitgespreid.
Twee clowns slooven zich af om het publiek
nog bezig te houden tot de Kroonprins met
zijn groot gevolg van officieren in de Keizer
lijke loge is aangekomen.
Zoodra de jonge prins heeft plaats genomen,
verdwijnen de clowns, een signaal weerklinkt
en de acht concurrenten komen de arena
binnen, met enthousiasme door het publiek
begroet. Daar staan zij naast elkaar tegenover
de Keizerlijke loge, allen in zwart tricot; elk
draagt zijn landskieuren en bandelière over den
schouder. Met een diepe buiging is de direkteur
naar voren getreden, en stelt achtereenvolgens
de acht geweldige jonge mannen voor, die
eveneens een buiging maken in de richting
der Keizerlijke loge, Eberle, Koch, Christoph
en Saueren (Duitschland), Van den Berg
(Holland), Omer de Bouillon (België), Aimable
de la Calmette (Frankrijk), en Peyrous,
der Löwe von Valencia (Spanje). Welk een
opeenstapeling van ontzettende natuurkracht
steekt daar in de geweldige stiernekken, in
de enorm ontwikkelde spieren van deze
navolgers der Romeinsche kampvechters.
Ave Caesar, morituri te salutant! Al gaat
het ook niet om leven en dood, zooals in de
Romeinsche arena ten aanschouwe der
Romeinsche Keizers, het gaat om de eer van
het kampioenschap der wereld ten aanschouwe
van den jongen Germaanschen Keizerzoon en
een publiek, dat niet minder intensief alle
phasen van den strijd volgt als eertijds het
publiek der Vestaalsche maagden en Romeinsche
burgers.
Na de voorstelling verlaten de 8 in dezelfde
volgorde de arena, waarop Dirk van den Berg
en Omer de Bouillon een oogenblik later,
dit maal zonder bandeliers, weer in het strijd
perk treden. Op een signaal geven beide
elkaar onder het voorbijgaan de hand, maken
dan rechtsomkeerd, waarop de worsteling
begint.
Wie een dergelijken strijd nog nooit bij
woonde, zal zich omtrent den loop waarschijnlijk
een verkeerde voorstelling vormen. Evenals