jubileum van H. M. de Koningin-Moeder ruim
f 100 heeft ingezameld.
Goes. Als de paarden Dinsdags van den
marktdag naar huis rijden, durven ze nog wel
eens capriolen maken, zeker uit blijdschap,
dat ze weer naar huis gaan!
Gisteren evenwel had een vrij ernstig on
geval plaats met den landbouwer Van Liere,
die van zijn hofstede naar de markt reed.
Nog niet ver van huis, schrikte het paard,
sloeg van den dijk met het gevolg dat het
dier dood bleef en de tilbury geheel vernield
werd.
De voerman bleef gelukkig ongedeerd.
Socialisme en Stofvergoding was het
onderwerp, waarmede de heer Oosterbaan van
Doesburg hier optrad, op verzoek van de
bestaande anti-revolutionaire propaganda-club.
Een aandachtig gehoor volgde den spreker.
Debat werd niet gevoerd.
Op een dorp op Zuid-Beveland heeft
de predikant van den kansel bekend gemaakt,
dat hij zijn vrouw, die bevallen moest,
naar zou zenden.
Dokter en domicé zijn daar n. 1. geen dikke
vrienden.
Rilland-Bath. De heer J. Blok te Bath
is met ingang van 26 Januari a.s. benoemd
tot surnumerair bij de staatsspoorwegen,
standplaats Kapelle-Biezelinge.
Vlissingen, 18 Jan. Zaterdagavond kwam
een der groote Belgische loodssloepen, wijl
deze niet zwenken wilde, in aanraking met
het Westerhoofd, waardoor een groot gat in
de zij werd veroorzaakt.
De bemanning, bestaande uit zes roeiers
en een loods, sprong op het hoofd, doch de
schipper bleef in zijn boot. Deze liep vol
water, en op het hulpgeroep van den schipper
kwamen andere sloepen uit, die hem uit zjjn
benarden toestand redden.
De passage over de nieuwe Schipbrug
is Dinsdagavond weer heropend kunnen
worden.
Aan den heer C. Plokhoog, adjunct
inspecteur van politie te Vlissingen, is tegen
16 Febr. eervol ontslag als zoodanig verleend,
wegens zijn benoeming io gelijke betrekking
te Dordrecht.
Het stoomschip «Boxburn", dat Maandag
middag van Middelburg vertrok, liep bij de
brug te OoBt- en West-Souburg tegen een
dukdalf, waardoor deze aanzienlijk beschadigd
werd. Het schip mocht niet uit Vlissingen
vertrekken dan na het stellen van cautie.
Alhier heeft zich onder voorzitterschap
van den burgemeester, den heer jhr. mr. A. A.
van Doorn van Koudekerke, een commissie
gevormd ter herdenking van het feit dat
H. M. de Koningin Emma vóór 25 jaren
als Koningin baar intrede in ons vaderland
deed. Vrijdagavond zullen in drie verschillende
zalen in de stad muziek-uitvoeringen worden
gegeven, die geheel gratis toegankelijk zullen
zijn, terwijl bij gunstig weer de drie muziek
gezelschappen «8t.-Cecilia", «Ons Genoegen"
en «Oefening na den Arbeid" te voren een
tournée door de stad zullen maken.
De oommissie bestaat uit de heeren jhr. mr.
A. A. van Doorn van Koudekerke, Jos. van
Raalte, J. W. A. F. van Maren Bentz
van den Berg, J. A. Sikkens, P. J. Serló,
M. Geelhoed, W. L. Winkelman en mr. F. S.
Witteveen.
Landbouw en Veeteelt.
Dreischor. Uitgenoodigd door de Landbo tw-
vereeniging, trad hier j.l. Vrijdag in de zaal van den
heer Van Bloois op, de heer Van der Hurk van Utrecht.
Zyn onderwerp was: boerenleenbanken. Spreker begon
met de mededeeling, dat een der middelen tot verbetering
van het landbouwbedrijf was: een goede regeling van
het landbouwcrediet. In 1886, toen een commissie een
onderzoek had ingesteld naar de oorzaken van den achter
uitgang van den landbouw, maar die ook een onderzoek
instelde naar de middelen, die tot verbetering konden
leiden, wees deze in haar verslag op de gebrekkige
regeling van het credietwezen. Een instelling, die crediet
verleende, die populair en gewild was, was hoog nood g.
Oeen bedrijf, dat meer aan wisselvallige omstandigheden
blootstaat dan juist het landbouwbedrijf; geen bedrijf,
waar op sommige tijden vermeerdering van bedrijfs
kapitaal meer noodzakelyk is, b.v. by aankoop van vee,
kunstmest, zaaigoed, werktuigen enz. Spreker ging na de
verschillende wyien, waarop crediet gegeven wordt en
besprak grondcrediet, laodbouwcrediet, bedryf-crediet,
notariscrediethandelscrediet. Op verschillende wijzen
kan de landbouwer geld krijgen, maar het doel 'dier
geldvers'rtkkingen is winst maken; die winst worJt
betaald door hem, die in banden der instelling valt, die
het geld geeft. Soms is het rentecijfer niet hoog, maar
informatie- en administratiekosten maken het duur. Ook
houden die instellingen geen rekening met het bedryf;
alleen dan is het geven van crediet, wanneer er wel
rekening mee gehouden wordt. Ook een wyze om zich
geld te verschaffen, als het ontijdig verkoopen van vee
en andere producten, het nemen van voorschotten op te
velde staande gewassen, kan natuurlyk geen goede op
lossing geven. Neen, de eenig goede iszoek de oplossing
in u zeiven, zoek de oplossing in vereeniging, tracht te
komen tot organisatie volgens een systeem, zoodat allen
gebruik kunnen maken van de aangeboden gelegenheid.
Aan dat doel beantwoorden de Raiffaisenkassen (voorschot-
kassen), die het benoodigde geld verplaatsen uit de beurs
van den meer bevoorrechte in de beurs van hem, die te
kort komt, op een wijze, dat niemand schade lijden kan,
maar allen er voordeel van kunnen hebben; dat is de
weg, die gezocht moet worden. De stichting van deze
kassen was het werk van den burgemeester van een
klein Duitsch dorpje, Friedrich Wilhelm Raiffaisen, die in
zijn dorp een boerenleenbank oprichtte. Dat deze stichting
nuttig was en weldra populair werd, bewijst de om
standigheid, dat thaDs 15 a 20000 dier banken zyn
opgericht. Tal van coöperatieve vereenigingen zijn dien
tengevolge opgericht en dat dit alles een groote vlucht
nam op landbouwgebied, bewijst het bestaan der machtige
agrarische party, die ook in den Ryksdag menigmaal
van zich laat hooren Te Neuwied ara Rhein werd een
standbeeld opgericht voor den eenioudigen burgemeester,
daar kwamen de grooten der aarde huldigen den man,
die door zyne stichting een weldaad was voor geheel
Duitschland en daarbuiten. Ook Italië heeft verscheidene
dier leenbanken en in Nederland telt men er thans
ODgeveer 200. N-Brabant en Limburg hebben ver
scheidene banken, meest met medewerking der geestelijk
heid, opgericht en aangesloten bij de centrale bank te
Eindhoven. De banken in de overige provinciën behooren
tot de centrale bank te Utrecht. Het bestuur dezer bank
is geraeDgd; alle richtingen zyn er in vertegenwoordigd,
dat van Eindhoven is overwegend katholi k. Het zijn,
spaar- en voor.-chotkassen, tegen va«-te rente worden
voorschotten gegeven aan boeren op korten of langen
termijn. De beginselen, volgens welke deze kassen inge
richt zyn, zijn de volgende:
1°. Ieder dorp heeft zijn kas; grootere gemeenten
hebben er meer dan een. De kring is dus niet groot en
alle menschen, die om geld komen, zijn bij het bestuur
bekend. Door den kleinen vereenigingskring is men voor
verliezen gevrijwaard.
2°. Ze worden gratis beheerd. Alleen de boekhouder
of kassier geniet een klein salaris. Het bestuur en de
raad van toezicht verrichten de werkzaamheden om niet.
Winstbejag van de bestuurders is uitgesloten. De vrees
is wel eens geuit, dat er voor dergelijke betrekkingen
geen personen te vinden zouden zyn. Het is gebleken,
dat die vrees ongegrond is.
3° De jaarlijksche winst mag niet verdeeld worden,
't Blijft het eigendom der bank. De Duitscher Schultze—
Delitsch was tegenstander van dit beginsel en verkoos
de winst te laten opstryken door de deelhebbers, 't Is
gebleken, dat hij verkeerd had gezienvele banken naar
het stelsel Schultze zijn gefailleerd. Winstbejag m3g niet
op den voorgrond staan. Het reservekapitaal mag niet
verdeeld worden't is eigendom der leden en mag alleen
aangewend worden voor stichtingen ten algemeenen nutte.
4°. De leden zijn hoofdelijk aansprakelijk, 't Heette
het spook der leenbanken, maar een spook verdwijnt
steeds, als men het maar goed aanziet. In Duitschland
is het nog nimmer voorgekomen, dat iemand schade leed
door die borgstelling. Verliezen zijn bijna onmogelijk.
Nu gaf spreker de noodige inlichtingen omtrent
bestuur, raad vau toezicht enz. Wie kunnen lid zijn?
Ook de armen en de minder gegoeden. Ook zij kunnen
geholpen worden. Aan aalmoezen kleeft alt|jd iets, dat
vernedert; wat de arme uit de kas ter leen krijgt, ver
heft hem. Maar ook de rijken kunnen tijdelijk geld
noodig hebben. Maar ook al hadden ze dit niet, dan
nog steunen ze door toetreding tot de bank den minder
bevoorrechten, maar eerlijken natuurgenoot. Want het
is waar: armoede lenigen is schoon, armoede voorkomen
is beter. De banken kunnen verbetering brengen in
den econonaischen toestand, ïuüen middel zyn om het
sociale vraagstuk tot oplossing te brengen, zullen de
klove dempen, die er bestaat tusschen armen en rijken,
en zullen den geest van tevredenheid levendig maken.
De banken hooren thuis waar naastenliefde heerscht.
Voor oprichtingskosten geeft de Regeering aan itdere
bank f 175. Up de jongste Staatsbegrooting ia voor de
oprichting f 14000 uitgetrokken. Nog de noodige inlich
tingen gaf spreker over de verhouding der kassen tot de
centrale bank. Daarop werden verscheidene cijfers genoemd
uit de boekhouding van groote en kleine ka«-en en
daaruit bleek, dat ze als spaar- en voorschotkas uit-
mnntende diensten kunnen bewijzen.
Na de pauze werden nog tal van inlichtingen gevraagd
en door spreker helder en dmdelyk beantwoord. Zeker
zal niemand der vele aanwezigen spyt gehad hebben de
zaakrijke en keurige rede van den heer Van der Hurk
gehoord te hebben.
De waarnemende voorzitter betuigde zijn dank namens
bestuur en publiek, en dat woord van dat k was ten
volle verdiend.
Op nitnoodiging van den heer J. J. Klompe gaven
verscheidene personen zich aan om na nadere bespreking
over te gaan tot de oprichting eener boïrenleenbank in
deze gemeente.
Vee-icitvoer naar België. Van 1 tot
15 Januari zijn uit Nederland uitgevoerd en
io de Belgisohe quarantaine-stallen opgenomen
de volgende stuks fokvee: te Esschen 243,
afgekeurd 14; te Achel 34, afgekeurd 4; te
Buarle-Hertog 48, afgekeurd 5; te Zantvliet
59, afgekeurd 4; en te Strijbeek 61, afge
keurd 5 stuks.
Suikerbieten. Men schrijft uit
Zeeuwsch-Vlaanderen
Zooals wij onlangs gemeld hebben, is de
«Union sucrière", de machtige vereeniging
van suikerfabrikanten, die elk jaar den prijs
der beetwortelen en voorwaarden van levering
naar eigen inzicht vaststelde, ontbonden.
Thans is een «Nieuwe Union sucrière"
tot stand gekomen, waarbij echter slechts
vijf suikerfabrieken aangesloten zijn, namelijk
één te Sas van Gent en vier Belgische,
gelegen dicht bij de grens. Het doel is de
aankoop, de ontvangst, de verdeeling en de
levering van suikerbieten voor gezamenlijke
rekeoiDg. Het arbeidsveld voor den aankoop
van beetwortelen is onbeperkt; doch zal zich
waarschijnlijk hoofdzakelijk over Zeeuwsch-
Vlaanderen uitstrekken.
Het minimum aandeelenkapitaal is 25000
francs, in 250 aandeelen van 100 francs, welke
door de aangesloten fabrikanten genomen
zjjn, naarmate het belang, hetwelk elke der
suikerfabrieken in den gezamelijken aankoop
heeft.
Het vereenigingsjaar begint op 1 Februari
en eindigt 31 Januari van elk jaar.
BHOHT8Z AKEN.
Voor don Hoogen Raad werd Dinsdag 1.1.
gepleit door mr. F. Wolfsonadvocaat te
'b Gravenhage, in de zaak van een slager uit
Zierikzee, veroordeeld tot 1 maand gevange
nisstraf wegens eenvoudige beleedigiDg van
ambtenaren gedurende de rechtmatige uit
oefening hunner bediening en bedreiging met
zware mishandeling.
Drie cassatiemiddelen werden door pleiter
aangevoerd. Io de eerste plaats zou ten
onrechte zijn aangenomen, dat de door bekl.
gebezigde woorden»g v .d.sche apen"
beleedigend zijn in den zin der wet. Pleiter
beriep zich op het arrest van den Hoogen
Raad van 21 April 1902 (W. 7764), waarbij
was uitgemaakt dat het woord «kraai" niet
beleedigend is, al wordt het als een scheld
naam gebezigd. Hetzelfde gold z. i. voor het
woord «aap". Het drukt io overdrachtelijken
zin alleen een nabootsend karakter uit, doch
is niet beleedigend. Integendeel er zijn ge
leerden die beweren dat de mensohen van
deze diersoort afstammen. Ook de bepaling
»g v d sch" veranderde hieraan niets.
Die uitdrukking, die als bestorven ligt in den
mond van menscben van den stand van bekl.,
is een stopwoord zonder beteekenis.
Het tweede cassatiemiddel betrof het onbe
wezen e van den opzet om te beleedigen
terwijl in de derde plaats zonder reden was
aangenomen, dat bekl.die met een slagers
mes voor de politie-agenten had gestaan, maar
niet gezegd had wat hij daarmede wilde doen,
zou gedreigd hebben met zware mishandeling.
Conciusie O. M. 1 Februari.
Voor de rechtbank te Utrecht stond Maan
dag 1.1. terecht G. L. M kassier te Amersfoort,
beschuldigd wegens het verduisteren van hem
niet toebehoorende effecten.
De eisch was, verzachtende omstandigheden
in aanmerking nemende, 9 maanden.
Uitspraak 1 Februari.
Een bekend strooper, tegen wien Maandag
door het O. M. bij de Haagscho rechtbank
f 10 boete werd gcëischt, wegens verzet,
voegde bij bet verlaten van de rechtszaal den
veldwachter, die hem had bekeurd, do woorden
toe«de eerste keer dat ik je in m'n klauwen
krijg, sla ik je te bersten".
KERKNIEUWS.
Ds. J. C. Benit, predikant bij de Herv.
Gem. te Terborg, heeft de toezegging van
beroep naar Purmerend aangenomen.
Beroepen bij de Herv. Gem. te Vlissingen,
ds. J. C. Schuller te Amerongen.
Tot leden van 't Algemeen College van
Toezicht op het beheer der kerkelijke goederen
en fondsen, zijn in Zeeland benoemd jbr. mr.
A. A. van Doorn te VliesiDgenen W. A.
graaf Van Lynden te Koudekerke.
Beroepen bij do Waalsche Gemeente
te Middelburg, ds. J. J. Duproix, pred. bij
die Gemeente te 's-Hertogenboscb.
Beroepen bij de Geref. Gem. te Ierseke
de. G. Dockes te Heemse.
O N P E B W IJ 8.
Benoemd tot onderwijzer aan de Christelijke
Sohool te Grijpskerke de heer S. Verlare
van Kruiningen, die deze benoeming heeft
aangenomen.
Het aantal Bollicitanten voor onderwijzer
aan een openbaro lagere school te Groede,
Fransch aanbeveling, bedraagt 10, onder wie
geen, die genoemde akte bezitten.
VISSCHEBIJBEBLCHim
In December werden uit Bergen-op-Zoom
verzonden 308 767 K.G. oesters en 329.094
K.G. mosselen door Kruiningen-Ier8eke
273.465 K.G. oesters en 4263 K.G. mosselen;
door Bruinisee 61.150 K.G oesters en 904 600
K.G. mosselen. Te Philippine werden aan
gevoerd 349.800 K G. mosselen.
STENOGRAPHISCH VERSLAG van
het verhandelde in de zitting der
Provinciale Staten van Zeeland
van 13 November 1903, betrek
kelijk het verzoek van het Comité
voor de tram Brouwershaven
Burgh om subsidie in de kosten
van aanleg en exploitatie van die
tram.
VIII.
De heer Hennequin. Mijnheer de Voor
zitter! Ik zal slechts een zeer kort woord nog
spreken. De heer Fokker beklaagt zich, dat
zijne cijfers niet door mij zijn weerlegd.
Strikt genomen behoefde ik dit ook niet te
doen, omdat ik meer dan eens heb verklaard,
dat het mij koud liet of een der deelen van
de provincie enkele duizende guldens meer
uit de provinciale kas ontvangen had dan een
ander. Maar nu maakt de heer Fokker zijne
vergelijkende cijfers volkomen onjuist, waar
hij volkomen willekeurig bij de rentelooze
voorschotten cijfers van oudere dagteekening
verwaarloost en bij de subsidiën die voor zijne
streek verstrekt aan andere deelen der
provincie toebedeelt; hij vergeet bovendien,
dat ik hem gaarne aan een renteloos voorschot
help en dat gevoegd bij wat Schouwen reeds
ontving, maakt de zaak voor zijn betoog
zeker niet gunstiger.
De heer Fokker kan nog maar niet loslaten
mijne betrekking van Voorzitter van de
Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij en waar
het heet, dat ik niets voor zijn voorstel gevoel
vergeet hij, dat wij alleen verschillen
omtrent den vorm der gevraagde ondersteuning.
Waarlijk, Mijnheer de Voorzitter, men
wordt hier hoe laDger hoe wijzer; de heer
Fokker duidt mij euvel, dat ik (trouwens een
zeer enkel woord) sprak tot ondersteuning van
de voorziening van een steiger, wat hem geen
belang schiint in te boezemen, al is het een
landbouwbelang; spreek ik niet in zijnen
geest over een ander landbouwbelang, dan
wordt dit ook afgekeurd; ik moet nu wel
besluiten, dat de heer Fokker meent, dat ik
eerst bij hem in dergelijke gevallen advies
zal hebben te halen, hoe ik handelen zal.
Hoeveel vertrouwen, Mijnheer de Voorzitter,
ik nu heb in mr. Fokker's adviezen en hoe
geneigd ook om mij meegaande te betoonen
tegenover iemand, die mij zooveel wierook
heeft toegezwaaidmoet ik hem toch de
toezegging onthouden, dat ik daartoe ooit
zal overgaan.
De heer Vap der Lek de Clercq.
Mijnheer de Voorzitter! Ik wensch ook nog
even terug te komen op hetgeen door het
geacht lid van Gedeputeerde Staten gezegd is
ten opzichte van de havens, namelijk, dat
deze van den beginne afaan door de Tram-
Maatschappij zouden zijn beschouwd als een
onafwijsbare voorwaarde voor het welslagen
der onderneming; dit toch wil ik met nadruk
zeggen, dat het geachte lid zich hierin vergist;
die havens zijn in het plan opgenomeD door
het comité, buiten weten van de Tram-Maat
schappij. zooals ik reeds vroeger gezegd heb,
en ze zijn nooit als eene voorwaarde gesteld
geworden door die Maatschappij, zooals het
ten onrechte indertijd is voorgesteld.
Ook ten opzichte van die groote waarde
vermeerdering der eigendommen, wensch ik
nog iets in het midden te brengen. De heer
Bolle heeft indertijd groote cijfers genoemd en
gesproken van plusminus 2000 hectaren zoo
goed als waardefooze grond, die tot de meest
productieve van de streek zouden kunnen
gebracht worden, wanneer de tram er komt;
dit in abstracto kan waar zijn, maar men
moet zich ten dien aanzien geene te groote
illusies makeu. Reeds nu zgn die gronden
100 percent in waarde gestegen; als voorbeeld
kan ik uit de practijk mededeelen, dat in den
loop des jaars verscheidene hofsteedjes of
duinhoeven genaamd, in andere handen zijn
overgegaan en de dubbele waarden hebben
opgebracht van hetgeen de verkoopers daar
voor hadden betaalddoch die duinhoeven die
dooreen genomen honderd a honderdveertig
gemeten groot zijn en eene waarde hadden
van f 70 per gemet, zijn van de hand gedaan
voor gemiddeld f 140 per gemet, maar daar
door zijn nu die menscnen niet rijk geworden
en kunnen, in de stad zich vestigende, voor
niet veel meer dan f 200 belastbaar inkomen
in den Hoofdelijken Omslag aangeslagen
worden.
De heer L u c a s s e. Mijnheer de Voorzitter!
Ik wensch met een enkel woord mijn stem te
motiveeren, die ik thans voor het voorstel
van den heer Fokker zal uitbrengen.
Verleden jaar stemde ik voor het voorstel
van Gedeputeerde Staten om afwijzend te
beschikken op het verzoek van het tram
comité. Toen werd van de zijde van Gede
puteerde Staten bezwaar tegen het verzoek
gemaakt op grond vooral, dat 1°. ook voor
verbetering der havens te Burghsluis en
Kloosternol subsidie gevraagd werd; 2°.
Schouwen reeds zooveel genoten had en 3°.
de provinciale geldmiddelen de subsidie be
zwaarlijk toelieten.
Thans is door het tram-comité bij de ver
nieuwde aanvrage de verbetering der havens
te Burghsluis en Kloosternol buiten de subsidie
aanvrage gelaten; is het betoog van mr.
Fokker tegen de bewering van Gedeputeerde
Staten, als zoude Schouwen reeds zooveel
boven andere deelen der provincie uit de
provinciale kas genoten hebben, mijns inziens
niet wederlegd en is ook van de zijde van
Gedeputeerde Staten het finantiëele bezwaar
niet verder op den voorgrond gesteld.
Het komt mij daarom voor, dat onder deze
omstandigheden de zoo geïsoleerde streek als
westelijk Schouwen is, wel geholpen mag
worden, terwijl ik bovendien in deze aanvrage,
zooals zij nu gedaan wordt, geen verschil
zie met wat toegestaan werd voor Hontenisse
Selzaete en Middelburg-Koudekerke-Domburg.
Ik zal dus voor het voorstel van den heer
Fokker stemmen.
De heer Siegers. Mijnheer de Voorzitter
De geachte afgevaardigde uit Groede weet uit
te cijferen, dat het subsidie voor Brouwers
haven nauwelijks één opcent op de drie
belastingen zou vereischen. Dat is volkomen
juistmaar Gedeputeerde Staten maken de
rekening eenigszins anders. Wij betalen voor
Brouwershaven—Steenbergen f17668; Hulst
Walsoorden f 5000. Wij zijn verbonden voor:
Walcheren f 15000, Hontenisse f 10000; er is
nu aangevraagd voor Burgh f 7528, voor
Zuid-Beveland pl. m. f 14000. Dit te zamen
geteld maakt f 69196 bijna 71/, opcenten
over alle belastingen. Dit maant tot voor
zichtigheid.
Waar nu Schouwen het eerste en hoogste
tramsubsidie alreeds geniet, had het kannen
wachten tot gunstiger gelegenheid; te meer
daar het nog al den tijd had.
Daar geen der leden meer het woord ver
langt, wordt de beraadslaging gesloten en
stelt de Voorzitter voor over te gaan
tot stemming over het hoofd van het voorstel
van den heer Fokker.
Het hoofd van het voorstel van den
heer Fokker, in stemming gebracht, wordt
aangenomen met 19 tegen 18 stemmen.
Tegen stemmen de heeren De Jonge,
Mulder, Siegers, Den Boer, Bolier, Erasmus,
Vader van 's Gravenpolder, Holleetelle, Noor-
dijke, Maas, Oggel, Van Lijnden, Van Waes-
berghe, Dumoleijn, Moes, Hennequin, Van der
Meer en Loois.
Voor stemmen de heeren De Casembroot,
Van Teijlingen, Hammacher, Heijse, Fruytier,
Van Dam, Hocke Hoogenboom, De Bats,
Moerdijk, Van der Lek de Clercq, Fokker,
Ysebaert, Hombach, Houterman, Kakebeeke,
Lucasse, Bolle, De Veer en Bos.
Nadat de voorwaarden 1—6 zonder
discussie met algemeene stemmen zijn aan
genomen, vraagt bij de 7e voorwaarde de heer
De Veer het woord.
De Voorzitter. Ik doe den heer
De Veer opmerken, dat de beraadslaging
gesloten is.
De heer De Veer. Mijnheer de Voorzitter!
Ik meende, dat alleen de algemeene beraad
slaging gesloten was, doch dat over de onder-
deelen nog kon worden gesproken.
De Voorzitter. Kan de vergadering
medegaan met het denkbeeld van den heer
De Veer?
Daartegen blijkt geen bezwaar te bestaan.
De Voorzitter opent nu de beraadslaging
over de 7e voorwaarde.
De heer De Veer. Mijnheer de Voor
zitter! In de afdeeling, waarin ik zitting had,
heb ik de opmerking gemaakt, die ook in het
verslag te lezen is, of het voor de provincie
niet voordeeliger zou zija om het gansche
bedrag in eens te geven en niet in 20 jaar
lijksche termijnen met bijberekening van 4%
rente, daar toch de provinoie zeker tegen
3'/,% *ou kunnen leenen.
Het heeft mij altijd bevreemd, dat de
provincie daartoe nog niet is overgegaan, te
meer, omdat de bezwaren, die er tegen kunnen
worden aangevoerd, niet overwegend zijn. Het
bezwaar, dat ik er wel tegen heb hooren
aanvoeren, is hetzelfde, dat ook hedenmorgen
reeds door den heer Van Teylingen is aan
gevoerd tegen het verleenen van een renteloos
voorschot. Het is, dat bij het geven van het
subsidie in een termijn bij den aauvaDg der
exploitatie de provincie eiken waarborg mist
voor behoorlijke exploitatie gedurende de
20 jaar. Dit bezwaar is gemakkelijk te onder
vangen b.v. door het nemen van een hypotheek
op de lijn of op andere wijze. Ik zou daarom
der vergadering in overweging willen geven
eene wijziging te brengen in voorwaarde 7,
en wel deze, dat de uitbetaling van het subsidie
zal geschieden op den achtsten dag na den
aanvang der exploitatie in een termijn en
onder zoodanige voorwaarden als nader door
Gedeputeerde Staten zullen worden vastgesteld.
Ik moet dit voorstel op deze wijze doen,
omdat, waar vooraf niet de zekerheid bestond,
dat aan deze tram subsidie zou worden gegeven,
er thans niet voldoende gelegenheid is de
voorwaarden behoorlijk te formuleeren.
Wat ik gezegd heb met het oog op de tram
op Schouwen, zou ook wellicht nog in toe
passing te brengen zijn bij de subsidies aan
de andere Tram-Maatschappijen, b.v. bij de
tram op Walcheren. Een lid van het comité
voor die train heeft mij juist medegedeeld,
dat het veel liever het subsidie in eens zou
ontvangen.
(Slot volgt).
Z. K H. prins Hendrik te Berlijn.
Omtrent de plechtige investituur van
Z. K. H. prins Hendrik tot ridder van den
«Zwarte Adelaar" op Vrijdag j.l. vernemen
wij bet volgende:
Voorafgegaan door herauten en pages trad
de stoet precies 12 uur van nit de kamers
van koning Frederik I, waar den ridders de
mantels waren omgehangen, de witte zanl
binnen. Aan het hoofd van do vorstelijke
ridders ging de kanselier der orde, vorst
Plesz, dragende het zegel der orde in een
goudbewerkte tasch. Op hem volgden paars
gewijze de prinsen van het keizerlijke buis
en familie en andere Duitscbe vorstendaar
achter afzonderlijk de kroonprins en vervolgens
keizer Wilhelm II zelf.
Het hoofd gedekt door den adelaars-helm,
bet purper om den schouder en om den bals
den ketting der orde van den «Zwarte Adelaar",
trad de meester der orde, onder schetterend
klaroengeschal, de witte zaal binnen en
besteeg bij den troon. Toen naderde graaf
Kaniz, maakte een diepe buiging en ontving
van den vorst het bevel de nieuwbenoemde
ridders binnen te leiden.
Onder vernieuwd trompetgeschal sobreden
toen met statigen tred prins Hendrik der
Nederlanden en de erfprins van Hobenzollern,
door bun peten vergezeld, de zaal binnen
tot voor den troon, zich diep buigend voor
den keizer.
De secretaris der orde las daarop het
eedsformulier der opname tot ridder voor en
als de ridders dit met een «ja ik beloof het"
hadden beantwoord, schalden de fanfares van
alle zijden los. Vervolgens rees de keizer op
vau zijn troon en hing den nieuwen ridders,
die met gebogen knie op een der trappen
van den troon geknield lagen, den ketting
der ridders om, waarmee de plechtigheid der
investituur afgeloopen was.
Z. K. H. prins Hendrik, die reeds den
avond te voren bij den Duitschen keizer aan
tafel was genoodigd, waarbij mede de Neder-
laodsche gezant aanzat, was ook na afloop
der plechtigheid des vorsten gast bij het
dejeuner in gezelschap van prins Heinrich
van Pruisen en graaf Von Biilow.
Gemengd Nieuws.
Aan de hofstede van den landbouwer
Meesters, onder Wouw (N.-Br.), klopte
Zondagnacht een arme man aan en vroeg
om nachtverblijfde ongelukkige bad geen
tehuis, zooals hij zeide, en was door koude
uitgeput.
Meesters verschafte hem nachtverblijf in de
hooischuur; doch toen hij den man den
volgenden ochtend wilde wekken, vond bij
hem dood op de deel liggen.
De Nederlandscbe stoomboot «Jeanne",
die Zaterdag met ballast van Antwerpen naar
Cardiff is vertrokken, om aldaar een lading
kolen in te nemen, is in den Dacht van
Zaterdag op Zondag, in de Noordzee, ter
hoogte van Middelkerke, door een waterhoos
opgenomen.
Toen deze voorbij waslag het scbip
geweldig slagzjj, zoodat de golven vrij spel
hadden over het dek, zoodanig zelfs, dat de
pijp en bijna al de andere op dek staande
tuigage werd weggesleurd.
Het schip riohtte zich toen weer op, maar
luisterde naar geen roer meer en heesch de
noodsignalen. De sleepboot van Ostende is
te 3 uren 's morgens vertrokken en bracht
de «Jeanne" 's middags in de haven.
Bij het binnenvaren bracht de «Jeanne"
nog averij aan de sluisdeuren toe.
Do schade, welke het schip in eenige
oogenblikken heeft opgeloopen, wordt geschat
op 15,000 fr,
Zes jonge vrouwen van Chatham zijn
door de rechtbank van West-Kent ieder tot
12 maanden dwangarbeid veroordeeld als
«onverbeterlijke boosdoensters".
De rechter zeide, dat de vrouweD, die al
meermalen werden veroordeeld, «alle wetten
van godsdienst, zedelijkheid en maatschappelijke
orde hadden geschonden". Haar vonnis was
het zwaarste wat de wet gedoogde. Hij
twijfelde echter, of de wet wel streng genoeg
was voor gevallen van dezen aard, vooral
daar de vrouwen, na haar straf te hebben
ondergaan, weer tot haar vroeger leven
konden vervallen en overal om haar heen
zedeljjke besmetting konden verspreiden.
Ingezonden Stukken.
Ter wille der waarheid, een kleine rectificatie
omtrent bet bericht in de Nieuwsbode van
j.l. Dinsdag, betreffende bet voorgevallene op
den afiit aan den Slaakdam.
Het werd me meegedeeld door 3 personen,
die er ooggetuigen van geweest waren en
me zelfs den naam Doemden van den persoon.
Bg nader onderzoek is mij eohter gebleken,
dat de fantasie bun in deze parteD gespeeld
had. Het betrof bier niet een persoon, die
uit de tram viel, maar sleohts een pet.
S.
St.-Filipsland, 20 Jan. 1904.