ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE.
Zaterdag 7 Februari 1903.
Eerste Blad.
Ons antwoord aan „Vooruit".
NIEUWSTIJDINGEN.
(Z ierikzeesohe
Courant),
VewchijDt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De pry a per 3 maanden ia f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f lti,per jaar.
59ste JAARGANG. No. 7806.
Directeur. A. «T. DE LOOZE.
A. FRANKEL.
J. WAALE, alleen voor het binnen- en buitenl. nieuws.
Redacteuren:
AdvertentiënT&n 1—3 regelt 30 Ctt.
meerdere regelt 10 Ctt., kunnen uiterlijk tot det
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groot? letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Alle betalingen moeten uitsluitend geschieden ten kantore van A. J. de Looze, Hoek Schuithaven, Zierikzee.
Ingezonden stukken en berichten van correspondenten te adresseeren aan A. F kun kei., Meelstraat 386, Zierikzee.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Suppletoir Kohier der belasting op
de honden over 1902.
X De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierduee
Jtnalten bekend, dat bet Suppletoir Kohier van de belasting
op de honden dezer gemeente, over het dienstjaar 1902,
op den 31 Januari j.L door de Gedeputeerde Staten van
Zeeland is goedgekeurd en op heden aan den Gemeente-
Ontvanger wordt ter hand gesteld ter invordering;
dat dit Kohier van heden af gedurende vijf maanden
ter Secretarie der gemeente voor een ieder in afschrift
ter lezing ligt, binnen twee maanden na de goedkeuring
van het Kohier de aanslagbiijettea worden uitgereikt,
en binnen drie maanden n& die uitreiking de aaogesla-
genen tegen huu aanslag bij den Raad bezwaren kunnen
inbrengen, bij verzoekschrift op oDgezpgeld papier.
Zierikzee, den 5 Februari 1903.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEUS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Primitief Kohier der belasting ep
de honden over 1903.
Da BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzïe
maken bekend, dat het Primitief Kohier van de belasting
op de honden dezer gemeente, voor het dienstjaar 1903,
op den 31 Januari j.l door de Gedeputeerde Staten van
Zeeland is goedgekeurd en op heden aan den Gemeente-
Ontvanger wotdt ter hand gesteld ter invordering;
dat dit Kohier van heden af gedurende vijf maanden
ter Secretarie der gemeente voor een ieder in afschrift
ter lezing ligtbinnen twee maanden na de goedkeuring
van het Kohier de aanslagbiljetten worden uitgereikt,
en binnen drie maanden nk die uitreiking de aaugesla-
genen tegen hun aanslag bij den Raad bezwaren kunnen
inbrengen, bij verzoeVschrift op ongezegeld papier.
Zierikzee, den 6 Februari 1903.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
CH. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De Redactie van Vooruit, officiéél Nieuws-
en Advertentieblad voor Overflakkee en Goede-
reede, het orgaan der Vrijzinnig Demokraten
voor die streek, verwondert zich, dat de
Zierikzeesche Nieuwsbodeeen anieuwe- en
nieuwtjesblad" zooals zij haar noemt, de
liberale partij van dit district tot een nieuw,
krachtig staatkundig leven tracht op te
wekken. Zij is van meening, dat juist wij,
omdat wij toch geen politiek blad zijn, hadden
behooren te zwijgen.
Wy vinden het zeer vriendelijk van de
redactie van genoemd blad, dat zij de grenzen
aanwijst, binnen welke wij ons in de ver
vulling van onze taak moeten bewegen, en
achten het in hooge mate vooruitstrevend
waarmede zij den naam van haar blad
alle eer aandoet dat zij ons het recht
ontzegt te mogen meespreken.
Zij houde het ons evenwel ten goede,
wanneer wij voortgaan zelf het gebied van
onze werkzaamheid te bepalen, en zij duide
het ons ook niet euvel, indien wij niet de
minste neiging gevoelen ons door haar te
laten muilbanden.
Opmerking verdient daarbij de logika, die
de redactie van genoemd blad er in dit geval
op na houdt.
Zij zegt van ons verwacht te hebben een
zakelijke uiteenzetting van de redenen, waarom
wij tegen de oprichting van een afdeeling
van den Yrijzinnig-Demokratiaohen Bond te
dezer stede zoozeer gekant zijn, en laat ter
stond daarop volgen, dat wij hadden behooren
te zwijgen, omdat wij geen politiek orgaan
zijn.
Indien de redactie van Vooruit ten opzichte
wan hetgeen wij al of niet mochten schrijven
het recht had ons bevelen te geven, en het
iin ons karakter zou liggen daaraan te
gehoorzamen, heusch! wij zouden dan niet
weten, welk bevel wij hier hadden op te
volgen.
Wij kunnen toch moeilijk over dezelfde
aangelegenheid tegelijkertijd spreken en zwijgen.
En nu willen wij haar wat betreft de
hoofdzaak, ten slotte nog wel dit zeggen.
Wij hebben de oprichtiog van een afdeeling
van den Vrijzinnig-Demokratischen Bond
niet bestreden om de beginselen, die deze partij
voorstaat want een principiëel verschil
bestaat er tusschen haar en ons niet maar
om de verdeeldheid, die zij hier ter stede
veroorzaakt.
Wy, liberalen, kunnen tegenover onze
verbondene tegenstanders geen man missen,
willen wij in 4905 eenige kans hebben dit
district op hen te veroveren.
Wie nu de kaart van dit district kent,
weet, dat zeer vele liberalen conservatief
gezind zijn. Liepen wij te hard van stal, zy
zouden beslist grootendeels achterblijven, en
dan allicht door de anti-revolutionaire fractie
met groote graagte worden opgeslokt. Dit te
voorkomen schrijft partij-taktiek voor. De
snellen van gang, de barddravers, zijn duB
gehouden zich zelve een toom aan te leggen,
opdat alle liberalen, van welke nnance ook,
als de tijd der verkiezing daar is, vereenigd
naar de stembus zullen optrekken, en ge
zamenlijk hun stem op den aangewezen
candidaat uitbrengen. Zelfs moet naar onze
overtuiging die candidaat ter wille van de
conservatieve elementen in de liberale partij,
zonder welke wij niets vermogen
zonder welke wij geen kans hebben om het
in 1905 te kunnen winnen, een zeer gematigd
liberaal wezen. Met zoo iemand zal men het
dan ook in Schouwen-Duiveland, en vooral
in Flakkee, verder sturen dan met een radicaal
of vryzinnig-demokraat.
Wij hopen, dat olzo geachte collega in
Flakkee het bovenstaande onbevangen zal
beoordeelen.
Doet hij dit, dan zal hij begrijpen, dat hier
vrij algemeen, zelfs door zeer vooruitstrevende
liberalen, de afscheiding onverholen wordt
afgekeurd.
AlgsmesR Overzicht.
Combes, de Minister-President in Frank
rijk heeft onlangs in do Kamer onder
toejuiching van de geheeie rechterzijde
en tot groote verbazing van zijn geestverwanten
verklaard, dat voor de opvoeding van het
volk godsdienstonderwijs onmisbaar is, zoodat
dit het gewone onderwijs moest aanvullen.
Deze verklaring heeft velen van zijn aanhangers
ernstig ontstemd, zoodat Oombes, teneinde
zijn malcontente partijgenooten ten aanzien
van hem weer tevreden te stellen, in de
zitting van Woensdag bij de bespreking der
Begrooting van Onderwijs zich over het gods
dienstonderwijs, of juister over de religieuse
moraal, in een geest uitliet, die zijn vroegere
verklaring geheel en al krachteloos maakt.
Hij zeide, dat men hem niet goed begrepen
had, en dat hij nog geen gelegenheid had het
daardoor gerezen misverstand uit den weg te
ruimen. Voor zijn zwijgen was hy echter,
naar bij beweerde, door het applaus, dat hem
van de reobterzijde was ten deel gevallen,
geducht gestraft. Met het verslag der Kamer
zitting in het Joumal-Officiëel toonde echter
een lid van de rechterzijde den Minister aan,
hoe hij zich zeiven thans tegensprak. Ook in
de Senaatscommissie was dezelfde aangelegen
heid ter sprake gebracht. Een der senatoren,
ondersteunend de aanvrage van verschillende
kloosters tot wederopening van hare scholen,
beriep zich natuurlijk op de ministeriëele
verklaring, dat godsdienstonderwijs voor een
natie noodig was, en deed daarbij uitkomen,
dat nergens voortreffelijker godsdienstonderricht
gegeven werd dan juist in de kloosters. Ook
hier nam de Minister zijn draai. Zulk een
onstandvastig, karakterloos Minister, die onder
den druk van zijn partijgangers, en uit zucht
tot behoud van zijn hooge stelling herroept,
wat hij kort te voren gesproken heeft, verdient
met een briefje van ongeschikt voor altoos
naar huis te worden gezonden. Zulk een man
mag niet aan de regeeringstafel zitten.
De Turkscbe gezant te Parijs is naar
Konstantinopel ontboden, teneinde zich te
verantwoorden wegens de weigering van de
Fransche regeeriog om het lijk van den
zwager van den Bultan van Turkije aan dezen
uit te leveren. Men zal zich herinneren, dat
de Sultan met zijn zwager op geen al te
besten voet leefde, zoodat deze het veiliger
achtte te Brussel onder Christenen te leven,
dan te Konstantinopel onder zijn Mohame-
daansche geloofsgenootea. Nu is die zwager
overleden, ea overeonkcru diens verlangen
en den wil der naaste familieleden, te Parys
op het bekende kerkhof Père Lachaise
begraven. De Sultan, beducht, dat aan het
graf redevoeringen zouden gehouden worden,
die voor hem minder vleiend waren, nam
den Turkachen gezant te Parys in de armen,
en wist door dezen bij de Fransche regeering
te bewerken, dat geen manifestatie tegen
Abdul Uamid bij de begrafenis zoude worden
toegelaten. Er gebeurde bij het graf dan ook
niets vijandigs.
Maar wat hy niet kon bewerken, was, dat
het lijk tegen den wil der familie zou
opgegraven, en aan de Turksche regeering
worden uitgeleverd.
In den Duitschen Rijksdag heeft Prins
Von Bismarck, de zoon van den beroemden
rijkskanselier, een rede gehouden, waarin hij
zijn bezwaren tegen het verleenen van
presentiegeld aan de afgevaardigden uiteenzette.
Mea moest, zeide hij, geen volksvertegen
woordigers van beroep kweeken. Richter
merkt op, dat Prins Bismarck zijn vader in
alles na aapte. Ook deze was, zooals men
weet, tegen het bezoldigen van de volks
vertegenwoordiging fel gekant. De ijzeren
rijkskanselier vreesde, dat, werd van staatswege
aan de afgevaardigden gedurende den duur
van hun mandaat een jaargeld toegekend, de
stroom der demokratie naar 's lands vergader
zaal niet meer to koeren zou zijo. Nu, hij
heeft dien wasaenden stroom toch niet kunnen
tegenhouden. En, hoe zijn de tijden sedert
veranderd! Zelfs de huidige Keizer, Wilhelm
de Prater, ie, zooale hij onlange in een rede-
vooring aan een arbeidersdeputatie verklaarde,
er .diep van doordrongen, dat de werklieden
er recht op hebben uit hun midden vertegen
woordigers naar don Rijksdag af te vaardigen.
Van die Keizerlijke verklaring beeft Richter
een handig gebruik gemaakt. Hij zoide
namelijk, dat, wanneer de Keizer zelfs betoogde
de noodzakelijkheid van werklieden als
afgevaardigden in den Rijksdag, de regeeriog
verplicht was bet beginsel van presentiegeld
aan te nemen.
De Prinses Louise van Saksen, die
met den door haar beminden taalmeester,
Qiron, to Mentone in den laatsten tijd toefde,
heeft deze plaats verlaten, omdat door on
bescheiden amateuf-photografen telkens van
haar kiekjes werden genomen, wanneer zy
met baar adoré wandelde. Die kiekjes dienden
voor de geïllustreerde bladen. Zij heeft zich
daarom weêc naar Genève begeven, waar zij
door haar broeder, Aartshertog Leopold,
werd ontvangen. Men zegt, dat baar jongste
zoon te Dresden de typhus heeft, en dat
haar vertrek naar Genève daarmede eenig
verband boudt. Zij wil namelijk haar kind
bezoeken. Intueschen hebben de Keizer van
Oostenrijk en de Koning van Saksen baar
van alle titels en waardigheden vervallen
verklaard. Of zij den titel van Prinses zal
mogen blijven voeren, ie nog twijfelachtig.
Dacht men eerst vrij algemeen, dat het
geschil tusschen de verbondene mogendheden
en Venezuela aan het Hof van Arbitrage te
's-Gravenhage zou worden opgedragen, thans
blijkt, dat de Amerikaansche gezant, Bowon,
de onderhandelingen over eon minnelijke
schikking leidt. Venezuela heeft voor de
nakoming van zijn verplichtingen aan de ver
bondene mogendheden de douanerechten tot
onderpand gegeven. Verschillende andere
staten, waaronder Noord-Amerika, Frankrijk,
Nederland, hebben echter ook vorderingen
op Venezuela. Naar aanleiding hiervan is de
vraag gerezen, of de verbondene mogend
heden als preferente crediteuren moeten aan
gemerkt worden, omdat zij moeito en kosten
gehad hebben, en door de blokkade Venezuela
tot toegeven gedwongen hebben, dan wel of
zy met de andere staten, die stil hebben
gezeten, als concurrente schuldeischers moeten
beschouwd worden. Wij gelooven, dat de
Duitsche regeering blijde zal wezen, wanneer
dit zaakje eervol voor haar afloopt.
De pretendent van Marokko heeft geducht
klop gehad. Hij werd namelijk totaal verslagen.
Zelfs ging reeds het gerucht, dat bij door
het leger van den Sultan gevangen genomen
was, in een ijzeren kooi naar de hoofdstad
gebracht, (riumphantelyk door de straten
gevoerd, en ten slotte was ter dood gebracht.
Het blijkt echter, dat hij heeft weten te
ontkomen.
Nederland.
Amsterdam, 4 Febr. Gisterenavond
kwamen ongeveer 4000 mannen van 17 aan
gesloten vereenigingen in de Groote Koop
mansbeurs bijeen. Het waren werklieden in
dienst der gemeente uit alle takken van
bedrijf, die de houding zouden bespreken
welke zij zouden aannemen om te komen tot
do verwezenlijking der eischen, die zij den
gemeenteraad wiHen stellen. Alle takken van
bedrijf waren vertegenwoordigd, dus ook
werklieden van publieke werken, van handels-
inrichtingen enz. enz., mitsgaders de mannen
der brandweer, slechts de politie ontbrak,
omdat de agenten van politie niet bij den
Centralen Bond van gemeente-werklieden zijn
aangesloten.
Besloten werd op het antwoord op den
eisch om loonsverhooging te wachten tot
Maandagavond.
Aan het personeel der Hollandsche
Spoor is volgend schrijven door de directie
Nu de betreurenswaardige gebeurtenissen,
welke in oob midden hebben plaats gehad,
achter ons liggen, is het mij een behoefte
om aan het personeel der maatschappij, dat
ten koste van groote inspanning getracht heeft
den spoorwegdienst zoo lang en zoo goed
mogelijk gaande te houden, zoomede aan
diegeneD, die gaarne hadden willen werken,
maar daarin werden belet, mijn oprechten
dank te betuigen.
Ik stel er prijs op, ter kennis van het
geheeie personeel te brengen, dat alléén het
diep besef, dat het algemeen belang door een
geheeie opheffing van het spoorwegverkeer in
de ergste mate zoude zijn benadeeld, den
raad van administratie beeft doen besluiten,
om toe te geven aan het verlangen van het
stakende personeel, teneinde ons land voor
een dergelijke ramp te bewaren.
De medewerking van de ondernemingen,
voor welke bet stakende personeel geen
wagens wensohte te rangeeren, hee ft het den
raid van administratie niet onmogelijk gemaakt,
dit ernstig besluit te nemen. Geleid door de
groote belangen van stad en land, welke
door de staking van den dienst op het spel
werden gezet, hebben de ondernemingen odb
namelijk in staat gesteld, aan den wensch
van het personeel te voldoen, zonder in strijd
te geraken met de spoorwegwet en de op de
maatschappy rustende verplichtingen.
Het is mijn vurige wensch, dat, nu de
staking geëindigd is, het geheeie personeel er
toe zal samenwerken, dat do dienst evenals
vroeger worde uitgeoefend met inachtneming
van de te geven orders, gegrond op de
reglementen der maatschappy en de bepalingen
der wet.
De raad van administratie,
Het gedelegeerd lid,
(w. g.) R. VAN HASSELT.
5 Febr. De middagzitting van den
gemeenteraad was gisteren gewijd aan de
quaestie van den daghet ultimatum der
gemeente-arbeiders. De raad is tot een besluit
gekomen, feitelijk het eenige dat kon genomen
worden. Met groote eenstemmigheid werd
j>overgegaan tot de orde van den dag", na
de overweging, dat een nieuwe loonregeling
niet in vier dagen kan tot Btand komen en
met bereidverklaring om de eischen spoedig
te behandelen.
De motie, gisteren door den gemeente
raad bij acclamatie aangenomenwaarin
Burgem. en Weth. zich bereid verklaarden
zoo spoedig mogelijk de herziening van het
loonreglement der gemeente-werklieden ter
hand te nemen, beeft groot misnoegen onder
de gemeente-werklieden verwekt.
Zij blijven hot gestelde ultimatum voor de
inwilliging der eischen tegen Maandagavond
voorloopig handhaven.
Intueschen zal het bestuur van den cen
tralen bond van gemeente-ambtenaren heden-
namiddag met Burgem. en Weth. confereeren,
teneinde te trachten tot een oplossings-
quaestie te geraken.
Datzelfde bestuur zal in een beden te ver
schijnen manifest zich verdedigen tegen de
beschuldiging van de slechte leiding der ver
gadering op de Beurs eergisterenavond, door
sommige raadsleden geuit.
Hedenavond vergadering van gaswerkers,
hedennacht van het trampersoneel.
Dat men ongerust was over de gevolgen
eener eventuëele staking van aanvoer van
water, gas enz. blijkt uit het feit, dat de
directeur van het telegraafkantoor 100
petroleumlampen, 1500 kaarsen en een vat
petroleum van 200 liter heeft aangekocht.
Ook vele neringdoenden hebben dit voor
beeld gevolgd.
Haarlem, 4 Febr. Hetlyk van den te
Spaaradam gevonden oud-wetbonder van
Halfweg, den heer De Gl., is nog niet
begraven, daar gebleken is, dat hij Vrijdag
avond te Spaarndam door drie personen, na
een hooggaande twist, was mishandeld en dat
deze drie personen hem na zyn vertrek uit
de gemeente hadden vervolgd.
Zutphen, 4 Febr. Het bestuur van het
krankzinnigen-gesticht alhier, heeft eenige
maatregelen genomen, waarvan een gunstigen
invloed op de boedanigheid van het verplegend
personeel in dat geBticbt verwacht mag
worden.
Utrecht, 5 Febr. Op telegraphisch verzoek
vertrokken hedenmorgen van hier naar
Amsterdam detachementen vesting- en veld
artillerie en genie-troepen, ter gezamenlijke
sterkte van 300 man, onder bevel van den
kapitein der genie Heidenrijk.
Oudewater. Zondagmorgen zou ds. H.
een predikbeurt gaan vervullen te Hekendorp.
Een vriend vergezelde hem. Door den sterken
wind woei de hoed van den reisgenoot in
het water. Ds. H. haastte zich om het hoofd
deksel voor zya reisgezel machtig te worden,
met 't gevolg, dat Z. Eerw. den voet aan
den kant der sloot stootte en voorover
met het bovenlijf in het water terecht kwam.
Gelukkig kon bij zich met behulp spoedig
uit 't water werken, en werd toen de toe
vlucht genomen naar den heer v. d. L. Na
iemand om droge kleeren naar huis gezonden
te hebben, kon Z.Eerw. huiswaarts keeren,
doch de predikbeurt moest natuurlijk onvervuld
blijven.
's-Gravenhage, 4 Febr. Dezer dagen
werd de aandacht gevestigd op de praktijken
van eenige vreemdelingen, die bankierskantoren
binnentreden en onder het uitzoeken van
goudstukken plotseling de plaat poetsen met
medeneming van geldstukken. Iets dergelijks
zou dezer dagen ook hier zyn gebeurd.
Uit een ingesteld onderzoek is inderdaad
gebleken, dat ten kantore van de commissio-
nairsfirma L. Fryda Co. in de Prinsenstraat
alhier, die tevens een geldwisselkantoor houdt,
in bet midden der vorige week zulk een
brutaal stuk ie uitgehaald.
Twee vreemdelingen traden het kantoor
binnen. De voor het publiek bestemde ruimte
is van het kantoor afgescheiden door een
schot met loketten, voorzien van vrij dikke
ijzeren staven. Een deur verbindt de kantoor
ruimte met de voor het publiek bestemde
lokaliteit, maar het uiterste loket bevindt
zich dichter bij de straatdeur dan by boven
genoemde verbindingsdeur. Aan bedoeld uiterste
loket, nu vervoegde het tweetal zich en vroeg,
onder nederlegging van een bankbiljet van
f 40, dat te m,ogen wisselen tegen goudgeld.
Daar de houder van het kantoor niet recht
uit de vreemde taal die de personen spraken
scheen te kunnen opmaken welke muntstukken
zij verlangden, haalde hy uit de étalage een
bakje vol goudstukken te voorschijn. Een
dier personen scheen nu de verlangde goud
stukken uit te zoeken, maar de tweede maakte
allerlei handbewegingen voor de oogen van
den eigenaar van het wisselkantoor, totdat op
een gegeven oogen blik het tweetal tot niet
geringe ontsteltenis van den heer F. plotseling
heenging. Bij bet natellen van den inhoud
van het bakje bemerkte de commissionair,
dat hij miste 290 Mark aan gouden Mark
stukken, 2 Eogelsohe pondon (vermoedelijk
Transvaalecbe ponden met de beeltenis van
Paul Krüger), 40 francs en 2 gouden dukaten..
De politie, met het voorgevallene in kennis
gesteld, hield kort daarop aan het Staatsspoor-
station de twee vreemdelingen aan, die toen
in gezelschap waren van eene vrouw en nog
een landgenoot. Het viertal is toen geleid
naar het politie-commissariaat aan de Groen
markt, waar by onderzoek veel Fransche,
Duitsche en Spaansche goudstukken in hun
bezit werden bevonden, doch geen dukaten
en Engelsche ponden. Zy ontkenden niet geld
te hebben gewisseld by den heer F., maar
ontkenden ten sterkste diefstal te hebben
gepleegd. Zij waren in het bezit van deugdelijke
j legitimatie-papieren en gaven op van Cuba
naar Berlijn op reis te zijn.
Aangezien de politie geen termen vond tot
aanhouding, te meer daar de papieren in orde
waren, en do betrokken personen in het bezit
waren van voldoende geldmiddelen, en boven-
i